Wie puzzelt mee De Kleppende ZATERDAG 26 NOVEMBER 1955 DE LEIDSE COURANT VIERDE BLAD - PAGINA 2 Horizontaal: 1. madonna-beeld, dragende bet dode lichaam van Je zus op de schoot, 4. breinaald, 7. vrouw van Jacob, 8. deel van het aangezicht, 9. huisdier, 10. deel van een auto, 11. snoer van een hengel, 13. pronk, 15. spoedig, 17. graansoort, 19. rietpalm (Mal.), 22. boom, 24. verhindering, 26. vis, 27. vaarwel, 28. lengtemaat, 30. Europeaan, 32. langzaam (muziek), 35. geestelijke, 37. graafwerktuig, 39. zeker spel met schijfjes, 40. jongensnaam, 42. ik (Lat.), 43. metaalsoort, 44. komt van de schapen, 45. telwoord (Eng.), 46. bosgod, 47. stok. Verticaal: 1. nachtjapon, 2. afzon derlijk, 3. steeds, 4. stad in Opper- Italië, 5. altoos, 6. bedektbloeiende plant, 8. metaalsoort, 12. gemeen schappelijke weide, 14. voorvoegsel, 16. jong, dun takje, 18. bitter vocht, 20. vreemde munt, 21. zot, 22. tel woord, 23. bosgod, 24. schel, 25. boomloot, 28. wijnsoort, 29. niet har de slag, 31. boom, 33. troefkaart, 34. mondeling, 36. ijverig, 37. voetstap, 38. bloem, 39. wijfje van het edel hert, 41. roodachtig, 44. flauw. Oplossingen tot en met Donderdag aan het Bureau van ons blad. OPLOSSING VORIGE WEEK. Horizontaal: 1. profeet, 7. Andreas, 13. meter, 14. pioen, 15. arme, 17. me lis, 19. Mina, 21. nee, 23. kas, 25. Gen. 26. teller, 29. gevest, 31. olie, 32 zone, 33. raffia, 37. meloen, 41. Aar, 42. lik, 44. Ria, 45. knar, 47. Weert, 49. bang, 50. Meden, 52. Ieren, 54. treurig, 55. Brussel. Verticaal: 1. plant, 2. Ommel, 3. fee, 4. et, 5. Eem, 6. trek, 7. apis, 8. nis, 9. do, 10. rem, 11. enige, 12. spant, 16. ree, 18. laf, 20. Nes, 22. le lie, 24. genet, 27. lof, 28. Ria, 29. gom, 30. vel, 33. raket, 34. aan, 35. frame, 36. die, 38. orans, 39. ein, 40. nagel, 42. leng, 43. krib, 46. reu, 47. wei, 48. ter, 49. bes, 51. Dr., 53. Ru. De taart is deze week voor C. Th. Omtzigt, Hoge Rijndijk 157, Leider dorp, het sieraad Stiefelhagen, Storm Buysingstaat 39, Leiden en het boek: D. Kniest, Duinzichtstraat 44, Oegst- geest. Aetherklanken ZONDAG Televisieprogramma's N.T.S.: Eurovisie: Rep Ecangelische kerkdienst oip de le Advent. HILVERSUM I, 402 M. 8.00 NCRV. 8.30 IKOR. 9.30 KRO. 17.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO. NQRV: 8.00 Nieuws en weerber. 8.15 Orgelconcert. IKOR 8.30: Vroeg dienst. KRO: 9.30 Nieuws. 9.45 Gram. 9.55 Plechtige Hoogmis. 11.30 Gram. 11.45 Viool en piano. 12.15 Gram. 12.20 Apologie. 12.40 Adventsmuz. 12.55 j Zonnewijzer. 13.00 Nieuws en kath. nieuws. 13.10 Gram. 13.40 Boekbepr. 1-3.55 Gram. 14.00 Voor de kinderen. 14.30 Concertgebouworkest en soliste. 15.30 Boekbespreking voor de jeugd. 15.40 Metropoleorkest en solist. 16.15 Sport. 16.30 Vespers. NCRV: 17.00 Ge reformeerde kerkdienst 18.30 „Das jüngste Gericht" (I), oratorium. 19.00 Boekbespreking. 19.05 Nieuws uit de kerken. 19.15 Alt en orgel. 19.30 „Als wij bidden", cans. KR/O: 19.45 Nieuws. 20.00 De springplank. 20.20 Act. 20.35 De gewone man. 20.40 Gram. 21.05 „Grafschrift op de wolken", hoorspel. 21.45 Radiohpilharm. orkest, klein koor en sol. 22.35 Gram. 22.45 Avond gebed en lit. kal. 23.00 Nieuws. 23.15 Clavecinubelrecital. 23.3524.00 Gram. HILVERSUM II, 298 M. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.30 ILOR. lï.00 AVRO. 17.00 VPRO. 17.30 VARA. 20.00—24.00 AVRO. VAiRA: 8.00 Nieuws. 8.18 IJs en wederdienende. 9.45 „Geestelijk le ven", caus. VPRO: 10.00 „Geef het door", caus. 10.05 Voor de jeugd. IKOR: 10.30 Oud. kath. kerkdienst. AVRO: 12.00 Lichte muz. 12.30 Sport- spiegel. 1-2.35 „Even afrekenen, He ien!" 12.45 Politiekapel en kinder koor. 13.00 Nieuws. 