Wie puzzelt mee De Kleppende Klippen 1 11 ZATERDAG 19 NOVEMBER 1955 DE I.EIDSE COURANT VIERDE BLAD PAGINA 2 1 3 A 0 6 r - 8 9 10 it 12 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 2b 27 23 29 30 31 3Z 33 34 35 36 37 35 39 4O 41 42 43 •14" 46 HI47 4 8 49 SO 51 52 53 pi SS Horizontaal: 1. godsgezant, 7. een der aipostelen, 13. lengtemaat, 14. pinksterroos, 15. behoeftig persoon, 17. witte suiker, 19. meisjesnaam, 21. ontkenning (spreektaal), 23. holte of diepte, waarin iets vastgezet is, 25. lste boek van Mozes (afk.), 26. bo venste gedeelte ener breukuitdruk king, 29. handvat van een degen* 31. vette vloeistof, 32. aardstreek, lucht streek, 33. "palmsoort, v. d. vezels vlecht men mandjes, 37. dessert vrucht, 41. water in Z.H., 42. klap, 44. meisjesnaam, 45. oude boom stronk, 47. gem. in Limburg, 49. be vreesd, 50. de naam van een volk uit de oudheid in Midden-Azië, 52. Eu ropeanen, 54. droevig, 55. stad in België. Verticaal: 1. gewas, 2. dorp in N.- Brab., 3. tovergodin, 4. voegwoord (Fr.), 5. water in Utrecht, 6. haal met een pen, 7. heilige stier der oude Egyptenaren, 8. holte in een muur, 9. muzieknoot, 10. deel van een auto, 11. enkele, 12. kapwerk van een dak, 16. buitenhaven, 18. zouteloos, 20. plaats op Ameland, 22. bloem, 24. een klein soort van rijpaard, 27. eer, 28. als 44. hor., 29. kleefmiddel, 30. huid, 33. in vonken uiteenspattende vuurpijl, cf4. voorzetsel, 35. deel van een fiets, 36. aanwijzend voornaam-^ woord, 38. een staande vrouwenfi-v guur met opgeheven armen bidden de, 39. telwoord (Duits), 40. spijker. 42. soort van kabeljauw, 43. voeder bak van een paard, 46. hond, 47. grasland, 48. voorzetsel, 49. vruchtje, 51. academische titel (afk.), 53. af korting van ruthenium. Oplossing tot en met Donderdag aan het Bureau van ons Blad. OPLOSSING VAN VORIGE WEEK Horizontaal: 1. vyl, 3. nee, 6. Ee, 8. buidel, 10. praal, 12. Leo, 14. Se, 15. Ida, 16. Brenta, 19. nop, 21. te, 22. Reims, 23. Best, 25. nee, 27. A. M., 28. hel, 29. ego, 31. engels, 34. madera, 36. lip, 37. rek, 38. Tl., 40. pal, 42. sado, 44. ereis, 46. om, 48. Aar, 49. nadoen, 51. wee, 52. os, 54. pen, 55. krent, 57. Hamlet, 59. To, 60. aal, 61 bun. Verticaal: 1. Vorden, 2. Lea, 3. nu, 4. eis, 5. Edens, 7. Elbe, 8. bot, 9. lap, 10. uit, 11. Aa, 12. Lemmer, 13. Ens, 17. Ria, 18. abeel, 20. Ot, 22. regard, 24. ellips, 26. Eem, 28. Hg, 30 odeon, 32. natron, 33. spa, 35. E.K., 39. Lee, 41. Loenen, 42. sa, 43. aroma, 44. Ede, 45. inkt, 47. met, 48. ach, 50. Apt, 51. we, 53. sla, 56. rob, 58.tel. De taart is deze week voor H. van Leeuwen, St. Bavostichting zaal 5, Noordwijkerfiout; 't sieraad, vood W. v .d. Geest sr., Leidse weg 40, Voor schoten en het boek voor mej. A. C. van Zijp, Witte Rozensraat 5, Leiden Aetherklanken HILVERSUM I. 402 m. 8.00 KRO. 9.30 NCRV. 10.00 IKOR. 12.00 NCRV. 12.15 KRO. 17.00 NCRV. 19.45—24.08 KRO. KRO: 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 3.25 Hoogmis. NCRV: 9.30: Nieuws. 9.45 Geestelijke liederen. IKOR: 10.00 Radiozondagsblad. 10.30 Kerkdienst. 