]3ont-gekleurde Paaseitjes ZATERDAG 31 MAART 1956 DE LEIDSE COURANT VIERDE BLAD PAGINA 1 Niet verspillen. Enige bewonderaars van Rossini hadden het plan opgevat om een standbeeld van de componist op te richten. Hoeveel gaat dat kosten?", vroeg Rossini op zekere dag. „Ongeveer tien millioen francs", antwoordde een lid van het comité. „Vei*spil geen geld, kerel", ant woordde Rossini. „Voor de helft ga ik zelf op het voetstuk staan". Bijkomende kosten. Dame: „Bij dit avondtoilet komen dus geen verdere kosten?" Verkoper: „Nee mevrouw, hooguit een hoestdrankje". Delicate vraag. De advocaat onderwierp de getui ge aan een streng verhoor. „U beweert", zo zei hij, „dat u op 11 maart naar mevrouw De Winter .ging. Wat zei ze, toen ze u open deed?" De advocaat van de tegenpartij protesteerde. „Dat is een zeer indis crete vraag meneer de president", merkte hij op. Tussen de rechtsgeleerden ontstond toen een langdurig debat en pas na een uur stond de rechter de vraag toe. „Wat zei mevrouw De Winter toen zij opendeed?" herhaalde de advo caat. „Niets", antwoordde de getuige. ,Ze deed niet open, want ze was die avond niet thuis". Weteidtecatd „tief. en teed" „Lieve hemel Betty, zeg asjeblieft tegen die knul, dat je hem vergeven hebt" Net echt. Het jonge paar was op huwelijks reis. Toen zij in het badplaatsje aan kwamen, zei zij: „Zeg schat, doe nu net, of we al een hele tijd getrouwd zijn". „Dat is best", antwoordde hij. „Hier, draag jij de koffers maar". Dankbaarheid. Jongeman: „Dokter, ik dank u voor alles, wat u voor me gedaan hebt". Dokter: „Voor U gedaan? Ik ken u niet. Bent u patiënt?" Jongeman: „Nee, geen patiënt. Erfgenaam!" „Mientje hier is S! Moeilijk geval. Vrouw: „Eergisteren hebt u tegen mijn man gezegd, dat hij veel fruit moest eten. Met schil en al. Maar sindsdien is hij veel beroerder ge worden". Dokter: „Wat voor soort fruit heeft hij dan gegeten?" Vrouw: „Cocosnoot". Kende de familie. Vader zat te borrelen met oom Jan. Henkie had al een poosje zitten toekijken en plotseling vroeg hij: „Krijg ik ook een glaasje, vader?" „Nee jongen", antwoordde de va der. „Later, als jo net zo groot bent als oom Jan". „Dan is die fles toch al lang leeg", mopperde Henkie. „Dit is het einde van 't programmaGoede avond dames en heren!" Hatelijk. Matroos: „De drank maakt van u een schone vrouw". Zij: „Maar ik heb helemaal niet gedronken". Matroos: „Weet ik! Maar ik wel!" Zielig jongetje. Conducteur: „Wat zegt U, is dat jongetje nog geen vijf jaar. Hij ziet er veel ouder uit". Vader (onverstoorbaar): 't Kind zal zorgen hebben". ,,'t Kaartje't kaartje.wat deed ik nou toch weer met dat kaartje?" Geen critiek. Huismoeder: „Heus meneer, ik heb geen tijd om naar de radio te luisteren. Maar een paar keer per dag zet ik 'em aan". Enquêteur: „Hebt u dan geen cri tiek op het programma, dat u wel beluistert?" Huismoeder: „Helemeal niet". Enquêteur: „Waar luistert U altijd naar?" Huismoeder: „Drie maal per dag naar het tijdsein". Heel gewoon. Mevrouw Pieterse was in pension op een boerderijtje in een klein Ve- luws dorp. Al enkele malen had een varken geprobeerd haar kamer bin nen te komen. „Ik geloof, dat dat varken iets in me ziet", merkte ze lachend op. „Hij probeert telkens in mijn kamer te komen". „Dat is heel gewoon, hoor", ant woordde de boer, „als de kamer niet verhuurd is, slaapt 't beest daar al tijd". „Laat mij 't vertellen lieveling! Al is het alleen maar om een lang verhaal kort te maken" Met Kerstmis werd „oom" Ned in de Amerikaanse staat Tennessee 103 jaar. De leeftijd van zijn echtgenote, tante Rosie is niet precies bekend, doch zij moet ver in de negentig zijn. Een ijverige cijjferaar heeft nu berekend, dat zij minstens 82 jaar getrouwd zijn, hetgeen een record genoemd mag wor den! Het echtpaar hpeft 19 kinderen gekregen, doch slechts drie zonen zijn er nog in leven. Zij vermoeden ongeveer 60 kleinkinderen en achterklein- kinderen te hebben. „Hé Jansen, de telefoon!" „En hebt u nog steeds de hik, meneer Pieterse?" |30D5 Opvoeding. De eigenaar van het restaurant was een zeer precies man. Toen een gast een lucifer op de grond gooide ging hij naar hem toe en zei: „Dat moet u niet doen, meneer; 't wordt hier zo'n rommel". Even later liep de gast de deur uit en kwam pas na een half uur terug". „Hebt u een wandeling gemaakt?", vroeg de eigenaar van het restaurant. „Nee", antwoorddie de gast. „Ik ben even in de Rijn wezen spuwen". De oplossing. Waarzegster: „U komt heel dik wijls in een café". Man: „Daar klopt niets van!" Waarzegster: „Dan bent u eige naar van een café of u erft binnen kort een café". Man: „Absoluut uitgesloten". Waarzegster: „Dan begrijpt ik er niets van. Ik krijg telkens een vi sioen van zes flesjes bier". Man: „Dat klopt! Ik ben geboren in Sexbierum". ,Zelf behangen is voordeliger, zei je toch'?" Opluchting. Reiziger: „Waarom hebt U een goudvis op uw bureau staan?" Directeur: „Het is zo leuk om naar iemand te kijken, die zijn mond open doet zonder om opslag te vragen". Eigen schild. Dame: „De vis, die u me gisteren verkocht heb, was niet vers". Visboer: „Eigen schuld, dame. Die zelfde vis heb ik u in het begin van de week ook al aangeboden". Pieterlieveling, ben je daar weer" Zenuwpees. „Dus U hebt uw betrekking al leen opgezegd, omdat uw vorige mevrouw zo nerveus was?" „Ja, dat mens kon niet tegen het geluid van brekend aardewerk". Rustige ober. Gast: „Zeg ober, moet ik hier blij ven wachten tot ik dood ga van hon ger?" f Ober: „Dat kan niet gebeuren, meneer. We sluiten om half elf". Verleiding.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1956 | | pagina 11