Dr. Cornelisse: Organisatiewoede brengt „de ketterij van de actie" Wijziging vacanties van rijkspersoneel Nederlands grootse droogdok liep Zaterdag in 52 minuten vol water Versterking van de inkomsten om financiële positie gezond te houden Mgr Huibers op alg. vergadering L.T.B. De geheimzinnige MAANDAG 28 NOVEMBER 1955 DE LEIDSE COURANT DERDE BDAD PAGINA 1 TIEN JAAR KATHOLIEKE JEUGDBEWEGING Systemen doden veler persoonlijkheid Op de feestelijke bijeenkomst, die ter herdenking van het tienjarig be staan der Katholieke Jeugdbeweging in het Casino te Den Bosch gisteren gehouden is, heeft dr. A. J. M. Cor- nelissen een min of meer revolutio naire redevoering gehouden, die een ernstige critiek bevatte op de metho de, die veelal in de na-oorlogse jeugdbeweging zijn toegepast. Dr. Cornelisse hekelde het „per fectionisme", dat van alles een studie wil maken, dat steeds zoekt naar „systemen", waardoor alles volgens bepaalde wetten goed moet gaan; de spr. meende, dat hierdoor de vrijheid van de mens, die zich onderworpen voelt aan allerlei wetten en wetjes, aanbepalingen en reglementen, ver wrongen wordt. De Katholieke Jeugdbeweging heeft in de afgelopen tien jaren niet op de eerste plaats gestreefd naar een oor spronkelijke vorm in de jeugdbewe ging, als wel naar een aanpassing van de jeugdbeweging aan het huidige be leid der Kerk. Ook in 't onderwijs. Zijn critiek was niet bedoeld als een pleidooi voor slapheid, maar spr. wilde de „echtheid" in de jeugdbe weging teruggebracht zien, waardoor de jongen of het meisje op zijn tijd „irrationeel" kan „kungelen" en de kantjes er vanaf kan lopen, zonder dat een bepaald uitgedokterd systeem hem onmiddellijk op de vingers tikt. Ook voor het onderwijs, dat spr. De vacantie voor rijksambtenaren en -arbeidscontractanten is verlengd met twee dagen, behalve voor dege nen, die reeds 24 dagen of meer va cantie genieten. Voor jeugdigen be neden de 21 jaar geldt een afzonder lijke regeling. Dit is bepaald in een K. B., dat in liet Staatsblad is ver schenen. Bij het K. B. worden verder twee dagen vacantie extra toegekend aan degenen, die 30 jaar diensttijd heb ben of de 50-jarige leeftijd bereikt hebben. Voorts wordt de vacantie verlengd voor hen, die afwisselende diensten vervullen, b-v. op feestda gen. Het besluit bevat voor het eerst de bepaling, dat de vacantietoeslag een vaste toelage is en dus ook in de pensioengrondslag wordt berekend. Met onderscheiding van de vacan- tieregeling is de verlofregeling (aan spraken op vrije dagen om persoon lijke of familieredenen) 'aanmerke lijk uitgebreid. „lng"-titel voor middelb. technici De minister van Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen heeft zich accoord verklaard met een regeling, waarbij M.T.S.-ers na een examen en vijf jaar praktijk zich kunnen laten inschrijven in een register, waarna zij de titel „register ingenieur" mogen voeren en „ing" achter hun naam mogen plaatsen. Over deze regeling sprak Zaterdag in de Rolzaal op het Binnenhof de heer H. L. Engelberts, voorzitter van het Instituut van Middelbare en ho gere technici. Een.bezwaar dat de vereniging van Delftse ingenieurs tegen de titulatuur ontwikkeld heeft, namelijk dat dit internationaal ver warring kan wekken, bestaat vol gens de heer Engelberts niet, daar de benaming register-ingenieur alleen in Nederland zal gelden. Het bestuur van het register zal worden opgedragen aan een door de minister in te stellen commissie, waarin de Kon. Vereniging van In genieurs, de Vereniging van Delftse Ingenieurs, de Vereniging van Afge studeerden der M.T.S. en het Ned binnen de belangensfeer van de jeugdbeweging zag liggen, bepleitte spr. een mentaliteitsvorming, die al gemeen zou zijn, zonder een te scher pe specialisatie naar een richting, zonder voldoende inzicht naar het geheel. Gezinspolitiek. In de afgelopen