Wie puzzelt mee
De Kleppende
ZATERDAG 26 NOVEMBER 1955
DE LEIDSE COURANT
VIERDE BLAD - PAGINA 2
Horizontaal: 1. madonna-beeld,
dragende bet dode lichaam van Je
zus op de schoot, 4. breinaald, 7.
vrouw van Jacob, 8. deel van het
aangezicht, 9. huisdier, 10. deel van
een auto, 11. snoer van een hengel,
13. pronk, 15. spoedig, 17. graansoort,
19. rietpalm (Mal.), 22. boom, 24.
verhindering, 26. vis, 27. vaarwel,
28. lengtemaat, 30. Europeaan, 32.
langzaam (muziek), 35. geestelijke,
37. graafwerktuig, 39. zeker spel met
schijfjes, 40. jongensnaam, 42. ik
(Lat.), 43. metaalsoort, 44. komt van
de schapen, 45. telwoord (Eng.), 46.
bosgod, 47. stok.
Verticaal: 1. nachtjapon, 2. afzon
derlijk, 3. steeds, 4. stad in Opper-
Italië, 5. altoos, 6. bedektbloeiende
plant, 8. metaalsoort, 12. gemeen
schappelijke weide, 14. voorvoegsel,
16. jong, dun takje, 18. bitter vocht,
20. vreemde munt, 21. zot, 22. tel
woord, 23. bosgod, 24. schel, 25.
boomloot, 28. wijnsoort, 29. niet har
de slag, 31. boom, 33. troefkaart, 34.
mondeling, 36. ijverig, 37. voetstap,
38. bloem, 39. wijfje van het edel
hert, 41. roodachtig, 44. flauw.
Oplossingen tot en met Donderdag
aan het Bureau van ons blad.
OPLOSSING VORIGE WEEK.
Horizontaal: 1. profeet, 7. Andreas,
13. meter, 14. pioen, 15. arme, 17. me
lis, 19. Mina, 21. nee, 23. kas, 25. Gen.
26. teller, 29. gevest, 31. olie, 32 zone,
33. raffia, 37. meloen, 41. Aar, 42. lik,
44. Ria, 45. knar, 47. Weert, 49. bang,
50. Meden, 52. Ieren, 54. treurig, 55.
Brussel.
Verticaal: 1. plant, 2. Ommel, 3.
fee, 4. et, 5. Eem, 6. trek, 7. apis, 8.
nis, 9. do, 10. rem, 11. enige, 12.
spant, 16. ree, 18. laf, 20. Nes, 22. le
lie, 24. genet, 27. lof, 28. Ria, 29. gom,
30. vel, 33. raket, 34. aan, 35. frame,
36. die, 38. orans, 39. ein, 40. nagel,
42. leng, 43. krib, 46. reu, 47. wei, 48.
ter, 49. bes, 51. Dr., 53. Ru.
De taart is deze week voor C. Th.
Omtzigt, Hoge Rijndijk 157, Leider
dorp, het sieraad Stiefelhagen, Storm
Buysingstaat 39, Leiden en het boek:
D. Kniest, Duinzichtstraat 44, Oegst-
geest.
Aetherklanken
ZONDAG
Televisieprogramma's
N.T.S.: Eurovisie: Rep Ecangelische
kerkdienst oip de le Advent.
HILVERSUM I, 402 M.
8.00 NCRV. 8.30 IKOR. 9.30 KRO.
17.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO.
NQRV: 8.00 Nieuws en weerber.
8.15 Orgelconcert. IKOR 8.30: Vroeg
dienst. KRO: 9.30 Nieuws. 9.45 Gram.
9.55 Plechtige Hoogmis. 11.30 Gram.
11.45 Viool en piano. 12.15 Gram. 12.20
Apologie. 12.40 Adventsmuz. 12.55
j Zonnewijzer. 13.00 Nieuws en kath.
nieuws. 13.10 Gram. 13.40 Boekbepr.
1-3.55 Gram. 14.00 Voor de kinderen.
