Minister handhaaft zijn standpunt inzake het gratiebeleid Geen minachting van kerkelijke zijde voor burgerlijke wet Justitie in de Tweede Kamer Overdreven onrust bij niet-katholieken DOilDr. DA., 2-1 NOVEMBER 1955 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD - PAGINA Van Rijckevorsel. Er waren rede nen om het „onaanvaardbaar" niet uit te spreken. Hij heeft de mogelijk heid tot overleg opengelaten. De minister verklaart geen aan leiding te hebben in te gaan op de opmerkingen inzake het Haarlemse geval, die merendeels niet tot hem waren gericht. Overigens vonden zij reeds beantwoording in de memorie van antwoord. De vragen over het onjuiste be richt omtrent een arrestatie in ver band met de zaak Anneke Beekman kan spr. niet met stelligheid beant woorden. Volgens onderhandse me dedelingen is het onjuiste bericht ontstaan door een misverstand tus sen de Belgische minister van buiten landse zaken en de Nederlandse am bassadeur te Brussel. Spr. zegt geen grond te hebben voor de veronder stelling, dat er meer achter zou zit ten. De zaak heeft zich geheel buiten de sfeer van justitie voltrokken. De uitlevering van beide veroordeelden is aan België gevraagd. Spr. deelt mede, dat justitie geen disciplinaire maatregelen kan nemen tegen de hoofdinspecteur van politie te Maastricht die in activiteit is te kortgeschoten. Disciplinaire correc tie komt toe aan de burgemeester. Er is geen reden om te twijfelen aan de goede bedoelingen van de hoofdin specteur. Politie houdt vuurwapens De Tweede Kamer heeft gistermid dag de eergisteren onderbroken alge mene beraadslaging over de begro ting van het departement van justi tie voortgezet. Gistermiddag hebben reeds acht leden aan het debat deel genomen. De heer GERBRANDY (AR) sluit zich aan bij de opmerkingen van de heer Van Ryckevorsel over het inge trokken wetsontwerp betreffende wijziging van de wet op de rechte lijke organisatie. Spr. gaat daarna in op de verhou ding tussen het canonieke en het ci viele, nationale recht. Hij releveert in verband daarmede het Haarlem se geval. Z.i. is een buitengewoon ernstig geval acuut geworden. De verhouding van het canonieke en het burgerlijke recht is diep ern stig, zo betoogt de heer Gerbrandy. Men heeft de stelling verdedigd, dat het niet erg is, dat de R.K aan het canonieke recht vasthouden, om dat de anderen daar geen nadeel van hebben. Spr. is echter van mening, dat deze stelling niet te handhaven is, omdat aan een huwelijk'rechtsge volgen zijn verbonden, b.v. met het oog op de kinderen. Een bezwaar is, dat de R.K. Kerk rechtsmacht uit oefent. De kneep zit hierin, -dat de rechtsmacht wordt opgeëist door de R.K. Kerk. Het wordt moeilijk als deze rechts macht zich uitstrekt tot personen, die niet tot de R.K. Kerk behoren. Dat is onontkoombaar. Ingaande op de botsing tussen beide reclitssytemen zegt spr., dat hem een oplossing mogelijk lijkt. Deze is gesuggereerd door de Paus. Hij heeft gelezen, dat er van het Va- ticaan een vermaan is uitgegaan aan de R.K geestelijkheid in Duitsland om geen huwelijksinzegening toe te passen voor het burgerlijk huwelijk is gesloten. Juist omdat men in ons land staat voor de noodzakelijkheid der ont moeting tussen Rooms-katholieken en protestanten is het naar sprekers oordeel bitter nodig, dat deze zaak wordt opgelost. Hij is benieuwd naar het standpunt der katholieke kamer leden. Vervolgens komt de heer Gerbran dy te spreken over het gebruik van gummistok en revolver dioor de po litie. Bij alle goeds dat hij van de politie zou kunnen zeggen kan hij zich niet onttrekken aan de indruk, dat men iets heeft overgehouden van onze Oosterburen. Hij merkte op, dat de politie in Engeland geen revolver en geen gummistok heeft. De politie