MANUS WILLEMSEN,
van de muzie
H. VADER OVER DE EISEN
VOOR EEN IDEALE FILM
MENSEN VAN DE K.R.O.
De kunst is moeilijk,
de critiek gemakkelijk
Geen bezwaar tegen
godsdienstig onderwerp
nu 1 SPSS COURANT
Er is een tijd geweest, dat een schoolhoofd te Utrecht piekerde over een
moeilijkheid. Een van de klassen van zijn te goeder naam bekend staande
school was, in tegenstelling met de andere klassen, nogal onrustig, om niet
te zeggen rumoerig. Er werd in die klas veel gelachen en blijkbaar leefde
men er naar de regel van Hieronymus van Alphen: „Mijn spelen is leren
en mijn Ieren is spelen'Nu was dit schoolhoofd geen bewonderaar van
Van Alphen en hij ergerde zich aan het gebrek aan ernst in de klas. Hij
zocht tevergeefs naar de humoristische details van de aardrijkskunde, het
rekenen en de geschiedenis des vaderlands. Kon het zijn dat de jonge
meester Willemsen geen orde kon houden en dat de klas een loopje met
hem nam9 Het schoolhoofd had al eens door het ruitje naar binnen ge
gluurd maar hij had geen wanhopige onderwijzer gezien, die op het punt
stond het bijltje erbij neer te leggen. Integendeel, de onderwijzer zat ge
animeerd op een bank en lachte even hartelijk als zijn leerlingen. Het
bleek, dat meester Willemsen zelf de aanstichter en bevorderaar van de
gulle lach was. Meester Willemsen, zich de saaie schooluren uit zijn eigen
jeugd herinnerend bracht een nieuwe methode in praktijk, de methode
van de vrolijkheid en van de zelfwerkzaamheid op het terrein van de pret.
Hij animeerde de jeugd en deed zelf volop mee.
DAT GING ER VLOT IN.
Dat was een methode, die er bij de
leerlingen vlot inging, maar die door
de onderwijsautoriteiten niet alge
meen gewaardeerd zou worden. Het
schoolohofd althans was er geen
schoolhoofd althans was er geen
wist dit de jonge onderwijzer in
vriendelijke bewoordingen duideiijk
te maken. Maar deze wilde van geen
ander systeem weten en het resul
taat van dit verschil in inzicht was,
dat meester Willemsen geheel vrij
willig het onderwijs verliet, om, als
Manus Willemsen, zijn geluk op een
ander terrein te beproeven. Nu is het
niet gemakkelijk te voorspellen op
welk terrein iemands geluk zal lig
gen.
En zo kon het gebeuren dat Manus
Willemsen achtereenvolgens het
Vreemdelingenverkeer in Utrecht
trachtte te bevorderen, de admini
stratie van het Electriciteitsbedrijf in
goede banen probeerde te leiden en
een Utrechts Ziekenfonds hoopte te
gerieven door stempeltjes te druk
ken op de kwitantiekaarten, die de
Stichte huisvrouwen hem bij zijn
wekelijkse bezoeken aanboden.
Maar al die bezigheden schonken
Manus Willemsen geen voldoening
en daarom besloot hij de ingeving
van zijn hart te volgen en zich te
laten inschrijven als leerling van het
Utrechtse Conservatorium, waar
Hendrik Andriessen de scepter
zwaaide. En zo begon dan Manus
Willemsen, muzikaal in hart en nie
ren en gezegend met een mooie ba
riton, zang te studeren bij Berthe Se-1
roen, Corry Bijster en Henriëtte van
der Brink en piano en theorie bij
Hendrik Andriessen, dr. Daniskas en
Millie Bouman.
Daar op het conservatorium voelde
Manus Willemsen zich als een visje
in het water. De studie boeide hem.