14.30 Concertgebouworkest en soliste.
15.30 Boekbespreking voor de jeugd.
15.40 Metropoleorkest en solist. 16.15
Sport. 16.30 Vespers. NCRV: 17.00 Ge
reformeerde kerkdienst 18.30 „Das
jüngste Gericht" (I), oratorium. 19.00
Boekbespreking. 19.05 Nieuws uit de
kerken. 19.15 Alt en orgel. 19.30 „Als
wij bidden", cans. KR/O: 19.45 Nieuws.
20.00 De springplank. 20.20 Act. 20.35
De gewone man. 20.40 Gram. 21.05
„Grafschrift op de wolken", hoorspel.
21.45 Radiohpilharm. orkest, klein
koor en sol. 22.35 Gram. 22.45 Avond
gebed en lit. kal. 23.00 Nieuws. 23.15
Clavecinubelrecital. 23.3524.00 Gram.
HILVERSUM II, 298 M.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.30 ILOR.
lï.00 AVRO. 17.00 VPRO. 17.30 VARA.
20.00—24.00 AVRO.
VAiRA: 8.00 Nieuws. 8.18 IJs en
wederdienende. 9.45 „Geestelijk le
ven", caus. VPRO: 10.00 „Geef het
door", caus. 10.05 Voor de jeugd.
IKOR: 10.30 Oud. kath. kerkdienst.
AVRO: 12.00 Lichte muz. 12.30 Sport-
spiegel. 1-2.35 „Even afrekenen, He
ien!" 12.45 Politiekapel en kinder
koor. 13.00 Nieuws. 13.10 Meded. of
gram. 13.15 Voor de jeugd. 13.25 Voor
de militairen. 14.00 Boekbespreking.
14.20 Strijkkwart. 14.40 „De zwerf
tochten van Odysseus", hoorspel. 15.05
Strijkkwart. 15.35 Surinaamse volks-
muz. 15.50 Promenade orkest en so
list 16.30 Sportrevue. VPRO: 17.00
„Kiezen", caus. 17.15 „Het platteland
nu", caus. 17.30 Voor de jeugd. 17.50
Sportjourn. 18.15 Nieuws en sportuit-
zending. 1'8.30 Amus. muz. 19.00 Dis
cussie. 19.30 Cabaret. AVRO: 20.00
Niéuws. 20.05 Gevar. muz. 20.50
„Johnny Perikel", hoorspel. 21.45 Dis
co-causerie. 21.45 Spaanse en Zuid-
Amerikaanse muz. 22.20 Radiojourn.
22.30 Gram. 23.00 Nieuws. 23.15 Act.
of. gram. 23.35-24.00 „Met de Franse
slag.
MAANDAG
HILVERSUM I, 402 M.
7.00—24.00 NCRV.
NQRV: 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.45
Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws
en weerberichten. 8.15 Sportuitslagen.
8.25 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.30
Voor d ehuisvrouiw. 9.35 Waterstan
den. 9.40 Gevar. programma. 10.10
Gram. 10.30 Morgendienst 11.00
Gram. 11.20 Gevar. programma. 12.25
Voor boer en tuinder. 12.3-0 Land- en
tuinbouwmededelingen. 12.33 Lichte
muz. 12.53 Gram. en act. 13.00 Nieuws.
13.15 Lichte muz. 13.45 Gram. 14.05
Schoolradio. 14.35 Gram. 14.45 Voor
de vrouw. 15.15 Gram. 15.35 Viool en
piano. 1-6.00 Bijbeloverdenking. 16.30
Vocaal kwartet. 17.00 Voor de kleu
ters. 17.15 Voor de jeugd. 17.30 Gram.
17.40 Beursber. 17.45 Regei'ingsuitz.:
Rijksdelen Overzee: dr. H. J. T. Bijl
mer: „Gezondheidszorg op Nieuw Gui
nea in internationaal verband". 18.00
Koorzang. 18.20 Sport. 18.30 Gram.
18.40 Engelse les. 19.00 Nieuws en
weerberichten. 19.10 Orgelconcert.
