Minister handhaaft zijn standpunt
inzake het gratiebeleid
Geen minachting van kerkelijke
zijde voor burgerlijke wet
Justitie in de Tweede Kamer
Overdreven onrust bij niet-katholieken
DOilDr. DA., 2-1 NOVEMBER 1955
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD - PAGINA
Van Rijckevorsel. Er waren rede
nen om het „onaanvaardbaar" niet
uit te spreken. Hij heeft de mogelijk
heid tot overleg opengelaten.
De minister verklaart geen aan
leiding te hebben in te gaan op de
opmerkingen inzake het Haarlemse
geval, die merendeels niet tot hem
waren gericht. Overigens vonden zij
reeds beantwoording in de memorie
van antwoord.
De vragen over het onjuiste be
richt omtrent een arrestatie in ver
band met de zaak Anneke Beekman
kan spr. niet met stelligheid beant
woorden. Volgens onderhandse me
dedelingen is het onjuiste bericht
ontstaan door een misverstand tus
sen de Belgische minister van buiten
landse zaken en de Nederlandse am
bassadeur te Brussel. Spr. zegt geen
grond te hebben voor de veronder
stelling, dat er meer achter zou zit
ten. De zaak heeft zich geheel buiten
de sfeer van justitie voltrokken. De
uitlevering van beide veroordeelden
is aan België gevraagd.
Spr. deelt mede, dat justitie geen
disciplinaire maatregelen kan nemen
tegen de hoofdinspecteur van politie
te Maastricht die in activiteit is te
kortgeschoten. Disciplinaire correc
tie komt toe aan de burgemeester. Er
is geen reden om te twijfelen aan de
goede bedoelingen van de hoofdin
specteur.
Politie houdt
vuurwapens
De Tweede Kamer heeft gistermid
dag de eergisteren onderbroken alge
mene beraadslaging over de begro
ting van het departement van justi
tie voortgezet. Gistermiddag hebben
reeds acht leden aan het debat deel
genomen.
De heer GERBRANDY (AR) sluit
zich aan bij de opmerkingen van de
heer Van Ryckevorsel over het inge
trokken wetsontwerp betreffende
wijziging van de wet op de rechte
lijke organisatie.
Spr. gaat daarna in op de verhou
ding tussen het canonieke en het ci
viele, nationale recht. Hij releveert
in verband daarmede het Haarlem
se geval. Z.i. is een buitengewoon
ernstig geval acuut geworden.
De verhouding van het canonieke
en het burgerlijke recht is diep ern
stig, zo betoogt de heer Gerbrandy.
Men heeft de stelling verdedigd,
dat het niet erg is, dat de R.K aan
het canonieke recht vasthouden, om
dat de anderen daar geen nadeel van
hebben. Spr. is echter van mening,
dat deze stelling niet te handhaven
is, omdat aan een huwelijk'rechtsge
volgen zijn verbonden, b.v. met het
oog op de kinderen. Een bezwaar is,
dat de R.K. Kerk rechtsmacht uit
oefent. De kneep zit hierin, -dat de
rechtsmacht wordt opgeëist door de
R.K. Kerk.
Het wordt moeilijk als deze rechts
macht zich uitstrekt tot personen,
die niet tot de R.K. Kerk behoren.
Dat is onontkoombaar.
Ingaande op de botsing tussen
beide reclitssytemen zegt spr., dat
hem een oplossing mogelijk lijkt.
Deze is gesuggereerd door de Paus.
Hij heeft gelezen, dat er van het Va-
ticaan een vermaan is uitgegaan aan
de R.K geestelijkheid in Duitsland
om geen huwelijksinzegening toe te
passen voor het burgerlijk huwelijk
is gesloten.
Juist omdat men in ons land staat
voor de noodzakelijkheid der ont
moeting tussen Rooms-katholieken
en protestanten is het naar sprekers
oordeel bitter nodig, dat deze zaak
wordt opgelost. Hij is benieuwd naar
het standpunt der katholieke kamer
leden.