13.10 Meded. of gram. 13.15 Voor de jeugd. 13.25 Voor de militairen. 14.00 Boekbespreking. 14.20 Strijkkwart. 14.40 „De zwerf tochten van Odysseus", hoorspel. 15.05 Strijkkwart. 15.35 Surinaamse volks- muz. 15.50 Promenade orkest en so list 16.30 Sportrevue. VPRO: 17.00 „Kiezen", caus. 17.15 „Het platteland nu", caus. 17.30 Voor de jeugd. 17.50 Sportjourn. 18.15 Nieuws en sportuit- zending. 1'8.30 Amus. muz. 19.00 Dis cussie. 19.30 Cabaret. AVRO: 20.00 Niéuws. 20.05 Gevar. muz. 20.50 „Johnny Perikel", hoorspel. 21.45 Dis co-causerie. 21.45 Spaanse en Zuid- Amerikaanse muz. 22.20 Radiojourn. 22.30 Gram. 23.00 Nieuws. 23.15 Act. of. gram. 23.35-24.00 „Met de Franse slag. MAANDAG HILVERSUM I, 402 M. 7.00—24.00 NCRV. NQRV: 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws en weerberichten. 8.15 Sportuitslagen. 8.25 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor d ehuisvrouiw. 9.35 Waterstan den. 9.40 Gevar. programma. 10.10 Gram. 10.30 Morgendienst 11.00 Gram. 11.20 Gevar. programma. 12.25 Voor boer en tuinder. 12.3-0 Land- en tuinbouwmededelingen. 12.33 Lichte muz. 12.53 Gram. en act. 13.00 Nieuws. 13.15 Lichte muz. 13.45 Gram. 14.05 Schoolradio. 14.35 Gram. 14.45 Voor de vrouw. 15.15 Gram. 15.35 Viool en piano. 1-6.00 Bijbeloverdenking. 16.30 Vocaal kwartet. 17.00 Voor de kleu ters. 17.15 Voor de jeugd. 17.30 Gram. 17.40 Beursber. 17.45 Regei'ingsuitz.: Rijksdelen Overzee: dr. H. J. T. Bijl mer: „Gezondheidszorg op Nieuw Gui nea in internationaal verband". 18.00 Koorzang. 18.20 Sport. 18.30 Gram. 18.40 Engelse les. 19.00 Nieuws en weerberichten. 19.10 Orgelconcert. 19.30 Pari. commentaar. 19.45 Beiaard spel. 20.00 Radiokrant. 20.20 Koor zang. 20.45 „De Achtergrond", hoor spel. 21.30 Gram. 21.45 Metropole ork. 22.25 Kamerorkest. 22.45 A-vondover- denking. 23.00 Nieuws. 23.15 Gram. 23.4024.00 Evangelisatie-uitzending. HILVERSUM II, 298 M. 7.00—24.00 AVRO. AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gym. 7.25 Gram. 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 9.00 Idem. 9.10 Voor de vrouw. 9.15 Gram. 9.40 Morgenwijding. 10.00 Gram. 11.00 „De Memoires van Harry Truman", caus. 11.15 RadiophiLharm. orkest 11.45 Voordracht. 12.00 Lichte muz. 12.30 Land- en tuinbouwmededelin gen. 12.35 Voor het platteland. 12.45 Lichte muz. 13.00 Nieuws. 13.15 Me dedelingen en gram. 13.2(5 Tiroler- muz. 13.55 Koersen. 14.00 Sopraan en piano. 14.30 Discussie. 14.50 Orgelspel. 18.30 Hollandse liedjes. 19.00 Muz. caus. 19.15 Luit- en gamlbamuz. 19.45 Regeringsuitzending: Landbouwru- briek: 1. het bouwen van pluimvee in de winter; 2. fosfaatbemesting in de tuinbouw. 20.00 Nieuws. 20.05 Gevar. programma. 22.30 Sport. 23.00 Nieuws. 23.15 Radiojourn. 23.25—24.00 „Front- Dokter: „Jawat u mankeertIk zal maar zeggen.. huis was, zou 't afgebroken moeten worden!" Somber. Gisteravond is die snui ter, hier geweest, met wie je de laat ste maanden naar danspartijtjes bent geweest; hij vroeg je hand en ik heb toegestemd. Maar lieve vader, hoe hebt u dat nu kunnen doen; ik kan niet zonder moeder leven. Goed, goed, kind; ik wil je geluk niet in de weg staan! Neem moeder maar mee. Meer. Paps, Wim en ik willen trouwen, hoeveel geld denkt u dat we nodig hébben? Meer. Onafscheidelijk. Willem en Ger- rit hebben gisteravond oip een ver schrikkelijke manier in de kroeg ge vochten. Willem en Gerrit? Ik dacht, dat die onafscheidelijk waren? Dat waren ze ook bijna; we héb ben met z'n zessen tien minuten werk gehad voor ze van elkaar waren. De kunst. Dit is nu een pudding uit grootmoeders tijd. Hoe