Hij werkte zó hard en bereikte zulke
goede resultaten, dat hij niet na vijf
jaar maar reeds na drie jaar met het
behaalde diploma het conservatorium
kon verlaten. Het diploma opende
opnieuw voor hem de weg- naar het
onderwijs, al was het dan 'n ander
onderwijs dan hij voordien had ge
geven. Manus Willemsen werd name
lijk leraar aan de muziekschool te
Utrecht en hij bleef dat tot de radio
begon te lokken. Toen stapte hij op
een goede dag de studio binnen als
assistent van Hélène Nolthenius,
hoofd van de afdeling buziek van de
K.R.O. Die assistentie heeft niet lang
geduurd. Hélèr.e Nolthenius kon na
verloop van tijd de functie niet meer
waarnemen en toen volgde de aan
stelling van Manus Willemsen tot
hoofd van de afdeling Muziek van de
grip en waardering kan hebben
voor wat de K.R.O. aan goede mu
ziek biedt, weet ook dat de benoe
ming van Manus Willemsen een ver
standige daad is geweest. De K R.O.
heeft door het uitzenden van klas
sieke en moderne werken, door het
brengen van noviteiten, door het op
dracht geven aan Nederlandse com
ponisten en ook door het pousseren
van jonge uitvoerend kunstenaars
de ware muziekliefhebbers aan zich
verplicht De lof, die de K.R.O. hier
voor verdient, mag men grotendeels
toezwaaien aan Manus Willemsen.
wiens kennis, smaak en inzicht aan
zienlijk hebben bijgedragen tot de
verhoging van het peil der muziek
programma's.
De belangen van de kunstenaar.
Wanneer men met Manus Willem
sen spreekt over zijn werk, consta
teert men dat het hoofd van de afd.
Muziek een juiste opvatting heeft
van zijn taak. Hij zoekt niet zichzelf,
doch richt zijn interesse geheel od de
muziek, waarbij hij steeds een open
oog heeft voor de belangen van de
kunstenaar. Dat blijkt wel wanneer
hij zegt: „Ik vind het werk bij de ra
dio interessant en prettig, juist om
dat mijn functie de gelegenheid biedt
iets te doen voor de artisten en spe
ciaal voor de jongeren. Want de jonge
arstisten hebben het moeilijk, omdat
de weg naar het podium min of meer
geblokkeerd is. De grote orkesten
moeten willen zij althans publiek
trekken met beroemdheden wer
ken. Men kan dit natuurlijk betreu
ren, maar tenslotte kan men de be
sturen er niet hard over vallen Het
bestaan van het gehele orkest is im
mers afhankelijk van de publieke be
langstelling. Daarom kan een be
stuur geen grote risico's aanvaarden
en moet het wel zijn toevlucht ne
men tot grote buitenlandse solisten,
die publiek trekken. Met de radio is
dat anders. Daar kan men experi
menteren en daar kan men jonge so
listen een kans geven zonder finan
ciële risico's te lopen. Voor de ra
dio geldt alleen het artistieke ri
sico".
Zoek ze op.
Manus Willemsen laat het niet bij
mooie woorden en goede bedoelingen.
Hij heeft ook daden gesteld. Hij
wacht niet af tot jonge artisten zich
komen melden. Vragen zij zelf om
een kans dan geeft hij ze graag een
auditie. Maar Manus Willemsen geeft
er de voorkeur aan zelf te speuren
naar talent. Daarom bezoekt hij re
gelmatig jongerenconcerten, mu
seumconcerten en ook huisconcerten.
En al menigmaal heeft hij daar ver
rassende ontdekkingen gedaan. He
laas is er nog geen samenwerking
met conservatorium-directeuren. En
toch zou die samenwerking van groot
belang kunnen zijn, juist omdat men
op het conservatorium de mogelijkhe
den van de jonge kunstenaars zo zui
ver kan beoordelen. Bovendien zou
men zich kunnen afvragen of 't niet
op de weg ligt van de conservatorium
directeur, de leerling, die hij heeft
gevormd, ook in het zadel te helpen.