Vervolgens komt de heer Gerbran
dy te spreken over het gebruik van
gummistok en revolver dioor de po
litie. Bij alle goeds dat hij van de
politie zou kunnen zeggen kan hij
zich niet onttrekken aan de indruk,
dat men iets heeft overgehouden
van onze Oosterburen. Hij merkte
op, dat de politie in Engeland geen
revolver en geen gummistok heeft.
De politie is daar veel méér de hulp
van het publiek.
De heer N. VAN DEN HEUVEL
(KVP) vraagt andermaal contact O]
te nemen met de Stichting van cf
Arbeid over de. wenselijkheid van
een herziening van 't vennootschaps
recht.
De heer STOKMAN (KVP) belicht
de katholieke opvattingen omtrent
huwelijk en huwelijksrecht (zie el
ders in dit blad).
De heer VAN DIS (SG) bepleit de
noodzakelijkheid van het strafbaar
stellen van het misbruiken van Gods
naam.
Hij betoogt, dat het Rome erom
te doen is het Roomse Kerkrecht te
doen gelden boven het Nederlandse
recht. Dat is ook het geval in de
kwestie der Joodse pleegkinderen.
Hij dringt aan op wijziging der
straffen welke worden opgelegd aan
gewetensbezwaarde veehouders, die
zich niet willen aansluiten bij ge
zondheidsorganisaties voor vee.
De Minister van Justitie, de heer
DONKER, herinnert aan de gang
van zaken bij de behandeling van tholieken, die helemaal
het ingetrokken wetsontwerp en de J scherpslijpers mogen worden aange-
daarop ingediende amendementen merkt, zich in hoge mate hebben ver
Het aantal politieke
delinquenten.
Ten aanzien van de opmerkingen
over het gratiebeleid zegt spr., dat er
thans nog slechts een betrekkelijk
klein aantal politieke delinquenten
is, nl 365, van wie 151 levenslang
hebben. Deze behoren tot de zeer
zware gevallen.
Een tijdelijke straf hebben 214 po
litieke delinquenten. Uiterlijk half
1957 zal hiervan een deel voorwaar
delijk in vrijheid worden gesteld,
omdat door toepassing van bevrij-
dingsgratie enz. de 20 jaar is terug
gebracht tot 12 jaar. Voor 150 zal
dit stellig het geval zijn. Dan blijven
nog over de personen, die veel later
zijn gearresteerd of die veroordeeld
zijn tot 20 jaar zonder aftrek van
preventieve hechtenis.
De. minister verklaart geen reden
te hebben tot wijziging van zijn
standpunt ten aanzien van het gra
tiebeleid.
Komende tot de opmerkingen in
zake de verkeersveiligheid zegt spr.,
dat de bedoeling is het strafmaxi
mum te verhogen indien de schuld
van een aanrijding vaststaat als
het alcoholpercenatge in het bloed
een bepaalde percentage overschrijdt
hoopt, dat de zaak vlotter zal lopen.
Tegen het definitief intrekken van
het rijbewijs zijn bezwaren aan te
voeren. Dat moet bij rechterlijk von
nis worden gedaan en daarbij is gra
tie mogelijk. De praktijk leert, dat
degene, die intrekking heeft opge
legd na verloop van tijd zelf bevor
dert, dat de gratiebepaling wordt
toegepast.
Wat het geven van inlichtingen
over verkeersdelicten door de poli
tie betreft zegt spr., dat er een cir
culaire dienaangaande bestaat. Vol
gens deze circulaire mogen door of
vanwege de korpschef mededelingen
worden gedaan binnen de grenzen
van het redelijke, rekening houden
de met de belangen van betrokkenen
en over het strafrechtelijk onder
zoek.
Naar aanleiding van opmerkingen
over het gebruik van wapens dioor
de politie zegt de minister dat rap
port is uitgebracht door een commis
sie ingesteld door de ministers van
binnenlandse zaken en van justitie.
