Wie puzzelt mee DE KRANTENTUIN De Kleppende Klippet* ZATERDAG 10 SEPTEMBER 1955 DE LEIDSE COURANT VIERDE BLAD PAGINA 2 Horizontaal: 1. stofje, vlokje, 5. eerste mens, 9. afstammeling, 11. munt in Turkije, 12. onbekende (afk.), 14. huisdier, 16. mijnheer (Eng.), 17. landbouwwerktuig, 19. houten vat, 21. in het jaar der wereld (afk. Lat.), 22. metalenhaak, 24. voorlichting, 26. bladerkroon, 28. de aanstichter van de Septembermoorden en van de ver oordeling der Girondijnen, 30. god der liefde, 32. ontgonnen land, 33. telwoord (Fr.), 35. waterdiepte, 37- voornaamwoord, 38. gesloten, 40. zij tak Moezel, 42. familielid, 44. einde, 40. glibberig, 48. houten handegge, 49. maatschap. Verticaal: 1. grove den, 2. provin cie v. Nederland (afk.), 3. boom, 4. teug, 5. waterstand (afk.), 6. hals doek, 7. zangwijs, 8. veldketel, 10. parfum, 13. Rom. keizer, 15. konink rijk in Achter-Indië, 18. talent, 20. tweetal, 22. klein kind, 23. kenteken, 25. samengedrongen menigte, 27. bloem, 29. levenslucht, 31. klap, 34. interval van negen tonen, 36. jong rund, 39. gem. in Gelderl., 41. ge bouw in Amsterdam, 43.' meisjes naam, 45. maanstand (afk.), 47. aca demische titel (afk.). Oplossingen tot en met Donderdag aan het bureau van ons blad. Een sigarettenkoker, sieraad en boek zijn de prijzen. OPLOSSING VORIGE WEEK. Horizontaal; 1. als, 4. oog, 6. Leo, 8. nog, 11. fonds, 13. ara, 14. loupe, 16. Olst, 18. Kaïn, 20. genoot, 23. Ke- diri, 26. star, 27. atlas, 30. Edam, 31. Ane, 33. pro, 34. els, 36. Lorelei, 40. olm, 43. latoen, 45. veulen, 47. egel, 49. kati, 50. Capri, 52. Eli, 53. Etten, 56. ons, 57. els, 58. tor, 59. ora. Verticaal: 1. af, 2. loket, 3. Sn, 4. Oslo, 5. gat, 6. lak, 7 olie, 8. nu, 9. opera, 10- ge, 12. Doorn, 15. onder, 17. sta, 19. aks, 20. G. S., 21. naast, 22. O. L., 24. idool, 25. I. M., 28. ter, 29. aal, 32. elegie, 33. Pieter, 34. el, 35. Laban, 37. one, 38 E. K., 39. Eva, 41. leger, 42. Mn, 44. oer, 46. uit, 48. les, 49. kit, 50. Co, 51. p.s., 54. To, 55. na. De taart is deze week voor J. W. Tolido, Heereweg 368, Lisse; het sie raad voor L. de Valk, Hoge Rijndijk 86, Zoeterwoude, en het boek voor Wed- Tetteroo, Stationsstraat 173, Zoetermeer. Aetherklanken ZONDAG. TELEVISIE-PROGRAMMA VPRO. 20.15 Avondopening. 20.20 Act. en weerber. 20.35 „Het onbewoonde eiland", TV-spel. HILVERSUM I, 402 m. 8.00 VARA. 12.00 AVRO. 17.00 VARA. 18.30 VPRO. 19 00 IKOR. 20.00—24.00 AVRO. 8.00 Nieüws. 8.18 Gevar. progr. 10.00 „Met en zonder omslag". 10.30 Gram. 10.45 „Geestelijk leven", caus. 10.55 Bel Canto. 11.30 „Het spel en de toeschouwer", hoorsp. 12 00 Sport- spiegel. 12.05 Theaterork. 12.35 „Even afrekenen, lieren". 12.45 Gevar. muz. 13.00 Nieuws. 13.05 Meded. of gram. 13.10 Voor de mil. 14.00 Boekbespr, 14 20 Omr. ork. en solist. 15.15 „On der en boven de wet", lezing. 15.35 Koorzang. 16.00 Dansork. 16.3o Sport- revue. 17.00 Volksliedjes en -dansen. 17.30 Voor de kinderen. 1T.50 Sport- journ. 18.15 Nieuws en sportuitsl. 18.30 Muzikale Ned. Herv. Kerkd. 19.00 Voor de kinderen. 19.30 „Ont moetingen met Christus", caus. 20.00 Nieuws. 20.05 Act. 20.15 Lichte muz. 20.45 Hoorsp. 21.30 Lichte muz. 22.10 Voordr. 22.25 Kamermuziek. 23.00 Nieuws. 23.15 Gram. 23-2524.00 Gram. HILVERSUM II, 298 m. 8.00 KRO. 9.30 NCRV. 12.15 KRO. 17.00 IKOR. 19.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO. 8.00 Nieuws. 815 Gram. 8.25 Plech tige Hoogmis. 9.30 Nieuws en water standen. 9.45 Kamerkoor. 10.00 Geref. kerkdienst. 