De
voorwaarden voor het kleuteronderwijs
Weer 1000 emigranten
naar Australië
TWEEDE KAMER
Perrons van het S.S. te Den Haag
zullen onder de grond verdwijnen
zegt, dat er vooruitgang moet wor-!|_j|n Amsterdam-Den Haag
I blijft nog boven aarde
Sleutels van brandkast
waren in Frankrijk
Aantal leerlingen per school voor het
platteland te hoog geacht
WOENSDAG 14 SEPTEMBER 1955
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
Bovendien moet de uitbreiding
van bestaande en de bouw van nieu
we kleuterscholen, gelet op de span
ningen op de bouwmarkt voorlopig
niet in onbeperkte mate mogelijk
worden geacht, terwijl ook de oplei
ding van voldoende bevoegde leid
sters tijd zal vragen.
Het heffen van een schoolgeld
wordt nodig geacht, doch ouders,
wier inkomen beneden een bepaal
de grens ligt, zullen geen schoolgeld
Id de „paradijselijke
kindertuin"
Gistermiddag heeft de Tweede Ka
mer een aanvang gemaakt met de al
gemene beraadslaging over het wets
ontwerp houdende regeling van het
kleuteronderwijs en van de opleiding
van leidsters bij dat onderwijs.
In dit nieuwe ontwerp tegen
dat van 1950 bleken tal van bezwa-1 verschuldigd zijn, terwijl reductie zal
ren te bestaan, met name ontmoette
de wijze, waarop de gedachte van de
financiële gelijkstelling in dat ont
werp was uitgewerkt, ernstige cri-
tiek is uitgegaan van de gedach
te der volledige financiële gelijkstel
ling, zoals die ook in de lageronder-
wijs-wet 1920 is verwezenlijkt. An
ders dan bij het lager onderwijs ech
ter zal volgens het ontwerp het Rijk
in principe alle kosten van het kleu
teronderwijs, dus niet alleen de kos
ten van bezoldiging maar ook die
van de gebouwen en de exploitatie,
die in eerste aanleg voor een belang
rijk deel ten laste van de gemeenten
komen, voor zijn rekening nemen.
Op de gemeentebesturen wordt de
plicht gelegd voor de stichting van
een voldoend aantal openbare kleu
terscholen zorg te dragen.
Mocht de plaatselijke overheid ten
dezen nalatig zijn, dan kunnen de
ouders van een voldoend aantal
kleuters (30, 60of 90 kleuters, naar
gelang het een gemeente met minder
dan 50.000, 50.000 tot 100.000 of meer
dan 100.000 in gezetenen betreft) de
stichting van zulk een school vra
gen-
Op grond van het principe der fi
nanciële gelijkstelling zal de over
heid de kosten der bijzondere kleu
terscholen naar dezelfde maatstaf
als die der openbare scholen uit de
openbare kassen vergoeden. De ver
goeding van de kosten van bouw en
inriohting en evenzeer die der bezol
diging van het onderwijzend perso
neel zijn op vrijwel analoge wijze
geregeld als voor het lager onder
wijs. Ten aanzien van de vergoeding
der exploitatiekosten wordt daaren
tegen een van de lager-onderwijs-
wet 1920 afwijkende regeling voor
gesteld, doch met behoud van het
principe der financiële gelijkstelling.
De leerlingenschaal wordt op 40
gesteld. Verwacht wordt, dat de ge
middelde klassebezetting 34 zal zijn.
Voor de leidsters der openbare en
der bijzondere kleuterscholen zal de
zelfde salarisregeling gelden.