héb je die al die tijd goed kun nen houden? Bemoedigend. Bokser: Dat i6 een hele wandeling van de kleedkamer naar de ring. Tegenstander: „Maak je niet be zorgd, je zult het niet terug behoe ven te lopen". Onmogelijk. „Zouden de bewo ners van Mars onze radiouitzendin- gien kunnen beluisteren?" „Onmogelijk! Ze kunnen hun toe stel ndet aarden". Voor hem niet. Onderwijzer: „Als jij zo doorgaat met schrijven, kan je niets bereiken in de maatschappij!" Jantje: „Best hooor! Ik wordt dok ter". Onderwijzer (woedend): „Maar verbeeld je niet, dat ik apotheker ben". Ging 'm aan 't hart. Het gezelschap was uit de bus ge stapt en keek naar de waterval. „Wat zonde, dat al dat water ver loren gaat", zuchtte een heertje. „Hebt u een zaak?", informeerde een ander. „Ja, 'n melkzaak", antwoordde het heertje. 'n Klein kansje. Hij: „Alweer uitstel! Dat heb je me vorige maand ook al gevraagd. Waarom denk je eigenlijk, dat je de volgende maand wel weet, of je van me houdt?" Zij: „Omdat die een dag meer heeft!" WILHELM TELL (naverteld door Gerda) „Ja. dat is mijn vader, en ik leer ook al goed schieten, we oefenen iedere dag", antwoordde de jongen helemaal niet bang. Op hetzelfde ogenblik bedacht de wre de landvoogd een boos plan. Hij zou het volk voor hem laten sidderen en beven. „Haal zijn vader hier, en breng hem voor me", gelastte hij. Een soldaat voldaad aan dit bevel en haalde Wilhelm Teil uit zijn gevangenis. Eerst was hij verheugd. Dit betekende misschien zijn vrijheid maar toen hij op de binnenplaats zijn zoontje zag staan vlak bij die wreedaard bekroop hem een anstig voorgevoel. „Ik heb van je roem als scherpschut ter gehoord Wilhelm Teil", begon de landvoogd, „nu geef ik je een kans om je vrijheid terug te krijgen. Morgenoch tend om 10 uur moet je, ten aanschouwe van alle aanwezige soldaten, op de markt een appel, die we op het hoofd van je zoontje zullen plaatsen, wegschieten. Be grepen Wilhelm Teil?" Het duizelde Wilhelm Teil. Mijn hemel wat een opdracht. Alleen al de gedachte dat hij de moordenaar van zijn eigen kind zou kunnen zijn, als de pijl zou missen, deed hem de haren te berge rij zen. Gessier had plezier in de angst van de Vader, daaron had hij juist gerekend. „Je maakt je pijl maar vlijmscherp" riep hij nog en keerde zich toen om, om te ver trekken. Als een lopend vuurtje verspreidde zich het bericht door de stad. dat Wilhem Teil veroordeeld was om een appel van het hoofd van zijn zoontje te schieten en iedereen was verontwaardigd. Hoe licht kon het gebeuren dat 'de vader alleen al door zenuwachtigheid geen vaste en ze kere hand had. HET BEROEMD GEWORDEN SCHOT De gehele avond werden de kansen voor Wilhem Teil besproken door de bevolking en de soldaten. De meesten twijfelden niet aan het zekere schot, maar anderen, en dat waren vooral de mannen die zelf ook kinderen hadden, waren er niet zo gerust op. Een kleine afwijking van de pijl zou het leven van het kind kunnen kosten. Uren te voren stond het marktplein al overvol. De landvoogd zelf wilde getui ge zijn van de angst van de vader. Om geven door een erewacht nam hij plaats vlak bij de jongen, die aan een boom werd vastgebonden. Met opgeheven hoofd en een wat bleek gezicht kwam Wilhelm Teil tussen een paar soldaten aangelopen. „Maak de jongen los, hij is flink ge noeg om stil te kunnen staan" riep de vader een soldaat toe, die in de nabij heid stond. De kleine Willem, als twaalfjarige jon gen, begreep heel goed de moeilijke toe stand waarin zijn vader verkeerde maar ondanks dat. lachte hij hem bemoedigend toen en toen de landvoogd zelf hem de appel op het