MANUS WILLEMSEN, van de muzie H. VADER OVER DE EISEN VOOR EEN IDEALE FILM MENSEN VAN DE K.R.O. De kunst is moeilijk, de critiek gemakkelijk Geen bezwaar tegen godsdienstig onderwerp nu 1 SPSS COURANT Er is een tijd geweest, dat een schoolhoofd te Utrecht piekerde over een moeilijkheid. Een van de klassen van zijn te goeder naam bekend staande school was, in tegenstelling met de andere klassen, nogal onrustig, om niet te zeggen rumoerig. Er werd in die klas veel gelachen en blijkbaar leefde men er naar de regel van Hieronymus van Alphen: „Mijn spelen is leren en mijn Ieren is spelen'Nu was dit schoolhoofd geen bewonderaar van Van Alphen en hij ergerde zich aan het gebrek aan ernst in de klas. Hij zocht tevergeefs naar de humoristische details van de aardrijkskunde, het rekenen en de geschiedenis des vaderlands. Kon het zijn dat de jonge meester Willemsen geen orde kon houden en dat de klas een loopje met hem nam9 Het schoolhoofd had al eens door het ruitje naar binnen ge gluurd maar hij had geen wanhopige onderwijzer gezien, die op het punt stond het bijltje erbij neer te leggen. Integendeel, de onderwijzer zat ge animeerd op een bank en lachte even hartelijk als zijn leerlingen. Het bleek, dat meester Willemsen zelf de aanstichter en bevorderaar van de gulle lach was. Meester Willemsen, zich de saaie schooluren uit zijn eigen jeugd herinnerend bracht een nieuwe methode in praktijk, de methode van de vrolijkheid en van de zelfwerkzaamheid op het terrein van de pret. Hij animeerde de jeugd en deed zelf volop mee. DAT GING ER VLOT IN. Dat was een methode, die er bij de leerlingen vlot inging, maar die door de onderwijsautoriteiten niet alge meen gewaardeerd zou worden. Het schoolohofd althans was er geen schoolhoofd althans was er geen wist dit de jonge onderwijzer in vriendelijke bewoordingen duideiijk te maken. Maar deze wilde van geen ander systeem weten en het resul taat van dit verschil in inzicht was, dat meester Willemsen geheel vrij willig het onderwijs verliet, om, als Manus Willemsen, zijn geluk op een ander terrein te beproeven. Nu is het niet gemakkelijk te voorspellen op welk terrein iemands geluk zal lig gen. En zo kon het gebeuren dat Manus Willemsen achtereenvolgens het Vreemdelingenverkeer in Utrecht trachtte te bevorderen, de admini stratie van het Electriciteitsbedrijf in goede banen probeerde te leiden en een Utrechts Ziekenfonds hoopte te gerieven door stempeltjes te druk ken op de kwitantiekaarten, die de Stichte huisvrouwen hem bij zijn wekelijkse bezoeken aanboden. Maar al die bezigheden schonken Manus Willemsen geen voldoening en daarom besloot hij de ingeving van zijn hart te volgen en zich te laten inschrijven als leerling van het Utrechtse Conservatorium, waar Hendrik Andriessen de scepter zwaaide. En zo begon dan Manus Willemsen, muzikaal in hart en nie ren en gezegend met een mooie ba riton, zang te studeren bij Berthe Se-1 roen, Corry Bijster en Henriëtte van der Brink en piano en theorie bij Hendrik Andriessen, dr. Daniskas en Millie Bouman. Daar op het conservatorium voelde Manus Willemsen zich als een visje in het water. De studie boeide hem. Hij werkte zó hard en bereikte zulke goede resultaten, dat hij niet na vijf jaar maar reeds na drie jaar met het behaalde diploma het conservatorium kon verlaten. Het diploma opende opnieuw voor hem de weg- naar het onderwijs, al was het dan 'n ander onderwijs dan hij voordien had ge geven. Manus Willemsen werd name lijk leraar aan de muziekschool te Utrecht en hij bleef dat tot de radio begon te lokken. Toen stapte hij op een goede dag de studio binnen als assistent van Hélène Nolthenius, hoofd van de afdeling buziek van de K.R.O. Die assistentie heeft niet lang geduurd. Hélèr.e Nolthenius kon na verloop van tijd de functie niet meer waarnemen en toen volgde