jaren heeft de Ka tholieke Jeugdbeweging zich toege legd op de gezonde gezinspolitiek, die niet bestaat in het vormen van steeds meer clubs en clubjes, die de leden van het belang van een goed gezin moeten overtuigen, maar die erop gericht was en is om de oude, ver trouwde normen in het gezin weer ingang te doen vinden. Zoals de toestand op het ogenblik is, meende spr. de woorden van Paus Pius XII bewaarheid te zien, die eens gesproken heeft over „de ketterij van Je actie" en spr. onderstreepte deze woorden, dooi te wijzen op het feit, dat nu reeds problemen geschapen zijn over de organisatie van de orga nisaties onderling. Capucijnen 50 jaar werkzaam op Borneo Het gouden jubileum van de mis sionering der paters Capucijnen op Borneo zal Woensdag 30 November te Tilburg gevierd worden. Die dag zal de apostolisch vicaris van Pon- tianak. mgr. Tarcisius van Valenberg, in de kerk der paters Capucijnen te Tilburg om 10 uur een Pontificale H. Mis opdragen. Om 12 uur zullen op een herdenkingsbijeenkomst o.a. het woord voeren de heer P. A. Ker- stens, oud-lid van de Volksraad van Nederlands-Indië, de heer Kweedje- hoo, zaakgelastigde van de republiek Indonesia bij de Nederlandse rege ring. Toekomstplannen. Aan het slot van zijn betoog om- streef dr. Conelissen het program voor de naaste toekomst van de Ka tholieke Jeugd Beweging als volgt: „Ruimte scheppen voor de jongens tot een eigen spel en leven, buigza me gerichtheid op het gezin tezamen met de school, leidersopleiding en ontvankelijkheid voor ieder initiatief, samenwerking waar mogelijk, eerbie diging van zorg voor iedere maat schappelijke groepering en erkenning van het leven als een verantwoord avontuur langs vele verschillende wegen naar hetzelfde doel". Premie voor sparende jeugd In zijn Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer deelt de minister voor de P.B.O. mede, dat de overheid het sparen voor de jeugd gaat bevor deren door het toekennen van een premie. Gedacht wordt aan de jeugd tussen de 16 en 24 jaar. Zij zal uit haar inkomen geld kunnen storten op rekeningen, die daarvoor speciaal zullen worden geopend. De overheid zal op het gestorte bedrag een toeslag geven. Dit deelt minister De Bruijn (P.B.O.) aan de Tweede Kamer mede. Minister De Bruijn ziet in deze re geling een doelbewuste stap op de weg naar een bezitsvormings-beleid. Wanneer alle betrokkenen meedoen, beloopt hef premier-offer nog geen 10 millioen gulden. Binnenkort zal bij ae Tweede Kamer een wetsontwerp worden ingediend, dat de bedoeling heeft sociale verzekeringspremies vereveningsheffing en loonbelasting ever werkgeversbijdragen voor de be zitsvorming van werknemers, vrij te stellen. Mevr. d'Ailly draaide het kraantje open Omstreeks elf uur Zaterdagochtend heeft de echtgenote van Amsterdams burgemeester, mevr. mr. A. W. Ch. d'Ailly-Frltz, in tegenwoordigheid van talrijke binnen, en buitenlandse gasten op de werf West van de Ne derlandse Dok en Scheepsbouw Maat schappij te Amsterdam de enorme ci linder-afsluiters bediend en het vier de N.D.S.M.-droogdok geopend, het grootste ooit in Nederland gebouwd. Hierdoor kon het water van het IJ toen vrijelijk binnenstromen in de enorme kuip van het nieuw gegra ven dok, dat 245 meter lang. 40 meter breed tussen de dokwanden is en een waterdiepte heeft van ruim 8 meter boven de kielblokken. En terwijl het gezelschap in de 2 compartimenten van de 40 meter lan ge pompkamer, tussen de centrifu gaal-, lens- en algemene pompen een kopje koffie gebruikte, stroomde een deel van de ruim 100.000 m3 water, die de kuip kan bevatten, het dok binnen in de hiervoor berekende tijd van slechts 52 minuten. Eerste klant. Onder het geloei van de werfsire- nes en het geluid van de stoomfluiten der boten haalde mevrouw d'Ailly precies om 12 uur een handle over, de 250 ton zware en ruim 36 meter