is daar veel méér de hulp van het publiek. De heer N. VAN DEN HEUVEL (KVP) vraagt andermaal contact O] te nemen met de Stichting van cf Arbeid over de. wenselijkheid van een herziening van 't vennootschaps recht. De heer STOKMAN (KVP) belicht de katholieke opvattingen omtrent huwelijk en huwelijksrecht (zie el ders in dit blad). De heer VAN DIS (SG) bepleit de noodzakelijkheid van het strafbaar stellen van het misbruiken van Gods naam. Hij betoogt, dat het Rome erom te doen is het Roomse Kerkrecht te doen gelden boven het Nederlandse recht. Dat is ook het geval in de kwestie der Joodse pleegkinderen. Hij dringt aan op wijziging der straffen welke worden opgelegd aan gewetensbezwaarde veehouders, die zich niet willen aansluiten bij ge zondheidsorganisaties voor vee. De Minister van Justitie, de heer DONKER, herinnert aan de gang van zaken bij de behandeling van tholieken, die helemaal het ingetrokken wetsontwerp en de J scherpslijpers mogen worden aange- daarop ingediende amendementen merkt, zich in hoge mate hebben ver Het aantal politieke delinquenten. Ten aanzien van de opmerkingen over het gratiebeleid zegt spr., dat er thans nog slechts een betrekkelijk klein aantal politieke delinquenten is, nl 365, van wie 151 levenslang hebben. Deze behoren tot de zeer zware gevallen. Een tijdelijke straf hebben 214 po litieke delinquenten. Uiterlijk half 1957 zal hiervan een deel voorwaar delijk in vrijheid worden gesteld, omdat door toepassing van bevrij- dingsgratie enz. de 20 jaar is terug gebracht tot 12 jaar. Voor 150 zal dit stellig het geval zijn. Dan blijven nog over de personen, die veel later zijn gearresteerd of die veroordeeld zijn tot 20 jaar zonder aftrek van preventieve hechtenis. De. minister verklaart geen reden te hebben tot wijziging van zijn standpunt ten aanzien van het gra tiebeleid. Komende tot de opmerkingen in zake de verkeersveiligheid zegt spr., dat de bedoeling is het strafmaxi mum te verhogen indien de schuld van een aanrijding vaststaat als het alcoholpercenatge in het bloed een bepaalde percentage overschrijdt hoopt, dat de zaak vlotter zal lopen. Tegen het definitief intrekken van het rijbewijs zijn bezwaren aan te voeren. Dat moet bij rechterlijk von nis worden gedaan en daarbij is gra tie mogelijk. De praktijk leert, dat degene, die intrekking heeft opge legd na verloop van tijd zelf bevor dert, dat de gratiebepaling wordt toegepast. Wat het geven van inlichtingen over verkeersdelicten door de poli tie betreft zegt spr., dat er een cir culaire dienaangaande bestaat. Vol gens deze circulaire mogen door of vanwege de korpschef mededelingen worden gedaan binnen de grenzen van het redelijke, rekening houden de met de belangen van betrokkenen en over het strafrechtelijk onder zoek. Naar aanleiding van opmerkingen over het gebruik van wapens dioor de politie zegt de minister dat rap port is uitgebracht door een commis sie ingesteld door de ministers van binnenlandse zaken en van justitie. Binnenkort zal een beslissmg wor den genomen over de richtlijnen, d'e aan de gemeentebesturen en de rijkspolitie zullen worden gegeven nooens het wapengebruik door de politie. Spr. zegt niet de verantwoording op zich te durven nemen de politie zonder vuurwapens op pad te stu ren. Hierna wordt gerepliceerd. Naar aanleiding van het betoog van de heer Stokman zegt de heer OUD (WD) van oordeel te zijn dat zijn uitdrukking „minachting voor de burgerlijke wet" niet te sterk is. Wat de zaak Anneke Beekman aangaat komt het er alleen op aan, dat de uitspraak van de rechter zou worden geëerbiedigd. Spr. vraagt zich af of men eigenlijk niet had Gestreefd wordt naar een beter mogen verwachten, dat het kerke- stelsel van oproeping van plegens lijk gezag