11.45 Rep. NCRV: 12.00 Kerkmuziek. KRO: 12.15 Gram. 12.20 Apologie. 12.40 Lichte muz. 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nieuws en Kath. nieuws. 13.10 Gram. 13.40 Boekbespr. 13.55 Gram. 14.00 Voor de jeugd. 14.30 Vioolrecital. 14.55 Brabants halfuur. 15.25 „Pe- trouchka", burleske. 16.15 Sport. 16.30 Vespers. NCRV: 17.00 Geref. kerk dienst. 18.30 Gram. 19.00 Boekbespr. 1'9.10 Samenzang. 19.30 „Als wij bid den". caus. KRO: 19.45 Nieuws. 20.00 De Springplank. 20.20 Act. 20.35 De gewone man. 20.40 Roulette. 21.05 „De overweg", hoorspel. 21.55 Kamerork. en solist. 22.45 Avondgebed en lit. kal. 23.00 Nieuws. 23.15—24.00 Gram. HILVERSUM H. 298 m. 8.00 VARA. 12.00 AVRO. 17.00 VARA. 18.30 VPRO. 19.00 TKOR. 20.00—24.00 AVRO. 8.18 Voor het platteland. 8.30 Gevar. VARA: 8.00 Nieuws en weerber. Progr. 9.45 „Geestelijk leven", caus. 10.00 Componistenportret. 10.40 „Met en zonder omslag". 11.10 Gevar. muz. AVRO: 12.00 Militair orkest. 12.30 Soortspiegel. 12.35 „Even afrekenen Heren!" 12.45 Gevar. muziek. 13.00 Nieuws. 13.10 Meded. of gram. 13.15 Voor de jeugd. 13.25 Gevar. progr. 14.00 Boekbespr. 14.20 Kamerorkest, en soliste. 15.05 Gedachtenwisseling. 15.30 Gram. 16.00 Dansorkest. 16.30 Sportrevue. VARA: 17.00 Strijkens. 17.30 Voor de jeugd. 17.50 Sportjourn. 18.15 Nieuws en SportuitsL VPRO: 18.30 Korte Ned. Herv. Kerkdienst. IKOR: 19.00 Voor de kinderen. 19.30 „Contact met Nieuw-Zeeland". 19.35 „Ontmoetingen met Christus", Bijbel- vertelling. AVRO: 20.00 Nieuws. 20.05 Zang. 20.45 Voordracht. 20.55 Lichte muziek. 21.45 Hersengymnastiek. 22.05 Kamermuziek. 22.20 Act. 22.30 Gram. 23.00 Nieuws. 23.15 Act. of gram. 23.25—24.00 Gram. MAANDAG HILVERSUM I, 402 M. 7.00—24.00 NCRV. NCRV: 7.00 Nieuws en S.O.S.ber. 7.10 Gewijde muz. 7.30 Gram. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws en weerber. 8.15 Sportuitslagen. 8.25 Gram. 9.00 Voor de zieken. 930 Voor de vrouw. 9.35 Waterstanden. 9.40 Mastklimmen. 10.10 Gram. 10.30 Mor gendienst. 11.00 Gram. 11.20 Gevar. programma. 12.25 Voor boer en tuin der. 12.30 Land- en tuinbouwmedede- lingen 12.33 Negro-spirituals. 12.53 Gram. of act. 13.00 Nieuws. 13.15 Amus, muz. 13.45 Gram. 14.05 School radio. 14.30 Gram. 14.45 Voor de vrouw. 15.15 Gram. 15.35 Viool en piano. 16.00 Bijbellezing. 16.30 Kamer- muz. 17.00 Voor de kleuters. 17.15 Voor de jeugd. 17.30 Gram. 17.40 Koersen. 17.45 Regeringsuitzending: Nederland en do wereld: „Nederland se Belletrie in vertaling', door H. J. W. Michael. 18.00 Gemeng koor. 18.20 Sport. 18.30 Gram. 18.40 Engelse les. 19.00 Nieuws en weerber. 19.10 Or gelconcert. 19.30 „Volk en Staat", caus. 19.45 Sopraan en gitaar. 20.00 Radiokrant. 20.20 Lichte muz. 20.40 „De achtergrond", hoorspel. 21.25 Gram. 21.35 „Das hölzerne Herz", spel met muz. 22.40 Gram. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nieuws. 23.15 Gram. 23.40 Evangelisatie-uit zending in het Hongaars. 24.00 Slui ting. HILVERSUM H, 298 M. 7.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20—24.00 VARA. VARA: 7.00 Nieuws. 7.10 Gym. 7.25 Gram. 8.00 Nieuw. 