11.30 Gram. 11.45 Alt en orgel. 12.15 Gram. 12.20 Apologie. 12.40 Koorconc. 12-55 Zonnewijzer. 13.00 Nieuws, en kath. nieuws. 13.10' Lichte muz. 13.40 Boekbespr. 13.55 Op het spoor van St. Joris. 14.00 Gram. 14.15 Idem. 14.40 Op het spoor van St. Joris. 14-45 Luchtvaartpraatje. 14.55 Gram. 15.20 Op het spoor van St. Joris. 15.25 Gram. 16.00 Op het spoor van St. Joris. 16.10 Kath. Thuis front overal! 16.15 Sport. 16.30 Ves pers. 17.00 Jeugddienst. 1800 Zang- dienst. 18.45 Pastorale rubr. 19.00 Nieuws uit de Kerken. 19.05 Boekbe spreking. 19.15 Gram. 19.30 „Waar heid en verbeelding rondom het Nieuwe Testament", caus. 19.45 Nieuws. 20.00 Promenade ork. en so liste. 20.40 Act- 20.55 De gewone man. 21.00 Lichte muz. 21.25 Instr. octet. 21.45 „De Kans", hoorsp. 22.40 Het getuigenis over Christus. Hierna: Avondgebed en lit. kalender. 23.00 Nieuws. 23.1524.00 Gram. MAANDAG HILVERSUM I, 402 M. 7.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.24—24.00 VARA. VARA: 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gram. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.30 Lichte muz. 9.00 Gym. voor de vrouw. 9.10 Gram. (9.359.40 Waterstanden). VPRO: 10.00 „Voor de oude dag", caus. 10.05 Morgenwijding. VARA: 10.20 Gram. 10.45 Voor de zieken. 11.20 Kamermuz. 11.40 Voor dracht. 12.00 Dansmuz. 12.30 Land- en tuinbouw mededelingen. 12.33 Voor het platteland. 12.38 Gram. 13.00 Nieuws. 13.15 Voor de middenstand. 13.20 Orgelspel en solist. 13.50 Gram. 14.00 Voor de vrouw. 14.15 Viool, klarinet en piano. 14.35 Gram. 15.15 Licht programma. 16.15 Koorzang. 17.20 Gram. 17.50 Mil. somm. 16.00 Nieuws en comm. 16.20 Lichte muz. 18.40 Act. 18.50 Instr. kwart en so liste. T9.10 Voor de jeugd. 19.45 Rege ringsuitzending: Landbou wrubr.1. Rep. over de ontwikkeling van de landbouw op de N.W. Veluwe. 2. De wormziektebestrijding bij het paard. 20.00 Nieuws. 20.05 Metropole-ork. en klein koor. 20.45 „Norma", opera. 22.45 „Wat doen jullie nou eigen lijk?" caus. 23.00 Nieuws en S.O.S.- berichten. 23.1524.00 Gram. HILVERSUM H, 298 M. 7.00—24.00 NCRV. NCRV: 7.09 Nieuws. 7.10 Gewijde muz. 7.30 Gram. 7.45 'n Woord voor de dag. 8.00 Nieuws en weerber. 8.15 Sportuitslagen. 8.25 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9.35 Salonorkest. 10.10 Gram. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gram. 11.15 ld. 1'2.00 Zigeunermuz. 12.25 Voor boer en tuinder. 12.30 Land- en tuinbouw mededelingen. 12.33 Negro-spirituals. 12.53 Gram. of act. 13.00 Nieuws. Scepticus. „Pietje, Pietje", zei moeder, „er zijn een heleboel jon getjes, die blij zouden zijn, als ze het hele jaar spinazie konden eten". Pietje: „Nou, noem er dan maar drie!" Rijkaard. Rijke pa: „Zo jonge man, je wilt mijn dochter trouwen. Vertel me maar eens, hoeveel geld je hebt? Jongeman: ,,'n..en kl.kleine vierduizend gulden". Rijke pa: „Ik vraag niet, hoeveel contanten je in je zak hebt zitten; ik vraag hoeveel geld je hebt!" Kan ook. „En waar is je man nou aan gestorven, mevrouw?" „Aan meningsverschil!" „Aan meningsverschil?" „Ja: tussen de twee doktoren, die hem behandelden." Compromis. Patiënt: „Kunnen we over de rekening geen compromis sluiten?" Dokter: ,,'n Compromis?" Patiënt: „Ja, de medicijnen wil ik betalen, maar voor de bezoeken zou ik graag tegenbezoeken afleggen". Kansloos. Gevangenisdirecteur: „En als u probeert te ontvluchten, krijgt u enkele bloedhonden achter u aan!" Gevangene: „Hij is goed! Die krij gen me toch nooit, want ik heb bloedarmoede". 