melk Overzicht der nieuwe huurbepalingen DE STER VAN DE WEEK ('n weet 240.000 WONINGEN VALLEN ONDER DE VERHOGING Van de Vos Reinaerde 10 mille verduisterd ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1955 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD - PAGINA 2 -Al HAAA met Publicatie Nederlands Zu Vr.NEEM PER MAN k. meer incifis driekwart «an 28 (Advertentie) Spoedig toelichting verkrijgbaar Van de 2.4 millióen woonhuizen, die er in Nederland zijn, zuilen 240.000 woningen op i September a.s. niet onder de algemene huurverho ging van 5 procent vallen. Vrijwel al le woningen, die in 1951 of eerder gebouwd zijn, zullen in huurprijs om hoog gaan. Bij de vooroorlogse woningen zal hierbij een uitzondering worden ge maakt voor de onbewoonbaar ver- jklaarde woningen of woningen, die daarmee gelijk te stellen zijn. Wan neer de minister van Wederopbouw op aanvraag van de huurders een verklaring afgeeft, waarin de onbe- wo'.-nbaarkead of ongeschiktheid der woningen wordt bevestigd, zullen de huren van deze woningen het peil van 1940 behouden. Hetzelfde gebeurt met woningen, waarvan de eigenaars het onderhoud dn ernstige mate verwaarlozen. In ge meenten beneden de 10.000 inwoners toestaat de mogelijkheid dat B. en W. op aanvraag een hiertoe strekkende verklaring afgeven. In alle andere .gemeenten kunnen de door de ge meenteraden in te stellen huurcom- missies hiertoe overgaan. De huur verhoging van 5 procent op 1 Sep-? ternber kan met terugwerkende ikra-dht ongedaan worden gemaakt op |iet moment van indiening van het request. Het ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting heeft in een hel der geschreven brochure gepoogd alle uitvoeringsbepalingen, die een dezer dagen over de gewijzigde huur wet in de Staatscourant zullen ver schijnen, in leesbare taal duidelijk te maken. Het boekje wordt binnenkort bij alle 'boekhandelaren en op alle postkantoren verkoopbaar gesteld. De prijs is 25 cents. Het boekje geeft niet alleen aan wat er met de vooroorlogse wonin gen gaat gebeuren, doch handelt ook over de woningen, die tijdens de oorlog en na de oorlog zijn gebouwd. De met rijkssteun gedurende de oor log gebouwde woningen vallen onder de huurvexlhoging van 5 procent. De in die periode 2onder rijkssteun op getrokken huizen blijven onveran derd, tenzij de huiseigenaars een huurcorrectie aanvragen. In deze ca tegorie hebben de laatste jaren reeds enige door de minister van Weder opbouw aangebrachte huurcorrecties plaats gevonden. Deze woningen mo gen per 1 September eveneens in huur worden verhoogd zoals de andere woningen. Na de oorlog. Bij de woningen die na de oorlog tot stand zijn gebracht ligt het iets ingewikkelder. Daar zijn de huurprij zen vrij, wanneer de huizen zonder steun van het Kijk zijn gebouwd. Voor de met rijkssteun gebouwde is echter een verschillende regeling ge troffen. Met 5 pet. worden de huren ver hoogd van de woningswetwondngen, die gebouwd zijn onder de beschik king bijdragen woningwetbouw 1948 en 1950 en de woningen gebouwd met de Financieringsregeling Wo ningbouw 1947 of de Financieringsre geling Woningbouw 1948 en de wo ningen, die getouwd zijn onder de Premiebouwregeling van 1950 en 1953. Krotwoningen. Krachtens een Algemene Maatre gel van Bestuur, die binnenkort ver schijnt, kan de huurder van een krot woning een verzoek indienen bij de minister van Wederopbouw