Het ligt in het voornemen te be
vorderen, dat de bij algemene maat
regel van bestuur vast te stellen be
zoldiging in een gemeente der eer
ste klasse ongeveer de volgende mi
nima en maxima te zien zal geven:
voor een leidster zonder de akte als
hoofdleidster 190—25 per maand,
voor een leidster met de akte als
hoofdleidster f 190—225 per maand,
voor een hoofdleidster 275f 400
of 295425 per maand, afhanke
lijk van het aantal leidsters, dat aan
de school is verbonden. Voor haar,
die niet in het bezit van de vereiste
bevoegdheden zijn, zal een korting
op bovengenoemde bedragen worden
toegepast. De leidsters zullen een
soortgelijke verlofregeling krijgen
als de onderwijzers bij het lager on
derwijs. Bovendien zal een wacht
geldregeling worden vastgesteld, ter
wijl de leidsters en de leraren der
opleidingsscholen voor kleuterleid
sters pensioen gerechtigd zullen
worden.
In het ontwerp is voor toelating
worden gegeven voor ouders, van
wie twee of meer kleuters de school
bezoeken.
Met betrekking tot de opleiding
wordt voorgesteld de volledige sala
riskosten der opleidingsscholen te
vergoeden; de bijdrage in de overige
kosten wordt tot 100 per leerling
opgevoerd.
De kosten van de in dit ontwerp
vervatte voorzieningen worden ge
raamd op 51.120.000. Hiertegen
over staat een geraamde opbrengst
schoolgelden van 2.500.000. Boven
dien worden de kosten van deze wet
ten dele gecompenseerd door een
herziening van de uitkeringen aan
de gemeenten uit het gemeentefonds
tot een bedrag van naar raming
28.400.000.met inachtneming van
de kosten der opleidingsscholen,
welke op 600.000 worden gesteld,
zal met deze voorzieningen een be
drag van 20.800.000 zijn gemoeid.
Voorgesteld wordt de wet in wer
king te doen treden met ingang van
1 Januari 1956.
DE BESPREKINGEN.
De heer ROOSJEN (A.R.) zegt,
dat de gevolgen van de voorgestelde
wet niet te overzien zijn. Later zul
len er stellig correcties in moeten
worden aangebracht.
De in het ontwerp genoemde waar
borgsom van 25 procent der stich-
tingskosten acht spr. te hoog. Hij
kondigt een amendement aan om dit
percentage te bepalen op 15.
Spr. ontwikkelt voorts enige an
dere bezwaren tegen bepalingen in
het ontwerp. De minister heeft ver
klaard, dat kleuterklassen in lagere
schoten ondergebracht als kleuter
scholen zullen worden beschouwd.
Ze moeten echter in één gebouw
zijn ondergebracht. Door deze bepa
ling worden veel zogenaamde bui
tenklassen getroffen.
In Amsterdam alleen zouden er 93
moeten verdwijnen. Z.i. moet men
rekening houden met de toestand zo
als die ter zake gegroeid is, of eigen
lijk vergroeid is.
De heer VAN SLEEN (PvdA)
bracht. Hij vreest, dat de ongewen
ste geest in de terminologie van de
wet blijft voortleven en dus ook in
de uitvoering. Het begint al met het
woord kleuterschool; beter is z.i. het
Engelse „nursery school", het Duit
se „Kindergarten" of het Franse
„Jardin d'enfants". Spr. zegt ook
geen beter Nederlands woord te we
ten, maar als we van school en van
onderwijs blijven spreken, dan zijn
we toch verplicht iets na te streven
van de paradijselijke kleutertuin.
Z.i. moet alles worden gezet op het
scheppen van die voorwaarden, die
voor de geest en de sfeer der groep
bevorderlijk zijn.
Na opgemerkt te hebben, dat het
aantal kleuters per klas te groot is,
betoogt de heer Mol, dat het bij het
kleuteronderwijs vooral aankomt op
de kwaliteiten van de leidsters als
verzorgster. Want de verzorging is
op deze leeftijd primair.
De heer TILANUS (C.H.) betoogt
o.m., dat het nieuwe ontwerp geen
rekening houdt met de historische
ontwikkeling. Z.i. was het ontwerp
eigenlijk niet nodig geweest. Men
had in de L.O.-wet 1920 enige be
palingen ten aanzien van kleuters
kunnen opnemen.