zou hebben gezegd: vol- van overtredingen, waardoor men l doe aan de burgerlijke wet. H.M. de Koningin bezocht „Insula Dei" Tijdens haar bezoek aan de Gel derse hoofdstad heeft koningin Ju liana gistermiddag een bezoek ge bracht aan Insula Dei, het tehuis voor ouden van dagen van de zusters van liefde uit Tilburg. Nadat deken Van Rossum een kort woord had gesproken over het werk van Insula Dei, volgde een rondgang door het tehuis voor ouden van da gen. Vervolgens liep koningin Juliana langs de kweekschool voor opleiding tot onderwijzers en onderwijzeressen en langs het internaat voor opleiding van schipperskinderen. Zij heeft nl. deze school niet bezocht in verband met enige gevallen van roodvonk, die daar zijn. Als opvolger van dr. L. v. d. Mee- rendonk, die op 8 September j.l. overleed, is dokter Chr. Mol benoemd tot voorzitter van de Nationale Fede ratie „Het Wit-Gele Kruis". Vrijwel van het begin af aan had hij een actief aandeel in de ontwik keling van het Wit-Gele Kruiswerk in Nederland. In 1918 twee jaar na de oprichting van de eerste Wit- Gele Kruisafdeling werd hij reeds voorzitter van de afd. Etten (N.-B.) en spoedig daarna van de diocesane Bredase Federatie en later van de Provinciale Noord-Brabantse Bond, terwijl hij bij de oprichting van de Nationale Federatie in 1923 zitting nam in het nationale bestuur. Sinds dokter Mol na de bevrijding van ons land optrad als lid van de Tweede Kamer, Was hij als medisch adviseur aan de Federatie verbonden. Geweten gaat boven wet Aan de rede, welke pater Stokman gisteren in cie T* >ede Kan_*r heeft gehouden, is het volgende ontleen i. Na de perscampagne te hebben aangeroerd, zeide spr.: Het tweede punt, dat mij opviel bij het aanhoren van mijn geachte medeleden uit andere fracties is hier in gelegen, dat men zwaar generali seert en eenzijdig de verantwoorde lijkheid voor de zogenaamde versto ring der goede verhoudingen op de katholieken en de katholieke kerk wil leggen. Prof. Oud is verontrust over de minachting voor de burger lijke wet. Maar bij wie en waaruit is die minachting voor de wet nu eigen lijk gebleken? En heeft de katholieke kerk of hebben de Nederlandse bis schoppen daar schuld aan? De verhoudingen zijn verstoord, meent prof. Oud, en hij wil gaarne van zijn collega's uit de KVP verne men, dat ook zij die mening zijn toe gedaan. Maar ik moge opmerken, dat zijn invitatie al was beantwoord nog voordat zij was uitgesproken. In het voorlopig verslag op de begroting kan hij lezen: „Deze leden en uit de samenhang is duidelijk, zeker voor prof. Oud, dat het de KVP-leden zijn deze leden wilden overigens uit drukkelijk verklaren, dat zij de han delwijze van de bewuste priester geenszins wilden goedpraten. Hij heeft -een strafbaar feit gepleegd en dat had hij ook naar hun mening niet behoren te doen". Ik dacht dat dit nogal duidelijk was. En voor wat de verstoring zelf van de goede verhoudingen betreft, moge ik mijnerzijds opmerken, dat vele ka tholieken, die helemaal niet als Vorstelijk bezoek op het „INSULA DEI' H.M. Koningin Juliana bracht Woensdag 23 November een werkbezoek aan Arnhem, waar zij zich o.m. op de hoogte liet stellen van de gang van zaken in het gebouw van de R.K. stichting „Insula Dei". De foto toont de lands vrouwe in gesprek met drie ouden van dagen uit het tehuis, dat door de stichting is ingericht. V.l.n.r.: de 80-jarige mej. D. Herwaarden, die H.M. een handwerkje aanbood; de wed. J. H. van Rijc,revorsselWenink, met haar 94 jaar de oudste inwoonster van het tehuis. wonderd over uitlatingen, die blijkens de persverslagen door officiële rech terlijke gezagsdragers zijn gedaan bij de behandeling van de strafzaak te gen de ontvoerders van Anneke Beek man. Dat waren uitlatingen