en Volks huisvesting, tot verlaging van de huurprijs. De huurders kunnen dit rechtstreeks doen bij de minister, maar ook bij Burgemeester en Wet houders van de gemeente, waarin de woning is gelegen. Verklaart de minister een woning ongeschikt ter 'bewoning, dan wordt de huurprijs teruggebracht tot de vooroorlogse huurprijs. Men moet hierij denken aan woningen, die of schoon nog niet onbewoonbaar ver klaard in feite met onbewoonbaar verklaarde woningen gelijk gesteld kunnen worden. Krotwoningen dus. De huurwet bevat bepalingen waar door kan worden voorkomen dat huurders van vooroorlogse en van sommige tijdens de oorlog gebouwd woningen, die door de eigenaar niet goed worden onderhouden, de 5 pet. huurverhoging zouden moeten beta len. Huurders, die verzoekschriften in dienen tot vervallenverklaring van de 5 procent huurverhoging voor verwaarloosde woningen doen, ter voorkoming van teleurstelling goed op de volgende punten te letten: 1. Een verzoek om ihuurverlaging moet betrekking hebben op een vóór 27 December 1940 gebouw de woning of op een woning, die op of na die datum, doch vóór 5 Mei 1945 zonder financiële steun van de overheid is ge bouwd, mits de huurprijs van zo danige, tijdens de oorlog gebouw de woning bij afzonderlijke mi nisteriële 'beschikking is opge trokken. 2. Veria-ging van de 'huurprijs is al leen mogelijk in die gevallen, waarin aan de huurder de huur verhoging van 5 procent, die op 1 September 1955 is ingevoerd, in rekening wordt gebracht. 3. H'uurverlaging kan alleen in over weging worden genomen, als de verhuurder 't onderhoud zo heeft verwaarloosd, dat de woning niet voldoet aan redelijke eisen van bewoonbaarheid en instandhou ding. Voor de beoordeling daar van zijn richtlijnen gegeven. 4. De verwaarlozing moet aan de verhuurder te wijten zijn. Als de verwaarloosde toestand van de woning aan de huurder te wij ten is b.v. ten gevolge van slordige bewoning, opzettelijke vernieling of onreinheid kan van huurverlaging -geen sprake zijn. 5. Bij de beoordeling van de staat, waarin de woning verkeert, wordt mede in aanmerking genomen of de veihuurder regelmatig een redelijk bedrag aan onderhoud uitgeeft. Verder of de huurder geen huurachterstand heeft en aan zijn verplichtingen voldoet. Tot de verplichtingen van de huurders kunnen o.m. worden ge rekend: kleine en dagelijkse re paraties aan het hang- en sluit werk van de deuren, ramen en luiken, het herstel van gebroken ruiten, het vegen van schoorste nen en het herstel van bevroren waterleidingen-. 6. Het verzoek tot huurverlaging moet een woning betreffen. Be drijfspanden ook winkelwo- ningen kunnen niet voor ver vallenverklaring van de huurver hoging van 5 procent in aanmer king komen. Zolang de huurder het besluit over de door hem aangevraagde huurverlaging niet heeft ontvan gen, moet hij voortgaan met het betalen van de volle huurprijs. 8. De huurverlaging wórdt Op ver zoek van de verhuurder onge daan gemaakt zodra hij die voor zieningen heeft getroffen, die re delijkerwijze van hem kunnen worden gevergd. 