19.30 Pari. commentaar. 19.45 Beiaard
spel. 20.00 Radiokrant. 20.20 Koor
zang. 20.45 „De Achtergrond", hoor
spel. 21.30 Gram. 21.45 Metropole ork.
22.25 Kamerorkest. 22.45 A-vondover-
denking. 23.00 Nieuws. 23.15 Gram.
23.4024.00 Evangelisatie-uitzending.
HILVERSUM II, 298 M.
7.00—24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gym. 7.25
Gram. 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 9.00
Idem. 9.10 Voor de vrouw. 9.15 Gram.
9.40 Morgenwijding. 10.00 Gram. 11.00
„De Memoires van Harry Truman",
caus. 11.15 RadiophiLharm. orkest
11.45 Voordracht. 12.00 Lichte muz.
12.30 Land- en tuinbouwmededelin
gen. 12.35 Voor het platteland. 12.45
Lichte muz. 13.00 Nieuws. 13.15 Me
dedelingen en gram. 13.2(5 Tiroler-
muz. 13.55 Koersen. 14.00 Sopraan en
piano. 14.30 Discussie. 14.50 Orgelspel.
18.30 Hollandse liedjes. 19.00 Muz.
caus. 19.15 Luit- en gamlbamuz. 19.45
Regeringsuitzending: Landbouwru-
briek: 1. het bouwen van pluimvee in
de winter; 2. fosfaatbemesting in de
tuinbouw. 20.00 Nieuws. 20.05 Gevar.
programma. 22.30 Sport. 23.00 Nieuws.
23.15 Radiojourn. 23.25—24.00 „Front-
Dokter: „Jawat u mankeertIk zal maar zeggen..
huis was, zou 't afgebroken moeten worden!"
Somber. Gisteravond is die snui
ter, hier geweest, met wie je de laat
ste maanden naar danspartijtjes bent
geweest; hij vroeg je hand en ik heb
toegestemd.
Maar lieve vader, hoe hebt u dat
nu kunnen doen; ik kan niet zonder
moeder leven.
Goed, goed, kind; ik wil je geluk
niet in de weg staan! Neem moeder
maar mee.
Meer. Paps, Wim en ik willen
trouwen, hoeveel geld denkt u dat
we nodig hébben?
Meer.
Onafscheidelijk. Willem en Ger-
rit hebben gisteravond oip een ver
schrikkelijke manier in de kroeg ge
vochten.
Willem en Gerrit? Ik dacht, dat die
onafscheidelijk waren?
Dat waren ze ook bijna; we héb
ben met z'n zessen tien minuten werk
gehad voor ze van elkaar waren.
De kunst. Dit is nu een pudding
uit grootmoeders tijd.
Hoe héb je die al die tijd goed kun
nen houden?
Bemoedigend. Bokser: Dat i6 een
hele wandeling van de kleedkamer
naar de ring.
Tegenstander: „Maak je niet be
zorgd, je zult het niet terug behoe
ven te lopen".
Onmogelijk. „Zouden de bewo
ners van Mars onze radiouitzendin-
gien kunnen beluisteren?"
„Onmogelijk! Ze kunnen hun toe
stel ndet aarden".
Voor hem niet.
Onderwijzer: „Als jij zo doorgaat
met schrijven, kan je niets bereiken
in de maatschappij!"
Jantje: „Best hooor! Ik wordt dok
ter".
Onderwijzer (woedend): „Maar
verbeeld je niet, dat ik apotheker
ben".
Ging 'm aan 't hart.
Het gezelschap was uit de bus ge
stapt en keek naar de waterval.
„Wat zonde, dat al dat water ver
loren gaat", zuchtte een heertje.
„Hebt u een zaak?", informeerde
een ander.
„Ja, 'n melkzaak", antwoordde het
heertje.
'n Klein kansje.
Hij: „Alweer uitstel! Dat heb je
me vorige maand ook al gevraagd.
Waarom denk je eigenlijk, dat je de
volgende maand wel weet, of je van
me houdt?"
Zij: „Omdat die een dag meer
heeft!"