over de subjectieve schuld van betrokkenen, uitlatingen ook die een min of meer bedekte kritiek inhielden op perso nen, die in het geheel niet in het pro ces betrokken waren. En dit ondanks de bepaling van artikel 302 wetb. van strafvordering: „Noch de voorzitter, noch een der rechters geeft op de te rechtzitting blijk van enige overtui ging omtrent schuld of onschuld van de verdachte". Laat staan dus zo zou ik eraan.willen toevoegen van personen, die niet verdacht zijn. Ik heb gemeend deze opmerkingen te moeten maken om begrip te wek ken over en weer voor begrijpelijke gevoeligheden, eenzijdigheden en on. gemotiveerde veralgemeningen, en tenslotte om de goede verstandhou dingen te bevorderen. Ik voeg er gaarne aan toe, dat deze inleidende opmerkingen niet of althans slechts in veel geringer mate gelden voor de rede van prof. Gerbrandy, naar wiens college over de leer van het Concilie van Trente ik gaarne geluisterd. Bij het begin van zijn betoog heeft de heer Oud in 't kort zijn standpunt samen gevat in enkele stellingen. Zij kwamen hierop neer, dat in ons va derland alle volksgroepen overeen komstig eigen overtuiging moeten kunnen leven, dat als enige beper king daarop de overheid moet waken voor de openbare orde, dat de rech ter beslist over de schendingen van de rechtsorde en dat de rechterlijke beslissingen geëerbiedigd moeten worden. ZAAK-ANNEKE BEEKMAN. Ik onderschrijf die stellingen, mits er één aan wordt toegevoegd: name lijk dat het positieve recht niet kan prevaleren boven de individuele ge wetensovertuiging, indien in ove rigens uitzonderlijke gevallen de uitspraak van het geweten zich be paaldelijk verzet tegen een bepaald voorschrift van het positieve recht. Het positieve recht zelf erkent deze gewetensnorm bijvoorbeeld, waar het burgers, die principiële bezwaren hebben tegen de dienstplicht, daartoe niet dwingt. Zou die supreme norm voor het individu in de rechtsover tuiging van geheel het Nederlandse volk niet gelden als het positieve recht de uitzondering niet voorzien had? In christelijke terminologie ge zegd: wij moeten aan God meer ge hoorzamen dan aan de mensen- In bepaalde gevallen ik herhaal: het zullen enkele uitzonderingsgeval len zijn, zoals in de praktijk van het leven ook wel blijkt mag en moet de individuele burger zich door de uitspraak van zijn geweten laten lei den. Dit vooropgezet is de kernvraag van de gehouden debatten hierin ge legen: of en in hoeverre zulk een uit zonderingsgeval zich voordeed in de zaak Anneke Beekman en de Haar lemse huwelijksgevallen en ook: of en in hoeverre de katholieke kerke lijke overheid harerzijds machtiging, opdracht of toestemming heeft gege ven om in casu het eigen geweteri; te volgen, eerder dan de voorschriften van de positieve wet of de uitspraken van de rechter. Deze houding van de katholieke kerkelijke overheid is voor het vor men van een oordeel over de positie van de katholieken in on? vaderlyid van het grootste gewicht, juist om dat voor de katholiek de leiding vjan de kerkelijke overheid een belangrij ke factor is zij het ook nietlde enige bij de vorming van eigen individuele geweten. In de zaak nu van Anneke Beek man om allereerst daarover iets te zeggen is van kerkelijke zijde na de uitspraak van het Amsterdamse hof verklaard, dat de betrokken pleegouders niet in geweten ver plicht zijn het kind te houden. Dit is een zeer gewichtige verklaring, om dat daaruit blijkt dat de kerkelijke overheid zelf geen enkele verant woordelijkheid dr5agt voor het niet- afstaan van het' kind, dat derhalve geheel blijft voor de individuele ver antwoording van de betrokkenen. Sommigen hebben gemeend, dat van kerkelijke zijde méér gedaan had moeten worden. Zij verlangen, dat met