En dat zou hij kunnen door de jonge
talenten in de aandacht van de ver
antwoordelijke muzikale leiders van
de radio aan te bevelen. Intussen
heeft Manus Willemsen al veel voor
de jongeren kunnen doen. Uit een
initiatief, door hem genomen, is na
melijk een samenwerking gegroeid
tussen K.R.O., Nederlandse Impressa-
riaat en buitenlandse omroepen. En
daaruit is een uitwisseling ontstaan
met radio en andere instellingen in
Duitsland, Italië, Zweden, Engeland,
Frankrijk, Zwitserland en België
Zo'n uitwisseling is natuurlijk van
grote betekenis omdat de jonge mu
sici direct een kans krijgen in het
buitenland. En tegen een buiten
lands debuut zullen zij in het alge
meen niet hoeven op te zien.
Want er is voortreffelijk jong stern-
materiaal in Nederland. Julius Pat-
zak, de befaamde zanger, die verle
den jaar met Manus Willemsen deel
uitmaakte van de jury in Den Bosch,
was verbaasd toen hij de verschil
lende zangers en zangeressen hoorde
en hij gaf tegenover Manus Willem
sen uiting aan die verbazing door te
zeggen: dat hij nooit had geweten,
dat Nederland zoveel kostbaar jong
materiaal bezit. Volgens Patzak heeft
Nederland een belangrijke voor
sprong op Wenen, waar men niet op
zo'n groot aantal veelbelovende zan
gers en zangeressen kan bogen, 't Zou
goed zijn wanneer men in ons land
van dit oordeel goede nota zou ne
men.
Ongerechtvaardigde critiek.
Men is hier namelijk tot al te
strenge critiek geneigd zodra het
gaat' om de verrichtingen van land
genoten en 't is zeker dat men veel
milder is in zijn oordeel zodra het
buitenlanders betreft. Die neiging tot
kleinering van dingen van eigen
bodem komt trouwens duidelijk tot
uiting in de critiek op de Nederland
se radio.
Manus Willemsen is er de man niet
naar om critiek te vrezen. Hij is ook
geen tegenstander van critiek. Inte
gendeel. Maar hij wenst een gefun
deerde, opbouwende critiek door
mensen, die in de materie thuis zijn,
die dus iets afweten van mogelijk
heden en moeilijkheden en die niet
de onzinnige eis stellen dat totaal
geen rekening wordt gehouden met
de smaak van het publiek want men
kan dit publiek niet negeren. Dat
doet geen enkele instelling. Nu is het
natuurlijk niet zo dat bij de radio
de klant koning moet zijn. De radio
heeft wel degelijk een opvoendende
taak. Maar zij is niet alleen een in
stelling tot het verbreiden van kunst
en schoonheid, zij is ook een middel
tot ontspanning en verstrooiing. Men
kan dus niet dé wensen van de luis
teraars volkomen negeren en de men
sen voortdurend datgene opdringen
waaraan zij kennelijk niet steeds
behoefte hebben. In de radio moet
iedereen iets van zijn gading kunnen
vinden. Dat vergeten de strenge cri
tici maar al te vaak. De radio-om
roep heeft een andere taak dan het
Concertgebouworkest of een kunst
kring, een veel moeilijker taak, om
dat deze niet op één punt gericht kan
zijn. Men moet, zo zegt Manus Wil
lemsen, enigszins toegeven aan de
smaak van het publiek, maar daar
bij toch opvoedend werken. Alleen
moet dit niet opzichtig gebeuren. De
radio mag geen schooltje zijn, om
dat de luisteraar, die vrijwillig en
voor zijn genoegen luistert, niet als
een schoolkind beschouwd wil wor
den. Merkt hij dat men bezig is hem
op te voeden, dan wordt hij kop
schuw gemaakt, dan bedankt hij voor
de eer en luistert niet. En wat komt
er dan terecht van de opvoedende
taak? Wil de radio iets bereiken dan
moet er dus met mate worden tege
moetgekomen aan de wensen van het
publiek.