hoofd zette, verstrakte hij zijn houding en bleef rechtop onbeweeg lijk tegen de boom staan. Wilhelm Teil nam uit de koker één van de twee pijlen die hij bij zich had en spande zijn boog. De toeschouwers ke ken roerloos toe en het was doodstil toen de pijl uit de boog naar het doel door de lucht suisde. Een gejuich steeg op toen de pijl midden in de appel bleef i steken. Men omarmde Wilhelm Teil en j menige stoere man wreef een traan weg. zó hevig was de spanning geweest. Gessier stak ook zijn bewondering niet onder 6toelen of banken. Hij felici teerde de knappe schutter met het grote i suces en benoemde hem tot een lid van j zijn lijfwacht. Waar zou hij immers vei- i liger kunen zijn dan in de nabijheid van deze held? Nadat Wilhelm Teil zijn zoontje om helsd had werd hij bij de landvoogd ge roepen. „Ik zie dat je nog een pijl bij je hebt Wilhelm Teil", merkte de landvoogd op. „Wanneer ik mijn doel gemist had, was deze pijl voor u geweest", zei hij onverschrokken, waarop de landvoogd zó kwaad werd over deze verregaande brutaliteit dat hij hem weer gevangen liet zetten. Het volk begon te schreeu wen en te roepen over deze ongehoorde onrechtvaardigheid en wilde hem te lijf maar zijn soldaten, die voor hun leven vreesden, beschermden hem en brachten hem veilig naar de kazerne. Nu werd bepaald dat Wilhelm Teil op een kasteel aan de overzijde van het Vierwoudstedenmeer, in een onderaardse kerker zou gevangen gezet worden en daartoe werd de volgende dag al een boot gereed gemaakt. In alle stilte werd Wilhelm Teil er heen gebracht en geboeid onder in het ruim gezet Later kwam de landvoogd met veel pracht en praal aangereden en toen ieder aan boord was, vertrok men naar de overkant. Dreigend zag de lucht er uit, een voorteken dat er storm op komst was. Men waarschuwde de landvoogd om de reis een dag uit te stellen want de Zwitsers kenden de kracht van deze storm, de föhn. Dan kookte en golfde het water. Diepe draaikolken maakten het varen levensgevaarlijk maar de land voogd wilde van geen uitstel weten. Zijn wil was immers wet. Wordt vervolgd. MIJN NATUURDAGBOEK (door Elsje) Het kerkhof zelf is heel indrukwek kend. De lange rijen witte kruisen met de bloemperkjes er voor, doen je weer even denken aan de verschrikkingen van de oorlog. Aan het eind van het kerkhof staat een groot wit kruis, dat je al in de verre omtrek kunt zien. Op de terugweg zijn we niet door de „hel" gegaan maar langs de H. Land stichting en toen we daar eenmaal waren hebben we meteen maar de H. Land stichting bezocht. Indrukwekkend is de kerk van de eeuwig-durende aanbidding aan het eind van de oprijlaan. Het was er propvol langzaam schuifelende voeten en de vele bezoekers stoorden de stilte. Dat was jammer. Dit is een plaats waar intens gebeden kan worden. Achter deze kerk die door zijn twee hoog oprijzende torens de hele omtrek beheerst, zagen we al dadelijk de berg Golgotha met de drie kruisen. We sloten ons aan bij een club mensen, die door een pater rondgeleid werden en die al vertellend en uitleg gend van de ene beeldengroep naar een andere bezienswaardigheid ging. Lang hebben we stilgestaan bij het huisje van Nazareth en we zagen in gedachten Ma ria al spinnend, wevend en werkend be zig. Een joodse tempel met de gebeds rollen vonden we ook heel interessant en niet te vergeten een herberg met de drinkplaatsen voor de kamelen. Op het laatste waren we te moe om verder nog mee te luisteren. Het was trouwens al laat geworden en we besloten naar huis te gaan en voor een bezoek aan de H. Landstichting zeker nog een ochtend of tig dat er geen palmen, olijfbomen en cactussen groeiden, dan zou het hele maal echt geweest zijn. De stichter van deze-stichting heeft alles zoveel mogelijk echt nagebootst door met architecten zelf naar het H. Land te gaan en alles na laten meten. Wordt vervolgd. Correspondentie Ineke Spierenburg, R.A.Veen. Van jou ligt er al heel lang een verhaaltje te wachten over: Wij zijn op kamp geweest van 2227 Augustus. 