name zou zijn aangedrongen op teruggave van het kind. Naar mijn mening evenwel kon en kan men dit niet met recht en reden van de kerkelijke overheid verlangen. De kerkelijke overheid kan onmo gelijk alle factoren overzien, welke bij de teruggave van het kind in het geding zijn. Het belang van het kind (dat een menselijk wezen is en niet een zaak, die eenmaal gestolen eenvou- heb|óig moet worden teruggegeven) kan door geen bisschop of pastoor in al zijn aspecten worden beoordeeld. Tenslotte' hebben niet zij, maar de voogden tijdens en na de oorlog het kind opgevoed. Of deze voogden zelf na die ver klaring van kerkelijke zijde zwaar wichtige gewetensmotieven hadden, op grond waarvan zij moesten aan nemen het kind toch niet te mogen afstaan, is nu van die uitzonderlijke vragen, - waarover men naar mijn overtuiging verschillend kan oorde len. En waarover in feite ook onder katholieken verschillend wordt ge oordeeld. Persoonlijk weet ik te weinig van de factoren, die bij de individuele gewetensvorming in casu een rol heb ben gespeeld, om een oordeel in de ene of de andere richting uit te spre ken. Ik volsta daarom met te zeggen, dat het oordeel in beide richtingen kan uitvallen. En ik voeg eraan toe, dat óók de leiding van de kerkelijke overheid aan die individuele gewe tensvorming nog een ruime marge overlaat en moest overlaten. Indien echter in een individueel geval als het onderwerpelijke de be slissing van de rechter volgens de één terecht en volgens de ander ten on rechte niet wordt nageleefd, dan ligt daarin toch geen enkele reden, dat katholieken de niet-katholieken gaan beschuldigen van een anti-kerkelijke hetze, noch dat de niet-katholieken de katholieken gaan verdenken van een omver-willen-lopen van de posi tieve rechtsorde. Op die wijze wordt aan een concreet uitzonderingsgeval, waarover meningsverschil is, een af meting gegeven, welke de redelijke proporties verre overschrijdt. HAARLEMSE HUWELIJKEN. Voor wat betreft de Haarlemse hu- welijksgevallen moet zeer nadrukke lijk onderscheid gemaakt worden tus sen de betrokken katholieke geeste lijken en de betrokken leken. Voor de eerste was er helemaal geen kwestie van een uitzonderings positie in dezen zin, dat zij voor het conflict stonden om ofwel de burger lijke wet te onderhouden, ofwel hun eigen geweten te volgen. Het was helemaal niet nodig, dat zij als gekwalificeerde getuigen aan wezig waren bij het kerkelijk huwe lijk of dit kerkelijk inzegenden, zoals de katholieke terminologie luidt. Het kerkelijk geldig huwelijk kon im mers tot stand, komen zonder hun in assistentie, i Om die reden reeds hadden zij de assistentie naar mijn mening ook moeten weigeren Maar daarom ook raakt kant noch wal een voorstelling van zaken, die zegt: als je maar zeshonderd gulden betaalt, dan behoef je je niets van de burgerlijke wet aan te trekken. Voor een katholiek geestelijke speelt de boete geen rol, of deze nu hoog of laag is, juist omdat hij zich in geen enkele noodzaak bevindt de burger lijke wet te overtreden. De heer Oud verklaarde zich zij nerzijds bereid, mee te werken aan een regeling, waarbij katholieke geestelijken in extremis ook als ambtenaar van de burgerlijke stand zouden kunnen optreden. Ik kan die bereidwilligheid op zichzelf genomen waarderen, terwijl ik er toch niet op kan ingaan. Want ten eerste is zulk een rege ling helemaal niet nodig om voor be trokken katholieken een gewetens nood weg te nemen, en vervolgens zou een dergelijke oplossing op de katholieke priesters een verantwoor delijkheid leggen, die aan hun geeste lijke functie vreemd is en die hen eerst met recht in een gewetenscon flict zou kunnen brengen: het con flict namelijk tussen wat een en de zelfde persoon heeft te doen