9 Bij de beoordeling van de vraag of een woning niet aan redelijke eisen van bewoonbaarheid en in standhouding voldoet, wordt na gegaan of de algemene toestand van de woning ten gevolge van verwaarlozing zodanig is, dat de instandhouding en de bewoon baarheid in ernstige mate wor den geschaad'. Hij is nu dood Een ondernemende vos heeft gis termiddag in de kloostertuin van „St. ■Marie" te H-uybergen een roemvolle dood gevonden, nadat hij wekenlang de omgeving van Bergen op Zoom vergast had op zijn heldendaden. Reeds geruime tijd moesten de boe ren pluimvee afschrijven, dat uit hun holleken en tuinen verdwenen was, maar de laatste dagen werd Heintje te driest. Bij zijn naamgenoot, de heer Vos te Huybergen beet hij in de nacht van Zaterdag op Zondag 25 hennen dood en toen de volgende nacht zijn buurman eveneens een gedeelte van zijn pluimveestapel verloor, toonde de heer Vos zich niet familieziek en deed ijverig mee aan de jacht, die Op Reintje werd ingezet. Gistermiddag vond men de vos be zig aan zijn middagmaal in de kloos tertuin van „St. Marie", hetgeen ten •koste ging van enkele luid proteste rende eenden. Reintje werd ingesloten, gevangen en doodgeslagen. Voor de arrondissementsrechtbank te Groningen heeft gisteren terecht gestaan een 38-jarige bedrijfschef van een autobusondememing (de GDS) te Haren, die er van werd be schuldigd in de periode 1950—1955 een bedrag van ƒ10.325 te hebben verduisterd. Verdachte, die in 1938 in dienst 'kswam bij een autobusbedrijf (de EDS) te Hoogeveen, werkte zich snel op en werd in 1942 aangesteld tot bedrijfsleider van de zusteronder neming te Haren. Hij leefde boven zijn stand en kwam daardoor in fi nanciële moeilijkheden. Hij had de financiële transacties in Haren in handen en verschoof onder meer de afrekeningen van maand tot maand. De heer J. Kóeh van de rijks-accoun tantsdienst verklaarde als getuige, dat het verdachte 'gemakkelijk was gemaakt, Omdat de controle Onvol doende was. De officier van justitie eiste een jaar gevangenisstraf waar van drie maanden voorwaardelijk met drie jaar proeftijd. Het tekort ds inmiddels aangezuiverd door de vader van verdachte. Uitspraak over 14 dagen. Snugger. Conducteur: „Ik ben blij, dat er bij deze halte niemand is uitgestapt". Hoofdconducteur: „Hoezo?'.' Conducteur: „Ik riep de verkeerde naam af". Hatelijk. Patiënte: „Hoelang kan 'c nog duren, dokter, voor ik helemaal bij ben?" Dokter: „Helemaal bijU moet niet teveel van die narcose verwachten". Zakenman. Oud baasje: „Tjon- g, tjong, wat een auto's op dat par keerterrein. Ik wou, dat ik het geld had, dat er voor betaald is". Handelsreiziger: „Ik zou liever 't geld hebben, dat er nog op betaald moet worden". Grapjas. Onderwijzer: „Wat deed Karei de Grote direct nadat hij de troon beklommen had?" Jantje: :„G'aan zitten, mijnheer". Nagedacht. Onderwijzer: „Jullie hebt dus goed begrepen, wat het ver schil is tussen liggen en leggen! Ver tel jij me eens Henkie wat 't moet zijn: De wind gaat liggen of de wind gaat leggen?" Henkie: „De wind gaat leggen, me neer!" Onderwijzer: „Maar jongen, de wind kan toch geen eieren leggen?" Henkie: „Nou en of! Windeieren!" Zakelijk. „Die man is zeker een kindervriend. Hij geeft iedere jongen een katapult cadeau". „Nou, 'n kindervriend; hij is gla zenmaker!" Uitnodiging. „Juffrouw, zou u vanavond met mij willen eten?" „Oh, heel graag!" „Prachtig! Zeg dan tegen uw moe der, dat ik om zes uur kom". Dierentuin. Moedertje: „Jantje, niet zo dicht bij de ijsberen komen. Je bent toch al zo verkouden". Slappe kost. Dokter: „Ja, dat wordt voorlopig slappe kost". Fakir: „Ohpunaises, kopspijkertjes". Zelfs dat. Gast (woedend): ,,'t Is me hier het hotel wel! Geen