WILHELM TELL
(naverteld door Gerda)
„Ja. dat is mijn vader, en ik leer ook
al goed schieten, we oefenen iedere dag",
antwoordde de jongen helemaal niet
bang.
Op hetzelfde ogenblik bedacht de wre
de landvoogd een boos plan. Hij zou het
volk voor hem laten sidderen en beven.
„Haal zijn vader hier, en breng hem
voor me", gelastte hij.
Een soldaat voldaad aan dit bevel en
haalde Wilhelm Teil uit zijn gevangenis.
Eerst was hij verheugd. Dit betekende
misschien zijn vrijheid maar toen hij op
de binnenplaats zijn zoontje zag staan
vlak bij die wreedaard bekroop hem een
anstig voorgevoel.
„Ik heb van je roem als scherpschut
ter gehoord Wilhelm Teil", begon de
landvoogd, „nu geef ik je een kans om
je vrijheid terug te krijgen. Morgenoch
tend om 10 uur moet je, ten aanschouwe
van alle aanwezige soldaten, op de markt
een appel, die we op het hoofd van je
zoontje zullen plaatsen, wegschieten. Be
grepen Wilhelm Teil?"
Het duizelde Wilhelm Teil. Mijn hemel
wat een opdracht. Alleen al de gedachte
dat hij de moordenaar van zijn eigen
kind zou kunnen zijn, als de pijl zou
missen, deed hem de haren te berge rij
zen.
Gessier had plezier in de angst van de
Vader, daaron had hij juist gerekend. „Je
maakt je pijl maar vlijmscherp" riep hij
nog en keerde zich toen om, om te ver
trekken.
Als een lopend vuurtje verspreidde zich
het bericht door de stad. dat Wilhem Teil
veroordeeld was om een appel van het
hoofd van zijn zoontje te schieten en
iedereen was verontwaardigd. Hoe licht
kon het gebeuren dat 'de vader alleen al
door zenuwachtigheid geen vaste en ze
kere hand had.
HET BEROEMD GEWORDEN SCHOT
De gehele avond werden de kansen
voor Wilhem Teil besproken door de
bevolking en de soldaten. De meesten
twijfelden niet aan het zekere schot,
maar anderen, en dat waren vooral de
mannen die zelf ook kinderen hadden,
waren er niet zo gerust op. Een kleine
afwijking van de pijl zou het leven van
het kind kunnen kosten.
Uren te voren stond het marktplein al
overvol. De landvoogd zelf wilde getui
ge zijn van de angst van de vader. Om
geven door een erewacht nam hij plaats
vlak bij de jongen, die aan een boom
werd vastgebonden.
Met opgeheven hoofd en een wat bleek
gezicht kwam Wilhelm Teil tussen een
paar soldaten aangelopen.
„Maak de jongen los, hij is flink ge
noeg om stil te kunnen staan" riep de
vader een soldaat toe, die in de nabij
heid stond.
De kleine Willem, als twaalfjarige jon
gen, begreep heel goed de moeilijke toe
stand waarin zijn vader verkeerde maar
ondanks dat. lachte hij hem bemoedigend
toen en toen de landvoogd zelf hem de
appel op het hoofd zette, verstrakte hij
zijn houding en bleef rechtop onbeweeg
lijk tegen de boom staan.
Wilhelm Teil nam uit de koker één
van de twee pijlen die hij bij zich had en
spande zijn boog. De toeschouwers ke
ken roerloos toe en het was doodstil toen
de pijl uit de boog naar het doel door
de lucht suisde. Een gejuich steeg op
toen de pijl midden in de appel bleef
i steken. Men omarmde Wilhelm Teil en
j menige stoere man wreef een traan weg.
zó hevig was de spanning geweest.
Gessier stak ook zijn bewondering
niet onder 6toelen of banken. Hij felici
teerde de knappe schutter met het grote
i suces en benoemde hem tot een lid van
j zijn lijfwacht. Waar zou hij immers vei-
i liger kunen zijn dan in de nabijheid van
deze held?