8.18 Quatre mains. 8.30 Strijkorkest. 9.00 Gym. voor de vrouw. 9.10 Gram. 9.40 Pianorecital. VPRO: 10.00, Voor de oude dag", caus. 10.05 Morgenwijding. VARA: 10.20 Lichte muz. 11.00 Gram. 12.00 Lichte muz. 12.30 Land- en tuinbouw- mededelingen. 12.33 Voor het platte land. 12.38 Lichte muz. (verv.). 13.00 Nieuws. 13.15 Voor de middenstand. 13.20 Pianotrio. 13.45 Voor de vrouw. 14.00 „Het geld ligt op straat", hoor spel. 14.55 Gram. 15.30 Licht progr. 16.30 Gram. 17.00 Lichte muz. 17.25 Roemeens orkest 1750 Mil. commen taar. 18.00 Nieuws en commentaar. 18.20 Act. 18.25 Clarinetens. 18.40 Pari. overzicht. 18.55 Voor de jeugd. 19.05 Jeugdconcert. 19.45 Regerings uitzending: Landbouiwruibriek: Rep. over het KNMI. 20.00 Nieuws. 20.05 „De Familie Doorsnee". 20.35 „Het hangt aan de muur en het tikt". 21.00 Dansmuz. 21.35 „eHt volle pond", caus. 21.50 Radiophilharmonisch ork. 2SJOO Nieuws en S.O.S.berichten. 23.3524.00 Hammondoigelspel. „Wat ben je toch 'n slordig meis je. Vorige week had je een gat in je kous en nu alweer één!" ,Nee tante, dat is hetzelfde!" Goed bekeken. Onderwijzer: „Wat hebben olifanten, dat andere dieren niet hebben?" Jantje: „Kleine olifantjes, mees ter". Weinig zeggend. Enkele uren nadat het sohip zee had gekozen, kwam er een oude dame bij de ste ward. Zij beklaagde zich erover, dat zij haar hut niet meer kon vinden. „Weet u 't nummer nog?" vroeg de steward. „Nee", antwoordde de dame. „Ik kan me alleen nog herinneren, dat de patrijspoort op een hijskraan uit zag". Klant. Cthef: „Die klant heeft niets gekocht. Want wenste hij eigen lijk te zien?" Winkeljuffrouw: „Mij! Vanavond om kwart voor acht". boel hier geverfd? bij zo'n onaangename lucht". „Komt U maar in de andere hoek zitten, meneer. Het zyn die dames achter u". Geen kans. „Zeg kan je me gauw even een tientje lenen?" „Oh 't spijt me, kerel, zelfs niet langzaam". Leek erop. Regisseur: „Is haar lach muzikaal?" Talentenzoeker: „Nee, maar haar muziek is belachelijk". ftaar. Dienstmeisje: „Wat wilt U voor ontbijt?" Filmster: ,Geef maar drie aspe- rientjes!" ,,'n Slecht rapport! En ik had je een fiets beloofd, als je je best zou doen. Wat heb je de laatste maanden nou geleerd?" „Fietsen, vader!" Consequentie. „Ik heb gehoord, dat je broer getrouwd is met de vrouw, die hij onlangs uit het water heeft gehaald?" „Ja, dat klopt". „Is hij gelukkig geworden?" „Nee waterschuw!" Test. Majoor: „Als Amsterdam 200 kilometer van Londen zou lig gen, hoe oud ben ik dan?" Recruut (zonder aarzelen): „Vijf tig jaar, majoor!" Majoor: „Hoe kom je daar bij?" Recruut: .Nou majoor, ik heb een broer van 25 jaar en die is half gek". Uitgekookt. „Kan ik van u dat boek „Hoe word ik in twee maanden rijk" op zicht krijgen?" „Voor hoelang mijnheer?" „Voor twee maanden". Filosofie. Een oude man zei te gen zijn vroi^w: ,Mien, ik zou je voor geen millioen gulden willen missen!" Vertederd keek zij hem aan en antwoordde: „En ik jou nog niet voor vyf millioen". Na vijf minuten stilte zei de man plotseling: „Zeg Mien je zou toch niet zeggen, dat hier voor een