de aan stelling van Manus Willemsen tot hoofd van de afdeling Muziek van de grip en waardering kan hebben voor wat de K.R.O. aan goede mu ziek biedt, weet ook dat de benoe ming van Manus Willemsen een ver standige daad is geweest. De K R.O. heeft door het uitzenden van klas sieke en moderne werken, door het brengen van noviteiten, door het op dracht geven aan Nederlandse com ponisten en ook door het pousseren van jonge uitvoerend kunstenaars de ware muziekliefhebbers aan zich verplicht De lof, die de K.R.O. hier voor verdient, mag men grotendeels toezwaaien aan Manus Willemsen. wiens kennis, smaak en inzicht aan zienlijk hebben bijgedragen tot de verhoging van het peil der muziek programma's. De belangen van de kunstenaar. Wanneer men met Manus Willem sen spreekt over zijn werk, consta teert men dat het hoofd van de afd. Muziek een juiste opvatting heeft van zijn taak. Hij zoekt niet zichzelf, doch richt zijn interesse geheel od de muziek, waarbij hij steeds een open oog heeft voor de belangen van de kunstenaar. Dat blijkt wel wanneer hij zegt: „Ik vind het werk bij de ra dio interessant en prettig, juist om dat mijn functie de gelegenheid biedt iets te doen voor de artisten en spe ciaal voor de jongeren. Want de jonge arstisten hebben het moeilijk, omdat de weg naar het podium min of meer geblokkeerd is. De grote orkesten moeten willen zij althans publiek trekken met beroemdheden wer ken. Men kan dit natuurlijk betreu ren, maar tenslotte kan men de be sturen er niet hard over vallen Het bestaan van het gehele orkest is im mers afhankelijk van de publieke be langstelling. Daarom kan een be stuur geen grote risico's aanvaarden en moet het wel zijn toevlucht ne men tot grote buitenlandse solisten, die publiek trekken. Met de radio is dat anders. Daar kan men experi menteren en daar kan men jonge so listen een kans geven zonder finan ciële risico's te lopen. Voor de ra dio geldt alleen het artistieke ri sico". Zoek ze op. Manus Willemsen laat het niet bij mooie woorden en goede bedoelingen. Hij heeft ook daden gesteld. Hij wacht niet af tot jonge artisten zich komen melden. Vragen zij zelf om een kans dan geeft hij ze graag een auditie. Maar Manus Willemsen geeft er de voorkeur aan zelf te speuren naar talent. Daarom bezoekt hij re gelmatig jongerenconcerten, mu seumconcerten en ook huisconcerten. En al menigmaal heeft hij daar ver rassende ontdekkingen gedaan. He laas is er nog geen samenwerking met conservatorium-directeuren. En toch zou die samenwerking van groot belang kunnen zijn, juist omdat men op het conservatorium de mogelijkhe den van de jonge kunstenaars zo zui ver kan beoordelen. Bovendien zou men zich kunnen afvragen of 't niet op de weg ligt van de conservatorium directeur, de leerling, die hij heeft gevormd, ook in het zadel te helpen. En dat zou hij kunnen door de jonge talenten in de aandacht van de ver antwoordelijke muzikale leiders van de radio aan te bevelen. Intussen heeft Manus Willemsen al veel voor de jongeren kunnen doen. Uit een initiatief, door hem genomen, is na melijk een samenwerking gegroeid tussen K.R.O., Nederlandse Impressa- riaat en buitenlandse omroepen. En daaruit is een uitwisseling ontstaan met radio en andere instellingen in Duitsland, Italië, Zweden, Engeland, Frankrijk, Zwitserland en België Zo'n uitwisseling is natuurlijk van grote betekenis omdat de jonge mu sici direct een kans krijgen in het buitenland. En tegen een buiten lands debuut zullen zij in het alge meen niet hoeven op te zien. Want er is voortreffelijk jong stern- materiaal in Nederland. Julius Pat- zak, de befaamde zanger, die verle den jaar met Manus Willemsen deel uitmaakte van de jury in Den Bosch, was verbaasd toen hij de verschil lende zangers en zangeressen hoorde en hij gaf tegenover Manus Willem sen uiting aan die