Binnenkort zal een beslissmg wor
den genomen over de richtlijnen, d'e
aan de gemeentebesturen en de
rijkspolitie zullen worden gegeven
nooens het wapengebruik door de
politie.
Spr. zegt niet de verantwoording
op zich te durven nemen de politie
zonder vuurwapens op pad te stu
ren.
Hierna wordt gerepliceerd.
Naar aanleiding van het betoog
van de heer Stokman zegt de heer
OUD (WD) van oordeel te zijn dat
zijn uitdrukking „minachting voor
de burgerlijke wet" niet te sterk is.
Wat de zaak Anneke Beekman
aangaat komt het er alleen op aan,
dat de uitspraak van de rechter zou
worden geëerbiedigd.
Spr. vraagt
zich af of men eigenlijk niet had
Gestreefd wordt naar een beter mogen verwachten, dat het kerke-
stelsel van oproeping van plegens lijk gezag zou hebben gezegd: vol-
van overtredingen, waardoor men l doe aan de burgerlijke wet.
H.M. de Koningin
bezocht „Insula Dei"
Tijdens haar bezoek aan de Gel
derse hoofdstad heeft koningin Ju
liana gistermiddag een bezoek ge
bracht aan Insula Dei, het tehuis
voor ouden van dagen van de zusters
van liefde uit Tilburg.
Nadat deken Van Rossum een kort
woord had gesproken over het werk
van Insula Dei, volgde een rondgang
door het tehuis voor ouden van da
gen.
Vervolgens liep koningin Juliana
langs de kweekschool voor opleiding
tot onderwijzers en onderwijzeressen
en langs het internaat voor opleiding
van schipperskinderen. Zij heeft nl.
deze school niet bezocht in verband
met enige gevallen van roodvonk,
die daar zijn.
Als opvolger van dr. L. v. d. Mee-
rendonk, die op 8 September j.l.
overleed, is dokter Chr. Mol benoemd
tot voorzitter van de Nationale Fede
ratie „Het Wit-Gele Kruis".
Vrijwel van het begin af aan had
hij een actief aandeel in de ontwik
keling van het Wit-Gele Kruiswerk
in Nederland. In 1918 twee jaar
na de oprichting van de eerste Wit-
Gele Kruisafdeling werd hij reeds
voorzitter van de afd. Etten (N.-B.)
en spoedig daarna van de diocesane
Bredase Federatie en later van de
Provinciale Noord-Brabantse Bond,
terwijl hij bij de oprichting van de
Nationale Federatie in 1923 zitting
nam in het nationale bestuur. Sinds
dokter Mol na de bevrijding van ons
land optrad als lid van de Tweede
Kamer, Was hij als medisch adviseur
aan de Federatie verbonden.
Geweten gaat
boven wet
Aan de rede, welke pater Stokman
gisteren in cie T* >ede Kan_*r heeft
gehouden, is het volgende ontleen i.
Na de perscampagne te hebben
aangeroerd, zeide spr.:
Het tweede punt, dat mij opviel
bij het aanhoren van mijn geachte
medeleden uit andere fracties is hier
in gelegen, dat men zwaar generali
seert en eenzijdig de verantwoorde
lijkheid voor de zogenaamde versto
ring der goede verhoudingen op de
katholieken en de katholieke kerk
wil leggen. Prof. Oud is verontrust
over de minachting voor de burger
lijke wet. Maar bij wie en waaruit is
die minachting voor de wet nu eigen
lijk gebleken? En heeft de katholieke
kerk of hebben de Nederlandse bis
schoppen daar schuld aan?
De verhoudingen zijn verstoord,
meent prof. Oud, en hij wil gaarne
van zijn collega's uit de KVP verne
men, dat ook zij die mening zijn toe
gedaan. Maar ik moge opmerken, dat
zijn invitatie al was beantwoord nog
voordat zij was uitgesproken. In het
voorlopig verslag op de begroting
kan hij lezen: „Deze leden en uit
de samenhang is duidelijk, zeker voor
prof. Oud, dat het de KVP-leden zijn
deze leden wilden overigens uit
drukkelijk verklaren, dat zij de han
delwijze van de bewuste priester
geenszins wilden goedpraten. Hij
heeft -een strafbaar feit gepleegd en
dat had hij ook naar hun mening niet
behoren te doen". Ik dacht dat dit
nogal duidelijk was.