Nadat Wilhelm Teil zijn zoontje om
helsd had werd hij bij de landvoogd ge
roepen.
„Ik zie dat je nog een pijl bij je hebt
Wilhelm Teil", merkte de landvoogd op.
„Wanneer ik mijn doel gemist had,
was deze pijl voor u geweest", zei hij
onverschrokken, waarop de landvoogd
zó kwaad werd over deze verregaande
brutaliteit dat hij hem weer gevangen
liet zetten. Het volk begon te schreeu
wen en te roepen over deze ongehoorde
onrechtvaardigheid en wilde hem te lijf
maar zijn soldaten, die voor hun leven
vreesden, beschermden hem en brachten
hem veilig naar de kazerne.
Nu werd bepaald dat Wilhelm Teil op
een kasteel aan de overzijde van het
Vierwoudstedenmeer, in een onderaardse
kerker zou gevangen gezet worden en
daartoe werd de volgende dag al een
boot gereed gemaakt.
In alle stilte werd Wilhelm Teil er heen
gebracht en geboeid onder in het ruim
gezet Later kwam de landvoogd met
veel pracht en praal aangereden en toen
ieder aan boord was, vertrok men naar
de overkant. Dreigend zag de lucht er
uit, een voorteken dat er storm op komst
was. Men waarschuwde de landvoogd om
de reis een dag uit te stellen want de
Zwitsers kenden de kracht van deze
storm, de föhn. Dan kookte en golfde het
water. Diepe draaikolken maakten het
varen levensgevaarlijk maar de land
voogd wilde van geen uitstel weten. Zijn
wil was immers wet.
Wordt vervolgd.
MIJN NATUURDAGBOEK
(door Elsje)
Het kerkhof zelf is heel indrukwek
kend. De lange rijen witte kruisen met
de bloemperkjes er voor, doen je weer
even denken aan de verschrikkingen van
de oorlog. Aan het eind van het kerkhof
staat een groot wit kruis, dat je al in de
verre omtrek kunt zien.
Op de terugweg zijn we niet door de
„hel" gegaan maar langs de H. Land
stichting en toen we daar eenmaal waren
hebben we meteen maar de H. Land
stichting bezocht.
Indrukwekkend is de kerk van de
eeuwig-durende aanbidding aan het eind
van de oprijlaan. Het was er propvol
langzaam schuifelende voeten en de vele
bezoekers stoorden de stilte. Dat was
jammer. Dit is een plaats waar intens
gebeden kan worden. Achter deze kerk
die door zijn twee hoog oprijzende torens
de hele omtrek beheerst, zagen we al
dadelijk de berg Golgotha met de drie
kruisen. We sloten ons aan bij een club
mensen, die door een pater rondgeleid
werden en die al vertellend en uitleg
gend van de ene beeldengroep naar een
andere bezienswaardigheid ging. Lang
hebben we stilgestaan bij het huisje van
Nazareth en we zagen in gedachten Ma
ria al spinnend, wevend en werkend be
zig. Een joodse tempel met de gebeds
rollen vonden we ook heel interessant en
niet te vergeten een herberg met de
drinkplaatsen voor de kamelen. Op het
laatste waren we te moe om verder nog
mee te luisteren. Het was trouwens al
laat geworden en we besloten naar huis
te gaan en voor een bezoek aan de H.
Landstichting zeker nog een ochtend of
tig dat er geen palmen, olijfbomen en
cactussen groeiden, dan zou het hele
maal echt geweest zijn. De stichter van
deze-stichting heeft alles zoveel mogelijk
echt nagebootst door met architecten
zelf naar het H. Land te gaan en alles na
laten meten.
Wordt vervolgd.
Correspondentie
Ineke Spierenburg, R.A.Veen. Van jou
ligt er al heel lang een verhaaltje te
wachten over:
Wij zijn op kamp geweest van 2227
Augustus.
's Morgens zijn we eerst naar de H.
Mis geweest en daarna gingen we naar
het clubhuis om te ontbijten; maar we
aten niet veel, zo zenuwachtig waren we.