verbazing door te zeggen: dat hij nooit had geweten, dat Nederland zoveel kostbaar jong materiaal bezit. Volgens Patzak heeft Nederland een belangrijke voor sprong op Wenen, waar men niet op zo'n groot aantal veelbelovende zan gers en zangeressen kan bogen, 't Zou goed zijn wanneer men in ons land van dit oordeel goede nota zou ne men. Ongerechtvaardigde critiek. Men is hier namelijk tot al te strenge critiek geneigd zodra het gaat' om de verrichtingen van land genoten en 't is zeker dat men veel milder is in zijn oordeel zodra het buitenlanders betreft. Die neiging tot kleinering van dingen van eigen bodem komt trouwens duidelijk tot uiting in de critiek op de Nederland se radio. Manus Willemsen is er de man niet naar om critiek te vrezen. Hij is ook geen tegenstander van critiek. Inte gendeel. Maar hij wenst een gefun deerde, opbouwende critiek door mensen, die in de materie thuis zijn, die dus iets afweten van mogelijk heden en moeilijkheden en die niet de onzinnige eis stellen dat totaal geen rekening wordt gehouden met de smaak van het publiek want men kan dit publiek niet negeren. Dat doet geen enkele instelling. Nu is het natuurlijk niet zo dat bij de radio de klant koning moet zijn. De radio heeft wel degelijk een opvoendende taak. Maar zij is niet alleen een in stelling tot het verbreiden van kunst en schoonheid, zij is ook een middel tot ontspanning en verstrooiing. Men kan dus niet dé wensen van de luis teraars volkomen negeren en de men sen voortdurend datgene opdringen waaraan zij kennelijk niet steeds behoefte hebben. In de radio moet iedereen iets van zijn gading kunnen vinden. Dat vergeten de strenge cri tici maar al te vaak. De radio-om roep heeft een andere taak dan het Concertgebouworkest of een kunst kring, een veel moeilijker taak, om dat deze niet op één punt gericht kan zijn. Men moet, zo zegt Manus Wil lemsen, enigszins toegeven aan de smaak van het publiek, maar daar bij toch opvoedend werken. Alleen moet dit niet opzichtig gebeuren. De radio mag geen schooltje zijn, om dat de luisteraar, die vrijwillig en voor zijn genoegen luistert, niet als een schoolkind beschouwd wil wor den. Merkt hij dat men bezig is hem op te voeden, dan wordt hij kop schuw gemaakt, dan bedankt hij voor de eer en luistert niet. En wat komt er dan terecht van de opvoedende taak? Wil de radio iets bereiken dan moet er dus met mate worden tege moetgekomen aan de wensen van het publiek. Wat wil men horen! Welke zijn die wensen, zal men zich afvragen. Wel de wensen rich ten zich op de eerste plaats op de lichte of amsumentsmuziek. Dat is het wat het grootste percentage van de luisteraars vraagt. Daarna komen opera en operette. Dan volgt de po pulaire klassieke symphoniemuziek zoals de „Kleine Nachtmusik" van Mozart en daarna pas de klassieke symphonische muziek in het alge meen. Op de laatste plaats komt de kamermuziek, waar dus de minste vraag naar is. Waar moet nu bij dit alles de op voeding beginnen, zal men zich af vragen. Volgens Manus Willemsen is dat heel eenvoudig. Men dient te beginnen bij de jeugd en men moet die jeugd leiden in de schoolradio en de jeugd- en volksconecrten. Daar kan de jonge luisteraar, door herha lingen, de muziek leren kennen. Daar kan hem begrip voor schoon heid worden bijgebracht. Uit die jeugd kan dus een degelijk luister publiek worden gevormd. Wat hier bereikt kan worden, blijkt duidelijk uit de schoolradio. Want de school radio, die is opgezet door de voor treffelijke musicologe Hélène Nolthe nius, heeft uitstekende resultaten ge boekt. Uit de wedstrijden blijkt her haaldelijk de parate kennis van de scholieren. Zij herkennen composi ties en ook de klank van verschillen de instrumenten. Maar zij leren ook goede muziek waarderen. Het meeste trekt men de muziek-met-een-ver- haaltje aan, muziek dus