En voor wat de verstoring zelf van
de goede verhoudingen betreft, moge
ik mijnerzijds opmerken, dat vele ka
tholieken, die helemaal niet als
Vorstelijk bezoek op het „INSULA DEI'
H.M. Koningin Juliana bracht Woensdag 23 November een werkbezoek aan
Arnhem, waar zij zich o.m. op de hoogte liet stellen van de gang van zaken
in het gebouw van de R.K. stichting „Insula Dei". De foto toont de lands
vrouwe in gesprek met drie ouden van dagen uit het tehuis, dat door de
stichting is ingericht. V.l.n.r.: de 80-jarige mej. D. Herwaarden, die H.M.
een handwerkje aanbood; de wed. J. H. van Rijc,revorsselWenink, met
haar 94 jaar de oudste inwoonster van het tehuis.
wonderd over uitlatingen, die blijkens
de persverslagen door officiële rech
terlijke gezagsdragers zijn gedaan bij
de behandeling van de strafzaak te
gen de ontvoerders van Anneke Beek
man. Dat waren uitlatingen over de
subjectieve schuld van betrokkenen,
uitlatingen ook die een min of meer
bedekte kritiek inhielden op perso
nen, die in het geheel niet in het pro
ces betrokken waren. En dit ondanks
de bepaling van artikel 302 wetb. van
strafvordering: „Noch de voorzitter,
noch een der rechters geeft op de te
rechtzitting blijk van enige overtui
ging omtrent schuld of onschuld van
de verdachte". Laat staan dus zo
zou ik eraan.willen toevoegen van
personen, die niet verdacht zijn.
Ik heb gemeend deze opmerkingen
te moeten maken om begrip te wek
ken over en weer voor begrijpelijke
gevoeligheden, eenzijdigheden en on.
gemotiveerde veralgemeningen, en
tenslotte om de goede verstandhou
dingen te bevorderen. Ik voeg er
gaarne aan toe, dat deze inleidende
opmerkingen niet of althans slechts
in veel geringer mate gelden voor
de rede van prof. Gerbrandy, naar
wiens college over de leer van het
Concilie van Trente ik gaarne
geluisterd.
Bij het begin van zijn betoog heeft
de heer Oud in 't kort zijn standpunt
samen gevat in enkele stellingen. Zij
kwamen hierop neer, dat in ons va
derland alle volksgroepen overeen
komstig eigen overtuiging moeten
kunnen leven, dat als enige beper
king daarop de overheid moet waken
voor de openbare orde, dat de rech
ter beslist over de schendingen van
de rechtsorde en dat de rechterlijke
beslissingen geëerbiedigd moeten
worden.
ZAAK-ANNEKE BEEKMAN.
Ik onderschrijf die stellingen, mits
er één aan wordt toegevoegd: name
lijk dat het positieve recht niet kan
prevaleren boven de individuele ge
wetensovertuiging, indien in ove
rigens uitzonderlijke gevallen de
uitspraak van het geweten zich be
paaldelijk verzet tegen een bepaald
voorschrift van het positieve recht.
Het positieve recht zelf erkent deze
gewetensnorm bijvoorbeeld, waar het
burgers, die principiële bezwaren
hebben tegen de dienstplicht, daartoe
niet dwingt. Zou die supreme norm
voor het individu in de rechtsover
tuiging van geheel het Nederlandse
volk niet gelden als het positieve
recht de uitzondering niet voorzien
had? In christelijke terminologie ge
zegd: wij moeten aan God meer ge
hoorzamen dan aan de mensen-
In bepaalde gevallen ik herhaal:
het zullen enkele uitzonderingsgeval
len zijn, zoals in de praktijk van het
leven ook wel blijkt mag en moet
de individuele burger zich door de
uitspraak van zijn geweten laten lei
den.