13.15 Metropole orkest. 14.05 School radio. 14.35 Gram. 14.45 Voor de vrouw. 15.15 Gram. 15.35 Strijkkwar tet. 16.00 Bijbellezing. 16.30 Kamer muz. 17.00 Voor de kleuters. 17.15 Pianoduo. 17.40 Beursberichten. 17.45 Regeringsuitzend.: Rijksdelen Over zee: „De zorg voor moeder en kind in Nieuw Guinea", door Zr. C. Aal- ders. 18.00 Gram. 18.20 Sportpraatje. 18.30 Amus. muz. 19.00 Nieuws en weeiber. 19.10 Orgelconcert. 19.30 Gram. 19.45 Strijkorkest en soliste. 20.00 Radiokrant. 20.20 Amus. muz. 20.40 „De inbraak", hoorspel. 21.53 Koorconc. 22.30 Gram. 22.45 Avond- overdenking. 23.00 Nieuws en S.O.S.- berichten. 23.1524.00 Gram. Hatelijk. Kwaaltjes-dame: „Zou het kwaad kunnen, als ik vanavond naar een bal ga?" Dokter: „Ik vrees van wel. Lang stil zitten is niet goed voor U". Vrouwenopvatting. Mevrouw was jarig en kreeg van haar man een cheque van f 100,om iets te kopen. Stiekum zette de jarige er nog een nul bij en rende toen naar de bank. ,,'t Spijt me, mevrouw", zei bankbediende, „maar deze ohequt kan ik u niet uitbetalen. U hebt er iets aan veranderd!" De dame stampvoette van woede. „Bah", riep ze, „jullie mannen spelen altijd onder één hoedje!" Hard. Mevrouw (aan de piano) „Het stuk, dat ik zojuist speelde, heet Siegfrieds Dood". Hij: „Tjonge, tjonge, ik hoorde wel, dat die man beroerd aan zijn eind is gekomen." Knap. Schooolopziener: „Wat doen ze met de koeienhuid?" Pietje: „De koe bij elkaar houden, meneer". Ongewoon. Hij: „Zoals het klok je thuis tikt, tikt het nergens". Zij: „Ruzie gehad op de soos?" Venijnig. De jager op groot wild nam deel aan een liefdadig heidsbal. „Op een dag heb ik vier leeuwen gedood", zei hij tegen zijn lijdende danseuse. „Geweldig", antwoordde ze, „ze ker doodgetrapt?". Ja, nou. „Was uw man koel bloedig, toen die inbreker kwam?" „Ik denk 't wel. Hij stond tenmin ste te trillen". Critiek. Een dichter zond een brief naar de redactie van een tijd schrift. De brief bevatte een gedicht met als titel: „Waarom leef ik nog?" De redactie zond hem het gedicht met het volgende briefje terug: „IJ leeft nog omdat u het hart niet heeft gehad om dit gedicht persoonlijk bij ons te komen aanbieden". De kinderen van de „Hongerburcht" (Vervolgverhaal door Tineke) Oom Bernard nam de leiding en Ivo werkte voor drie. De gehele dag waren ze met het werk bezig, aleer ze weer in de volgende gang terecht kwamen en al die tijd zaten de graaf en de gravin in duizend angsten. Om de kleine Hildegard niet ongerust te maken had men haar nog niets verteld, hetgeen erg jammer was, want alleen Hildegard was op de hoogte van de bezoeken van haar broer tje aan de kluizenaar in de grot bij de baai. Eindelijk was men zo ver dat ze door de laatste resten puin heen, het daglicht konden zien en ze stonden nu bij de berg plaats van het tuingereedschap. Ontzet tend groot was de teleurstelling en het verdriet van de ouders, oom Bernard en evengoed van allen die de gehele dag zo hard gewerkt hadden in de hoop, de vermiste knaap te zullen vinden. Wat nu gedaan? En met dat al was een kostbare dag verloren gegaan. Daar kwam Hildegard, niet vermoedend, aan huppelen, om haar vader en moeder goedennacht te zeggen. Nu konden zij het verdwijnen van Robert niet meer voor haar verborgen houden omdat ze aan de wanhopige gezichten wel kon zien, dat er iets ergs gaande was. „Hildegard, denk eens goed na, weet je nog waar Robert was, toen er op de burcht bij jullie feest