Het duurde lang eer de bus kwam. Ein
delijk kwam hij toch en stopte bij Klein.
Het sjouwen van onze spullen duurde
niet lang en al gauw zaten we in de bus
en reden we weg. Onderweg hebben we
gezongen tot we er schor van waren.
Een kind naast me werd nog ziek onder
het rijden, nou dat was geen pretje Na
dat we een heel eind gereden hadden
gingen we ineens de laagte in. De chauf
feur zei, dat we nu de Maastunnel in
gingen. Het was daar heel mooi en tel
kens lazen we op een bordje: let op. We
waren er ook weer gauw uit en toen
reden we weer op de gewone weg. Ein
delijk zagen we een bord waarop stond:
Ulvenhout. De grote gidsen die daar ge
kampeerd hadden stonden al op ons te
wachten en toen ze ons zagen was het
een zwaaien van belang. Die andere
gidsen hielpen ons mee sjouwen naar
de stal waar we onze spullen moesten
bergen. Na een half uur stapten de
grote gidsen in de bus en reden terug.
Wij zwaaiden tot we ze niet meer kon
den zien. De Guido riep ons dat we
gauw alles moesten uitpakken. Eerst
moesten we zelf een kapstokje maken
om onze jas en jurk op te hangen.
Daarna moesten we onze strozak vullen.
Ik was gauw klaar, want mijn zusje had
geholpen. Ik ging nu gauw een ander
helpen. Toen de bedden klaar waren
gingen we naar buiten, naar een groot
grasveld waar we eerst een keuken, een
tafel en een kookvuur moesten maken.
Toen pas kon de Guido het eten koken.
Tegen dat het eten gaar was gingen we
de tafel dekken en daarna eten. Na het
'bidden moesten we samen afwassen er
dat was gauw klaar.
We gingen ons avondgebed bij het Ma
riakapelletje bidden en toen was er nog
tijd voor een speurtocht. We moesten
allemaal een briefje zoeken waarop
stond wat je moest doen. Het was al laat
geworden en we moesten naar de stal
terug om onze handen te gaan wassen,
de tanden te poetsen en je pyama aan te
doen. De Guido's kwamen ons een nacht
zoen geven en een slaapliedje zingen en
toen moesten we gaan slapen.
We konden maar niet slapen en toen
zei een van ons: „Weet je wat, we gaan
een verhaaltje vertellen". Opeens hoor
den we de Guido aan komen en gauw
kropen we onder de dekens. Toch duurde
het nog heel lang eer we sliepen. Het
was ook zo vreemd, die eerste nacht.
Elly Hoogenboom. Rijpwetering heeft
ook al zitten kijken of haar verhaal ein
delijk eens aan de beurt kwam.
ONDEUGEND ANNELIESJE
Anneliesje is een meisje van vijf jaar.
Ze is de oudste thuis. Ze heeft ook nog
een broertje van vier en een zusje van
twee jaar. MaarrAnneliesje heeft
een grote fout, ze is heel erg ongehoor
zaam. Luister maar eens.
Anneliesje is nu ziek. Ze heeft 'n zwa
re kou gevat en moet op bed blijven lig
gen anders wordt ze niet beter. Maar als
moeder even weg is, gaat ze altijd haar
bed uit en weet je wat ze dan gaat doen?
Ze gaat naar het raam, doet het open en
hangt over de vensterbank naar buitên.
Als ze moeder aan hoort komen gaat ze
weer heel gauw stil in bed liggen. Maar
op een dag toen Annelies weer uit het
raam hing kwam moeder onhoorbaar
boven en toen zag ze pas hoe het kwam
dat Annelies zo achteruitging. Moeder
was erg boos en voortaan liet ze Annie
de Graaf een buurmeisje op haar passen.
Toen 'werd ze beter en mocht eindelijk
weer buiten spelen.
Achter het huis was de tuin maa:
mocht de tuin niet uit. Ze speelde er
helemaal alleen met de pop en dat be
gon haar te vervelen. Ze liep naar het
hekje, opende het en holde de weg op.
„Ik ga naar het bos", zei ze in zichzelf.