die zij her kennen door de inhoud van het ver haal. En verder spreekt ook de ro mantische figuur van de componist een woordje mee. Zangmuziek wordt in het algemeen alleen maar „gek" gevonden. Koorwerken kunnen nog wel genade vinden, maar solisten en vooral vrouwelijke solisten wek ken vaak de lachlust van het jeugdige publiek. Er wordt beweerd, dat de huidige generatie, en daar bedoelt men dan mee de jongeren van thans, alleen maar belangstelling heeft voor dansmuziek en zich niet bekom mert om schoonheid. Manus Willem sen heeft die bewering gelogenstraft door zijn rubriek „Wie 't weet mag 't zeggen". Men kent die rubriek en weet dus dat enkele jonge mensen geen musici maar leken hun mu zikale kennis moeten tonen door na het spelen van een stuk de titel van de compositie en de naam van de MANUS WILLEMSEN componist te noemen. De opgaven waren vaak zeer moeilijk, maar de jonge mensen blijven zelden het antwoord schuldig. Composities van Strawinsky, Richard Strauss, Proko- foieff, Rimski Korsakow en Brahms werden vlot herkend. Een tuinder uit Sassenheim deed zelfs eenieder verbaasd staan door zijn kennis. Zulke resultaten zijn moedgevend. Zij bewijzen dat de jongeren wel de gelijk zin voor 't schone hebben en niet afkerig zijn van goede concer ten. 't Zijn ook zulke resultaten, die 't radiowerk voor de initiatiefnemer prettig en interessant maken. Dat dit werk de bariton Manus Willemsen 00 de achtergrond heeft gedrongen deert het hoofd van de afd. Mu ziek niet. „Er zijn zangrs genoeg" zegt Manus Willemsen, „en ik kan mezelf toch niet beoordelen. Ik zing thuis en bij mijn vrienden en dat geeft me genoeg voldoening. Verder ben ik er voor de anderen J. V. Worsteling met kwaad kan beter begrip brengen De H. Vader heeft vorige week Vrijdag in de Sala Benedictina van het Vaticaanse paleis een groep van 1500 personen ontvangen, behorend tot het congres van bioscoopdirecteuren uit vele landen o.a. uit Nederland en België. Ook de filmverhuurkantoren waren vertegenwoordigd. Tijdens de audiëntie heeft de H. Vader het woord gevoerd over de ideale film vooral in verband met de invloed, die zij uitoefent op de toeschouwers. De rede was een voortzetting van de toespraak, welke de H. Vader in Juni van dit jaar over de ideale film heeft gehouden. De Paus is er van overtuigd, dat de film een middel kan zijn tot verhef fing van de mens en daarom doet hij een beroep op alle filmproducenten om alles te doen wat in hun macht ligt, teneinde de film niet alleen te be hoeden voor artistiek verval, maar ook tegen samengaan met het kwaad. WAARHEID, GOEDHEID EN I weliswaar niets valt aan te merken, SCHOONHEID. I maar die toch een schadelijke in- vloed hebben, omdat zij de toeschou- Ideaal zou men een film mogen wer een wereld vertonen, waarin de noemen, wanneer zij zich op vol-J mensen leven alsof er geen God be- maakte en harmonische manier aan past bij de oorspronkelijke en wezen lijke eisen van de mens, n.l. waar heid, goedheid en schoonheid. staat. Anderzijds moet ook worden gere kend dat niet ieder religieus gege ven geschikt is voor verfilming, het zij omdat het onmogelijk is het in beeld te brengen, hetzij omdat het in 6trijd is met de verschuldigde lijkheid voornamelijk ontleent aan eerbied. Bovendien stelt een gods- haar waarachtigheid. Juist onder dit dienstig motief bijzonder hoge eisen, soort films zijn er enkele, die het predacaat zouden verdienen, zowel op het gebied van de natuurfilms, de wetenschappelijke en de culturele films. Voor een speelfilm is het veel moeilijker om deze perfectie te be reiken. Deze immers, die het leven van de mens, zijn hartstochten, am bities en worstelingen in beeld trach ten te brengen of er een verklaring van zoeken te geven, bereiken zelden de graad van ideaal. Godsdienst op de film. Zijne Heiligheid vroeg de