Wiener. Schitzel meer, geen omelette meer, geen tarbot meerOber, breng me mijn jas". Ober: „Het spijt me, maar die is er ook niet meer, mijnheer". Als je weinig geld hebt, denk je wel eens, hoe gelukkig je zou zijn, als je eens een goed gevul de portemonnaie had; als je nog nooit een verre reis gemaakt hebt, stel je je voor hoe heerlijk het moet zijn om vreemde lan den te zien en als je ziiek bent denk je, dat je gelukkig zou zijn, als 'je gezond was. Dit is iets, wat mensen altijd doen: Wat ze niet hebben, be schouwen ze als een mogelijkheid om gelukkig te zijn, totdat op ze kere dag ze het gemis krijgen en dan valt het altijd tegen. De mensën, die „alles" hebben, die kunnen doen, wat ze willen en die door niets geremd wor den, komen altijd tot de Ontdek king, dat er iets aan hun geluk ontbreekt en soms moeten ze heel lang denken om te Ontdek ken, wat hun nu feitelijk ont breekt. Als dergelijke mensen een scherp inzicht hebben, vinden ze dan, dat hun altijd iets zal ont breken, omdat de mensen nu eenmaal altijd een stil heimwee zullen behouden nam: iets, wat de wereld niet geven kan, om dat de mens in zijn hart een drang naar schoonheid en liefde draagt, die niemand en niets hem op aarde kan -geven. Met een geleerde uitdrukking noemt men dat „het eeuwige heimwee naar God, van Wie de -mens afkom stig is en naar Wie hij weer te rug zal keren." Een jongen, die dit volledig ondervonden heeft, was Guy de Dariga-udie. Hij was de zoon uit Guy de Larigaudie een adellijk geslacht, woonde op een mooi kasteel in Frankrijk en kon doen, wat zijn hartje be geerde. Als verkenner maakte hij de Wereldjamboree in Voge lenzang mee, die in 1987 gehóu den werd. Toen had hij al gro tere avonturen gezocht; hij had een oude auto gekocht en was begonnen grote reizen te ma ken, dwars door woestijnen en gebieden waar practisch nog nooit iemand geweest was. Hij zag de schoonheden van de wereld en was daar ver- kelijk verrukt over. Maar tel kens miste hij iets en hoever hij ook wegtrok en hoeveel hij ook zag, telkens hield hij een gevoel van onbevredigdheid over. Tenslotte ging hij diep naden ken en kwam automatisch bij God. terecht. Toen hij eenmaal de zekerheid verkregen had, dat hij slechts bij God de schoonheid en de rust kon vinden, die hij overal tevergeefs gezocht had, besloot hij priester te worden. Maar O.L. Heer beschikte an ders over hem. Vlak nadat hij zijn besluit ge nomen had, brak de oorlog uit en Guy moest soldaat worden. Tijdens een aanval op een stel ling in Luxemburg, die hij imoest verdedigen, sneuvelde hij, toen hij 32 jaar oud was. ,Ons hart is vol van het heim- n-aar de hemel" had Guy eens in zijn dagboek geschreven en alle pleziertjes van de wereld hadden hem de zekerheid gege ven, dat dit heimwee zich door niet laat verdringen. STERRENKIJKER. Vriendelijk. 'n Oud baasje, dat ziek is, krijgt bezoek van zijn zuster uit Groningen. „Waarom is je man nou niet mee gekomen?", informeert hij. „Oh, die heeft teveel werk op het land", antwoordt de zuster „maar met de begrafenis komt hij in ieder geval". Galgenhumor. 'n Engelse winke lier vond op een ochtend in de oor log zijn winkel in puin. Dicht bij het pand was een bom ontploft en over al lagen de dameshoeden verspreid. „Tjonge", mompelde de winkelier, ,,'t lijkt wel, of er een klant is ge weest". Toch goed gezegd. Zij: „Ik heb gehoord, dat Marie weer trouwen gaat". Hij: „Weer trouwen? Ze is toch nog nooit getrouwd geweest?" Zij: „Nee, maar ze gaat altijd trou wen". 