Dit vooropgezet is de kernvraag
van de gehouden debatten hierin ge
legen: of en in hoeverre zulk een uit
zonderingsgeval zich voordeed in de
zaak Anneke Beekman en de Haar
lemse huwelijksgevallen en ook: of
en in hoeverre de katholieke kerke
lijke overheid harerzijds machtiging,
opdracht of toestemming heeft gege
ven om in casu het eigen geweteri; te
volgen, eerder dan de voorschriften
van de positieve wet of de uitspraken
van de rechter.
Deze houding van de katholieke
kerkelijke overheid is voor het vor
men van een oordeel over de positie
van de katholieken in on? vaderlyid
van het grootste gewicht, juist om
dat voor de katholiek de leiding vjan
de kerkelijke overheid een belangrij
ke factor is zij het ook nietlde
enige bij de vorming van
eigen individuele geweten.
In de zaak nu van Anneke Beek
man om allereerst daarover iets te
zeggen is van kerkelijke zijde na
de uitspraak van het Amsterdamse
hof verklaard, dat de betrokken
pleegouders niet in geweten ver
plicht zijn het kind te houden. Dit is
een zeer gewichtige verklaring, om
dat daaruit blijkt dat de kerkelijke
overheid zelf geen enkele verant
woordelijkheid dr5agt voor het niet-
afstaan van het' kind, dat derhalve
geheel blijft voor de individuele ver
antwoording van de betrokkenen.
Sommigen hebben gemeend, dat
van kerkelijke zijde méér gedaan had
moeten worden. Zij verlangen, dat
met name zou zijn aangedrongen op
teruggave van het kind.
Naar mijn mening evenwel kon en
kan men dit niet met recht en reden
van de kerkelijke overheid verlangen.
De kerkelijke overheid kan onmo
gelijk alle factoren overzien, welke
bij de teruggave van het kind in het
geding zijn.
Het belang van het kind (dat een
menselijk wezen is en niet een zaak,
die eenmaal gestolen eenvou-
heb|óig moet worden teruggegeven) kan
door geen bisschop of pastoor in al
zijn aspecten worden beoordeeld.
Tenslotte' hebben niet zij, maar de
voogden tijdens en na de oorlog het
kind opgevoed.
Of deze voogden zelf na die ver
klaring van kerkelijke zijde zwaar
wichtige gewetensmotieven hadden,
op grond waarvan zij moesten aan
nemen het kind toch niet te mogen
afstaan, is nu van die uitzonderlijke
vragen, - waarover men naar mijn
overtuiging verschillend kan oorde
len.
En waarover in feite ook onder
katholieken verschillend wordt ge
oordeeld.
Persoonlijk weet ik te weinig van
de factoren, die bij de individuele
gewetensvorming in casu een rol heb
ben gespeeld, om een oordeel in de
ene of de andere richting uit te spre
ken.
Ik volsta daarom met te zeggen,
dat het oordeel in beide richtingen
kan uitvallen. En ik voeg eraan toe,
dat óók de leiding van de kerkelijke
overheid aan die individuele gewe
tensvorming nog een ruime marge
overlaat en moest overlaten.
Indien echter in een individueel
geval als het onderwerpelijke de be
slissing van de rechter volgens de één
terecht en volgens de ander ten on
rechte niet wordt nageleefd, dan ligt
daarin toch geen enkele reden, dat
katholieken de niet-katholieken gaan
beschuldigen van een anti-kerkelijke
hetze, noch dat de niet-katholieken
de katholieken gaan verdenken van
een omver-willen-lopen van de posi
tieve rechtsorde. Op die wijze wordt
aan een concreet uitzonderingsgeval,
waarover meningsverschil is, een af
meting gegeven, welke de redelijke
proporties verre overschrijdt.
