GENEESKR AC HTIG WATER
Pastoor-technicus-spee'goedmaker
paste E.H.B.O. toe op „geraamte
ZO LEVEN WIJ IN HET OOSTEN
knal....
't Begon met een
iM
1955
TWEEDE BLAD PAGINA
"ui de Maailetntne'Lfne&t
etwyfeld mede een aantrekkelijke
actor gevormd voor de initiatiefne
mers.
Haarlem was een betrekkelijk stille
provinciestad. Deftig en ingetogen.
Een stad wier inwoners veel voor
cultuuruitingen voelden en wier om
geving heerlijk mooi was, terwijl de
hoofdstad des rijks bovendien als
vermaakscenturm, evenals de zee
badplaats Zandvoort, in de onmiddel
lijke nabijheid lagen.
Met het buitenland als voorbeeld
voor ogen werd in 1895 het „Bron
gebouw" gebouwd, vooraan in de
Haarlemmer Hout. Het was een soort
Kurhaus en bevatte eetzalen, een bil
jartzaal, damessalon, een grote zaal
voor muziek- en toneeluitvoeringen,
voorts gaanderijen, veranda's en was
zo behoort bij een Badhuis,
Concerten.
In de tuin met oud geboomte stond
een muziektent voor openluchtcon
certen.
Een oude reisgids uit het jaar 1902
zegt, dat het genoegelijk verpozen
was in het Brongebouw en dat er ge
regeld concerten gegeven werden,
welke door Haarlems ingezetenen
zeer gezocht waren.
Via een pijpleiding werd het wa
ter in Haarlem gebracht, doch al
moge Haarlem dan veel plezier be
leefd hebben van zijn Brongebouw
de initiatiefnemers hebben hun doel:
Haarlem „badplaats" te maken nim
mer bereikt.
In 1930 zijn de gebouwen door de
gemeente overgenomen. Het badhuis
in de Badhuisstraat werd in 1935 ge
sloopt en het Brongebouw was daar
in al voorgegaan in 1932. Thans vindt
men daar ter plaatse het Sportfond-
senbad. Nog tot 1939 kon men achter
dit Sportfondsenbad wandelende de
Drinkhal bekijken. Vlak vóór de oor
log werd ook deze rest gesloopt.
In Haarlem is, behoudens de her
inneringen bij de oudere generatie
en de naam Badhuisstraat, niets meer
over van hetgeen eens zo groots van
opzet was. Maar wat gebleven is:
de geneeskrachtige bron, tevens de
bron waaraan al deze initiatieven
waren ontsproten. Weliswaar vloeit
hij sedert kort niet meer uit zich zelf
(vermoedelijk door de tunnelwerken
te Velzen veroorzaakt), wordt het
water thans opgepompt en door mid
del van een ingenieuze installatie,
geconstrueerd door ir. Cokart uit
Hilversum, ontijzerd, gezuiverd, met
koolzuur vermengd en gebotteld en
als „Hollandia-Water" in de handel
gebracht. Wist U dat dit tafelwater
van de boerdery „De Dyserinck" uit
de 100-jarige polder kwam?
Gemeenlijk hebben jonge polders
niet veel interessante dingen te bie
den. „Interessant" naast hetgeen nor
maliter de belangstelling toch al
trekt, zoals in de 100-jarige Haarlem
mermeerpolder de bloeiende land
bouw en de internationale luchtvaart
haven „Schiphol".
Maar toch zijn er enkele bijzondere
dingen, welke men ook in deze jonge
polder niet zou verwachten. Het graf
van de grote kinderdichter Heije, wie
zou het uitgerekend in de Meer ver
wacht hebben? Voorts het oude
stoomgemaal „De Cruqius", dat men
moeilijk ergens anders zou zoeken,
maar dat dan toch maar een water
bouwkundig monument, tevens mu
seum, van unieke waarde is gewor
den.
Nog over het één, noch over het
ander willen wij het ditmaal hebben.
Thans verraden wij U, dat de Haar
lemmermeer een geneeskrachtige
bron is!
Zij vloeit nog steeds in eenzaam
heid, vèr van het grote stadsgewoel,
doch haar gezonde water wordt nog
steeds gedrongen en verhandeld.