brede dokdeur de grootste ter we reld klapte op en met gejuich werd het eerste schip, dat gedokt zal wor den, binnengehaald; het 31.000 ton metende tankschip,,Vasum" voer door een lint en vond met behulp van een sleepboot een plaats op de 250 kiel blokken, die elk een hoogte hebben van 1.45 meter. Hierna klapte de dokdeur dicht en konden de enorme centrifigaalpom- pen met het leegpompen van het dok beginnen. Eenzaam lag het grote tankschip in de langzaam leeglopende kuip, slechts geflankeerd door enkele, tientallen meters hoge kranen. Begroting 1956 Zuid Holland In het verslag van de commissie van rapporteur uit de Provinciale Staten van Zuid Holland n.a.v. de be groting 1956 voelen zeer vele leden behoefte uiting te geven aan liun grote erkentelijkheid voor de wijze, waarop de afgetreden commissaris der koninging in de provincie Zuid- Holland, mr L. A. Kesper, zijn ambt heeft vervuld. Verscheidene leden wezen er op, dat uit de gang van zaken blijkt, dat twee zittingen van de staten per jaar te weinig is. Herhaaldelijk treedt tijdnood op bij de behande ling van voordrachten. Vele leden waren van oordeel, dat Gedeputeerde Staten er terecht op wijzen, dat de begroting voor 1956, wat de gewone dienst betreft, een gunstiger beeld oplevert dan die voor 1955, zulks mede door enkele facto ren van bijzondere aard. Anderzijds mag, volgens de aan het woord zijnde leden, niet uit het oog worden verloren, dat de dek kingsmiddelen van algemene aard blijven stijgen. Zij zullen over 1956 naar de raming niet minder dan rond 790.000.hoger zijn dan in 1955 en dat de uitkering uit 's rijks kas ten behoeve van de wegen rond 500.000.hoger dan in 1955 kan worden geraamd. Dat de begroting voor 1956 sluit zonder een tekort op de gewone dienst mag dan ook worden beschouwd als een blijk van een gezonde toestand in de provin ciale financiën. Gelet op de stijging van de kosten van het onderhoud en de aanleg van de wegen en op het steeds zwaar der worden van de financiële druk, welke de verpleging van geesteszie ken op de provinicie legt, deelden de genoemde leden echter ten volle de mening van Gedeputeerde Staten, dat een gezonde toestand van de provinciale financiën alleen dan kan blijven bestaan, indien op korte ter mijn maatregelen worden genomen, welke de op de provincie drukkende lasten in deze twee opzichten ver lichten. Reeds nu wilden de aan het woord zijnde leden er op wijzen, dat een versterking van de inkomsten der provincie met ongeveer 2.000.000 per jaar uit hoofde van een veran derde regeling met betrekking tot Voorzitter Kampschör opnieuw onderscheiden IVE BONDSJAARVERGADERING yan .de L.T.B. is gistermorgen geopend met een rede van de voorz., de heer G. W. Kampschoër, die be gon met het memoreren van het 40- jarig bestaansfeest, dat deze zomer werd gevierd. Wij hebben onlangs kunnen verne men aldus spreker, dat de Paus tot een herziening heeft besloten van de Bisdommelijke indeling in ons Va derland. De consequentie hiervan zal o.m. zijn, dat in de toekomst Noord en Zuid-Holland afzonderlijke Bis dommen zullen gaan worden, terwijl het eiland Zuid-Beveland zal gaan behoren tot het Bisdom Breda. Het is in hoge mate waarschijnlijk te achten, dat in verband hiermede de belangen van onze Zeeuwse vrien den aan onze Zusterorganisatie de N.C.B. zullen worden toevertrouwd, waartegenover staat, dat enkele af delingen, die tot nu toe behoorden tot het arbeidsveld van de A.B.T.B., vermoedelijk onder onze hoede zul len komen. Van vele zijden stelt men zich de vraag of de splitsing van de beide Hollanden in twee Bisdommen ook een splitsing van onze organisa tie tot gevolg zal gaan hebben. Ik zou in dit verband willen wijzen op de situatie in Noord-Brabant waar de N.C.B. reeds sedert jaren zijn werkzaamheden over het terrein van twee Bisdommen uitstrekt. Hieruit blijkt wel