's Morgens zijn we eerst naar de H. Mis geweest en daarna gingen we naar het clubhuis om te ontbijten; maar we aten niet veel, zo zenuwachtig waren we. Het duurde lang eer de bus kwam. Ein delijk kwam hij toch en stopte bij Klein. Het sjouwen van onze spullen duurde niet lang en al gauw zaten we in de bus en reden we weg. Onderweg hebben we gezongen tot we er schor van waren. Een kind naast me werd nog ziek onder het rijden, nou dat was geen pretje Na dat we een heel eind gereden hadden gingen we ineens de laagte in. De chauf feur zei, dat we nu de Maastunnel in gingen. Het was daar heel mooi en tel kens lazen we op een bordje: let op. We waren er ook weer gauw uit en toen reden we weer op de gewone weg. Ein delijk zagen we een bord waarop stond: Ulvenhout. De grote gidsen die daar ge kampeerd hadden stonden al op ons te wachten en toen ze ons zagen was het een zwaaien van belang. Die andere gidsen hielpen ons mee sjouwen naar de stal waar we onze spullen moesten bergen. Na een half uur stapten de grote gidsen in de bus en reden terug. Wij zwaaiden tot we ze niet meer kon den zien. De Guido riep ons dat we gauw alles moesten uitpakken. Eerst moesten we zelf een kapstokje maken om onze jas en jurk op te hangen. Daarna moesten we onze strozak vullen. Ik was gauw klaar, want mijn zusje had geholpen. Ik ging nu gauw een ander helpen. Toen de bedden klaar waren gingen we naar buiten, naar een groot grasveld waar we eerst een keuken, een tafel en een kookvuur moesten maken. Toen pas kon de Guido het eten koken. Tegen dat het eten gaar was gingen we de tafel dekken en daarna eten. Na het 'bidden moesten we samen afwassen er dat was gauw klaar. We gingen ons avondgebed bij het Ma riakapelletje bidden en toen was er nog tijd voor een speurtocht. We moesten allemaal een briefje zoeken waarop stond wat je moest doen. Het was al laat geworden en we moesten naar de stal terug om onze handen te gaan wassen, de tanden te poetsen en je pyama aan te doen. De Guido's kwamen ons een nacht zoen geven en een slaapliedje zingen en toen moesten we gaan slapen. We konden maar niet slapen en toen zei een van ons: „Weet je wat, we gaan een verhaaltje vertellen". Opeens hoor den we de Guido aan komen en gauw kropen we onder de dekens. Toch duurde het nog heel lang eer we sliepen. Het was ook zo vreemd, die eerste nacht. Elly Hoogenboom. Rijpwetering heeft ook al zitten kijken of haar verhaal ein delijk eens aan de beurt kwam. ONDEUGEND ANNELIESJE Anneliesje is een meisje van vijf jaar. Ze is de oudste thuis. Ze heeft ook nog een broertje van vier en een zusje van twee jaar. MaarrAnneliesje heeft een grote fout, ze is heel erg ongehoor zaam. Luister maar eens. Anneliesje is nu ziek. Ze heeft 'n zwa re kou gevat en moet op bed blijven lig gen anders wordt ze niet beter. Maar als moeder even weg is, gaat ze altijd haar bed uit en weet je wat ze dan gaat doen? Ze gaat naar het raam, doet het open en hangt over de vensterbank naar buitên. Als ze moeder aan hoort komen gaat ze weer heel gauw stil in bed liggen. Maar op een dag toen Annelies weer uit het raam hing kwam moeder onhoorbaar boven en toen zag ze pas hoe het kwam dat Annelies zo achteruitging. Moeder