Het was in het jaar 1854, dat men
bij het bouwen van een boerderij aan
de IJweg in de juist droog gevallen
polder, ook een welput wilde slaan
om drinkbaar water te verkrijgen
voor mens en dier. Want het water-
probleem was er een van de eerste
orde in dit toen nog zo chaotische
land. Geen goed water wilde zeggen,
cholera en typhus en andere besmet
telijke ziekten.
'n Knal.
Welnu, op zich zelf was dat werk
dus niets bijzonders, ware het niet,
dat er iets plaats vond, dat de tnoeite
van het boekstaven waard was. De
kroniekschrijver aarzelde dan ook
niet en schreef: „Toen de putgraver
op een diepte was gekomen van on
geveer 7 meter werd plotseling een
knal gehoord als van een kanonschot
en meteen spoot een straal water met
grote kracht en snelheid naar bo
ven".
In onze tijd zijn wij aan knallen
en lawaai gewend, wij zijn er im
muun voor en merken het welhaast
niet meer op. Maar honderd jaar ge
leden was een kmal iets om even bij
stil te staan, temeer wanneer het on
middellijke gevolg van dit voorval
was, dat het erf in een ommezien
blank stond.
En.deze bron bleef 30 jaar lang
zijn water opwellen tot groot genoe
gen van mens en dier. Zulk een wel
put was een weldaad, een bron van
grote waarde in die tijd van water
gebrek in de zomer en het ontbreken
van waterleiding over de gehele linie.
30 Jaar lang bleef de bron zo maar
stromen tot als bij toeval het
geheim ontdekt werd van de bijzon
dere samenstelling en de genees
kracht van het water.
Geneeskundig.
In 1883 is door een scheikundige
analyse n.l. gebleken, dat het water
van deze zeldzaam rijke bron vele
geneeskrachtige bestanddelen bevat
te en dat vooral de grote kalkrijk-
dom het, op dit punt althans, plaatste
boven alle andere water. Zo althans
deelden de scheikundigen uit die tijd
mede.
Geen wonder, dat toen dit be
kend werd maatregelen beraamd
werden door vooraanstaande perso
nen in den lande om te profiteren
van dit bijzondere water en het niet
maar zonder meer te laten wegvloeien
in de sloten van de Haarlemmer
meer.
Het maken van buitenlandse rei
zen behoorde in die tijden nog tot de
grote luxe. Alleen kapitaalkrachtige
personen konden zich de luxe van
reizen naar het buitenland veroorlo
ven en wanneer men voor herstel
Boven de bron kan men deze analyse
van het water aantreffen, benevens
de trotse reclame: „Sinds 1854 uit
Neêrlands eigen bodem."
van krachten een „badplaats" moest
bezoeken .vorderde zulks een aan
zienlijk bedrag, zodat dit ook al weer
niet voor elkeen was weggelegd.
Nogmaals: geen wonder dus, dat
verstandige (en zakelijke) lieden re
den eerden: geneeskrachtig water in
eigen land zal vele landgenoten er
toe brengen daarvan te profiteren,
omdat dit dan binnen het bereik hun
ner mogelijkheden komt te liggen.
En zo werd dan op 30 Juni 1892 te
Haarlem opgericht de „Maatschappij
tot exploitatie van Staalwaterbron-
nen". De oprichters waren de heren
C. Prins Szn., G. C. Loomeyer, dr. S.
Postuma, J. A. Lode wijs en Fr. Lief-
tinck.
Bron-gebouw.
Volgens de doelstelling der Maat
schappij zou het water moeten die
nen tot leniging en herstel van bloed-
arme en verzwakte personen. Het
water moet wèlsmakend zijn geweest,
gunstig werkend op de slijmvliezen,
ademhalingsorganen, maag, nieren en
bevorderde in hoge mate de spijs
vertering.
Maar de bron lag niet in de stad
Haarlem, doch kilometers ver weg in
de Meer en bovendien moest om tot
exploitatie van de bron te kunnen
overgaan „entourage"' aanwezig zijn.