Hij verblijdt zich echter over de
indiening en wel omdat recht ge
daan wordt aan de financiële gelijk
stelling en omdat de rechtspositie
der ideuteronderwijzeressen in so
ciaal opzicht op bevredigende ma
nier wordt geregeld.
Mevrouw FORTANIER-DE WIT
(WD) spreekt de hoop uit, dat het
de minister gegeven zal zijn spoedig
de leerlingenschaal van veertig te
verlagen. Met een groot deel van de
opmerkingen van de heer Mol kan
zij het eens zijn. Al heeft het ont
werp niet haar onverdeelde instem
ming, zij acht het toch een belang
rijke stap vooruit en de minister
verdient waardering voor zijn werk.
De heer DE RUITER (C.H.) zegt
dit ontwerp beter te vinden dan dat
van 1950. Toch heeft hij er wel enige
bedenkingen tegen..
De voorgestelde regeling is z.i. te
formeel en te af. Te weinig wordt
rekening gehouden met plaatselijke
behoeften. Spr. is ook van oordeel,
dat men aansluiting bij de L.O.-wet
had kunnen zoeken, waardoor een
afzonderlijke kleuter onderwijswet
Tijdens de pontificale uitvaartdienst in de kathedrale kerk te Utrecht wordt op deze foto de baar van wijlen
johannes kardinaal De Jong bewierookt. Aan het voeteneinde van de kist de rode kardinaalshoed van de
overleden kersvorst.
overbodig zou zijn geweest. O.m. ves
tigt hij de aandacht erop, dat als
men vasthoudt aan de getallen 30, 60
en 90 er alleen scholen zullen komen
in de steden en niet op het platte
land. Het is z.i. niet juist dezelfde
maatstaf aan te leggen voor een ge
meente van 50.000 en een van 2000
ingezetenen. Hij zal dan ook zijn
stem geven aan de amendementen,
die de getallen willen verlagen.
De heer ZEGERING HADDERS
(WD) de vergoeding der kosten
besprekend betoogt, dat de gemeen
ten, die het kleuteronderwijs hebben
gesteund, worden achtergesteld bij
de gemeenten, die niets hebben ge
daan op dit gebied. De heer Zege-
ring bespreekt voorts de gevolgen
van het ontwerp voor het platteland.
Het voorgeschreven aantal kleuters
voor een school is naar zijn oordeel
veel te hoog. De aantallen kunnen
lager gesteld worden. Spr. zou wil
len vernemen welke richtlijnen in
dergelijke gevallen zullen gelden.
Te ruim elf uur wordt de verga
dering verdaagd tot Woensdagmid
dag een uur.
den geconstateerd. Het kleuteron- j I
wijs zal nu eindelijk een wettelijke
basis krijgen. Spr. brengt vervolgens
lof aan minister Cals, wiens aandeel
aan deze wet zal verbonden blijven. I
In artikel 9 wordt de gemeente I Alhoewel de plannen van de N.S.
verplicht een openbare kleuterschool j om een ondergrondse spoorlijn aan
te stichten, als een bepaald aantal te leggen van Den Haag naar Amster-
ingezetenen dat verlangt. Maar in I dam voorlopig in de ijskast zijn ge-
4.1—1 wordt die plicht j deponeerd, zijn de Spoorwegen toch
tni van plan om in Den Haag ondergronds
hetzelfde artikel
weggenomen, omdat een verzoek tot
stichting kan worden afgewezen o.a.,
omdat door een of meer openbare
kleutersoholen in naburige gemeen
ten op bevredigende wijze in de be
hoefte aan openbaar kleuteronder
wijs voor de ingezetenen is voor
zien. Tegen deze mogelijkheid heeft
spr. ernstig bezwaar.
De heer LEMAIRE (KNP) zegt,
dat verhoed moet worden dat de
kleuters te jong naar de kleuter
school worden gezonden. Een leef
tijd van 3Vi jaar vindt hij te
zal enigszins ten Westen van de hui
dige ligging zijn, ongeveer waar nu
de taxistandplaatsen zijn.