slor dige 6 millioen in de kamer zit." Reden. „Kerel, wat ben jij ver kouden!" „Ach ja, ik heb Zwitserse kaas ge geten. En tochten door die gaten! Service. Dame „Hebt u een exemplaar van „Gejaagd door de vónd". Bediende: „Helaas niet meer, me vrouw, maar gaat u zitten, dan zal ik u het verhaal wel even vertellen". WILHELM TELL (naverteld door Gerda) „Zal Ik eerst de zieke op gaan zoeken of eerst naar de stad gaan?" Deze vraag hield Wilhelm Teil geruime tijd bezig en hij koos het laatste want hij kon zijn nieuwsgierigheid niet langer bedwingen. Hij wilde nu met zijn eigen ogen wel eens zien, hoe die pet van de landvoogd, daar op die paal stond. Regelrecht liep hij naar het marktplein en wilde op zijn gemak, langs de huizen lopend, het hele geval eens bekijken. Maar daartoe had hij geen kans. Nog eer hij goed wist wat er gebeurde, werd hij door een soldaat bij de arm geoakt en tot vlak bij de paal gebracht. Wilhelm Tell deed alsof hij nergens iets van af wist en liep zonder naar boven te kijken langs de paal heen. Dadelijk kwam een andere soldaat aan gelopen, die hem op de hoed wees, maar nog hield Wilhelm Teil zich van dé dom me ofschoon hij inwendig kookte van woede om al die poppenkast. „Zeg Wilhelm Teil, houd je maar niet alsof je nergens van weet", riep de sol daat uit. Wilhelm schrok toen hij be merkte dat men hem hier kende. „Wat moet ik dan doen?" riep hij kwa- si verwonderd uit. „Je moet die hoed daar groeten, nu weet je het", zei de soldaat hem een duw gevend. „Die hoed groeten? Nooit! nooit! Hoor je", en meteen maakte hij zich uit de voeten tussen de grote menigte, die daar intussen samengestroomd was. „We krijgen je wel Wilhelm Teil", hoorde hij hog achter zich roepen. Een deur ging behoedzaam open en Wilhelm glipte er ongemerkt in. „Dat was op het nipoertje. boer Teil". Wit van woede balde hij de vuisten tegen de gesloten deur. waarachter een opgewonden soldaat stond te razen. „Maak dat je weg komt, vooruit de poort uit". Als een opgejaagd dier, rende Wilhelm Teil het erf af en sloeg de weg in, die naar het huis van zijn schoonvader Voerde. „Bah! Ik had niet moeteil vluchten, ik had die vent een pijl tussen zijn rib ben moeten afsteken'V mompelde hij in zichzelf en wilde warempel weer terug gaan. Maar dan bedacht hij zich, dat hij dan stellig gevangen genomen zou wor den. En wat zou er dan worden van Ger- truud en zijn jongen? Met de zieke viel het nogal mee. Het ergste was weer voorbij. De slechte toe standen waren er ook hier de oorzaak van. Toen Wilhelm Teil vertelde wat hij had meegemaakt, raadde men hem aan. zich een paar dagen te verstoppen in de kelder van de ouderwetse boerde rij en dan zo stil mogelijk naar huis zien te komen. Van het nodige eten en drin ken voorzien zat Wilhelm in de kelder te peinzen op middelen om zijn land te redden. Hij de beste schutter van Zwit serland zat hier als een muis gevangen. Hij kon het ten laatste niet meer uit houden en besloot er alles op te wagen en naar huis te lopen. I „Maar trek dan tenminste andere kle ren aan", raadde zijn