Een „badplaats" waar men in genees
krachtig water kan baden en genees
krachtig water kan consumeren, is
vrijwel altijd tevens een luxe va-
cantie-oord en dit laatste heeft on-
In het oerwoud brengt de blanke ieder beroep
in practijk, maar bovenal „medicijnman"
V
Wij schrijven Anno Domini 1915
en het toneel greep plaats in het
rijk van Sarawak, waar de blanke
„koning" Brooke een onmetelijk ge
bied bestuurt, dat voor een groot
deel door koppensnellers wordt be
woond. Het is een bufferstaat tus
sen Brunei en Nederlands Borneo
gelegen, waar de Barararivier zich in
ijlende vaart een wilde weg door een
oerwoud boort, om zich in de Chine
se zee uit te storten. Op deze wilde
rivier temidden van kolken, rondtol
lende boomstammen en afval uit de
jungle dobbert een uitgeholde boom,
voortgepagaaid door een blanke man
met zijn knechtje Vrijdag, een
tweede Robinson Crusoë. 's Mid
dags bereiken ze de monding, nemen
een hap rijst en dan begint de lange
tocht van 18 mijlen langs het gloei
ende strand naar Miri. De plunje
van beide mannen symboliseert de
woestenij der omgeving. Naast de
bruine man met lendenkleedje loopt
de toean in een khaki jas en dito
broek. Hij is blootsvoets, heeft een
knoestige boomstok in de hand en
draagt een verweerde zonnehelm.
Miri kwam in zicht. Dit was toen
nog een onbewoond oord, waai de
Shell-Mij. olieboringen verrichtte en
enkele kolossale reservoirs had ge
plaatst om de olie te bewaren. De
stilte der mannen werd plotseling
gebroken met een kreet van ontzet
ting: „Grote goedheid! een man
op de tank hijst een mens naar bo
ven! Daar komt het hoofd! „Een
wereld van gedachten doorflitsen
toean's hoofd: „Arme drommel af-
geglibberd een plons in de olie
helpen geen tjjd te verliezen!".
En in snel tempo zwom men de
Miri-rivier over en jawel, daar
lag de drenkeling.
BELANGSTELLENDE
VERBAZING
Aanpakken Vrijdag! De toean leg
de de drenkeling languit, het hoofd
over een boomstammetje naar bene
den, Vrijdag hield de tong vast en de
blanke stond schrijlings over het
lichaam en begon op meesterlijke
wijze de kunstmatige ademhaling.
Soms begon het stille hart reeds nei
ging te tonen tot enige actie, maar
dit bleek slechts een reactie te zijn
van eigen fantasie en verhoopt suc
ces. Een kring van verblufte omstan
ders volgde met open mond de won
deren van de blanke kunstenaar.
„Nooit te spoedig opgeven, riep de
echo van zijn medische professor van
vroeger! Soms na een uur of langer
komt onverwachts de redding". Zo
pompte de toean onvermoeid voort,
tot hij plotseling een idee kreeg en
de omstanders vroeg: „Wanneer is
hij er in getuimeld?" Er volgde een
doodse stilte, die ten slotte de ont
knoping bracht aan de goedmenende
toean en iemand sprak: „Ik schat on
geveer een dag of twee, drie!"....
AFTOCHT
Toen, zo vertelde mij die blanke,
voelde ik mij echt nietig. Ik riep
Vrijdag en sloop stil weg als een
hond met de staart tussen de poten
om het gezicht nog wat te redden,
zoals men hier zegt".
Wat een sukkel, zal men misschien
denken en toch zal men het hoogste
respect voor hem hebben als men
hem zoals ik, een 40 jaren lang van
nabij heeft gekend.
Als ik deze type hier, onwennig en
ietwat vreemd, midden op straat zou
ontmoeten zou ik mij nauwelijks
kunnen bedwingen luidkeels uit te
roepen: ..Leve de blanke man van
Sarawak!" en het engelenkoor zou
mijn groet aanvullen met een hemels
„Alleluja".
ervaring na een degelijke grondige
studie. Toch dwingt zijn ruw werk
in Borneo hem tot één massief stuk
praktijk. Ongetwijfeld is al het werk
van onze „toean Padri" gericht op
de Kerstening van het volk en dit
bestaat voor een groot deel uit be
roeps-Koppensnellers. De „parochie"
beslaat een oppervlakte van drie
vier provincies van Nederland. Het
is één brok oerwoud zonder één
begaanbare weg. Zo trekt de Pastoor
dan dagelijks door dik en dun letter
lijk en figuurlijk, houdt toespraken
met welluidende klinkers en mede
klinkers, deelt de genademiddelen
der Kerk uit in de meest primitieve
omstandigheden en moet vaak het
H. Offer opdragen buiten of in de
gammele hutten van zijn kudde.