't Is maar Ongeveer 90 pet. van aiïe badkui pen en vaste wastafels zijn door een overmatig gebruik van zuren en schuurmiddelen ruw gewórden, waar door het vuil zich steeds gemakke lijker kan vastzetten. Toch kan men ze gemakkelijk reinigen. Neem een (beetje naitriumfosfaat op een voch tige lap en wrijf daarmee de kuip uit Het resultaat is verbluffend. Men kan pech hebben en op een uitgekauwd stukje kauwgom terecht komen. Hoe dat van de kleren ver wijderd moet worden? Neem een plukje watten met steenkoolnaphta en leg dat op het kauwgom. Binnen en kele minuten is het zeer zacht en kan gemakkelijk verwijderd worden. Een ander plukje watten met dezelf de vloeistof gebruiken voor het na- reinigen. De handschoen van deze heer wórdt natuurlijk vuil. Zoiets kan iedereen overkomen. Lederen handschoenen kan men schoon krijgen door ze in gezuiverde benzine te leggen en dan te kneden. Neem vooral gezuiverde benzine, want anders ruiken uw~ handschoenen weken later nog naar de behandeling. jj de vrolijke speurder^ EEN HUMORISTISCHE DETECTIVE-ROMAN door JOHAN BERNDT 26) „U hebt een bijzonder aardig pro fiel, Miss Cowell! zei hij bewonde rend. Florry trachtte te blozen. Ze lachte verlegen naar hem op. Mr. Mc. Glennam schraapte zijn keel en legde licht zijn hand op haar arm. „Miss Cowell.... hm.... hebt u wel eens gedroomd van een filmcar rière? Niet vaag, zoals vele meisjes, maarintensief, met een vaste wil tot werken en stijgen tot Roem?" Florry onderdrukte een triomfan telijk trillen van haar mond; daar kwam het! Ze knikte zuchtend. „Ja, Mr. Mc. Glennamzeker Maar dat is zoiets onbereikbaars; dat zal nooit voor mij zijn weggelegd Mr. Mc. Glennams hand drukte ste viger op haar arm, met iets bemoedi gends. Hij boog zich wat naar haar over. „'Dat zouden we eens kunnen be zien, Miss Cowell!", zei hij met na druk. Florry's hart sprong op. Ze sloot een seconde de ogen, om eqn uitdruk king van voldoening te verbergen. Dan ging ze plotseling een stap ach teruit, zodat zijn hand van haar arm afgleed; om een hoek van de weg naderde Miss Hornfield. Mr. Mc. Glehnam trok hevig aan zijn sigaar en gaf zich een houding. „Wel.kijk, daar hebben we onze secretaresse!", schalde zijn stem. „Ook aan de wandel?" Miss Hornfield knikte stijfjes en zwijgend. Gedrieën namen zij de te rugweg aan door het dorp. Miss Hornfield keek stug voor zich heen; in Florry's ogen lag een blik van stille triomf. Het gesprek vlotte niet erg en zij bereikten vrijwel zwij gend Ashcomb House. John Llewellyn zat in een beschut hoekje van de tuin en hield een boek voor zich, waarin hij scheen te lezen, doch in waarheid dommelde hij er maar zo'n beetje overheen. Hij had een slechte nacht achter de rug; John Llewellyn had zorgen. De gedragin gen van Florry gedurende de laatste tijd stonden hem in het geheel niet aan. Zelfs voor de lankmoedige jonk man liep de kennelijk veronachtza ming van zijn persoon wel een beetje de spuigaten uit. Het grint knerste onder naderende voetstappen. John ontwaakte uit zijn dutje en keek op; om de hoek van een perk rhododendrons naderde de zwarte figuur van Miss Hornfield. Een blik op het meisje verried hem een kwalijk verborgen agitatie, waar in zij verkeerde. Zij bleef, zachtjes hijgend, voor hem staan en scheen te