dat een splitsing in meer dere Bisdommen niet tevens een daarmede corresponderende verde ling van het werkgebied van een maatschappelijke organisatie tot ge volg behoeft te hebben. Contributie. Zoals U uit de begroting voor het jaar 1956 zult hebben geconstateerd Instituut van Middelbare en Hogere I is deze alleen sluitend te maken door technici zitting hebben. de ontvangsten op te voeren door middel van een beperkte contribu tie-verhoging. Wij stonden voor de vraag om of wel de uitgaven af te remmen en in verband daarmede onze activiteiten te verminderen, dan wel door ver hoging van de contributie onze werk zaamheden te bestendigen en zelfs, waar nodig, op te voeren. Zowel uw hoofdbestuur als bondsraad zijn na ampele overweging tot de conclusie gekomen, dat de activiteiten niet mogen worden veslapt en wij menen dan ook te voldoen aan de uitgespro ken wens van uw vergadering bij de huidige opzet van ons financieel be leid. Het hoofdbestuur heeft een plan ontworpen om in het komende jaar in alle kringen te geraken tot de vorming van een kern die een krach tige organisatorische binding heeft met het kringbestuur en die naast de persoonlijke vorming van zijn leden zal moeten worden beschouwd als de motor voor de activiteit van de Kring. Een nieuwe Dienst is op komst die in het bijzonder de agrarisch-sociale voorlichting vanuit onze standsorga nisatie zal gaan verzorgen. In het kader van de steeds stij gende bedrijfsonkosten en de veelal gelijkblijvende of zelfs dalende prijs- tendenzen, die voor de agarische producten vallen waar te nemen, onderstrepen de noodzaak dat de in dividuele ondernemer zich terdege rekenschap gaat geven van de kos tenfactoren in zijn bedrijf. Het is mede hierom dat wij in nauwe sa- meenwerking met het Boekhoudbu- reau het bedrijfseconomisch onder zoek ter hand willen gaan nemen en het bijhouden van een bedrijfseco nomische boekhouding naast een fis cale willen gaan bevorderen. De Kring Leiden is reeds gestart met een proef op bescheiden schaal, die bij gebleken succes ook in andere gebie den zal worden opgezet. Lasten toegenomen. Wederom zijn de lasten in het be drijfsleven toegenomen, mede ook door verhoging der lonen, terwijl in verschillende sectoren van het agra risch bedrijfsleven geen evenredige verhoging van de pry zen daar tegen over heeft gestaan. Deze loonkosten, hebben dus hun stempel gedrukt op de uitkomsten van het bedrijf. En dan denk ik direct aan de bijzonder grote moeilijkheden die zich 'bij de veehouders voordoen. De omstandig heden in het veehouderijbedrijf, en. ik heb daaihy speciaal de consump tiemelkers op het oog, worden steeds ongunstiger. Het is in vele gevallen zo, dat zowel de boer als zijn vrouw zijn aangewezen om op Zaterdag middag ea des Zondags alleen de koeien te melken en te verzorgen. Dat dan niettemin veelal genoegen moet worden genomen met een ka rig gezinsinkomen is een toestand die ons veel zorgen baart, en waarop wij bij voortduring zullen blijven wijzen. Vooral de grote voedselvoorraden die in de graanproducerende landen liggen opgeslagen en de gunstige oogstresultaten aldaar in het afgelo pen jaar betekenen een blijvende be dreiging van het prijspeil op de agrarische wereldmarkt. Ook al wor den deze voorraden niet ten koste van iedere prijs gespuid dan nog oefenen zij een sterk prijsdrukkende werking uit. Meer dan ooit is nu een rèëel gerantiebeleid van de Lands- overheid gewenst in die sectoren die niet alleen in het verleden grote of fers hebben gebracht maar vandaag nog een uiterst belangrijke bijdrage leveren voor de goede gang van za ken in onze nationale economie. Cultuurgrond. Het tekort en het verlies aan cul tuurgrond noopt ons ook met klem te blijven vragen om die gebieden, TEGEN MAAG- EN DARMSTOORNISSEN (Advertentie) die nog, ook in onze Provincies, voor de uitoefening van