KLUSJES-MAN
Maar onder de toog draagt hij een
„overall" of dun jakje, enfin, dat
doet er niet toe. En in die kledij
doorloopt hij de sociale, economische,
agrarische, medische en andere ter
reinen, die het echte christendom
doen uitgroeien en culmineren in
een machtig en wonderlijk bouw
werk. En wonderlijk genoeg, doet
mijnheer pastoor van het primitieve
tijdperk dat werk op de meest onop
vallende manier. H(j is één met het
volk, eet het sobere maaltje rijst met
de natuurlijke vork van ieder mens,
werkt mee, helpt elkeen en maakt
zich alom nuttig. Die toean in khaki
varend in die holle boom, volgt
Petrus na en vangt een maaltje vis
voor zijn makkers. En daar staat hij
als een tweede Paulus, de tenten
maker en technicus van de parochie.
„Toean, mijn pot is lek" en prompt
soldeert hij de bodem. "Toean, mijn
olielamp lekt, Toean, mijn draaikistje
draait niet meer: (een voorwereldlijk
grammofoontje) en met een spijker
kop klinkt pastoor de gebroken veer
samen en repareert moeders lampje.
Als jurist springt hij in de bres en
vraagt clementie voor een wilde
boosdoener. Hij is landbouwkundig
adviseur en doodt de ratten in het
rijstveld.
VERGETEN SIERADEN
Hij is schoolmeester, advocaat,
goochelaar, boer, visser, technicus,
etc. en maakt speelgoed voor de
jeugd! Geen wonder dan, dat hij een
twaalftal „stiefmoeders" bezit, die
met trots beweren, dat pastoor hun
„Anak" aangenomen kind is.
Toch blijft de Apostel Lucas, de dok
ter, zijn grootste patroon. Want dage
lijks wast hij wonden, spalkt gebro
ken benen, trekt tanden, doet kleine
operaties, deelt pillen en poeders uit,
enfin, Pastoor is semi arts van jung-
leland!
En zo is deze Priester in al zyn
eenvoud, tact en veelzijdigheid te
vens de medicus, die de levensadem
van het hoge geestelijke leven stimu
leert en doet uitgroeien tot een
prachtleven van duizend uiterst mis-
deelden. Jammer, dat dit soort van
Nederlandse werkers, die pracht-
karakters en het puik van ons volk,
door onbekendheid of verkeerd oor
deel zo weinig wordt gewaardeerd en
nagevolgd.
Landgenoten, Hoeden af voor deze
vergeten sieraden van ons vader
land!
TOENG SIENG FOE.
23=Indu sfriecompl. Umuiden
27= Nahonaal Paviljoen
29=Informatiecentrum Bouw-
techniek i.N.O., Kon In
stituut v Ingenieurs
31= Waterval Zwembassin
32= Verkeerspolitie
33= GemVervoer-Mofordienst
53= Klokkenspel
54= Nederland 1850-1950
63=Textiel mode en sieraad
Glasindustrie
66= Vooruitgang der techniek
67= Verzekeringen
69= Paviljoens v.Nelle,
rtv.E.Goudsmit, Nederl-
Antillen, "Co-opn
73= Tankopslagbedrijven
Ingangen
A= hoofdingang
B= avondingang
C= Ingang Westzeedijk
Oz Ingang Paridaan
E=Ingang Parkkade
Zweetkabelbaan
O Kiosken
Hier ziet men de monumentale ope
ning waardoor het geneeskrachtige
bronwater aan het daglicht treedt.
De „Hollandia Bron" in de Haarlem- J bleek te bevatten. Hier ziet men het
mermeer. In IP.54 werd op het erf van z.g. weihuisje, dat later naast de
de boerderij een bron aanr,oord, boerdevjj om de bron werd
welke later geneeskrachtig wateropgetrokken.
Deze waarlijk grote man is: „De
toean Padri van het stenen ijzeren
tijdprek". Wij zouden zeggen: „Mijn
heer Pastoor" en mogelijk nog na-
glunderen over bovenbeschreven
voorval.
Dat was slechts overijlde zorg. En
na uiterst afmattend dagwerk! Maar
vergeet U niet, dat deze „sukkel"' in
minstens 5 a 6 talen over de meest
uiteenlopende vraagstukken kan de
batteren. Hij heeft een rijke levens-
v
J
Wi
'Jɻw
i o
-r, 1
"K-,A' 3