HAARLEMSE HUWELIJKEN.
Voor wat betreft de Haarlemse hu-
welijksgevallen moet zeer nadrukke
lijk onderscheid gemaakt worden tus
sen de betrokken katholieke geeste
lijken en de betrokken leken.
Voor de eerste was er helemaal
geen kwestie van een uitzonderings
positie in dezen zin, dat zij voor het
conflict stonden om ofwel de burger
lijke wet te onderhouden, ofwel hun
eigen geweten te volgen.
Het was helemaal niet nodig, dat
zij als gekwalificeerde getuigen aan
wezig waren bij het kerkelijk huwe
lijk of dit kerkelijk inzegenden, zoals
de katholieke terminologie luidt. Het
kerkelijk geldig huwelijk kon im
mers tot stand, komen zonder hun
in assistentie,
i Om die reden reeds hadden zij de
assistentie naar mijn mening ook
moeten weigeren
Maar daarom ook raakt kant noch
wal een voorstelling van zaken, die
zegt: als je maar zeshonderd gulden
betaalt, dan behoef je je niets van de
burgerlijke wet aan te trekken. Voor
een katholiek geestelijke speelt de
boete geen rol, of deze nu hoog of
laag is, juist omdat hij zich in geen
enkele noodzaak bevindt de burger
lijke wet te overtreden.
De heer Oud verklaarde zich zij
nerzijds bereid, mee te werken aan
een regeling, waarbij katholieke
geestelijken in extremis ook als
ambtenaar van de burgerlijke stand
zouden kunnen optreden. Ik kan die
bereidwilligheid op zichzelf genomen
waarderen, terwijl ik er toch niet op
kan ingaan.
Want ten eerste is zulk een rege
ling helemaal niet nodig om voor be
trokken katholieken een gewetens
nood weg te nemen, en vervolgens
zou een dergelijke oplossing op de
katholieke priesters een verantwoor
delijkheid leggen, die aan hun geeste
lijke functie vreemd is en die hen
eerst met recht in een gewetenscon
flict zou kunnen brengen: het con
flict namelijk tussen wat een en de
zelfde persoon heeft te doen of te
laten als priester en als ambtenaar
tevens.
Wel was er in de Haarlemse huwe-
lijksgevallen een gewetensconflict
aanwezig voor de personen zelf, die
een kerkelijk geldig huwelijk wilden
sluiten.
Want zij konden dit niet doen zon
der de burgerlijke wet te overtreden.
Juist om die reden acht ik het gebo
den, dat in de eerste plaats andere
oplossingen, en wel in overeenstem
ming met de wet, worden gezocht.
Of als laatste middel de betrokke
nen in geweten verantwoord waren,
te handelen zoals zij gedaan hebben,
is een vraag, die- ik niet kan beoor
delen.
Daarvoor spelen te veel strikt per
soonlijke overwegingen in zaken als
deze een belangrijke rol.
Maar als men beweert, dat de bur
gerlijke wet in uitzonderingsgevallen
als deze onvoorwaardelijk prevaleert
boven de uitspraak van het individu
ele geweten, dan ontneemt men aan
ae katholieken, voor wie het huwe
lijk een sacrament is, de vrijheid in
zulk een uitzonderlijk geval naar hun
eigen diepste godsdienstig-zedelijke
opvatting te leven.
De aanvaarding van het huwelijk
als een sacrament impliceert overi
gens volstrekt niet, dat katholieken
op het stuk van het huwelijk alleen
het canonieke recht als geldend er
kennen. Dit blijkt duidelijk als wij
de vraag behandelen die mij nog
rest, namelijk of en in hoeverre de
kerkelijke overheid zelf verantwoor
delijkheid draagt voor wat in het
Haarlemse diocees is gebeurd.
