Met fantasie en goede smaak wordt n kaal huis een thuis JEUQDNATUURWACHT Hecht bolu/erk tegen de vernieling Enthousiasme van de jeugd zet de ouderen aan 't denken ZATERDAG 21 APRIL 1956 DE LEIDSE COURANT VIERDE BLAD PAGINA 1 NIET ALLEEN 'N KWESTIE VAN GELD Qeeti aaCóe öcfiyn, maat eigen i ói 't Goede mengsel Nederlanders die hun huis niet als hun thuis beschouwen, zijn uitzonde, ringen. Voor hen is dit artikel niet geschreven, want zij hebben geen be* grip van het plezier dat te beleven valt aan het leven in een woning, welke geheel in aangepast aan de eigen wensen, de eigen smaak en aan de zuiver individuele behoeften. Geluksvogels zijn degenen, die reeds hun stem kunnen laten horen bij de bouw van de toekomstige wo ning. Hun is het beschoren met me- Goede harmonie. Waar het bij de aankleding van een woning om gaat is een mengsel van fantasie, werkelijkheidszin en goede smaak. De fantasie zal helpen bij het oplossen van puzzles en het vin den van de aardigste mogelijkheden, welke elk vertrek verbergt. De wer kelijkheidszin dient te behoeden voor overdrijving, voor misgrepen en dus teleurstellingen. De goede smaak zal de weg wijzen naar een harmonieus geheel, waarvan het gebruik en het aanzien iedere dag weer een groot genoegen belooft. Het smaakvol in richten van een huis betekent aller minst volstoppen met dure, zware en grote spullen. Smaakvol inrichten be tekent evenmin het na-apen van ver antwoorde comlbinaties, waarbij re- kamers en de bezoeker ziet er verrast rond, omdat een eigen stijl altijd treft. Het is allemaal meer een kwestie van durven dan van geld. We heb ben waardering voor het echtpaar, dat in een critische bui constateerde dat een vierde van wat in de woon- en zitkamer stond, overbodig of rond uit lelijk was. De becritiseerde voor werpen werden opgeruimd en van het jaarlijke (bescheiden) spaarpotje voor huishoudelijke aankopen werden na veel wikken en wegen juist de din gen gekocht, die verantwoord waren. Het resultaat was' werkelijk verbluf fend. Geen valse schijn. Een woning moet knus zijn, doch niet kneuterig. Haar inrichting moet eerlijk zijn en niet vol van valse schijn. Protserigheid en praalzucht gaan heel snel vervelen. Het is door zichtig om meer te lijken dan men is. Er zijn nog massa's mensen bij wie de gedachten zitten vastgeroest, met een namaak-Pers van 75 gulden, met dito aan de lopende (fabrieks) band gemaakte old-finish meubelen en de gemeenste imitaties van Delfts blauw. Een echt Perzisch kleed, werkelijk antieke meubelen en aardewerk dat heus uit Delft komt, kunnen ze niet betalen. Geen mens neemt hen dat kwalijk. Het is kwalijk om te doen alsof en over het hoofd te zien dat 'n vrolijk gekleur de cocos-mat, een eenvoudig ameu blement van een in de natuurlijke kleur gehouden goede soort hout en een sierlijke glazen vaas veel meer tot de verbeelding spreken. Stijlvolle dingen behoeven heus niet duur te zijn. Soms zelfs is na maak nog kostbaarder. Zo wordt veel geld verknoeid aan bedrog en staan de aldus versierde kamers dag in, dag uit te jokken. Vindt u een kope ren bijbel, waarop een electrische klok is gemonteerd nu echt mooi? En doet het u werkelijk wat om een wandkleed te hebben, waarop in vrije vértaling 't kunstwerk van 'n beroemd schilder is nagebootst? Begrijpt u waar het goed voor is om de deuren van dressoir of boekenkast op te dir ken met krijgszuchtige figuren of eeuwig en altijd boom-blaadjes-eten de herten? Durf U zelf te zijn en koop voor uw huishouden die dingen, welke u kunt betalen en die gemaakt zijn van eerlijk materiaal. Ongekunsteldheid en frisheid, schone stijl en doelmatig heid zijn weldaden voor de woning. Voor de volwassen bewoners zijn ze een feest en voor de kinderen een les. De wereld