angstige vader hem bezorgd aan, „doe een oud pak van mij aan,dan zie je er wat ouder uit". Maar Wilhelm Teil luisterde niet naar deze raad en ging op weg. Zolang hij buiten de stad was ging alles best, nie mand keek naar hem om of het moest zijn dat iemand dcaht: Wat gaat daar een flinke, sterke kerell" Voor alle zekerheid zou hij niet door de stad gaan, maar langs de buitenwe gen; toch moest hij in elk geval langs de kazerne. „Is dat die Zwitser niet, die een paar dagen geleden weigerde de hóed te groe ten?" hoorde hij opeens vlak bij zich zeggen. „Ja, 't is hem. Ik weet het zeker", en plotseling voor hij er eigenlijk op be dacht was, voelde boer Teil zich gegre pen door verschillende sterke armen, die hem naar de kazernepoort sleurden. Eni ge ogenblikken zat hij opgesloten in een stevige cel. waaruit ontsnappen onmoge lijk bleek. „Dat is ook wat moois", bromde hij. „Zou Gertruud niet ongerust zijn?" En zijn vrouw was ongerust. Toen haar man enige dagen weg bleef had ze geen rust meer zij stuurde haar zoontje Wil lem naar grootvader om te vragen waar vader bleef. De kleine jongen moest ook langs de kazerne en bleef nieuwsgierig aan de poort staan kijken naar de oefe ningen van de soldaten. De schildwacht merkte hem op. „Zoek je iemand vent?" vroeg hij. „Ja, ik zoek mijn vader". „Hoe heet je?" De schildwacht had medelijden met de jongen en wilde juist gaan vragen of hij even zijn vader, die gevangen zat, mocht bezoeken, toen een ongewoon gedraaf en geloop zijn aandacht trok. Iedereen haastte zich om in de houding te gaan staan, want de landvoogd Gessier, stond al bij de poort, omgeven door zijn lijf wacht. De schildwacht, die niet op zijn post stond werd onmiddellijk bij de land voogd geroepen en moest vertellen waar om hij zijn plaats verlaten had. „Breng die jongen bij me", riep de landvoogd streng. Daar werd de kleine Willem Teil bij de landvoogd gebracht. „Ben jij een zoontje van Wilhelm Teil, die overal de eerste prijs voor schieten krijgt?" vroeg hij. Wordt vervolgd MIJN NATUURDAGBOEK (door Elsje) 28 Augustus. De vacantie nadert al weer haar einde. Nog een paar dagen en we gaan alweer naar huis. Na die donderbui van Vrijdag heeft 't de hele Zaterdag flink gestortregend en nu schijnt de zon weer vrolijk alsof er niets gebeurd is. Als 't hier regent is 't echt een vieze boel. 't Water gutst hier overal I naar beneden en er vormen zich snel- stromende beekjes langs de wegen. Wie in de buurt van Nijmegen komt, gaat natuurlijk naar Groesbeek om het Canadese kerkhof te bezoeken. Zo ook wij. We gaan er heen over de weg van de zeven heuvelen. Die weg zal me nog heugen. Ik kreeg er gewoon het op en neer van. We kwamen langs een paar goudgele lupine velden en onder het fietsen kon ik nog juist een blad er van pakken. Dat blad is net een waaier, 't Is een leuk gezicht als je langs zo'n lupine- veld komt wanneer het een beetje waait en al die waaierachtige bladeren zich bewegen. Voor je in Groesbeek komt moet je eerst door „de hel". Nu die weg is in derdaad verschrikkelijk. Je moet door 'n vreselijk diepe kuil tussen twee heuvels door, ik meen tussen de 5e en 6e. Wan neer je op de vijfde heuvel staat kijk je zo in de diepte en de weg gaat daar bijna recht naar beneden en ook weer zo recht naar boven. Je kunt er gewoon niet fietsen want van een weg is geen sprake, 't Is gewoon i rul zand. Nu kan ik me toch wel een beetje voorstellen hoe de hel zal zijn. 