By het viaduct zullen de spoorlij
nen geleidelijk naar omlaaggevoerd
worden, zodat ze hun eindpunt onder
de grond zullen vinden.
tot een kleuterschool een leeftijd van Liever had hij 4 jaar als algemene
drie en een half jaar vastgelegd, eis gesteld gezien.
Voorlopig zal evenwel een leeftijd
van vier jaren moeten worden aan
gehouden, omdat er van deze wet
een stimulerende invloed zal uitgaan
op het stichten van nieuwe kleuter
scholen.
De heer MOL (KVP) krijgt uit de
regelingen, dlie het wetsontwerp
brengt niet de overtuiging, dat ze
geïnspireerd zijn door de gedachten,
die in biologisch en psycho-hygië-
nisch opzicht naar voren zijn ge-
te gaan werken.
Dezer dagen is overeenstemming
met het Haagse gemeentebestuur be
reikt over de bouw van een onder
gronds station op de plaats, waar
thans het Staatsspoor in Den Haag
gevestigd is, dus het begin en eind
punt van de lijn Utrecht e.a.
Het nieuwe ondergrondse station,
dat een plaats zal vinden in het we
deropbouw- en saneringsplan van het
Bezuidenhout en het stadscentrum bij
Het Spui, zal de perrons onder de
grond krijgen, terwijl de gebouwen
boven de grond zullen worden opge
richt.
De plaats van het nieuwe station
Deze foto geeft een beeld van de uitvaart van Johannes kardinaal De Jong in Utrecht. Terwijl de regen gestadig
uit de grauwe hemel valt, betreedt de stoet met voorop de fraters van het St. Gregoriushuis in Utrecht, die
de kist met het stoffelijk overschot van de kardinaal op een wagen voort trekken, het Utrechtse kerkhof.
Standaardwerk over
kardinaal De Jong
Bij uitgeverij Het Spectrum z
binnen afzienbare tijd een groot, ge
ïllustreerd boek verschijnen, gewijd
aan de nagedachtenis van de overle
den kardinaal. De titel van het boek
luidt: Kardinaal De Jong, de mens,
de geleerde, de kerkvorst, de vader
lander. De kardinaal heeft aan dit
werk zelf zijn goedkeuring en volle
medewerking geschonken.
De schrijver, H. W. F. Aukes, be
kend door zijn boeiende levensbe
schrijving van Titus Brandsma heeft,
in het volle besef van de historische
betekenis van de thans gestorvene,
deze biografie ondernomen met goed
keuring en onder volle medewerking
van de Kardinaal zelf, echter op deze
voorwaarde dat het boek eerst na
zijn dood zou verschijnen.
Als vrucht van jarenlange studie,
van duizenden brieven en honderden
gesprekken met degenen die „de
grote Kardinaal" het naast gestaan
hebben, steunend op talrijke moei
lijk toegankelijke authentieke docu
menten, verlucht met tientallen fo
to's waaronder zeldzaam originelen,
is dit boek het standaardwerk, waar
in het levensverhaal van de grootste
Nederlandse kerkvorst van deze
eeuw definitief voor tijdgenoot en
nageslacht gestalte krijgt.
Te bouwen crypte wordt
de laatste rustplaats
van Kardinaal De )ong
De reden, waarom het stoffelijk
overschot van Kardinaal De Jong op
het katholieke kerkhof te Utrecht
begraven is en niet werd bijgezet in
de bisschopskelder van het kerkhof,
i moet gezocht worden in het feit, dat
I de uiteindelijke rustplaats van het
stoffelijk overschot een crypte zal zijn
die een plaats zal krijgen in een nog
j te bouwen kathedraal te Utrecht.
Reeds voor de oorlog bestonden er
plannen om in Utrecht een kathe
draal te bouwen aan de Lange Nieuw-
straat, waarvan de huidige kathedrale
kerk, de Sint Catharijnekerk, een
vleugel zal vormen.
De plannen voor deze bouw zullen
echter voorlopig niet gerealiseerd
worden, daar het aartsdiocees van
mening is, dat de bouw van gewone
Ruim duizend passagiers, onder
wie 457 kinderen beneden de acht
tien jaar, met andere woorden 45
procent van het totaal, hebben zich
aan de Lloydkade te Rotterdam in
gescheept aan boord van het m.s.
„Sibajak", dat vanmiddag naar
Australië zal vertrekken. Niet alle
passagiers zijn emigranten, want een
vijftigtal opvarenden bestaat uit op
bezoek gaande familieleden en emi
granten, die met vacantie in ons land
zijn geweest.
De jongste alleenreizende emi
grant is de 15-jarige Hans Haan uit
Amsterdam, de oudsten zijn het
echtpaar J. Huis-In 't Veld uit Rot
terdam, waarvan man en vrouw
ieder 70 jaar zijn. De grootste gezin
nen worden gevormd door de fami
lies W. J. Spruit uit Rotterdam en
M. P. L. Janissen uit Tegelen, beide
uit dertien personen bestaand. Het
laatste gezin werd door de bnrge-
meester van Tegelen, mr Pesch uit
geleide gedaan.
Afgezegd.
Zoals altijd hebben ook nu passa
giers op het laatste ogenblik afge
zegd: een meisje, omdat zoals ze zei
„haar ouders er iets van zouden
krijgen". Een tweede meisje ver
klaarde niet te durven en de moe-
De Maastrichter brand
Loodgieter verdacht
van onvoorzichtigheid
Het politie onderzoek, dat sedert
Vrijdag wordt ingesteld naar de oor
zaak van de brand in de Sint Servaas-
toren te Maastricht, heeft tot enkele
conclusies geleld, aan de hand waar
van proces-verbaal is opgemaakt te
gen de loodgieter, die vlak voor de
brand in de toren werkzaam is ge
weest.
Vast staat, dat in de toren van de
kerk daags voor de brand, dus Don
derdag, loodgieterswerkzaamheden
zijn verricht met een open brander
op een wijze die volgens de politie
in strijd moet worden geacht met
de betreffende veiligheidsvoorschrif
ten in de z.g. loodgieterswet.
De betreffende loodgieter heeft ont
kend op de morgen dat de brand
ontstond de bedoelde werkzaamheden
te hebben verricht. Een deskundig
onderzoek heeft echter de mogelijk
heid niet uitgesloten, dat reeds Don
derdag materiaal op de toren is gaan
smeulen en Vrijdagmorgen pas tot
vlammen zijn gaan uitlaaien, welke
tot de brand leidden.
Voor schuld aan of verantwoor
delijkheid voor de brand bij anderen,
die bij de restauratiewerkzaamheden
zijn betrokken, is bij de stand van
het politieel onderzoek tot nu toe
geen positieve aanwijzing.
Dodelijke botsing
Kermis-echtpaar omgekomen
Bij een auto-ongeluk op de Rijks
straatweg Leeuwarden—Groningen
zijn gisteravond omstreeks half zeven
bij Hardegarijip de 70-jarige heer
John Sipkema uit Groningen en zijn
70-jarige echtgenote mevr. A. Sipke-
ma-Fogertij om het leven gekomen.
De door de heer Sipkema bestuurde
auto slipte tijdens een zware regen
bui, toen hij moest uitwijken voor
een tegenligger, en kwam tegen een
boom terecht; de beide inzittenden
werden op slag gedood en de auto
werd totaal vernield.
De heer Sipkema was een bekend
oud-kermisexploitant; hij stond vroe
ger o.a. met een stoomcaroussel op
vele kermissen. De stoffelijke over
schotten zijn naar het R.K. zieleen
kerken momenteel voorrang geniet, huis in Groningen overgebracht
der van nummer drie kwam van
ochtend vertellen „dat er stagnatie
was met de verloofde", die reeds in
Australië is. Zy maakten plaats voor
andere passagiers, die dus op het
laatste ogenblik werden geboekt. Eé'n
van hen, een jongeman uit Maarn,
vertelde gistermiddag zyn passage
niet te kunnen betalen, omdat syn
ouders, die de sleutel van de braifa-
kast hebben, met vacantie in Frank
rijk waren. Zij hebben, inmiddels ge
alarmeerd, de nachttrein genomen,
opdat hun zoon bij het embarkeren
het geld bij zich zou hebben.
Staatslening 1955II
op 15 Oct. geopend
Blijkens een heden gepubliceerd
prospectus heeft de minister van fi-
nantien besloten tot de uitgifte van
een 3J4 pet. rentende staatslening,
te noemen 314 procent lening tegen
te noemen 3j^ procent lening 1955 II,
ten laste van Nederland. De lening,
die wordt uitgegeven tegen een koers
van 100 procent, heeft een looptijd
van 30 jaren, te rekenen van 15 Oc
tober 1955 af.
Evenals bij de in het voorjaar uit
gegeven lening, is het bedrag van de
nieuwe lening nog niet vastgesteld.
Hiertoe zal pas worden overgegaan
na de sluiting van de inschrijving.
Wederom is 't recht voorbehouden de
bedragen van inschrijving slechts ge
deeltelijk toe te wijzen.
Onder voorbehoud van versterkt»
of algehele delging a pari zal de le
ning in 30-jaarlijkse termijnen wor
den afgelost en wel afwisselend 3
4 en 5% per jaar, zodat telkens in
drie opeenvolgende jaren 10 pet. der
lening wordt gedelgd.
De rente gaat in op 15 October 1955;
de coupons verschijnen halfjaarlijks
op 15 April en 15 October.
De storting op toegewezen schuld
bewijzen dient evenwel op 20 Octo
ber 1955 vóór 12.30 uur te geschieden
bij de Ned. Bank te Amsterdam. Aan.
gezien deze storting 5 dagen na de
coupondatum geschiedt, zal op de
stortingsdatum een bedrag van 45
cent per 1000.aan lopende rente
moeten worden bijbetaald.
Schuldbewijzen in de nieuwe le
ning zullen worden afgegeven in
stukken van 1000.terwijl deel
neming in de lening in de vorm van
schuldregisterinschrijvingen kan ge
schieden tot bedragen van ten minste
100.000.
De inschrijving staat open op Don
derdag 29 September 1955 van 9 tot
16 uur, bij het agentschap van het
Ministerie van Financien te Amster
dam. Inschrijvingen kunnen uitslui
tend worden ingediend door bemid
deling van banken of commission-
nairs in effecten, leden van de Ver.
voor den Effectenhandel te Amster
dam, van de Ver. van Effectenhan
delaren te Rotterdam of van de Bond
voor den Geld- en Effectenhandel
in de provincie te 'sGravenhage.
De aanvragen tot inschrijving moe
ten zó tijdig worden opgegeven, dat
zij door de bank of commissionair
op de inschijvingsdag bij het agent
schap van het Ministerie van Finan
ciën vóór 16 uur kunnen worden in
gediend.
De opneming van deze lening in
de notering ter beurze van Amster
dam en Rotterdam zal worden be
vorderd.
STUDIECLUBS DIOCESANE
KATHOLIEKE MIDDENSTAND
De „A"-Studieclub van de stichting
Katholieke Middenstandsontwikke
ling van de Dioc. Kath. Midenstands.
bond te Sassenheim wordt geconti
nueerd in een „B"-cursus. Dez cursus
is bedrijfseconomisch, sociologisch
en cultureel ingesteld.
Iedere katholieke man en vrouw,
die deze cursus kan en wil volgen
wordt uitgenodigd op de startbijeen
komst op Dinsdag 20 September a!s.
's avonds te 7.45 uur in „Het Bruine
Paard" te Sassenheim. Reeds meer
dere cursisten gaven zich voor deze
,3"-cursus op.