der kleinen ligt in en om het huis. Hun eerste indruk ken, hun eerste gedachten krijgen daar vorm. Daarom is ook de wijze van inrichting van het huis, waarin zij leven, bepalend voor hun opvoe ding. Kinderhoekje. Over kinderen gesproken: wordt niet te dikwijls over het hoofd ge zien, dat zij evenveel of misschien wel meer nog recht hebben op een stukje van de woning dan de volwas senen? Dat plekje mag niet alleen beperkt blijven tot hun bed, een stoel om de kleuren op te hangen en een plaatsje aan de gemeenschappelijke tafel voor het maken van huiswerk. Gemakkelijker gezegd dan gedaan? Toen het vijfde kind van vader J. vier jaar geworden was, kreeg het zijn eigen hoekje tussen twee, lan ge, brede banken. Toen- was er in kleine eetkamer ineens veel meer ruimte en het1 vloerkleed leefde lan ger omdat het onrustige grut niet meer met de stoelen aan het schuiven kon. In de slaapkamerjes werden stapelbedden geplaatst en het huis werk kon worden gemaakt aan tegen de muur bevestigde klaptafeltjes. Daaroboven werden handige lampjes aangèbracht, welke gedraaid konden worden om de slaapvertrekjes geheel en indirekt te verlichten. „Dicht be volkte" kleine behuizingen behoeven echt geen pakhuizen te worden, als er maar met overleg te werk wordt ge gaan. Tips genoeg. Met vragen komt men veel aan de weet. Wie geen kans ziet om op eigen houtje het huis te maken tot een ideale woonplaats, hem staan hon derden vaklieden ten dienste. Ga de kunst eens afkijken op een meubel tentoonstelling, neus eens rond in de etalages van winkels, waar men op het gebied van woninginrichting specialist is. Daar zijn altijd wel tips en goede ideeën te vinden. En geen solide raak zal u in de steek laten als u komt vragen om een bruikbaar ad vies. Maar bovenal, durf te breken met de sleur; niet alleen bij de instal latie van een nieuw huishouden maar ook bij de hervorming van een be staand. nige practische overweging vooruit kening wordt gehouden met de vele te lopen op de even belangrijke in lichting. Maar in 95 van de 100 ge vallen gaat het anders: de nieuwe woning is onbekend terrein, dat nau welijks eerder kan worden verkend, dan wanneer men de sleutel heeft Daarmee is niets verloren Van de mogelijkheden om de kale vertrekken tot leven te brengen. Misschien vraagt het zorgvuldiger overleg en in elk geval een objectieve kijk op hetgeen met de beschikbare ruimte kan wor den gedaan. Nu is er voor trouwlustigen niets verleidelijker dan in de wachttijd voor een woning inkopen te doen voor het nieuws huishouden. Dat is een te waarderen activiteit zolang het niet gaat om, wat men pleegt te noemen, de grote stukken. Want wie meubelen gaat kopen zonder de mo gelijkheden van de woning te ken nen zou wel eens zeer bedrogen kun nen uitkomen. Narigheid. Dan zou het kunnen gebeuren en het komt maar al te vaak voor dat men geen raad weet met dat mooie, zware, maar veel te grote dressoir. Dan zou de slaapkamer wel eens een interessante showroom kunnen worden, maar geen plaats om echt te rusten. Het indrukwekkende fornuis voor de keuken zou wel eens net niet te plaatsen zijn waar het zou moeten staan. Het is een algemene ervaring dat de ruimte van een wo ning veeleer wordt overschat dan on derschat. In het eerste geval gaat dat ten koste van de ruimtewer king en de bewegingsvrijheid. Als die ontbreken is aan de bewoonbaar heid van „het kasteel" reeds nodeloos afbreuk gedaan. Een bankstel is te genwoordig een zeer begeerd bezit. Maar wat heb je er aan als de kamer er zo vol door wordt, dat je er haast niet in kunt bewegen. Al zijn er bank stellen in vele maten en ontelbare uitvoeringen, toch zijn er kamers die zelfs het kleinste type niet verdra gen kunnen. Degenen die met datj probleempje te maken