't Heeft tenminste heel wat moeite gekost om er door te komen. Wordt vervolgd. Correspondentie Tineke van Went, Noordwijk. Fijn dat je het boek zo mooi vindt. Blijf maar trouw mee doen en schrijf ons dikwijls een briefje dan krijg je steeds antwoord in de krant. Dat versje heb je zeker zelfgemaakt. MIJN POESJE Ik heb een poesje. O.... wat is dat een snoesje.' Het is een klein katje. Maar het is een leuk schatje. Het kan zo grappig spelen Met een grote kluw katoen. Het kan zich nooit vervelen. Al valt de kluw in een schoen. 's Morgens wordt hij wakker O.... wat een kleine rakker. Toen viel hij op zijn snuit Entoen was het versje uit. Annie van Veen, Zevenhoven. Ik was blij dat ik weer een briefje van je kreeg. Je mag met ons mee doen tot je veer tiende jaar. Fijn dat je het verhaal: „Wilhelm Teil", zo mooi vindt. Hier is je verhaalt je. Annie. HET SCHORT Piet was een jongen die in de stad woonde. Hij woonde in een klein huisje maar toch had hij een eigen tuintje, waarin mooie rode tulpen bloeiden, die hij zelf gepoot had. Zijn vader was altijd ziek. dus moeder moest met werken het geld verdienen. Over twee dagen was moeder jarig en zijn zusje had aleens aan moeder gevraagd wat ze graag zou willen hebben maar moeder had daar geen antwoord op gegeven. De avond voor haar verjaardag had Piet een bos van de mooiste tulpen afgeplukt om aan moeder te geven. Zijn zusje vroeg nog eens aan moeder wat ze graag wilde hebben en toen zei ze: een schort. Dat was een teleurstelling voor Plet. Wat moest hij nu met de tul pen doen? Hij ging er mee naar groot moe, die ze graag wilde hebben en ze gaf hem daar twee kwartjes voor. Van een tante, die bij grootmoe inwoonde kreeg hij ook twee kwartjes. Blij ging hij nu met zijn gulden naar huis. Met zijn zusje telde hij het geld in hun spaarpotten en gingen er toen mee naar een winkel. Ze kochten toen een mooi schort. Wat was moeder blij met haar cadeau. EEN FIJNE VACANTIEDAG Het was midden in de vacantie en Hans en Mieke mochten mee naar de speeltuin met vader en moeder. Ze ver trokken om 8 uur met de bus en hadden een flinke trommel brood en een fles limonade bij zich. Om 10 uur waren ze in de speeltuin. Ze liepen eerst een beetje vreemd rond maar al gauw waren ze ge wend. Ze schommelden en wipten fijn. Daar kwamen ook Toos en Piet van tan te Marie aan. Hans en Piet gingen samen wippen en ook Toos en Mieke. Om 11 u. kregen ze een glaasje limonade en een lekker snoepje, 's Middags gingen ze bij tante Marie eten, want zij woonde er dicht bij en na het eten gingen de vier kinderen weer naar de speeltuin. Om 3 uur kwam oom Jaap hen halen om naar huis te gaan. Ze gingen eerst goe den dag zeggen en daarna weer met de bus naar huis. 