Wat wil men horen!
Welke zijn die wensen, zal men
zich afvragen. Wel de wensen rich
ten zich op de eerste plaats op de
lichte of amsumentsmuziek. Dat is
het wat het grootste percentage van
de luisteraars vraagt. Daarna komen
opera en operette. Dan volgt de po
pulaire klassieke symphoniemuziek
zoals de „Kleine Nachtmusik" van
Mozart en daarna pas de klassieke
symphonische muziek in het alge
meen. Op de laatste plaats komt de
kamermuziek, waar dus de minste
vraag naar is.
Waar moet nu bij dit alles de op
voeding beginnen, zal men zich af
vragen. Volgens Manus Willemsen is
dat heel eenvoudig. Men dient te
beginnen bij de jeugd en men moet
die jeugd leiden in de schoolradio en
de jeugd- en volksconecrten. Daar
kan de jonge luisteraar, door herha
lingen, de muziek leren kennen.
Daar kan hem begrip voor schoon
heid worden bijgebracht. Uit die
jeugd kan dus een degelijk luister
publiek worden gevormd. Wat hier
bereikt kan worden, blijkt duidelijk
uit de schoolradio. Want de school
radio, die is opgezet door de voor
treffelijke musicologe Hélène Nolthe
nius, heeft uitstekende resultaten ge
boekt. Uit de wedstrijden blijkt her
haaldelijk de parate kennis van de
scholieren. Zij herkennen composi
ties en ook de klank van verschillen
de instrumenten. Maar zij leren ook
goede muziek waarderen. Het meeste
trekt men de muziek-met-een-ver-
haaltje aan, muziek dus die zij her
kennen door de inhoud van het ver
haal. En verder spreekt ook de ro
mantische figuur van de componist
een woordje mee. Zangmuziek wordt
in het algemeen alleen maar „gek"
gevonden. Koorwerken kunnen nog
wel genade vinden, maar solisten
en vooral vrouwelijke solisten wek
ken vaak de lachlust van het jeugdige
publiek. Er wordt beweerd, dat de
huidige generatie, en daar bedoelt
men dan mee de jongeren van thans,
alleen maar belangstelling heeft
voor dansmuziek en zich niet bekom
mert om schoonheid. Manus Willem
sen heeft die bewering gelogenstraft
door zijn rubriek „Wie 't weet mag
't zeggen". Men kent die rubriek en
weet dus dat enkele jonge mensen
geen musici maar leken hun mu
zikale kennis moeten tonen door na
het spelen van een stuk de titel van
de compositie en de naam van de
MANUS WILLEMSEN
componist te noemen. De opgaven
waren vaak zeer moeilijk, maar de
jonge mensen blijven zelden het
antwoord schuldig. Composities van
Strawinsky, Richard Strauss, Proko-
foieff, Rimski Korsakow en Brahms
werden vlot herkend. Een tuinder
uit Sassenheim deed zelfs eenieder
verbaasd staan door zijn kennis.
Zulke resultaten zijn moedgevend.
Zij bewijzen dat de jongeren wel de
gelijk zin voor 't schone hebben en
niet afkerig zijn van goede concer
ten. 't Zijn ook zulke resultaten, die
't radiowerk voor de initiatiefnemer
prettig en interessant maken. Dat dit
werk de bariton Manus Willemsen
00 de achtergrond heeft gedrongen
deert het hoofd van de afd. Mu
ziek niet. „Er zijn zangrs genoeg"