hebben kun nen hun zin krijgen, als ze een een voudige houten bank tegen de daar-1 voor het meest in aanmerking ko-| mende muur laten timmeren. Zo vele manieren zijn er om dit vaste meubel aan te kleden, dat het volkomen aani zijn doel kan beantwoorden. eisen, welke aan een woning moeten worden gesteld. Want men moet er vóór alles in kunnen leven en daar door zichzelf kunnen zijn. Er is geen plaats in de wereld denkbaar waar men 'beter zijn eigen leven kan lei den dan in de beslotenheid van het eigen huis. Of dat nu -zeer groot of heel klein is doet er niet aan toe. We zijn tegenwoordig gewend aan flinke cijfers. Bij het nijpende woning gebrek durven zelfs kleinere gemeenten met millioenenplannen te komen en daarom knipperen we niet zo gauw meer met de ogen. Maar als men verneemt, dat er in ons vaderland jaarlijks voor zo'n slordige 40 inillioen gulden wordt vernield door de lieve jeugd, dan liggen de zaken toch nog Eigen stijl. even anders. Want dat betekent: 40 millioen gulden weggesmeten. Geen t, t mens heeft er iets aan gehad en deze overweging verwekt toch wel een Bij kennissen van ons 1 schrijnend gevoel als men bedenkt, wat er met zo'n bedrag gedaan had uer kamermuren een sch j I kunnen worden. Alleen in Amsterdam wordt per jaar voor 1 millioen gulden vinden. Namaak wilden ze niet heb- vernieId en Den Haag wordt er alleen aan de plantsoenen in eenzelfde ben en echte kunstwerken kumien ze tijdsbestek voor 'n ton beschadigd en kapot gemaakt. Nederland, dat in niet betalen. Ze zijn nogal reislustig zoveei opzichten in gunstige zin aan de kop staat, slaat helaas waar het van aard. Om ook thuis aan die be hoefte tegemoet te komen hebben ze een geheel muurvlak bekleed met een pracht van een wereldkaart.. Hier en daar valt het oog op een fraaie luchtfoto van een stad of een streek en op een o, zo simpele schemer lamp heeft de huisvrouw een paar internationale vlaggen geschilderd. Voor die kennissen van ons leven de sommen besparen FN IS DAAR NU helemaal niets aan te doen? Deze vraag ligt voor OOG HEBBEN VOOR BET VELE SCHOONS vernielingen betreft ook alle West-Europese records. De ravages, die onze kampeerders in het buitenland plegen achter te laten, zijn berucht. MPt Cl rtpt/pn de voorgrond nu de lente gekomen I^IC-L It-O gt-vt.Fl js en de j-aje tuintjes en schijnbaar dorre takken plotseling weer fleur krijgen. Ja, er is iets aan te doen! Niet in twee dagen en ook niet in m _rt_twee jaren, maar in een lange pe- I de hand en dringt zich nog sterker op riode van hard en onversaagd wer- 1 ken. Het is eigenlijk een kwestie - - rvan heropvoeden. Van de mensen de ogen openen voor het schone van de natuur. Want een natuurgenieter is geen vernieler. EERSTE STAP IN 1947. TVE EERSTE „GROTE STAP" in de goede richting werd gezet in 1947, toen de Stichting „Natuur en Jeugd" het levenslicht aanschouwde. De opzet was de grijpbare jeugd dichter bij de natuur te brengen en die jeugd zocht men van de lagere school af tot en met het middelbaar onderwijs. De cineast Peter Thijssen maakte enkele films, waarin de jeugd zelf meespeelde. Hij volgde haar tijdens wandelingen door de natuur en liet de jeugdige toeschou wers, die later de film zagen zoveel bijzondere dingen zien, dat men ging zeggen: „Zo'n wandeling zou ik ook wel eens willen maken". Uit dit begin kwam de Jeugdna tuurwacht voort. Men zag in, dat de films alleen niet voldoende waren. Die wekte belangstelling, die sloegen een groot enthousiasme los.maar er was niets om dit enthousiasme op te vangen en in goede banen te lei den. JEUGDNATUURWACHTERTJES. r\E JEUGDNATUURWACHT werd dus de tweede stap en deze werd gezet in 1950. Goed vijf jaar later werkt deze or ganisatie. die in zestig gemeenten word 'opgezet, reeds