was?" vroeg oom Bernard. Even keek Hildegard verbaasd op om dat ze hier oom Bernard en haar vader samen zag staan, terwijl ze wist dat deze twee broers in vijandschap met elkaar leefden. „Zouden ze zich met elkaar ver zoend hebben", flitste het door haar hoofdje. Dat zou heerlijk zijn, dan zou oom Bernard weer bij hen thuis op de burcht komen om met haar en Robert te spelen. „Maar dat kon nu niet want Ro bert was weg", dacht ze verder. O, ja, wat vroeg Oom Bernard ook weer? Ze had nog samen met Robert wegkruipertje gespeeld en toen had hij gezegd dat hij zo'n fijne schuilplaats wist Ze had hem later gezocht, maar niet gevonden, ook niet toen ze voor het avondeten thuis moest komen. O ja, nu wist ze alles weer en openhartig vertelde ze het aan het kringetje mensen, dat rondom haar stond. „Zou je die schuilplaats nu weten, Hildegard", drong haar vader aan. „Ja vader, ik denk van wel", kwam het er aarzelend uit en ze dacht toen aan de grot van de kluizenaar, maar ze dacht ook aan haar belofte aan Robert gedaan, aan niemand hierover te zeggen. „Kom meisjes vertel eens vlug op. Het begint al donker te worden zo dadelijk kunnen we vanwege de duisternis niets meer ondernemen", zei oom Bernard, terwijl hij zich van ongeduld op de lip beet. Met horten en stoten kwam nu het verhaal over de bezoeken van haar broertje aan die knappe kluizenaar, die hem zo goed met zijn huiswerk geholpen had. „Hildegard weet je die grot?" vroeg de oude groot vader, die in zijn jeugd zo vaak in de grotten aan de rivier ge speeld had. „Ja grootvader. Ik ben er zelf nooit geweest, maar Robert heeft hem mij aangewezen toen we in de boot er langs vaarden". „Dan gaan we naar omlaag en Hilde gard voorop", klonk de flinke stem van Ivo. O, wat was het toch jammer, dat ze een hele lange dag verknoeid hadden met het puinruimen in de gewelven on-, der de burcht Wie weet waar dat joch nu zat? Maar waarom kwam hij niet naar huis? Zou die kluizenaar een ver momde zeerover zijn geweest? Allemaal vragen die de hoofden van de mensen bestormden, die nu op weg waren naar de rivier. „Daar, bij die spleet is het vader!" wees Hildegard met haar vinger. Ivo, die vooraan liep, sprong van de ene rotssteen op de andere, weldra ge volgd door de anderen. Eèn voor èèn kropen ze door de spleet en kwamen in de pikdonkere grot. Met kaarsen werd nu bijgelicht en toen zagen ze de grote wanorde die er heerste en die wees op een gevecht en een overhaaste vlucht. In een hoek vond de gravin een san daal van Robert. Een deken aan flarden, gescheurd lag nog op de krib. Overblijf selen van een houtvuur lagen overal verspreid. Alle hoeken werden belicht en afgezocht, maar geen Robert en geen kluizenaar te zien. De arme moeder stond te huilen met de natte sandaal van haar zoontje in de handen. „Kom mee naar boven, we hebben niets gevonden en we moeten overleggen wat ons nu te doen staat, dat kunnen we niet in dit hol. Kom mee dus, naar boven!" klonk het streng uit de mond van de graaf. Zwijgend en diep teleurgesteld liep de kleine stoet het bergpad op naar de burcht, 't Was al zeer donker en daar door leek het misschien zoveel te erger. „Hildegard, jij gaat nu naar bed, kindje", zei de gravin, als we je nog nodig hebben, komen we je wel roepen". Gehoorzaam ging het kind met de kin derverzorgster mee ofschoon ze wel graag bij de bespreking was gebleven maar zij vertrouwde er vast op dat O.L. Heer en de H. Maagd haar broertje weer gauw naar huis zouden