de bodemcultuur geschikt kunnen worden gemaakt, daarvoor ook te bestemmen, en dat bij voorkeur aan de gedupeerde agrariërs compensatie in grond gaat worden aangeboden. Wij zijn ons er van bewust dat ook dan lang niet alle slachtoffers zullen kunnen wor den geholpen en het is daarom dat ik thans met grote voldoening mag constateren dat het verlangen, het welk op onze vorige Bondsjaarverga- .dering zo krachtig werd onderstreept, om te geraken tot een billiyke 6cha-, deloosstelling, ook voor alle pach ters, bij de regering gehoor heeft mo gen vinden. Reeds vele jaren hebben wij in woord en geschrift de leden erop ge wezen dat zij zich hebbén te bezin nen op de toekomst van hun kinde ren. Wij menen echter dat onze ver antwoordelijkheid in deze nog ver der reikt en dat wij meer concreet dan tot nu toe dit werk zullen moe ten aanpakken. In opdracht van het hoofdbestuur onderzoekt momenteel een commissie onder voorzitterschap van onze Bondsadviseur wat wij in deze alleen of in samenwerking met anderen moeten en kunnen doen. Daarnaast is natuurlijk de vorming en voorlichting van die jongeren, die zich in de toekomst hier te lande nog een agrarisch bedrijf hopen te verwerven, een" zaak die ons allen ter harte moet gaan. Zowel voor het vak als voor het leven moeten zij worden geschoold en het is daarom gaarne dat wij het schone werk dat de L.T.J. verricht, niet alleen finan- ciëel maar ook in andere opzichten willen steunen. Ook de vorming van onze boeren- en tuindersdöchters tot goede huis moeders en flinke vrouwen in de maatschappij achten wij van zodani ge betekenis dat wij onze steun daar aan niet mogen onthouden. Aan het slot van zijn rede zei de voorzitter: Met klem zou ik nog eens alle leden van de L.T.B. willen toe roepen om toch te beseffen van hoe grote waarde onze Instellingen zijn, zowel voor de leden individueel als voor onze organisatie in haar geheel en ik zou hen in hun eigen belang willèn aanraden om tot deze Instel lingen toe te treden. de geesteszieken, uiteraard de vraag aan de orde zal stellen van de mo gelijkheid om te komen tot de vóór enkele jaren reeds zo bepleite ver laging van de opcenten op de grond belasting. Dezelfde leden stemden in met de post van 12.000.000.op de kapi- taaldienst voor de verdere uitvoe ring van het wegenplan. De snelle toeneming van het verkeer dringt tot bespoediging van deze uitvoering. Enkele leden vroegen nog, of Ge deputeerde Staten hun taak ten aan zien van de woningbouw uitsluitend zien in de verdeling van het provin ciale bouwcontingent. Zij vroegen voorts of Gedeputeerde Staten heb ben kennis genomen van de uit-, spraak van de vergadering van het Nederlands Instituut voor Volkshuis vesting en Stedebouw, dat de ach terstand bij het bouwen vooral het gevolg is van de chaos in de orga nisatie. Gevraagd werd ook of de provincie niet kan overgaan tot de oprichting van een Provinciaal Bouwbedrijf. Tenslotte vroegen deze leden of Gedeputeerde Staten niet het initiatief willen nemen tot het oprichten van de Provinciale Ad viesraad voor de woningbouw, ten einde aldus een snellere en betere woningbouw te bevorderen. Dr. Schouten Ik wil op tijd vertrekken „Een geestelijk vrije beslissing om heen te gaan als Kamerlid, op een tijdstip, dat er nog vele vrienden zijn, die zeggen: „Jammer dat hij weg gaat", acht ik het beste. Te velen blij ven, terwijl hun tijd om heen te gaan reeds lang voorbij is. Ik wil op tijd vertrekken. Denk echter niet, dat het mij gemakkelijk valt, of dat het bui ten mijn hart omgaat. Gelet op mijn leeftijd en op de wyze, waarop het werk als Kamerlid en fractievoorzitter moet worden ge daan, ben ik tot het inzicht gekomen, dat ik geen nieuwe candidatuur meer moest aanvaarden. Dat kan misschien moeilijkheden met zich meebrengen, maar daar moet men dan maar door heen rennen en niet kruipen. Over