Ze liep nu het bospad regelrecht af,
sloeg nog een paar maal links af en was
tenslotte helemaal verdwaald. Ze was
doodmoe en ging rusten op het zachte
mos. Ze wilde na een poos weer verder
gaan zoeken toen opeens.... sprongen
er een heleboel kabouters achter een
boom vandaan en vormden een grote
kring om Anneliesje. Ze werd bang en
begon te huilen. Nu stoven de kabouters
op haar af, bonden een touw om haar
handen en middel en zo sjorden ze haar
mee of ze wilde of niet. Ze liepen naar
een dichte struik.
„Waar moet ik heen?" jammerde ze.
Maar de kabouters antwoordden niet. Ze
kropen onder de struik, openden een
luikje en gingen toen met haar de trap
af tot een gouden deurtje. Ze klopten
aan. „Binnen", riep een stem. De ka
bouters openden de deur en nu stonden
ze in een prachtige zaal. Achterin de
zaal stond een prachtige troon waarop de
kabouter-koning zat.
Oei. oei, wat keek de koning boos toen
hij Anneliesje zag. Ze moest tot vlak bij
de koning komen.
„Zo", sprak de koning, „ik ken jou wel
Jij bent Annelies van Dam en nu moet
jij me eens vertellen hoe jij hier in onze
tuin komt".
„Ik, ik.... ben weggelopen, en en....
toen wist ik de weg niet meer. En toen
pakten de kabouters mij mee".
„Ja", zei de koning, „ik begrijp dat je
heel erg ongehoorzaam bent geweest".
Toen zei hij tegen de kabouters: „Breng
haar naar de gevangenis. Daar kan ze
twee dagen en twee nachten in blijven zit
ten. Dan kan ze Eigenwijs gezelschap
houden en dan kunnen Spillebeen en.
Puntmuts de boodschap aan haar moe
der brengen".
O, o.o, wat huilde Anneliesje, maar of
ze wilde of niet, ze moest de gevangenis
in. Hé, hé, wat duurden die twee dagen
lang, maar eindelijk waren ze toch om
en mocht ze naar huis. Ze wist echter de
weg niet. Toen nam Spillebeen haar op
zijn rug en rende in volle vaart rnet
haar naar de rand van het bos. Het
laatste endje moest ze alleen maar gaan.
Thuis kreeg ze ook nog straf maar na
die tijd is Anneliesje nooit meer stie-
kum of ongehoorzaam geweest.
Marijke Raaphorst, Leiden. Was dat
voor de eerste keer Marijke, dat je met
ons mee deed? De woordjes waren pri-
Toni en Anton Toussaint, Leiden. Wel
kom twee nieuwe vriendjes. In welke
klas zit Anton? Maar goed je best doen
op school dan leer je wel mooi schrijven.
Jullie houden zeker veel van tekenen.
Elske en Hnnbje vap Remundt, Leiden
Wanneer zie ik jou weer eens met een
verhaaltje Elske?
Clazien Jufferraans, Leiden. In de
kerstvacantie moet je ons maar eens een
lange brief schrijven. Het huiswerk gaat
nu voor.
Lia v. d. Star, Bodegraven. Heb je die
verborgen boomnamen zelf gevonden?
Vond je 't moeilijk? Veel kinderen wis
ten er geen weg mee. Dag Lia.
Toon van Niekerk, Bodegraven; Ge
rard Keyzer, Ter Aar; Elly Driehuis, Bo
dergaven; Hans v. d. Boog, Leiden; Cor-
ry Hoogenboom, Hoogmade en Ria Rot
teveel, Rijpwetering stuurden ons per
briefkaart de oplossingen. Alles was
Dag kinders, Volgende weer verder.
TANTE JO EN OOM TOON
(100)
Ris ik hen raar hier lok, ren re
verloren'Ik ben atftd maareen
nietsnut geweest en ik rou gaar
ne hebben, dat Jeroen trotsf'
CIk sein niet!Ikmp
dime nog liever op de
rotsen te pletter!
opmiwas!)
sip