of te laten als priester en als ambtenaar tevens. Wel was er in de Haarlemse huwe- lijksgevallen een gewetensconflict aanwezig voor de personen zelf, die een kerkelijk geldig huwelijk wilden sluiten. Want zij konden dit niet doen zon der de burgerlijke wet te overtreden. Juist om die reden acht ik het gebo den, dat in de eerste plaats andere oplossingen, en wel in overeenstem ming met de wet, worden gezocht. Of als laatste middel de betrokke nen in geweten verantwoord waren, te handelen zoals zij gedaan hebben, is een vraag, die- ik niet kan beoor delen. Daarvoor spelen te veel strikt per soonlijke overwegingen in zaken als deze een belangrijke rol. Maar als men beweert, dat de bur gerlijke wet in uitzonderingsgevallen als deze onvoorwaardelijk prevaleert boven de uitspraak van het individu ele geweten, dan ontneemt men aan ae katholieken, voor wie het huwe lijk een sacrament is, de vrijheid in zulk een uitzonderlijk geval naar hun eigen diepste godsdienstig-zedelijke opvatting te leven. De aanvaarding van het huwelijk als een sacrament impliceert overi gens volstrekt niet, dat katholieken op het stuk van het huwelijk alleen het canonieke recht als geldend er kennen. Dit blijkt duidelijk als wij de vraag behandelen die mij nog rest, namelijk of en in hoeverre de kerkelijke overheid zelf verantwoor delijkheid draagt voor wat in het Haarlemse diocees is gebeurd. Ik merk op. dat het de constante leer is van de katholieke Kerk, dat ook de voorschriften van de bur gerlijke wet moeten worden na geleefd in alle zaken die niet intrin siek kwaad zijn. Het is de constante praktijk van de hoogste kerkelijke in stanties, dat geen toestemming, laat staan opdracht, wordt gegeven voor de kerkelijke voltrekking van een huwelijk, wanneer geen burgerlijk huwelijk gesloten is of gesloten kan worden. Het provinciaal concilie van Utrecht van 1924 bepaalt uitdrukke lijk, dat de geestelijken geen huwe lijken mogen sluiten van katholieken, die niet van tevoren de huwelijks akte hebben gesloten op de burger lijke stand. Ik besluit derhalve, dat er van eni ge minachting voor of terzijdestel ling van de burgerlijke wet van de zijde der katholieke kerkelijke over heid geen sprake kan zijn, zoals er ook geen sprake is van enige min of meer algemene minachting voor de burgerlijke wet van de zijde van het katholieke volksdeel zelf. En wie al het geschrevene over en rondom de Haarlemse huwelijksgevallen tot de zakelijk juiste proporties terugbrengt vindt naar mijn vaste overtuiging geen gegronde redenen om zich daar door opgeschrikt te gevoelen of van een verstoring van de interne rust en I van de onderlinge verhoudingen te spreken. 1 Regering vraagt SER- advies over de 5-daagse werkweek De staatsecretaris van Sociale Za ken' verzocht het vraagstuk van de werktijdsverkorting aan een nader onderzoek te willen onderwerpen. Zoals bekend is heeft de Stichting van den Arbeid onlangs bij de regering op een zodanige studie aangedrongen. De staatssecretaris wijst er op, dat men zich in verschillende landen met deze aangelegenheid bezig houdt, ter wijl ook het Internationaal Arbeids bureau dit vraagstuk in studie heeft genomen. Het komt de regering ech ter voor, dat er op dit ogenblik nog zodanige bezwaren tegen een verkor ting van de arbeidstijd zijn aan te voeren, dat daaraan in de eerste ja ren nog niet kan worden gedacht, met name wegens de verwezenlijking van andere, meer urgente desiderata, die op de toeneming van het natio nale inkomen beslag zullen leggen. De bestudering van dit gecompli ceerde vraagstuk zal ongetwijfeld zeer veel tijd vergen, zodat alle aan- lending bestaat reeds thans met het onderzoek aan te vangen. De Stichting van den Arbeid heeft in haar bovenbedoeld