DE STER VAN DE WEEK I Nederlandse rheumabestrijding heeft ruimere middelen nodig Klimplantjes in hoger aanzien DOOD ZATERD4G 4 JUNI 1955 DE LEID SE COURANT VIERDE BLAD PAGINA 1 Dr. Heslinga's prae-advies: Onbegrijpelijke verwaarlozing Dr. E. M. Heslinga, internist tc En schede, heeft voor de vereniging AVO (Actio Vincit Omnia: Actie overwint alles) een prae-advies uit gebracht over het onderwerp „Rheu- ma en zijn bestrijding". Aan dit prae-advies, dat zal wor den behandeld op de algemene le denvergadering dezer vereniging op Zaterdag 11 Juni a.s. te Enschede, is het volgende ontleend: Dr. Heslinga acht het onbegrijpe pelij k, dat zelfs de ernstige rheuma- tische ziekten zo lang zijn verwaar loosd. Een patiënt met b.v. een chro nisch rheuma is een ernstige patiënt, evenals een patiënt die lijdende is aan tuberculose, kanker of welke ernstige ziekte dan ook. Wending ten goede. Al is het chronisch rheuma niet direct levensbedreigend, toch is de ernst van de ziekte er niet minder om te noemen. Gelukkig is er de laatste jaren een wending ten goede gekomen en staan de rheumatische ziekten veel meer in het centrum der belangstelling. Dit is o.m. te danken aan het werk van dr. J. van Bree- men, die zijn hele leven heeft ge werkt voor de rheumabestrijding. Verder noemt dr. Heslinga in dit verband de specialisering in de ge neeskunde, waardoor thans ook rheu- matologen kunnen worden opgeleid, de ontdekking van het cortison en het hoge ziektecijfer dat door rheu ma wordt veroorzaakt. Onderzoek noodzakelijk. In het prae-advies worden vervol gens enkele der belangrijkste rheu matische ziekten besproken. Behalve van de acute rheuma is van de oor zaak dezer ziekten niets bekend, -zo dat men ze dus ook niet doeltreffend kan behandelen. