Wie puzzelt mee
DE KRANTENTUIN
De Kleppende Klippet*
ZATERDAG 10 SEPTEMBER 1955
DE LEIDSE COURANT
VIERDE BLAD PAGINA 2
Horizontaal: 1. stofje, vlokje, 5.
eerste mens, 9. afstammeling, 11.
munt in Turkije, 12. onbekende (afk.),
14. huisdier, 16. mijnheer (Eng.), 17.
landbouwwerktuig, 19. houten vat,
21. in het jaar der wereld (afk. Lat.),
22. metalenhaak, 24. voorlichting, 26.
bladerkroon, 28. de aanstichter van de
Septembermoorden en van de ver
oordeling der Girondijnen, 30. god
der liefde, 32. ontgonnen land, 33.
telwoord (Fr.), 35. waterdiepte, 37-
voornaamwoord, 38. gesloten, 40. zij
tak Moezel, 42. familielid, 44. einde,
40. glibberig, 48. houten handegge,
49. maatschap.
Verticaal: 1. grove den, 2. provin
cie v. Nederland (afk.), 3. boom, 4.
teug, 5. waterstand (afk.), 6. hals
doek, 7. zangwijs, 8. veldketel, 10.
parfum, 13. Rom. keizer, 15. konink
rijk in Achter-Indië, 18. talent, 20.
tweetal, 22. klein kind, 23. kenteken,
25. samengedrongen menigte, 27.
bloem, 29. levenslucht, 31. klap, 34.
interval van negen tonen, 36. jong
rund, 39. gem. in Gelderl., 41. ge
bouw in Amsterdam, 43.' meisjes
naam, 45. maanstand (afk.), 47. aca
demische titel (afk.).
Oplossingen tot en met Donderdag
aan het bureau van ons blad. Een
sigarettenkoker, sieraad en boek zijn
de prijzen.
OPLOSSING VORIGE WEEK.
Horizontaal; 1. als, 4. oog, 6. Leo,
8. nog, 11. fonds, 13. ara, 14. loupe,
16. Olst, 18. Kaïn, 20. genoot, 23. Ke-
diri, 26. star, 27. atlas, 30. Edam, 31.
Ane, 33. pro, 34. els, 36. Lorelei, 40.
olm, 43. latoen, 45. veulen, 47. egel,
49. kati, 50. Capri, 52. Eli, 53. Etten,
56. ons, 57. els, 58. tor, 59. ora.
Verticaal: 1. af, 2. loket, 3. Sn, 4.
Oslo, 5. gat, 6. lak, 7 olie, 8. nu, 9.
opera, 10- ge, 12. Doorn, 15. onder,
17. sta, 19. aks, 20. G. S., 21. naast,
22. O. L., 24. idool, 25. I. M., 28. ter,
29. aal, 32. elegie, 33. Pieter, 34. el,
35. Laban, 37. one, 38 E. K., 39. Eva,
41. leger, 42. Mn, 44. oer, 46. uit, 48.
les, 49. kit, 50. Co, 51. p.s., 54. To,
55. na.
De taart is deze week voor J. W.
Tolido, Heereweg 368, Lisse; het sie
raad voor L. de Valk, Hoge Rijndijk
86, Zoeterwoude, en het boek voor
Wed- Tetteroo, Stationsstraat 173,
Zoetermeer.
Aetherklanken
ZONDAG.
TELEVISIE-PROGRAMMA VPRO.
20.15 Avondopening. 20.20 Act. en
weerber. 20.35 „Het onbewoonde
eiland", TV-spel.
HILVERSUM I, 402 m.
8.00 VARA. 12.00 AVRO. 17.00 VARA.
18.30 VPRO. 19 00 IKOR.
20.00—24.00 AVRO.
8.00 Nieüws. 8.18 Gevar. progr.
10.00 „Met en zonder omslag". 10.30
Gram. 10.45 „Geestelijk leven", caus.
10.55 Bel Canto. 11.30 „Het spel en
de toeschouwer", hoorsp. 12 00 Sport-
spiegel. 12.05 Theaterork. 12.35 „Even
afrekenen, lieren". 12.45 Gevar. muz.
13.00 Nieuws. 13.05 Meded. of gram.
13.10 Voor de mil. 14.00 Boekbespr,
14 20 Omr. ork. en solist. 15.15 „On
der en boven de wet", lezing. 15.35
Koorzang. 16.00 Dansork. 16.3o Sport-
revue. 17.00 Volksliedjes en -dansen.
17.30 Voor de kinderen. 1T.50 Sport-
journ. 18.15 Nieuws en sportuitsl.
18.30 Muzikale Ned. Herv. Kerkd.
19.00 Voor de kinderen. 19.30 „Ont
moetingen met Christus", caus. 20.00
Nieuws. 20.05 Act. 20.15 Lichte muz.
20.45 Hoorsp. 21.30 Lichte muz. 22.10
Voordr. 22.25 Kamermuziek. 23.00
Nieuws. 23.15 Gram. 23-2524.00
Gram.
HILVERSUM II, 298 m.
8.00 KRO. 9.30 NCRV. 12.15 KRO.
17.00 IKOR. 19.00 NCRV.
19.45—24.00 KRO.
8.00 Nieuws. 815 Gram. 8.25 Plech
tige Hoogmis. 9.30 Nieuws en water
standen. 9.45 Kamerkoor. 10.00 Geref.
kerkdienst. 11.30 Gram. 11.45 Alt en
orgel. 12.15 Gram. 12.20 Apologie.
12.40 Koorconc. 12-55 Zonnewijzer.
13.00 Nieuws, en kath. nieuws. 13.10'
Lichte muz. 13.40 Boekbespr. 13.55
Op het spoor van St. Joris. 14.00
Gram. 14.15 Idem. 14.40 Op het spoor
van St. Joris. 14-45 Luchtvaartpraatje.
14.55 Gram. 15.20 Op het spoor van
St. Joris. 15.25 Gram. 16.00 Op het
spoor van St. Joris. 16.10 Kath. Thuis
front overal! 16.15 Sport. 16.30 Ves
pers. 17.00 Jeugddienst. 1800 Zang-
dienst. 18.45 Pastorale rubr. 19.00
Nieuws uit de Kerken. 19.05 Boekbe
spreking. 19.15 Gram. 19.30 „Waar
heid en verbeelding rondom het
Nieuwe Testament", caus. 19.45
Nieuws. 20.00 Promenade ork. en so
liste. 20.40 Act- 20.55 De gewone man.
21.00 Lichte muz. 21.25 Instr. octet.
21.45 „De Kans", hoorsp. 22.40 Het
getuigenis over Christus. Hierna:
Avondgebed en lit. kalender. 23.00
Nieuws. 23.1524.00 Gram.
MAANDAG
HILVERSUM I, 402 M.
7.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.24—24.00
VARA.
VARA: 7.00 Nieuws. 7.10 Gram.
7.15 Gym. 7.30 Gram. 8.00 Nieuws.
8.18 Gram. 8.30 Lichte muz. 9.00 Gym.
voor de vrouw. 9.10 Gram. (9.359.40
Waterstanden). VPRO: 10.00 „Voor de
oude dag", caus. 10.05 Morgenwijding.
VARA: 10.20 Gram. 10.45 Voor de
zieken. 11.20 Kamermuz. 11.40 Voor
dracht. 12.00 Dansmuz. 12.30 Land- en
tuinbouw mededelingen. 12.33 Voor
het platteland. 12.38 Gram. 13.00
Nieuws. 13.15 Voor de middenstand.
13.20 Orgelspel en solist. 13.50 Gram.
14.00 Voor de vrouw. 14.15 Viool,
klarinet en piano. 14.35 Gram. 15.15
Licht programma. 16.15 Koorzang.
17.20 Gram. 17.50 Mil. somm. 16.00
Nieuws en comm. 16.20 Lichte muz.
18.40 Act. 18.50 Instr. kwart en so
liste. T9.10 Voor de jeugd. 19.45 Rege
ringsuitzending: Landbou wrubr.1.
Rep. over de ontwikkeling van de
landbouw op de N.W. Veluwe. 2. De
wormziektebestrijding bij het paard.
20.00 Nieuws. 20.05 Metropole-ork. en
klein koor. 20.45 „Norma", opera.
22.45 „Wat doen jullie nou eigen
lijk?" caus. 23.00 Nieuws en S.O.S.-
berichten. 23.1524.00 Gram.
HILVERSUM H, 298 M.
7.00—24.00 NCRV.
NCRV: 7.09 Nieuws. 7.10 Gewijde
muz. 7.30 Gram. 7.45 'n Woord voor
de dag. 8.00 Nieuws en weerber.
8.15 Sportuitslagen. 8.25 Gram. 9.00
Voor de zieken. 9.30 Voor de vrouw.
9.35 Salonorkest. 10.10 Gram. 10.30
Morgendienst. 11.00 Gram. 11.15 ld.
1'2.00 Zigeunermuz. 12.25 Voor boer
en tuinder. 12.30 Land- en tuinbouw
mededelingen. 12.33 Negro-spirituals.
12.53 Gram. of act. 13.00 Nieuws.
Scepticus. „Pietje, Pietje", zei
moeder, „er zijn een heleboel jon
getjes, die blij zouden zijn, als ze het
hele jaar spinazie konden eten".
Pietje: „Nou, noem er dan maar
drie!"
Rijkaard. Rijke pa: „Zo jonge
man, je wilt mijn dochter trouwen.
Vertel me maar eens, hoeveel geld
je hebt?
Jongeman: ,,'n..en kl.kleine
vierduizend gulden".
Rijke pa: „Ik vraag niet, hoeveel
contanten je in je zak hebt zitten;
ik vraag hoeveel geld je hebt!"
Kan ook. „En waar is je man
nou aan gestorven, mevrouw?"
„Aan meningsverschil!"
„Aan meningsverschil?"
„Ja: tussen de twee doktoren, die
hem behandelden."
Compromis. Patiënt: „Kunnen
we over de rekening geen compromis
sluiten?"
Dokter: ,,'n Compromis?"
Patiënt: „Ja, de medicijnen wil ik
betalen, maar voor de bezoeken zou
ik graag tegenbezoeken afleggen".
Kansloos. Gevangenisdirecteur:
„En als u probeert te ontvluchten,
krijgt u enkele bloedhonden achter
u aan!"
Gevangene: „Hij is goed! Die krij
gen me toch nooit, want ik heb
bloedarmoede".
13.15 Metropole orkest. 14.05 School
radio. 14.35 Gram. 14.45 Voor de
vrouw. 15.15 Gram. 15.35 Strijkkwar
tet. 16.00 Bijbellezing. 16.30 Kamer
muz. 17.00 Voor de kleuters. 17.15
Pianoduo. 17.40 Beursberichten. 17.45
Regeringsuitzend.: Rijksdelen Over
zee: „De zorg voor moeder en kind
in Nieuw Guinea", door Zr. C. Aal-
ders. 18.00 Gram. 18.20 Sportpraatje.
18.30 Amus. muz. 19.00 Nieuws en
weeiber. 19.10 Orgelconcert. 19.30
Gram. 19.45 Strijkorkest en soliste.
20.00 Radiokrant. 20.20 Amus. muz.
20.40 „De inbraak", hoorspel. 21.53
Koorconc. 22.30 Gram. 22.45 Avond-
overdenking. 23.00 Nieuws en S.O.S.-
berichten. 23.1524.00 Gram.
Hatelijk. Kwaaltjes-dame: „Zou
het kwaad kunnen, als ik vanavond
naar een bal ga?"
Dokter: „Ik vrees van wel. Lang
stil zitten is niet goed voor U".
Vrouwenopvatting. Mevrouw
was jarig en kreeg van haar man
een cheque van f 100,om iets te
kopen. Stiekum zette de jarige er
nog een nul bij en rende toen naar
de bank.
,,'t Spijt me, mevrouw", zei
bankbediende, „maar deze ohequt
kan ik u niet uitbetalen. U hebt er
iets aan veranderd!"
De dame stampvoette van woede.
„Bah", riep ze, „jullie mannen
spelen altijd onder één hoedje!"
Hard. Mevrouw (aan de piano)
„Het stuk, dat ik zojuist speelde,
heet Siegfrieds Dood".
Hij: „Tjonge, tjonge, ik hoorde wel,
dat die man beroerd aan zijn eind
is gekomen."
Knap. Schooolopziener: „Wat
doen ze met de koeienhuid?"
Pietje: „De koe bij elkaar houden,
meneer".
Ongewoon. Hij: „Zoals het klok
je thuis tikt, tikt het nergens".
Zij: „Ruzie gehad op de soos?"
Venijnig. De jager op groot
wild nam deel aan een liefdadig
heidsbal.
„Op een dag heb ik vier leeuwen
gedood", zei hij tegen zijn lijdende
danseuse.
„Geweldig", antwoordde ze, „ze
ker doodgetrapt?".
Ja, nou. „Was uw man koel
bloedig, toen die inbreker kwam?"
„Ik denk 't wel. Hij stond tenmin
ste te trillen".
Critiek. Een dichter zond een
brief naar de redactie van een tijd
schrift. De brief bevatte een gedicht
met als titel: „Waarom leef ik nog?"
De redactie zond hem het gedicht
met het volgende briefje terug: „IJ
leeft nog omdat u het hart niet heeft
gehad om dit gedicht persoonlijk bij
ons te komen aanbieden".
De kinderen van de
„Hongerburcht"
(Vervolgverhaal door Tineke)
Oom Bernard nam de leiding en Ivo
werkte voor drie. De gehele dag waren
ze met het werk bezig, aleer ze weer
in de volgende gang terecht kwamen en
al die tijd zaten de graaf en de gravin in
duizend angsten. Om de kleine Hildegard
niet ongerust te maken had men haar
nog niets verteld, hetgeen erg jammer
was, want alleen Hildegard was op de
hoogte van de bezoeken van haar broer
tje aan de kluizenaar in de grot bij de
baai.
Eindelijk was men zo ver dat ze door
de laatste resten puin heen, het daglicht
konden zien en ze stonden nu bij de berg
plaats van het tuingereedschap. Ontzet
tend groot was de teleurstelling en het
verdriet van de ouders, oom Bernard en
evengoed van allen die de gehele dag
zo hard gewerkt hadden in de hoop, de
vermiste knaap te zullen vinden.
Wat nu gedaan? En met dat al was een
kostbare dag verloren gegaan. Daar
kwam Hildegard, niet vermoedend, aan
huppelen, om haar vader en moeder
goedennacht te zeggen. Nu konden zij
het verdwijnen van Robert niet meer
voor haar verborgen houden omdat ze
aan de wanhopige gezichten wel kon
zien, dat er iets ergs gaande was.
„Hildegard, denk eens goed na, weet
je nog waar Robert was, toen er op de
burcht bij jullie feest was?" vroeg oom
Bernard.
Even keek Hildegard verbaasd op om
dat ze hier oom Bernard en haar vader
samen zag staan, terwijl ze wist dat deze
twee broers in vijandschap met elkaar
leefden. „Zouden ze zich met elkaar ver
zoend hebben", flitste het door haar
hoofdje. Dat zou heerlijk zijn, dan zou
oom Bernard weer bij hen thuis op de
burcht komen om met haar en Robert te
spelen. „Maar dat kon nu niet want Ro
bert was weg", dacht ze verder.
O, ja, wat vroeg Oom Bernard ook
weer? Ze had nog samen met Robert
wegkruipertje gespeeld en toen had hij
gezegd dat hij zo'n fijne schuilplaats wist
Ze had hem later gezocht, maar niet
gevonden, ook niet toen ze voor het
avondeten thuis moest komen. O ja, nu
wist ze alles weer en openhartig vertelde
ze het aan het kringetje mensen, dat
rondom haar stond.
„Zou je die schuilplaats nu weten,
Hildegard", drong haar vader aan.
„Ja vader, ik denk van wel", kwam
het er aarzelend uit en ze dacht toen
aan de grot van de kluizenaar, maar ze
dacht ook aan haar belofte aan Robert
gedaan, aan niemand hierover te zeggen.
„Kom meisjes vertel eens vlug op. Het
begint al donker te worden zo dadelijk
kunnen we vanwege de duisternis niets
meer ondernemen", zei oom Bernard,
terwijl hij zich van ongeduld op de lip
beet. Met horten en stoten kwam nu het
verhaal over de bezoeken van haar
broertje aan die knappe kluizenaar, die
hem zo goed met zijn huiswerk geholpen
had.
„Hildegard weet je die grot?" vroeg de
oude groot vader, die in zijn jeugd zo
vaak in de grotten aan de rivier ge
speeld had.
„Ja grootvader. Ik ben er zelf nooit
geweest, maar Robert heeft hem mij
aangewezen toen we in de boot er langs
vaarden".
„Dan gaan we naar omlaag en Hilde
gard voorop", klonk de flinke stem van
Ivo.
O, wat was het toch jammer, dat ze
een hele lange dag verknoeid hadden
met het puinruimen in de gewelven on-,
der de burcht Wie weet waar dat joch
nu zat? Maar waarom kwam hij niet
naar huis? Zou die kluizenaar een ver
momde zeerover zijn geweest? Allemaal
vragen die de hoofden van de mensen
bestormden, die nu op weg waren naar
de rivier.
„Daar, bij die spleet is het vader!"
wees Hildegard met haar vinger.
Ivo, die vooraan liep, sprong van de
ene rotssteen op de andere, weldra ge
volgd door de anderen. Eèn voor èèn
kropen ze door de spleet en kwamen in
de pikdonkere grot. Met kaarsen werd
nu bijgelicht en toen zagen ze de grote
wanorde die er heerste en die wees op
een gevecht en een overhaaste vlucht.
In een hoek vond de gravin een san
daal van Robert. Een deken aan flarden,
gescheurd lag nog op de krib. Overblijf
selen van een houtvuur lagen overal
verspreid. Alle hoeken werden belicht en
afgezocht, maar geen Robert en geen
kluizenaar te zien.
De arme moeder stond te huilen met
de natte sandaal van haar zoontje in de
handen.
„Kom mee naar boven, we hebben
niets gevonden en we moeten overleggen
wat ons nu te doen staat, dat kunnen
we niet in dit hol. Kom mee dus, naar
boven!" klonk het streng uit de mond
van de graaf.
Zwijgend en diep teleurgesteld liep de
kleine stoet het bergpad op naar de
burcht, 't Was al zeer donker en daar
door leek het misschien zoveel te erger.
„Hildegard, jij gaat nu naar bed,
kindje", zei de gravin, als we je nog
nodig hebben, komen we je wel roepen".
Gehoorzaam ging het kind met de kin
derverzorgster mee ofschoon ze wel
graag bij de bespreking was gebleven
maar zij vertrouwde er vast op dat O.L.
Heer en de H. Maagd haar broertje weer
gauw naar huis zouden terug voeren en
daarom bad zij deze avond een extra
lang avondgebed.
Het kleine gezelschap bevond zich in
de ridderzaal rondom de hoofdzetel waar
in de graaf had plaats genomen. Dit
was al een teken dat er een gewichtig
besluit moest genomen worden. Het
werd graaf Bernard warm om het hart
toen hij een zetel naast die van zijn oude
vader kreeg aangewezen. Hier was hij
immers weer in de ouderlijke burcht
waar hij geboren was, waar hij zijn
prettige kinderjaren, had doorgebracht,
waar hij aan Mechtildus, zijn blinde
zusje, zoveel ridderverhalen had voorge
lezen. Graaf Heribald scheen niets te
merken van de ontroering van zijn broer
met wie hij zoveel jaren in vijandschap
had geleefd en die nu door zijn bereid
willigheid om te helpen, alle grieven
vergeten was en plotseling weer in hun
midden was alsof er nooit iets gebeurd
was. De graaf had echter geen tijd zo
iets op te merken. Hij beschouwde het
als de gewoonste zaak dat iedereen zich
inspande om zijn kind te helpen zoeken.
Wordt vervolgd.
MIJN „NATUURDAGBOEK"
(door Elsje)
Pats!! Daar vliegt juist een reuze
bromvlieg op mijn schrift. Prachtig
glanst zijn lijfje in de zon; paars, blauw,
groen, geel, rood alles door elkaar. En
wat een mooie zilverachtige vleugeltjes.
Jammer dat ik hem niet kan drogen.
Rondom de vijver bloeien goudsbloe
men en Afrikaantjes. Ik snap nog steeds
niet waarom deze bloemen „Goudsbloe
men" genoemd worden. Ik vind ze fel-
oranje.
Tegen de garage groeien de druiven.
Deze zijn nu nog helemaal groen, want
begin October zijn ze pas rijp; dit in
tegenstelling met de kasdruiven, die al
overal in de winkels te koop liggen,
maar die met stookmateriaal kunstmatig
in de glazen kassen vroeger rijp worden.
Verder zie ik nog een heel hoge boom.
Dat is de esdoorn. Deze boom lijkt veel
op de lijsterbes, maar de esdoorn heeft
gladde randen aan de blaadjes en de
lijsterbes gekartelde. Verder heeft de
esdoorn grote doornen en de lijsterbes
niet. Dan zie ik nog een eigenaardige
boom: de larix. De mensen gebruiken
deze boom ook wel eens als kerstboom.
8 Augustus.
Vanmorgen vond ik dit koolwitje in de
vensterbank. Een zielig gezicht was dat
naast een dode bromvlieg. Ze hadden
zeker samen gevochten. Die bromvlieg
vond ik te vies om in dit schrift te plak
ken, maar ik heb hem hiernaast levens
groot nagetekend. Het koolwitje zal ik
drogen tussen vloeipapier en dan er ook
bij plakken.
Vanmiddag zijn we weer naar de Ra-
venberg geweest. Wat is het daar toch
prachtig! Die Ravenberg bestaat uit drie
heuvels. De middelste is het hoogst en
als je daar bovenop staat, kijk je op de
andere twee, die helemaal groen zijn van
de bomen.
Vandaag voor het eerst van dit jaar
bramen gegeten. Er staan hier veel
bramenstruiken, maar er zijn er nog
maar weinig rijp. Er staan nog veel
bloesem tussen; een takje plak ik hier
bij. Ik verheug me nu al als ik denk
aan al die rijpe bramen over ongeveer
twee weken.
In het open veld en langs de koren
velden vond ik nog de spursie. Leuk ge
zicht is dat, tussen al dat groen zo'n geel
plekje.
Wordt vervolgd
CORRESPONDENTIE
Willie Pieterse, Leiden. Van jou vond
ik nog een kort verhaaltje over de Mei
maand. We zitten nu echter alweer in
September. Maar eens een verhaaltje
over een fijne vacantiedag. Dag Willie.
Annie en Jopie v. Veen, Zevenhoven.
Eerst komt Annie aan de beurt met haar
verhaaltje over een:
SCHOOLREISJE
We vertrokken 's morgens vroeg om
half acht met de bus. Zingende reden we
het dorp uit en gingen eerst naar Hil
versum, alwaar wij bij de KRO de ver
schillende studio's mochten bekijken.
Wat was daar veel te zien.
We stapten weer in de bus om naar
Soestdijk te rijden en daar zagen
het mooie witte koninklijk paleis. We
reden door naar Amersfoort allemaal
langs prachtige bossen. In Harderwijk
gingen we naar een speeltuin en in het
IJselmeer mochten we toen pootje ba
den. Daarna hebben we de rondvaart ge
daan. Dat was een mooie tocht. Tot Slot
hebben we een stukje over de Veluwe
gewandeld waarna we over Utrecht naar
huis reden. Het was een prettige dag
geweest.
Jopie heeft een versje gemaakt over:
HET KONIJNTJE
Een konijntje dol en blij.
Liep op een mooie dag in Mei.
Het veld in naar de kool.
Daar klonk een schot van een pistool
Het bloed sprong 't konijntje
uit zijn pootje.
Het bloed stroomde als een gootje.
Het konijntje ging dood
Aan het wondje van zijn poot.
Peter de Jong, Leiden. Leuk Petertje
dat je ons neefje wilt zijn. Je aardige
briefje heb ik met plezier gelezen. Mag
je wel eens op een paard zitten of zit
je liever in een auto? Schrijf ons nog
maar eens gauw een briefje. Dag jongen!
Anneke de Ridder, Noordwijk-B. Ik
as blij weer eens een briefje van je te
zien en nog wel een met een verhaaltje.
Je briefje is de hele vacantie blijven lig
gen, maar nu vandaag komt je verhaal
tje in de krant.
PIMMETJE POLLEWOP
Pimmetje Pollewop was een kabouter.
Hij woonde in een dikke boom, midden
in een groot bos. Op een dag ging Pim
metje naar school. De zon stond hoog
aan de hemel. Toen hij al dicht bij school
was hoorde hij heel zachtjes kreunen.
Hij luisterde heel goed en hoorde toen
dat het gekreun van de rechterkant
kwam. Hij zoch tussen de takken en
werkelijk daar zag hij een musje tussen
de takken van een rozenboompje zitten.
Het zat met zijn teentjes in een doorn
verward en had erge pijn. Het kabou
tertje peuterde de teentjes los en zette
het musje op de grond. O, wat was het
diertje blij! Dankbaar zei het: „Jij mag
Zondag bij me komen eten". Dat vond
Pimmetje goed. Vlug liep hij weer door
naar school, waar hij nog net op het
nippertje naar binnen kon. 's Zondags
heeft hij heerlijk bij 't musje gegeten en
van die tijd af zijn ze goede vrienden
geworden.
Ali v. d. Poll, Voorhout. Dat was nog
goed afgelopen Ali, met je kleine broer
tje. In de krant konden we dagelijks le
zen dat er kinderen in zee verdronken
doordat ze veel te ver in zee gingen.
DAT KOMT ER VAN
Moeder had beloofd dat we morgen
bij mooi weer naar zee zouden gaan.
Jantje en Annemieke waren zó blij, dat
ze er niet van konden slapen, zó ver
langden ze naar morgen. Eindelijk was
het ochtend geworden en gelukkig mooi
weer. Moeder pakte van alles in en ook
de zwempakken, die mochten natuurlijk
niet vergeten worden.
Zo gauw ze aan zee kwamen begonnen
ze zich uit te kleden en haastten ze zich
naar de zee. Moeder had in de haast ver
geten te zeggen dat ze niet te ver in zee
mochten gaan en Jantje ging veel te
ver. Moeder zag het nog net op tijd. Zij
riep hem terug en toen mocht hij die
dag niet meer in zee.
Ria Adriaanse, Leiden. Nou zeg dat
rapport van jou mag er zijn. Nu maar in
de zesde klas even goed je best doen.
Weet je al wat je wilt worden? Wat heb
jij een fijne vacantie gehad. Ja als je lid
bent van de vacantiebezigheden dan ge
niet je iedere dag iets anders. Fijn dat
je het gewonnen boek zo mooi vindt.
Riet en Piet Stolwijk, Hazerswoude
Kijk. kijk, wat hebben die kleintjes hun
best gedaan. De verhaaltjes zijn niet
groot maar toch komen ze in de krant.
Piet maakte voor ons:
DAT KOMtf ER VAN
Jan en Kees mochten gaan vissen
maar Tonnie niet omdat hij nog zo klein
was. Heel ongehoorzaam had hij uit de
schuur een hengel gepakt en ging daar
mee vissen. Hij had al drie baarzen ge
vangen en nu voor de vierde keer had
hij weer beet. Met een ruk haalde hij
op maar de vis viel er af. Door de schok
viel Tonnie in de sloot. Hij begon dade
lijk te gillen.
Jan en Kees, die verderop aan het vis
sen waren, gooiden hun hengels neer en
holden naar de plek waar ze hoorden
gillen.Daar zagen ze Tonnie liggen.
Kees zwom naar hem toe en sleepte
hem naar de kant, waar Kees hem er
uit trok.
Riet maakte ook al een verhaaltje
over:
DAT KOMT ER VAN
Mien en Jo gingen ballen. Ze mochten
niet op de weg gaan ballen en nu de
den ze het toch. Daar kwam een auto
aan. Jo zag hem aankomen en sprong
op zij maar Mien werd door de auto ge
grepen. Ze viel en het wiel ging over
haar been. Ze bleef liggen met een ge
broken been. Men bracht haar naar
het ziekenhuis en daar duurde het bijna
drie maanden, eer ze weer helemaal be
ter was. Ze heeft nooit meer op de weg
gebald.
Albert de Jong, Leiden. Evenals je
broertje krijg jij ook een briefje in de
krant. Natuurlijk vinden we het fijn als
jij voortaan trouw schrijft. Maar luister
eens Albert, jij bent negen jaar dus je
Ansje, Elly en Paula Bakker, Voor
hout. Dank je wél voor de aardige brief
jes. Wat hebben jullie een fijne vacan
tie gehad. Vooral dat logeren was wel
erg prettig. Nu moet ik Paula nog even
iets in haar oortje fluisteren: „In de
tweede klas duimen de kinderen niet
meer, meisje".
Hoe gaat het met de kuikentjes Ansje?
Die zijn zeker al groot geworden. En nu
komt jullie vriendinnetje
Trudi Stembest aan de beurt. Jammer
dat ik niet wist dat je jarig was, dan had
ik je vast een kaart gestuurd. Je bent
zeker wel zuinig op dat ringetje met het
rode steentje.
Ik heb ook een fijne vacantie gehad,
Ik ben heel hoog in de bergen geweest,
Toen jullie het allemaal zo warm had
den, liep ik in de sneeuw en toch
het daar niet koud. Daar begrijp je ze
ker niet veel van. Hoeft ook nog niet
hoor! Dag kinders, wanneer verrassen
jullie me nog eens met zo'n dikke brief.
Groetjes aan mama.
Sjaantje Tettero, Leiden. Jammer
Sjaantje dat je er zo'n klein verhaal
tje van gemaakt hebt. Juist een leuk on
derwerp om daar iets aardigs over te
schrijven.
HET PRINSESJE
Er was eens een prinsesje dat soms
heel ondeugend was. Op t
ponnen aan. Rozelijn, zo heette het prin
sesje, was in haar beste jurk in de tuin
aan het spelen. Ze zag in de verte een
stoet dames aankomen en klom daarom
vlug in een boom. Het was een kersen
boom. Wat deed de stouterd? Telkens
als er een dames langs kwam gooide
een rijpe kers naar beneden. Dat gaf ni
tuurlijk vlekken. Ze gingen naar de ko
ningin en deze beval Rozelijntje te ha
len. Ze moest voor straf de hele dag
haar kamer blijven.
André v. d. Drift. Vandaag is er geen
plaats meer voor je verhaaltje. Je bent
de volgende week het eerst aan de beurt.
Dag allemaal.
TANTE JO EN OOM TOON
(36)
komen juthe nu werjBneek Buur ie hootBniè
ketökuithetiuurfover.kupitein'tjutkuni^
1955?jjoch niet begrijpen!
tuten ere Sun nog muur eens Brinken'. loBru ne weer
vlot zon, vuren wonuur Be kust, pukken mm motrozen
en kjttie vrienden op. en stevenen nuur het "Krrvketei-
lunB.. wuur ik kolonisten uun boon)moet nemen.'