't Was een fijne dag ge weest. wel heel erg kort en dat was nu juist *i onderwerp waar Je heel veel over zou kunnen schrijven. Probeer het nog eens. Jan Ploeg, Leiderdorp. Zo helemaal alleen op de fiets naar oma in Rijpwe- tering, dat is niet mis Jan. Wat heb je je best gedaan met dat blad vol teke ningen. Reuze hoor! Gijsbert Ploeg, Leiderdorp. Jammer hè dat jullie de taart niet gewonnen hebben vooral omdat Jan zo van taart houdt. Maar ik denk dat alle kinderen wel van taart houden. Jan is zeker al weer beter. Dag kinders. Corrie Mentink, Leiden. Toen ik je brief zou openmaken dacht ik: ha. daar zit zeker een lange brief of een aardig verhaaltje in. Maar mis hoor! Zou dat nog eens waar kunnen zijn Corrie? Tiny Lub, Leiden. Welkom in onze kring, Tiny. Leuk dat je er de eerste keer al een verhaaltje bij deed. ONZE POESJES We hebben twee aardige poesjes, die de hele dag met elkaar springen en stoeien. Ze lopen elkaar maar steeds achterna. De moeder van de poesjes is eens onder een auto gelopen en was toen natuurlijk dood. Gelukkig waren de kleintjes al zindelijk. Ze springen zo maar op je schoot om een warm plekje te zoeken en dan te gaan slapen. Als iemand van ons weggaat brengen de poesjes ons altijd een eindje weg en gaan dan gelijk weer samen terug. KABOUTERLEVEN Kabouter Slordig is heel kwaad, En weet je waar het over gaat? De kleine kabouterjongetjes Die namen kleine sprongetjes. Ze sprongen over stammetjes. Of speelden met de lammetjes Dat vond de Slordevos niet goed. En daar bromt hij onder zijn hoed. Maar buurman Sanders zag hem staan Die denkt: ik zal er naar toe gaan. Verbeteren zal ik hem Al is 't nog zo'n oude mom. Sanders gaat naar Slordig toe: „Ik maak je aan 't lachen. kijk eens hoe!" Hij trekt een hele rare snuit. En daarmee is 't versje uit. Sjaan Oudshoorn, Itijpwetcrlng. Hoe gaat het nu met de kleine Frans? Groeit hij al goed? Wat leuk zeg, dat jullie de kamer zo mooi met bloemen versierd hadden toen moeder uit het ziekenhuis kwam. Jij bent zeker wel een goede hulp thuis nu moeder het zo druk heeft met al die kinders. Groetjes aan allemaal. Ineke van Kins. Leiden. Fijn dat je nog een heel jaar met ons mee kunt doen. Maak eens een verhaaltje over het St. Nicolaasfeest. Lidy Raaphorst, Leiden. Zo'n kleine Lidy toch! Pas vijf jaar en toch al met ons mee doen. Dat schrijven en lezen heb je zeker van papa geleerd, Knap hoor! Dag kindje. Ook Elsje en Guus gaan nu zeker voortaan met ons mee doen. Groetjes ook aan vader en moeder. Er liggen nog heel wat briefjes en ver haaltjes te wachten. Geduld maar, ze komen zeker aan de beurt. Nog een paar weekjes en we hebben weer het heerlijke St. Nicolaasfeest. Wie zou daar een aardig verhaaltje over kunnen ma- ken. Maar dan moet het vlug gebeuren want na het feest kunnen we het niet meer plaatsen. Dag kinders. TANTE JO EN OOM TOON (94) jlle if Hen Wherhip, nu ik min M, onuchtbm "'(buikx wt heb,,sbet 1 verdoemden .1! Jt de schrik weer m

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1955 | | pagina 11