bijzon dere aandacht voor twee speciale vraagstukken en wel ten eerste of het geoorloofd is een godsdienstig onderwerp voor een film te kiezen en ten tweede of het toelaatbaar is daarin het kwaad uit te beelden. Wat het eerste punt betreft, zag de Paus geen reden waarom een gods dienstig gegeven niet verfilmd zou mogen worden, temeer daar in dit opzicht reeds goede resultaten be reikt zijn. De H. Vader wil echter nog verder gaan. Ook al is een onder werp van een film niet godsdienstig, toch behoort een ideale film nooit te gen, dat het als onderdeel van het geheel in een film een plaa's vindt. Dit geldt evenzeer voor een toneel stuk of een roman. Gemeenschap en film. Vervolgens besprak de H. Vader de verhouding tussen de gemeen schap en de film. Hij wees er op, dat de ideale film veel goeds kan stichten voor het gezin. Velen heb ben geen oog meer voor de weldaden van het gezin. Veel te veel films drijven de spot met de waardigheid van huwelijk en ouderschap. Wat goedls zou er echter voor de mens op aarde overblijven, als het gezin ten gronde werd gericht en de door de Schepper gewilde banden werden verscheurd? Het is dus een taak er toe bij te dragen, de mensen de eerbied voor het gezin en het vertrouwen daarin terug te geven. Deze taak nu kan de film met vrucht op zich nemen. Veel kan met een voudige middelen worden bereikt en op onopvallende wijze kan hier veel goeds worden aangericht. Iets dergelijks geldt voor de staat en ook voor de Kerk. Religieuse tact. In tegenstelling tot gezin en staat, is de Kerk niet van natuurlijke oor sprong, maar een positieve stichting van de Verlosser, die haar zijn waar heid en genade in bewaring heeft ge geven, opdat zij het mensdom licht en sterkte zou geven. Deze verheven realiteit is allerminst geschikt voer artistieke uitbeelding, daar zij de mogelijkheden van het menselijke uitdrukkingsvermogen te boven gaat. Doch in gebeurtenissen waarbij de Kerk een grote rol speelt, dient dit in de film met grote kennis van za ken en waarachtigheid te geschieden en vooral met religieuze tact. cp een eenvoudige en passende wijze. Als een speelfilm getrouw wil zijn aan het ideaal, moet zij, waar het de Kerk van Jezus Christus betreft, niet alleen volmaakt, maar ook in kunst zinnige vorm zijn en bij de toeschou wers ook begrip en eerbied weten op te wekken. Bij de om redenen van historie of realisme noodzakelijke uitbeelding van gebreken van geestelijke perso- van een film te maken, of, wanneer j nen, hetzij in hun karakter hetzij in dit feitelijk niet zou worden goedge-1 het uitoefenen van hun ambt, moet keurd dit toch te brengen op een op-1 op een voor de toeschouwers n;et windende manier of voor te schote- mis te vers'ane wijze het verschil len aan wie niet in staat is, hiertegen 1 tussen persoon en instelling, persoon weerstand te bieden. en ambt, duidelijk worden gemaakt. aangezien het maar al te gemakke lijk in de gemaaktheid kan vallen en volkomen het tegenovergestelde van een godsdienstige indruk kan maken. Een ander punt is, of in een ideale speelfilm verschillende godsdiens:en als het ware vergelijkend naast el kaar geplaatst kunnen worden. Waar dit wel gebeurt, dient steeds de voor naamste zorg te zijn, alles te vermij den, wat kwetsend zou kunnen zijn of als een profanatie zou worden verfoeid van hetgeen mensen heilig is, zelfs al dwalen zij op dat gebied. UITBEELDING VAN HET KWAAD. Sprekend over het kwaad in de film, zeide de H. Vader, dat het uiteraard ontoelaatbaar is dit op zichzelfstaand gegeven tot onderwerp Is dit echter niet het geval, dan is Voor de katholiek zal de film ideaal de worsteling met het kwaad of de zijn, als de Kerk wordt voorgesteld overwinning er op zelfs een middel j als de Sancta Mater Ecclesia, waar om beter begrip te kweken van het in hij vertrouwt, waarin hij