Ik merk op. dat het de constante
leer is van de katholieke Kerk, dat
ook de voorschriften van de bur
gerlijke wet moeten worden na
geleefd in alle zaken die niet intrin
siek kwaad zijn. Het is de constante
praktijk van de hoogste kerkelijke in
stanties, dat geen toestemming, laat
staan opdracht, wordt gegeven voor
de kerkelijke voltrekking van een
huwelijk, wanneer geen burgerlijk
huwelijk gesloten is of gesloten kan
worden. Het provinciaal concilie van
Utrecht van 1924 bepaalt uitdrukke
lijk, dat de geestelijken geen huwe
lijken mogen sluiten van katholieken,
die niet van tevoren de huwelijks
akte hebben gesloten op de burger
lijke stand.
Ik besluit derhalve, dat er van eni
ge minachting voor of terzijdestel
ling van de burgerlijke wet van de
zijde der katholieke kerkelijke over
heid geen sprake kan zijn, zoals er
ook geen sprake is van enige min of
meer algemene minachting voor de
burgerlijke wet van de zijde van het
katholieke volksdeel zelf. En wie al
het geschrevene over en rondom de
Haarlemse huwelijksgevallen tot de
zakelijk juiste proporties terugbrengt
vindt naar mijn vaste overtuiging
geen gegronde redenen om zich daar
door opgeschrikt te gevoelen of van
een verstoring van de interne rust en I
van de onderlinge verhoudingen te
spreken. 1
Regering vraagt SER-
advies over de
5-daagse werkweek
De staatsecretaris van Sociale Za
ken' verzocht het vraagstuk van de
werktijdsverkorting aan een nader
onderzoek te willen onderwerpen.
Zoals bekend is heeft de Stichting van
den Arbeid onlangs bij de regering op
een zodanige studie aangedrongen.
De staatssecretaris wijst er op, dat
men zich in verschillende landen met
deze aangelegenheid bezig houdt, ter
wijl ook het Internationaal Arbeids
bureau dit vraagstuk in studie heeft
genomen. Het komt de regering ech
ter voor, dat er op dit ogenblik nog
zodanige bezwaren tegen een verkor
ting van de arbeidstijd zijn aan te
voeren, dat daaraan in de eerste ja
ren nog niet kan worden gedacht,
met name wegens de verwezenlijking
van andere, meer urgente desiderata,
die op de toeneming van het natio
nale inkomen beslag zullen leggen.
De bestudering van dit gecompli
ceerde vraagstuk zal ongetwijfeld
zeer veel tijd vergen, zodat alle aan-
lending bestaat reeds thans met het
onderzoek aan te vangen.
De Stichting van den Arbeid heeft
in haar bovenbedoeld schrijven een
aantal punten opgesomd, die in het
onderzoek kunnen worden betrok
ken, zoals invloed der mechanisatie,
sociaal preferentie-schema van het
bedrijfsleven, sociaal- en bedrijfseco
nomische repercussies, de vorm der
arbeidsduurverkorting, vrije tijdsbe
steding, ploegenstelsel en dergelijke,
gewenste conjunctuurphase bij invoe-
ding, al dan niet wettelijke regeling.
Aan deze punten van onderzoek
dient naar de mening van de staats
secretaris van Sociale Zaken bij het
sociaal preferentieschema onder an
dere nog toegevoegd te worden de
wens van gelijke beloning van man
nen en vrouwen voor gelijkwaardige
arbeid.
POSTWISSELS VAN EN NAAR
OOSTENRIJK.
Met ingang van 1 Dec. moeten de
postwissels gestort in Nederland en
bestemd voor Oostenrijk worden uit
gedrukt in schillingen. Het maximum
bedrag voor postwissels naar Oosten
rijk is vastgesteld op sch. 2.500.dat
voor postwisselverkeer in omgekeer
de richting blijft ƒ380.De herlei-
dingskoers voor postwissels naar Oos
tenrijk is bepaald op sch. 100.
14.70 en die in omgekeerde richting
100— sch. 688,03.
Aetherklanken
VRIJDAG.
HILVERSUM I, 402 M.
7.00—24.00 NCRV.