zegt Manus Willemsen, „en ik kan
mezelf toch niet beoordelen. Ik zing
thuis en bij mijn vrienden en dat
geeft me genoeg voldoening. Verder
ben ik er voor de anderen
J. V.
Worsteling met kwaad kan beter begrip brengen
De H. Vader heeft vorige week Vrijdag in de Sala Benedictina van het
Vaticaanse paleis een groep van 1500 personen ontvangen, behorend tot
het congres van bioscoopdirecteuren uit vele landen o.a. uit Nederland en
België. Ook de filmverhuurkantoren waren vertegenwoordigd. Tijdens de
audiëntie heeft de H. Vader het woord gevoerd over de ideale film vooral
in verband met de invloed, die zij uitoefent op de toeschouwers. De rede
was een voortzetting van de toespraak, welke de H. Vader in Juni van dit
jaar over de ideale film heeft gehouden.
De Paus is er van overtuigd, dat de film een middel kan zijn tot verhef
fing van de mens en daarom doet hij een beroep op alle filmproducenten
om alles te doen wat in hun macht ligt, teneinde de film niet alleen te be
hoeden voor artistiek verval, maar ook tegen samengaan met het kwaad.
WAARHEID, GOEDHEID EN I weliswaar niets valt aan te merken,
SCHOONHEID. I maar die toch een schadelijke in-
vloed hebben, omdat zij de toeschou-
Ideaal zou men een film mogen wer een wereld vertonen, waarin de
noemen, wanneer zij zich op vol-J mensen leven alsof er geen God be-
maakte en harmonische manier aan
past bij de oorspronkelijke en wezen
lijke eisen van de mens, n.l. waar
heid, goedheid en schoonheid.
staat.
Anderzijds moet ook worden gere
kend dat niet ieder religieus gege
ven geschikt is voor verfilming, het
zij omdat het onmogelijk is het in
beeld te brengen, hetzij omdat het
in 6trijd is met de verschuldigde
lijkheid voornamelijk ontleent aan eerbied. Bovendien stelt een gods-
haar waarachtigheid. Juist onder dit dienstig motief bijzonder hoge eisen,
soort films zijn er enkele, die het
predacaat zouden verdienen, zowel
op het gebied van de natuurfilms, de
wetenschappelijke en de culturele
films.
Voor een speelfilm is het veel
moeilijker om deze perfectie te be
reiken. Deze immers, die het leven
van de mens, zijn hartstochten, am
bities en worstelingen in beeld trach
ten te brengen of er een verklaring
van zoeken te geven, bereiken zelden
de graad van ideaal.
Godsdienst op de film.
Zijne Heiligheid vroeg de bijzon
dere aandacht voor twee speciale
vraagstukken en wel ten eerste of
het geoorloofd is een godsdienstig
onderwerp voor een film te kiezen
en ten tweede of het toelaatbaar is
daarin het kwaad uit te beelden.
Wat het eerste punt betreft, zag de
Paus geen reden waarom een gods
dienstig gegeven niet verfilmd zou
mogen worden, temeer daar in dit
opzicht reeds goede resultaten be
reikt zijn. De H. Vader wil echter nog
verder gaan. Ook al is een onder
werp van een film niet godsdienstig,
toch behoort een ideale film nooit te
gen, dat het als onderdeel van het
geheel in een film een plaa's vindt.
Dit geldt evenzeer voor een toneel
stuk of een roman.
Gemeenschap en film.
Vervolgens besprak de H. Vader
de verhouding tussen de gemeen
schap en de film. Hij wees er op,
dat de ideale film veel goeds kan
stichten voor het gezin. Velen heb
ben geen oog meer voor de weldaden
van het gezin. Veel te veel films
drijven de spot met de waardigheid
van huwelijk en ouderschap.
Wat goedls zou er echter voor de
mens op aarde overblijven, als het
gezin ten gronde werd gericht en de
door de Schepper gewilde banden
werden verscheurd? Het is dus een
taak er toe bij te dragen, de mensen
de eerbied voor het gezin en het
vertrouwen daarin terug te geven.
Deze taak nu kan de film met vrucht
op zich nemen. Veel kan met een
voudige middelen worden bereikt en
op onopvallende wijze kan hier veel
goeds worden aangericht.