gelooft, - verzuimen het godsdienstig element leven en van de wijze waarop geleefd waarin hij leeft, waaruit zijn ziel de n.l. 14 en 15 Lar 0 08, van 16 t/m tot gelding te brengen. Er zijn zelfs moet worden, of het oordeel te ver- i eeuwige wijsheid en volmaaktheid 20 jaar 0.10 en 21 jaar en ouder films, waarop uit moreel oogpunt helderen. Dan is er ook niets op te-1 opvangt. i 0,16 per dag. Wilt U iets weten? Vraag H. V. Hoe kan ik een olie vlek verwijderen uit leren schoe- r.en? Antwoord: De olie is reeds in het leer getrokken, zodat u als leek er maar weinig meer aan kunt doen. Laten verven in de door u gewenste kleur is het enige. Vraag A. W. Zit er in weckvlees evenveel voedingswaarde als in vers vlees? Antwoord: Neen, de voedingswaar de vermindert, hoewel niet in die mate als bij inzouten het geval is. Vraag M. R. Mag de Rijkspolitie een bediende van 14 jaar zonder aan zijn baas te vragen, meenemen naar het bureau? Antwoord: Ja, natuurlijk wel. Al zal men indien het kinderen betreft, ir. ieder geval de ouders wel waar schuwen, die dan op hun beurt zich in verbinding kunnen stellen met de werkgever. Vraag N. N. Wij hebben een huis dat door 3 gezinnen wordt bewoond, d.w-z. de huurder en 2 onderhuur ders. Wij krijgen van de hoofdhuur der gewoon de normale huur. Kun- nenfvij nu ook nog een verdere ver goeding eisen voor die onderhuur ders? Antwoord: Neen, die verhoging is per 1 Januari 1954 vervallen. Even tuele verhoogde watsr1ei'dmrt!:"~-t",n als u deze betaalt kunt u door berekenen. Vraag C. R. Hoe maakt men van een haard de micaruitjes schoon? Antwoord: U kunt dit b.v. doen met slappe thee, nadat u eerst het stof grondig, verwijderd hebt. Vraag J. H. a) Moet het loon, uitbetaald door een zelfstandige werkgever aan een dienstmeisje, als privé geboekt worden? b) Moet men hiervoor nog bij een bedrijfsvereni ging aangesloten zijn, zo ja, welke? Antwoord: a) Ja, dit zijn privé- uitgaven. Werkt het meisje ook in winkel of kantoor, dan kan dat ge deelte voor de zaak geboekt worden, b) Hiervoor moet u zijn bij de be drijfsvereniging voor Ambacht en Detailhandel, Maliebaan te Utrecht, als het meisje tenminste 5 dagen (of gedeelten daarvan) bij dezelfde werkgever werkzaam is. Vraag K. B- Zov*t u mij ook kunnen ze"gen of er in Nederland verenigingen bestaan op het gebied van numismatiek. (Munt- en pen ningkunde). Zo ja, kunt u er dan iets meer over vertellen, zoals contribu tie enz. en of er ook nog tijdschriften op dit gebird uitgegeten worden? Antwoord: De Vereniging van Verzamelaars heeft veel leden. I'unt- verzamelaars-biieenkomsten zijn er maandelijks in Rotterdam, Delft, Den Haag. Amsterdam en meerdere plaat sen. Contributie plm. 4,per jgar. Inlicht;"rton enz. ver'-riigbaar bij de heor A. H. Iseger, Corderstraat 40, Delft. Vraag mevr. v. f M. Hoe kon ik een schroeivlek uit een herenoverjas krijgen? Antwoord: Maak de vlek vochtig en leg haar in de zon. Herhaal dat tot zij verdwenen is. Hst aanstippen met watarstofsuperoxyde en vervol gens striiken kan alleen bij witte en kleurechte stoffen plaats vinden. Doe dit met mate, want het goed verteert er door. In het algemeen geldt dat schroeivlekken slechts dan verwij derd kunnen worden, wanneer de stof opoervlakkig is aangetast, daar er anders spoedig gaten ontstaan. Bovenstaande behandeling geldt dus ook slechts voor lichte schroeivlek ken. Kunt u de vlek niet beter door- stoppen met draadjes uit de zoom van de jas? Vraag H. S. Wij hebben een werkmei-je voor Ma ^dagmoroen en Donderdagmiddag; zij ontvangt hier voor 2.50 per keer, dus per week 5,Moeten wij haar ook verze keren voor ziekte of zegels hiervoor plakken? Antwoord: U kunt volstaan met het plakken van 2 dagzegels afhan kelijk van de lee't'id van het meisje

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1955 | | pagina 16