terug voeren en daarom bad zij deze avond een extra lang avondgebed. Het kleine gezelschap bevond zich in de ridderzaal rondom de hoofdzetel waar in de graaf had plaats genomen. Dit was al een teken dat er een gewichtig besluit moest genomen worden. Het werd graaf Bernard warm om het hart toen hij een zetel naast die van zijn oude vader kreeg aangewezen. Hier was hij immers weer in de ouderlijke burcht waar hij geboren was, waar hij zijn prettige kinderjaren, had doorgebracht, waar hij aan Mechtildus, zijn blinde zusje, zoveel ridderverhalen had voorge lezen. Graaf Heribald scheen niets te merken van de ontroering van zijn broer met wie hij zoveel jaren in vijandschap had geleefd en die nu door zijn bereid willigheid om te helpen, alle grieven vergeten was en plotseling weer in hun midden was alsof er nooit iets gebeurd was. De graaf had echter geen tijd zo iets op te merken. Hij beschouwde het als de gewoonste zaak dat iedereen zich inspande om zijn kind te helpen zoeken. Wordt vervolgd. MIJN „NATUURDAGBOEK" (door Elsje) Pats!! Daar vliegt juist een reuze bromvlieg op mijn schrift. Prachtig glanst zijn lijfje in de zon; paars, blauw, groen, geel, rood alles door elkaar. En wat een mooie zilverachtige vleugeltjes. Jammer dat ik hem niet kan drogen. Rondom de vijver bloeien goudsbloe men en Afrikaantjes. Ik snap nog steeds niet waarom deze bloemen „Goudsbloe men" genoemd worden. Ik vind ze fel- oranje. Tegen de garage groeien de druiven. Deze zijn nu nog helemaal groen, want begin October zijn ze pas rijp; dit in tegenstelling met de kasdruiven, die al overal in de winkels te koop liggen, maar die met stookmateriaal kunstmatig in de glazen kassen vroeger rijp worden. Verder zie ik nog een heel hoge boom. Dat is de esdoorn. Deze boom lijkt veel op de lijsterbes, maar de esdoorn heeft gladde randen aan de blaadjes en de lijsterbes gekartelde. Verder heeft de esdoorn grote doornen en de lijsterbes niet. Dan zie ik nog een eigenaardige boom: de larix. De mensen gebruiken deze boom ook wel eens als kerstboom. 8 Augustus. Vanmorgen vond ik dit koolwitje in de vensterbank. Een zielig gezicht was dat naast een dode bromvlieg. Ze hadden zeker samen gevochten. Die bromvlieg vond ik te vies om in dit schrift te plak ken, maar ik heb hem hiernaast levens groot nagetekend. Het koolwitje zal ik drogen tussen vloeipapier en dan er ook bij plakken. Vanmiddag zijn we weer naar de Ra- venberg geweest. Wat is het daar toch prachtig! Die Ravenberg bestaat uit drie heuvels. De middelste is het hoogst en als je daar bovenop staat, kijk je op de andere twee, die helemaal groen zijn van de bomen. Vandaag voor het eerst van dit jaar bramen gegeten. Er staan hier veel bramenstruiken, maar er zijn er nog maar weinig rijp. Er staan nog veel bloesem tussen; een takje plak ik hier bij. Ik verheug me nu al als ik denk aan al die rijpe bramen over ongeveer twee weken. In het open veld en langs de koren velden vond ik nog de spursie. Leuk ge zicht is dat, tussen al dat groen zo'n geel plekje. Wordt vervolgd CORRESPONDENTIE Willie Pieterse, Leiden. Van jou vond ik nog een kort verhaaltje over de Mei maand. We zitten nu echter alweer in September. Maar eens een verhaaltje over een fijne vacantiedag. Dag Willie. Annie en Jopie v. Veen, Zevenhoven. Eerst komt Annie aan de beurt met haar verhaaltje over een: SCHOOLREISJE We vertrokken 's morgens vroeg om half acht met de bus. Zingende reden we het dorp uit en gingen