twee of vier jaar zouden die moei lijkheden er dan toch ook zijn". Dit zei dr. J. Schouten Zaterdag middag op de vergadering van het partijconvent te Utrecht, in het Ge bouw voor Kunsten en Wetenschap pen, naar aanleiding van een door de voorzitter, mr. A. B. Roosjen, ge maakte opmerking, dat er in den lan de velen zijn, die de vraag stellen of het Centraal Comité wel al]es heeft gedaan om -dr. Schouten als Kamer lid te behouden. ONEERLIJKE BEDRIJFSLEIDER. De recherche van de gemeente politie te Bergen op Zoom heeft aan gehouden een bedrijfsleider, verdacht van verduistering van een hoeveel heid kleding. Hij had in enkele maan den tijd 75 vesten verduisterd en deze verkocht aan een Haarlemmer, die de vesten tegen een zacht prijsje kocht, wetende dat ze van diefstal afkomstig waren. Ook de Haarlemse heler is in arrest gesteld. Schermpje te buiten In het grijze verleden van voor de oorlog heeft Lou Bandy met zijn lollige „levensliedjes" een gedeelte van het Nederlandse volk op het gemoed gewerkt, maar momenteel schijnt hij nog slechts op iemands zenuwen te kunnen werken. Zaterdag had de televisielei ding hem een plaatsje gegeven in een van haar programma's, maar Lou Bandy meende, dat de televisie gemaakt was om zyn zaak, die frieer winst dan „le venskunst" schijnt op te bren gen, onder de publieke aandacht te brengen. Toen tenslotte hij ongeveer alle reglementen, die aan een te levisie-artiest gesteld worden, overtreden had, vond de regis seur het welletjes en heeft hij Lou Bandy voor alle kijkers dui delijk zichtbaar op zijn plaats gezet. Mr. Moto 7) Het kwam Wilson voor, dat de oudere man zich moest inspannen om een zekere ergernis te vèrbergen, maar het kort geknipte grijze snor retje verried duidelijk ergernis. Hij scheen te denken: „Ik ben een ge wichtig man en bekleed een gewich tige positie. Je had geen recht hier heen te komen zonder me vooruit te waarschuwen. Dit brengt me geheel in de war". Het was deze ergernis, die Wilson voornamelijk opviel, vermengd met verrassing, maar misschien was dit niet alles. ,Het verheugt mij natuurlijk zeer u te zien", zei mr. Wilkie. „Een hele verrassing. Hoe maken uw vader en uw oom het? U lijkt op hen, mijnheer Hitchings. Als ik geweten had dat u kwam had u bij mij kunnen loge ren, natuurlijk. U neemt me toch niet kwalijk, dat ik u niet uitnodig, wel? Ik begryp niel^ waarom niwnand me bericht heeft gezonden". „Ze vonden het niet nodig", ver zekerde Wilson minzaam en zag, hoe mr. Wilkie de wenkbrauwen fronste. „Mijn oom heeft mij verzocht, u deze brief ter hand te stellen. Hij zei, dat die alles verklaarde". Mijnheer Wilkie las de brief aan dachtig, terwijl Wilson zat toe te kij ken. Bij het lezen kneep mr. Wilkie de lippen opeen, als om een uitroep te smoren en Wilson hoorde, hoe hij de adem inhield. Toen keek Wilkie hem onderzoekend aan en glimlachte. „Zij maken zich dus nog steeds zor gen over de plantage van die arme Eva", zei hij. „Het grieft mij, dat men mij voor een zo onbekwame onder handelaar houdt dat er een jongere man gezonden wordt; maar het is misschien de beste oplossing. Ik zal het met vreugde aan u overdragen, mynheer Hitchings". ,Jk weet zeker, dat niemand u wilde kwetsen", zei Wilson en dacht tegelijkertijd, dat Wilkie geen open blik had. Zijn intuïtie waarschuwde hem. Het was net als het gevoel van zijn oom, dat er iets haperde. „Ik heb er zelf niet om gevraagd. De gehele zaak is nieuw voor me". „Ja, dat zal wel", antwoordde Wil kie. „Ik wil de kwestie met genoegen met u bespreken. Ik ben hier om u in alle opzichten van dienst te zijn. U wilt zeker vanmiddag met Eva spre ken". Hij liet er op volgen: „tegen dat u terugkeert, zult u haar hebben leren kennen". „Ik vermoed het wel", zei Wilson langzaam. „Ik weet het zeker", zei Wilkie met dezelfde flauwe glimlach. Wilson zat roerloos, want