NCRV: 7.00 Nieuws. 7.10 Gewijde
muz. 7.30 Gram. 7.45 Een word voor
de dag. 8.00 Nieuws en weerber. 8.15
Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor
de vrouw. 9.35 Waterst. 9.40 Gram.
10.30 Morgendienst. 11.00 Gram. 11.10
Alt, hobo en orgel. 11.40 Gram. 12.00
Lichte muz. 12.30 Land- en tuinb.-
meded. 12.33 Instr. trio 12.53 Gram.
of act. 13.00 Nieuws. 13.15 Prot. In
terkerkelijk Thuisfront. 13.20 Lichte
muz. 13.50 Garm. 14.05 Schoolradio.
14 25 Vocaal ens. 14.50 Garm. 15.10
Voordr. 15.30 Kamermuz. 16.00 Tuinb
praatje. 16.15 Gram. 16.30 Kamermuz.
17.00 Voordr. 17.20 Pianoduo. 17.40
Koersen. 17.45 Lichte muz. 18.00
Stemmen van overzee. 18.15 Orkest-
conc. 18.35 Gra. 18.45 Boekbespr.
19.00 Nieuws en weerber. 19.10 Rege-
ringsuitz.: Verklaring en toelichting,
waairn opgenomen: 1. De documenta
tie der Nederlandse letterkunde, door
dr. J. Hulsker. 2. Emigratiepraatje
van H. A. van Luyk 19.30 Gram. 20 00
Radiokrant. 20.20 Kerkelijke herden
king Louise de Colnieny. 21.30 „De
jeufd vlieegt uit", hoorsn. 22.00 Gram
22 15 Knapenkoor, orgel, viool en
blokfluit. 22.45 Avondoverdenking.
23.00 Nieuws. 23.15 Langs wegen van
kunst en schoonheid. 23.3524.00
Gram.
HILVERSUM n, 298 M.
7 00 VAR, 10.00 VPRO, 10.20 VARA
12.00 AVRO. 16.0 VA*A 19 30 VPRO.
21.00 VARA. VPRO,
23.00—24.00 VARA.
VARA:-7.00 Nieuws. 7.10 Gym 7.25
Gram. 8.00 Nieuws. 8 18 Gram. 8.45
Voor de huisvrouw. 9.00 Gvm. voor
de voruw. 9.10 Gram. 9.40 Schoolra
dio. VPRO: 10.00 ,,Avontui*en met
kinderen", caus. 10.05 Morgenwij
ding. VARA: 10 20 Voor de kleuters.
10.40 Gram.. 10.50 Orgelspel. 11.45
Het hangt aan de muur en het tikt.
1140 Bariton en oiano AVRO: 12.00
Theaterork 12 30 Land- en tuinb.-
meded. 12 35 Soort en prognose. 12 50
Gram. 13.00 Nieuws. 13.15 Meded. en
gram. 13.25 Lichte muziek. 13.55
Beursber. 14.00 Pianorecital. 14 20
noekbespr 14 40 Gambakwart. 15 00
Gevar. progr. VARA: 16.00 Muzikale
caus. met illustratie 16 30 Voor de
ieugd. 17.00 Muzikale raus. 17 40
Gram. 18.00 Nieuws 18 15 Act 18 20
Instr. trio. 18.45 „Naar een lichtere
levensavond", caus. 19 00 Voor de
kindern. 1910 Kinderkoor VPRO:
19.30 „Evangelisch beraad", caus.
19 50 Ber 19 5.5 Streeknieuws. 20.00
Nieuws. 20 05 Boeksor. 20.15 Kamer
koor. 20.30 Om een Atlantische Ge
meenschap", caus. 20.40 „Na tien
iaar", caus VARA: 21.00 Lichte muz.
21.40 Hoor en wederhoor 22.10 Bui-
tenl weekoverz. 22.25 Lichte muz.
VPRO: 22 40 „Vandaag", caus. 22.45
Avondwiiding. VARA: 2"» 00 Nieuws
en S.O.S.-ber. 23.15—24.00 Gram.