eerst naar Hil versum, alwaar wij bij de KRO de ver schillende studio's mochten bekijken. Wat was daar veel te zien. We stapten weer in de bus om naar Soestdijk te rijden en daar zagen het mooie witte koninklijk paleis. We reden door naar Amersfoort allemaal langs prachtige bossen. In Harderwijk gingen we naar een speeltuin en in het IJselmeer mochten we toen pootje ba den. Daarna hebben we de rondvaart ge daan. Dat was een mooie tocht. Tot Slot hebben we een stukje over de Veluwe gewandeld waarna we over Utrecht naar huis reden. Het was een prettige dag geweest. Jopie heeft een versje gemaakt over: HET KONIJNTJE Een konijntje dol en blij. Liep op een mooie dag in Mei. Het veld in naar de kool. Daar klonk een schot van een pistool Het bloed sprong 't konijntje uit zijn pootje. Het bloed stroomde als een gootje. Het konijntje ging dood Aan het wondje van zijn poot. Peter de Jong, Leiden. Leuk Petertje dat je ons neefje wilt zijn. Je aardige briefje heb ik met plezier gelezen. Mag je wel eens op een paard zitten of zit je liever in een auto? Schrijf ons nog maar eens gauw een briefje. Dag jongen! Anneke de Ridder, Noordwijk-B. Ik as blij weer eens een briefje van je te zien en nog wel een met een verhaaltje. Je briefje is de hele vacantie blijven lig gen, maar nu vandaag komt je verhaal tje in de krant. PIMMETJE POLLEWOP Pimmetje Pollewop was een kabouter. Hij woonde in een dikke boom, midden in een groot bos. Op een dag ging Pim metje naar school. De zon stond hoog aan de hemel. Toen hij al dicht bij school was hoorde hij heel zachtjes kreunen. Hij luisterde heel goed en hoorde toen dat het gekreun van de rechterkant kwam. Hij zoch tussen de takken en werkelijk daar zag hij een musje tussen de takken van een rozenboompje zitten. Het zat met zijn teentjes in een doorn verward en had erge pijn. Het kabou tertje peuterde de teentjes los en zette het musje op de grond. O, wat was het diertje blij! Dankbaar zei het: „Jij mag Zondag bij me komen eten". Dat vond Pimmetje goed. Vlug liep hij weer door naar school, waar hij nog net op het nippertje naar binnen kon. 's Zondags heeft hij heerlijk bij 't musje gegeten en van die tijd af zijn ze goede vrienden geworden. Ali v. d. Poll, Voorhout. Dat was nog goed afgelopen Ali, met je kleine broer tje. In de krant konden we dagelijks le zen dat er kinderen in zee verdronken doordat ze veel te ver in zee gingen. DAT KOMT ER VAN Moeder had beloofd dat we morgen bij mooi weer naar zee zouden gaan. Jantje en Annemieke waren zó blij, dat ze er niet van konden slapen, zó ver langden ze naar morgen. Eindelijk was het ochtend geworden en gelukkig mooi weer. Moeder pakte van alles in en ook de zwempakken, die mochten natuurlijk niet vergeten worden. Zo gauw ze aan zee kwamen begonnen ze zich uit te kleden en haastten ze zich naar de zee. Moeder had in de haast ver geten te zeggen dat ze niet te ver in zee mochten gaan en Jantje ging veel te ver. Moeder zag het nog net op tijd. Zij riep hem terug en toen mocht hij die dag niet meer in zee. Ria Adriaanse, Leiden. Nou zeg dat rapport van jou mag er zijn. Nu maar in de zesde klas even goed je best doen. Weet je al wat je wilt worden? Wat heb jij een fijne vacantie gehad. Ja als je lid bent van de vacantiebezigheden dan ge niet je iedere dag iets anders. Fijn dat je het gewonnen boek zo mooi vindt. Riet en Piet Stolwijk, Hazerswoude Kijk. kijk, wat hebben die kleintjes hun best gedaan. De verhaaltjes zijn