de erva ring had hem geleerd dat dit bij een dergelijk onderhoud het beste was en hij sloeg Wilkie aandachtig gade. „Ik geloof, dat ik eerst wel eens de Plantage zou willen bekijken", zei hij; „die is toch vermoedelijk van avond geopend? Kunt u mij niet een toegangskaart bezorgen? Ik zou er het liefst heengaan zonder dat iemand weet, wie ik ben". Wilkie glimlachte weer en zijn glimlach was beleefd doch niet aan moedigend. „Een kaart is al heel gemakkelijk te krijgen, mijnheer Wilson, maar ik vrees, dat Eva precies zal weten, wie u bent!" „Hoezo?", vroeg Wilson, „als u het haar niet vertelt?" „Ze behoeft u maar aan te kijken. U bent het evenbeeld van haar vader, toen hij pas op het eiland kwam. Iedereen kan zien dat u een Hitchings bent". „Dank u voor het compliment", zei Wilson en hield zijn blik strak en verwarrend op Wilkie gericht. „Mijn heer Wilkie. Van het eerste ogenblik af ben ik me een zekere terughouding uwerzijds bewust. Dat verwondert my. Uw houding is niet geheel vriend schappelijk. Het lijkt me beter als u me vertelt waarom". Wilkie's gezicht werd rood en een ogenblik keek hij bijna Verschrikt. „U bent nogal openhartig, niet?", vroeg hij; „het is volstrekt niet mijn bedoeling, u te beledigen". „Ik heb niet gezegd, dat u me be ledigde. Ik zei, dat uw houding wat vijandig was en ik vroeg naar de reden. Dat lijkt mij toch een billijke vraag. We staan beiden in dienst van de firma Hitchings, mijnheer Wilkie". Wilkie's gezicht werd nog roder. „Jullie Hitdiings denkt, geloof ik, dat de gehele wereld van jullie is". Zijn toorn verwonderde WiLson, maar hij wist nu wat hij weten wilde dat Wilkie niet van de familie hield. Wilkie's toorn deed hem nog kalmer worden. „Niet de gehele wereld, mijnheer Wilkie", zei hij, „maar wel de aan delen van de Gebr. Hitchings. U kunt mij derhalve niet kwalijk nemen, dat ik enigszins verbaasd ben". Wilkie haalde d» schouders op. „Ik woon hier al dertig jaar en Ned Hitchings was een van mijn beste vrienden. Ik ken Eva Hitchings van kind af; iedereen kent haar hier en iedereen weet hoe zijn familie gehandeld heeft toen Ned Hitchings zijn geld verloor. Hij was een beste kerel iedereen hield van Ned; en voor deze woorden moogt u me ont slaan als u dat wilt". Wilson Hitchings stond op. „Als u my dit dadelijk gezegd had, zou ik niet zoveel van uw tijd in be slag hebben genomen. U hebt recht op uw eigen inzichten, mijnheer Wil kie. Maar onder die omstandigheden is het beter, als ik de zaak zelf regel". Wilkie stond op en zijn houding was geheel veranderd. „Dat is billijk van u", zei hij. „Dank u", 'zei Wilson, „ik hoop, dat u ons nooit onbillijk hebt gevon den. Ik ben ook van plan, tegenover Eva Hitchings billijk te zijn. Dat kunt u haar zeggen, als u haar spreekt". Wilkie schraapte zijn keel. „U moet nog één ding weten. Ned Hitchings was hier algemeen bemind. U zult ondervinden, dat iedereen hier zijn partij trekt en die van zijn doch ter en iedereen bezoekt Hitchings Plantation, al was het alleen maar omdat iedereen vindt, dat uw familie haar onbillijk behandeld heeft. Eva zal de Plantage niet sluiten, omdat de Hitchings het haar vragen". „Zo", zei Wilson, „denkt u er ver der maar niet over, mijnheer Wilkie en ik zal -er niet verder over spre ken". Wilkie keek hem ondezoekend aan. „Ik geloof, dat ze een schrander man hierheen hebben gezonden". „Dat moet u niet zeggen, mijnheer Wilkie", antwoordde Wilson. „Ik zeg alleen wat ik denk". „Wacht even!", zei Wilkie. „Gaat u nog niet weg. Wilt u niet met me lunchen op de club?" Wilson schudde het hoofd. „Neen", antwoordde hij. „Maar ik vind het heel vriendelijk van u. Ik zal me maar aan de kant van mijn familie houden .Ik regel dit wel zon der u weer lastig te vallen. Goeden dag, mijnheer Wilkie". (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1955 | | pagina 5