Iets dergelijks geldt voor de staat
en ook voor de Kerk.
Religieuse tact.
In tegenstelling tot gezin en staat,
is de Kerk niet van natuurlijke oor
sprong, maar een positieve stichting
van de Verlosser, die haar zijn waar
heid en genade in bewaring heeft ge
geven, opdat zij het mensdom licht
en sterkte zou geven. Deze verheven
realiteit is allerminst geschikt voer
artistieke uitbeelding, daar zij de
mogelijkheden van het menselijke
uitdrukkingsvermogen te boven gaat.
Doch in gebeurtenissen waarbij de
Kerk een grote rol speelt, dient dit
in de film met grote kennis van za
ken en waarachtigheid te geschieden
en vooral met religieuze tact. cp een
eenvoudige en passende wijze. Als
een speelfilm getrouw wil zijn aan
het ideaal, moet zij, waar het de
Kerk van Jezus Christus betreft, niet
alleen volmaakt, maar ook in kunst
zinnige vorm zijn en bij de toeschou
wers ook begrip en eerbied weten
op te wekken.
Bij de om redenen van historie of
realisme noodzakelijke uitbeelding
van gebreken van geestelijke perso-
van een film te maken, of, wanneer j nen, hetzij in hun karakter hetzij in
dit feitelijk niet zou worden goedge-1 het uitoefenen van hun ambt, moet
keurd dit toch te brengen op een op-1 op een voor de toeschouwers n;et
windende manier of voor te schote- mis te vers'ane wijze het verschil
len aan wie niet in staat is, hiertegen 1 tussen persoon en instelling, persoon
weerstand te bieden. en ambt, duidelijk worden gemaakt.
aangezien het maar al te gemakke
lijk in de gemaaktheid kan vallen en
volkomen het tegenovergestelde van
een godsdienstige indruk kan maken.
Een ander punt is, of in een ideale
speelfilm verschillende godsdiens:en
als het ware vergelijkend naast el
kaar geplaatst kunnen worden. Waar
dit wel gebeurt, dient steeds de voor
naamste zorg te zijn, alles te vermij
den, wat kwetsend zou kunnen zijn
of als een profanatie zou worden
verfoeid van hetgeen mensen heilig
is, zelfs al dwalen zij op dat gebied.
UITBEELDING VAN HET KWAAD.
Sprekend over het kwaad in de
film, zeide de H. Vader, dat het
uiteraard ontoelaatbaar is dit op
zichzelfstaand gegeven tot onderwerp
Is dit echter niet het geval, dan is Voor de katholiek zal de film ideaal
de worsteling met het kwaad of de zijn, als de Kerk wordt voorgesteld
overwinning er op zelfs een middel j als de Sancta Mater Ecclesia, waar
om beter begrip te kweken van het in hij vertrouwt, waarin hij gelooft, -
verzuimen het godsdienstig element leven en van de wijze waarop geleefd waarin hij leeft, waaruit zijn ziel de n.l. 14 en 15 Lar 0 08, van 16 t/m
tot gelding te brengen. Er zijn zelfs moet worden, of het oordeel te ver- i eeuwige wijsheid en volmaaktheid 20 jaar 0.10 en 21 jaar en ouder
films, waarop uit moreel oogpunt helderen. Dan is er ook niets op te-1 opvangt. i 0,16 per dag.
Wilt U iets weten?
Vraag H. V. Hoe kan ik een olie
vlek verwijderen uit leren schoe-
r.en?
Antwoord: De olie is reeds in het
leer getrokken, zodat u als leek
er maar weinig meer aan kunt doen.
Laten verven in de door u gewenste
kleur is het enige.
Vraag A. W. Zit er in weckvlees
evenveel voedingswaarde als in vers
vlees?
Antwoord: Neen, de voedingswaar
de vermindert, hoewel niet in die
mate als bij inzouten het geval is.