niet groot maar toch komen ze in de krant. Piet maakte voor ons: DAT KOMtf ER VAN Jan en Kees mochten gaan vissen maar Tonnie niet omdat hij nog zo klein was. Heel ongehoorzaam had hij uit de schuur een hengel gepakt en ging daar mee vissen. Hij had al drie baarzen ge vangen en nu voor de vierde keer had hij weer beet. Met een ruk haalde hij op maar de vis viel er af. Door de schok viel Tonnie in de sloot. Hij begon dade lijk te gillen. Jan en Kees, die verderop aan het vis sen waren, gooiden hun hengels neer en holden naar de plek waar ze hoorden gillen.Daar zagen ze Tonnie liggen. Kees zwom naar hem toe en sleepte hem naar de kant, waar Kees hem er uit trok. Riet maakte ook al een verhaaltje over: DAT KOMT ER VAN Mien en Jo gingen ballen. Ze mochten niet op de weg gaan ballen en nu de den ze het toch. Daar kwam een auto aan. Jo zag hem aankomen en sprong op zij maar Mien werd door de auto ge grepen. Ze viel en het wiel ging over haar been. Ze bleef liggen met een ge broken been. Men bracht haar naar het ziekenhuis en daar duurde het bijna drie maanden, eer ze weer helemaal be ter was. Ze heeft nooit meer op de weg gebald. Albert de Jong, Leiden. Evenals je broertje krijg jij ook een briefje in de krant. Natuurlijk vinden we het fijn als jij voortaan trouw schrijft. Maar luister eens Albert, jij bent negen jaar dus je Ansje, Elly en Paula Bakker, Voor hout. Dank je wél voor de aardige brief jes. Wat hebben jullie een fijne vacan tie gehad. Vooral dat logeren was wel erg prettig. Nu moet ik Paula nog even iets in haar oortje fluisteren: „In de tweede klas duimen de kinderen niet meer, meisje". Hoe gaat het met de kuikentjes Ansje? Die zijn zeker al groot geworden. En nu komt jullie vriendinnetje Trudi Stembest aan de beurt. Jammer dat ik niet wist dat je jarig was, dan had ik je vast een kaart gestuurd. Je bent zeker wel zuinig op dat ringetje met het rode steentje. Ik heb ook een fijne vacantie gehad, Ik ben heel hoog in de bergen geweest, Toen jullie het allemaal zo warm had den, liep ik in de sneeuw en toch het daar niet koud. Daar begrijp je ze ker niet veel van. Hoeft ook nog niet hoor! Dag kinders, wanneer verrassen jullie me nog eens met zo'n dikke brief. Groetjes aan mama. Sjaantje Tettero, Leiden. Jammer Sjaantje dat je er zo'n klein verhaal tje van gemaakt hebt. Juist een leuk on derwerp om daar iets aardigs over te schrijven. HET PRINSESJE Er was eens een prinsesje dat soms heel ondeugend was. Op t ponnen aan. Rozelijn, zo heette het prin sesje, was in haar beste jurk in de tuin aan het spelen. Ze zag in de verte een stoet dames aankomen en klom daarom vlug in een boom. Het was een kersen boom. Wat deed de stouterd? Telkens als er een dames langs kwam gooide een rijpe kers naar beneden. Dat gaf ni tuurlijk vlekken. Ze gingen naar de ko ningin en deze beval Rozelijntje te ha len. Ze moest voor straf de hele dag haar kamer blijven. André v. d. Drift. Vandaag is er geen plaats meer voor je verhaaltje. Je bent de volgende week het eerst aan de beurt. Dag allemaal. TANTE JO EN OOM TOON (36) komen juthe nu werjBneek Buur ie hootBniè ketökuithetiuurfover.kupitein'tjutkuni^ 1955?jjoch niet begrijpen! tuten ere Sun nog muur eens Brinken'. loBru ne weer vlot zon, vuren wonuur Be kust, pukken mm motrozen en kjttie vrienden op. en stevenen nuur het "Krrvketei- lunB.. wuur ik kolonisten uun boon)moet nemen.'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1955 | | pagina 12