was erg boos en voortaan liet ze Annie de Graaf een buurmeisje op haar passen. Toen 'werd ze beter en mocht eindelijk weer buiten spelen. Achter het huis was de tuin maa: mocht de tuin niet uit. Ze speelde er helemaal alleen met de pop en dat be gon haar te vervelen. Ze liep naar het hekje, opende het en holde de weg op. „Ik ga naar het bos", zei ze in zichzelf. Ze liep nu het bospad regelrecht af, sloeg nog een paar maal links af en was tenslotte helemaal verdwaald. Ze was doodmoe en ging rusten op het zachte mos. Ze wilde na een poos weer verder gaan zoeken toen opeens.... sprongen er een heleboel kabouters achter een boom vandaan en vormden een grote kring om Anneliesje. Ze werd bang en begon te huilen. Nu stoven de kabouters op haar af, bonden een touw om haar handen en middel en zo sjorden ze haar mee of ze wilde of niet. Ze liepen naar een dichte struik. „Waar moet ik heen?" jammerde ze. Maar de kabouters antwoordden niet. Ze kropen onder de struik, openden een luikje en gingen toen met haar de trap af tot een gouden deurtje. Ze klopten aan. „Binnen", riep een stem. De ka bouters openden de deur en nu stonden ze in een prachtige zaal. Achterin de zaal stond een prachtige troon waarop de kabouter-koning zat. Oei. oei, wat keek de koning boos toen hij Anneliesje zag. Ze moest tot vlak bij de koning komen. „Zo", sprak de koning, „ik ken jou wel Jij bent Annelies van Dam en nu moet jij me eens vertellen hoe jij hier in onze tuin komt". „Ik, ik.... ben weggelopen, en en.... toen wist ik de weg niet meer. En toen pakten de kabouters mij mee". „Ja", zei de koning, „ik begrijp dat je heel erg ongehoorzaam bent geweest". Toen zei hij tegen de kabouters: „Breng haar naar de gevangenis. Daar kan ze twee dagen en twee nachten in blijven zit ten. Dan kan ze Eigenwijs gezelschap houden en dan kunnen Spillebeen en. Puntmuts de boodschap aan haar moe der brengen". O, o.o, wat huilde Anneliesje, maar of ze wilde of niet, ze moest de gevangenis in. Hé, hé, wat duurden die twee dagen lang, maar eindelijk waren ze toch om en mocht ze naar huis. Ze wist echter de weg niet. Toen nam Spillebeen haar op zijn rug en rende in volle vaart rnet haar naar de rand van het bos. Het laatste endje moest ze alleen maar gaan. Thuis kreeg ze ook nog straf maar na die tijd is Anneliesje nooit meer stie- kum of ongehoorzaam geweest. Marijke Raaphorst, Leiden. Was dat voor de eerste keer Marijke, dat je met ons mee deed? De woordjes waren pri- Toni en Anton Toussaint, Leiden. Wel kom twee nieuwe vriendjes. In welke klas zit Anton? Maar goed je best doen op school dan leer je wel mooi schrijven. Jullie houden zeker veel van tekenen. Elske en Hnnbje vap Remundt, Leiden Wanneer zie ik jou weer eens met een verhaaltje Elske? Clazien Jufferraans, Leiden. In de kerstvacantie moet je ons maar eens een lange brief schrijven. Het huiswerk gaat nu voor. Lia v. d. Star, Bodegraven. Heb je die verborgen boomnamen zelf gevonden? Vond je 't moeilijk? Veel kinderen wis ten er geen weg mee. Dag Lia. Toon van Niekerk, Bodegraven; Ge rard Keyzer, Ter Aar; Elly Driehuis, Bo dergaven; Hans v. d. Boog, Leiden; Cor- ry Hoogenboom, Hoogmade en Ria Rot teveel, Rijpwetering stuurden ons per briefkaart de oplossingen. Alles was Dag kinders, Volgende weer verder. TANTE JO EN OOM TOON (100) Ris ik hen raar hier lok, ren re verloren'Ik ben atftd maareen nietsnut geweest en ik rou gaar ne hebben, dat Jeroen trotsf' CIk sein niet!Ikmp dime nog liever op de rotsen te pletter! opmiwas!) sip

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1955 | | pagina 14