aarzelen. Dan, scherp om zich heen kijkend, boog ze zich naar hem over. „Mr. Llewellynik voel mij ver plicht, u te waarschuwen.... Miss Cowell. John schokte overeind en staarde haar ongerust aan. „Ja, Miss Hornfield.... wat is er met haar?" De secretaresse scheen moeilijk te' durven uitkomen voor wat haar op het hart lag. Ze beet op de onderlip. „Miss Cowell staat op het punt, een door Mr. Mc. Glennam opge maakt filmcontract te ondertekenen!", stootte zij uit. John Llewellyn sprong op, als door een adder gebeten. „Wat.... Miss Hornfield.... wat zegt u9pn filmcontract?!" Zij knikte. „Hier is het papierik kreeg opdracht van mijn patroon, het te tikken". Zij reikte John enige getypte vel len over; één blik erop deed hem zien, dat zij waarheid sprak: het was een contract in optima forma, waarin Florry Cowell zich voor de tijd van twee jaar verbond, zich in dienst te stellen van de „Universum-Picture- Conp", te Los Angeles. Mr. Mc. Glen nam was hiervan directeur zoals men wist. John Llewellyn beet de tanden op een; het was opeens een andere John geworden dan men tot op heden had gekend. ,'^Miss Hornfield, waar is mijn ver lóófde?", vroeg hij hees. „In de bibliotheek, met Mr. Mc. Glennam.zij wachten op mij". Mr. John Llewellyn streek over, zijn haar. „Gaat u maar...., ik volg!", zei hij. „Miss Hornfield.... ik dank u voor uw waarschuwing!" De secretaresse sloeg een mede lijdende blik op hem en stapte weg in de richting van het huis. John, de wenkbrauwen gefronst, volgde op enige afstand. „Aha, daar hebben we onze beste Miss Hornfield!", zei de grote man uit Hollywood, toen de secretaresse de bibliotheek binnentrad. „Zijn de paperassen gereed?" Het meisje legde met een koele blik de papieren voor hem neer en bleef zwijgend staan. Mr. Mc. Glen nam wreef in de handen. „Mooi. En nu, beste Miss Cowell, wilt u even het contract doorlezen; dan hunnen we tot de ondertekening overgaan". Hij reikte haar het contract over en Florry las met gloeiende wangen het stuk, dat de poorten van de Roem voor haar opende. „Is het zo naar uw genoegen, Miss Cowell?" Florry knikte en wierp tersluiks een triomfantelijke blik naar de se cretaresse, die met iets van minach ting en spot naast de stoel van de magnaat wachtte. Mr. Mc. Glennam schroefde de dop van zijn vulpen. „Ziezozet u nu hier, in dit hoekje, even-uw naam!" Florry nam de pen over en haalde het papier naar zich toe. De deur werd geopend en John Llewellyn keek met een donkere blik naar de groep om de fafel. „Wat betekent dit, Florry?!" Even heerste stilte in het vertrek. Mr. Mc. Glennam beet op zijn pana- tella, de hand van Florry bleef on beweeglijk boven het papier zweven; Miss Hornfield keek van het meisje naar John. Boven de neus van Florry ver scheen een diepe rimpel: haar blauwe ogen begonnen te fonkelen. „Wat dit betekent?", zei ze schel. „Dit!" Met een ruk bracht zij haar hand naar het papier en zette in enkele vlugge streken haar naam onder het contract. „Zo.... dat is gebeurd. Bemoei je met je eigen zaken, John!" John Llewellyn kwam enige stap pen nader en staarde zijn meisje aan, alsof hij zijn ogen niet kon geloven. Met een vlugge beweging griste hij het papier van de tafel en bekeek haar zo juist geplaatste handtekening. „Florryfluisterde hij hees, „hoe kun je dat doen?" (Wordt vervolgd").

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1955 | | pagina 6