schrijven een aantal punten opgesomd, die in het onderzoek kunnen worden betrok ken, zoals invloed der mechanisatie, sociaal preferentie-schema van het bedrijfsleven, sociaal- en bedrijfseco nomische repercussies, de vorm der arbeidsduurverkorting, vrije tijdsbe steding, ploegenstelsel en dergelijke, gewenste conjunctuurphase bij invoe- ding, al dan niet wettelijke regeling. Aan deze punten van onderzoek dient naar de mening van de staats secretaris van Sociale Zaken bij het sociaal preferentieschema onder an dere nog toegevoegd te worden de wens van gelijke beloning van man nen en vrouwen voor gelijkwaardige arbeid. POSTWISSELS VAN EN NAAR OOSTENRIJK. Met ingang van 1 Dec. moeten de postwissels gestort in Nederland en bestemd voor Oostenrijk worden uit gedrukt in schillingen. Het maximum bedrag voor postwissels naar Oosten rijk is vastgesteld op sch. 2.500.dat voor postwisselverkeer in omgekeer de richting blijft ƒ380.De herlei- dingskoers voor postwissels naar Oos tenrijk is bepaald op sch. 100. 14.70 en die in omgekeerde richting 100— sch. 688,03. Aetherklanken VRIJDAG. HILVERSUM I, 402 M. 7.00—24.00 NCRV. NCRV: 7.00 Nieuws. 7.10 Gewijde muz. 7.30 Gram. 7.45 Een word voor de dag. 8.00 Nieuws en weerber. 8.15 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9.35 Waterst. 9.40 Gram. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gram. 11.10 Alt, hobo en orgel. 11.40 Gram. 12.00 Lichte muz. 12.30 Land- en tuinb.- meded. 12.33 Instr. trio 12.53 Gram. of act. 13.00 Nieuws. 13.15 Prot. In terkerkelijk Thuisfront. 13.20 Lichte muz. 13.50 Garm. 14.05 Schoolradio. 14 25 Vocaal ens. 14.50 Garm. 15.10 Voordr. 15.30 Kamermuz. 16.00 Tuinb praatje. 16.15 Gram. 16.30 Kamermuz. 17.00 Voordr. 17.20 Pianoduo. 17.40 Koersen. 17.45 Lichte muz. 18.00 Stemmen van overzee. 18.15 Orkest- conc. 18.35 Gra. 18.45 Boekbespr. 19.00 Nieuws en weerber. 19.10 Rege- ringsuitz.: Verklaring en toelichting, waairn opgenomen: 1. De documenta tie der Nederlandse letterkunde, door dr. J. Hulsker. 2. Emigratiepraatje van H. A. van Luyk 19.30 Gram. 20 00 Radiokrant. 20.20 Kerkelijke herden king Louise de Colnieny. 21.30 „De jeufd vlieegt uit", hoorsn. 22.00 Gram 22 15 Knapenkoor, orgel, viool en blokfluit. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nieuws. 23.15 Langs wegen van kunst en schoonheid. 23.3524.00 Gram. HILVERSUM n, 298 M. 7 00 VAR, 10.00 VPRO, 10.20 VARA 12.00 AVRO. 16.0 VA*A 19 30 VPRO. 21.00 VARA. VPRO, 23.00—24.00 VARA. VARA:-7.00 Nieuws. 7.10 Gym 7.25 Gram. 8.00 Nieuws. 8 18 Gram. 8.45 Voor de huisvrouw. 9.00 Gvm. voor de voruw. 9.10 Gram. 9.40 Schoolra dio. VPRO: 10.00 ,,Avontui*en met kinderen", caus. 10.05 Morgenwij ding. VARA: 10 20 Voor de kleuters. 10.40 Gram.. 10.50 Orgelspel. 11.45 Het hangt aan de muur en het tikt. 1140 Bariton en oiano AVRO: 12.00 Theaterork 12 30 Land- en tuinb.- meded. 12 35 Soort en prognose. 12 50 Gram. 13.00 Nieuws. 13.15 Meded. en gram. 13.25 Lichte muziek. 13.55 Beursber. 14.00 Pianorecital. 14 20 noekbespr 14 40 Gambakwart. 15 00 Gevar. progr. VARA: 16.00 Muzikale caus. met illustratie 16 30 Voor de ieugd. 17.00 Muzikale raus. 17 40 Gram. 18.00 Nieuws 18 15 Act 18 20 Instr. trio. 18.45 „Naar een lichtere levensavond", caus. 19 00 Voor de kindern. 1910 Kinderkoor VPRO: 19.30 „Evangelisch beraad", caus. 19 50 Ber 19 5.5 Streeknieuws. 20.00 Nieuws. 20 05 Boeksor. 20.15 Kamer koor. 20.30 Om een Atlantische Ge meenschap", caus. 20.40 „Na tien iaar", caus VARA: 21.00 Lichte muz. 21.40 Hoor en wederhoor 22.10 Bui- tenl weekoverz. 22.25 Lichte muz. VPRO: 22 40 „Vandaag", caus. 22.45 Avondwiiding. VARA: 2"» 00 Nieuws en S.O.S.-ber. 23.15—24.00 Gram.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1955 | | pagina 7