in acht provin cies n h°t ledental ligt rond de 50.000 Het begin van een nieuwe i afdeling is meestal, dat het gemeen tebestuur in het raadhuis een bespre king organiseert, waarop de beer C. H. Voorhoeve uit Voorburg, voor on derwijzers, politie, directeur plant soenendienst en andere belangheb benden een uiteenzetting geeft van de werking van de Jeugdnatuur- wacht. Bij die gelegenheid wordt dan een plaatselijk comité gevormd, dat meestal begint met het organise ren van een filmmiddag voor de jeugd met subsidie van de gemeente. De films, die vertoond worden, zijn voor alle leeftijdsgroepen; alleen de toelichting wordt op de toehoor ders afgestemd. Na zo'n bijeenkomst, waarop ook verteld wordt, wat er in de gemeente allemaal vernield wordt, blijkt er onder de jongelui voldoen de animo te zijn voor toetreding tot de Jeugdnatuurwacht. TACHTIG PROCENT. van de mensen geen oog hebben voor de natuur. En waar vader en moeder dat niet hebben, hebben de kinderen het over 't algemeen ook niet. Als een plaatselijk comité voldoen de activiteit toont, komt daarin spoedig verandering. Men kan excur sies organiseren met toelichting van deskundigen, prijsvragen uitschrij ven, plantsoenen laten adopteren, jongelui laten werken in plantsoe nen e.d. De resultaten van dergelijke acties zijn opzienbarend. Want niet alleen de kinderen ste ken veel op, maar ook de ouders. Want die worden er onbewust ook in betrokken. Zo werd er in een prijsvraag in Voorburg b.v. de vraag gesteld, hoe de bomen heten in een bepaalde laan. 'n Dag later kwam er al een win kelier bij een deskundige aanklop pen. „Zeg", vroeg hen, „hoe heten die bomen voor mijn deur eigenlijk. Er zijn al een paar jongens bij me geweest en ik schaam me dood, want ik woon er nu al twintig jaar en ik kan heus niet zeggen, hoe zij heten". Zo werkt de Jeugdnatuurwacht door! Vaders, moeders en andere volwas senen voelen plotseling een grote tekortkoming. EIGEN PLANNEN. I"\E JEUGD ZELF gaat de ogen open. In Lekkerkerk is het b.v. voorgekomen, dat enkele meisjes het gemeentebestuur voorstelde om in een geprojecteerd plantsoen enkele wijzigingen aan te brengen. Zij kwa men met tekeningen en de autoritei ten moesten toegeven: „Ja, zó is het aardiger!" Voor de tekenwedstrijd, ouzzle- ritten en vele andere attrac'ies zijn uiteraard prijsjes nodig en dat kost geld. „Moet de gemeente dat weer be talen?", vragen sommige mensen. Ja, inderdaad! Maar in dit geval is betalen gelijk aan verdienen. In Voorhout heeft men zich des tijds 1000,aan plantsoenhekjes kunnen besparen, omdat daar zo'n actieve afdeling is van de Jeugdna tuurwacht. In Voorburg heeft het gemeentebestuur de plantsoenen ook hekjesvrij kunnen maken en in Den Haag, waar jaarlijks een ton in de plantsoenen vernield wordt, heeft men zelfs een speciale ambtenaar aangesteld voor dit werk. Men geeft enkele duizenden gul dens uit om tien duizenden guldens te besparen. WAAR BLIJFT LEIDEN? ■i 70 GROEIT de Jeugdnatuurwacht in alle delen van het land. Het orgaan, dat sinds enige tijd ver schijnt. telt reeds 10.000 abonné's. Ruim 400 fabrikanten geven steun, omdat zij ondervinden, hoe de men sen met andermans spullen plegen om te springen. In de omgeving telt men reeds bloeiende afdelingen, waarvan het j actieve Voorhout aan de kop gaat. Alleen Leiden floreert niet. Des tijds is er een comité opgericht, dat in de Professoren wijk met het werk zou tarten, maar veel is er sindsdien niet gebeurd. Wordt er in Leiden niets vernield? Het is te hopen, dat de Sleutelstad niet achter zal blijven bij de activi teit, die in zovele andere steden ge toond wordt Misschien zal de lente ook hier nieuwe groeikracht bren- 1 gen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1956 | | pagina 12