Vraag M. R. Mag de Rijkspolitie
een bediende van 14 jaar zonder aan
zijn baas te vragen, meenemen naar
het bureau?
Antwoord: Ja, natuurlijk wel. Al
zal men indien het kinderen betreft,
ir. ieder geval de ouders wel waar
schuwen, die dan op hun beurt zich
in verbinding kunnen stellen met de
werkgever.
Vraag N. N. Wij hebben een huis
dat door 3 gezinnen wordt bewoond,
d.w-z. de huurder en 2 onderhuur
ders. Wij krijgen van de hoofdhuur
der gewoon de normale huur. Kun-
nenfvij nu ook nog een verdere ver
goeding eisen voor die onderhuur
ders?
Antwoord: Neen, die verhoging is
per 1 Januari 1954 vervallen. Even
tuele verhoogde watsr1ei'dmrt!:"~-t",n
als u deze betaalt kunt u door
berekenen.
Vraag C. R. Hoe maakt men van
een haard de micaruitjes schoon?
Antwoord: U kunt dit b.v. doen met
slappe thee, nadat u eerst het stof
grondig, verwijderd hebt.
Vraag J. H. a) Moet het loon,
uitbetaald door een zelfstandige
werkgever aan een dienstmeisje, als
privé geboekt worden? b) Moet men
hiervoor nog bij een bedrijfsvereni
ging aangesloten zijn, zo ja, welke?
Antwoord: a) Ja, dit zijn privé-
uitgaven. Werkt het meisje ook in
winkel of kantoor, dan kan dat ge
deelte voor de zaak geboekt worden,
b) Hiervoor moet u zijn bij de be
drijfsvereniging voor Ambacht en
Detailhandel, Maliebaan te Utrecht,
als het meisje tenminste 5 dagen (of
gedeelten daarvan) bij dezelfde
werkgever werkzaam is.
Vraag K. B- Zov*t u mij ook
kunnen ze"gen of er in Nederland
verenigingen bestaan op het gebied
van numismatiek. (Munt- en pen
ningkunde). Zo ja, kunt u er dan iets
meer over vertellen, zoals contribu
tie enz. en of er ook nog tijdschriften
op dit gebird uitgegeten worden?
Antwoord: De Vereniging van
Verzamelaars heeft veel leden. I'unt-
verzamelaars-biieenkomsten zijn er
maandelijks in Rotterdam, Delft, Den
Haag. Amsterdam en meerdere plaat
sen. Contributie plm. 4,per jgar.
Inlicht;"rton enz. ver'-riigbaar bij de
heor A. H. Iseger, Corderstraat 40,
Delft.
Vraag mevr. v. f M. Hoe kon ik
een schroeivlek uit een herenoverjas
krijgen?
Antwoord: Maak de vlek vochtig
en leg haar in de zon. Herhaal dat
tot zij verdwenen is. Hst aanstippen
met watarstofsuperoxyde en vervol
gens striiken kan alleen bij witte en
kleurechte stoffen plaats vinden. Doe
dit met mate, want het goed verteert
er door. In het algemeen geldt dat
schroeivlekken slechts dan verwij
derd kunnen worden, wanneer de
stof opoervlakkig is aangetast, daar
er anders spoedig gaten ontstaan.
Bovenstaande behandeling geldt dus
ook slechts voor lichte schroeivlek
ken. Kunt u de vlek niet beter door-
stoppen met draadjes uit de zoom
van de jas?
Vraag H. S. Wij hebben een
werkmei-je voor Ma ^dagmoroen en
Donderdagmiddag; zij ontvangt hier
voor 2.50 per keer, dus per week
5,Moeten wij haar ook verze
keren voor ziekte of zegels hiervoor
plakken?
Antwoord: U kunt volstaan met
het plakken van 2 dagzegels afhan
kelijk van de lee't'id van het meisje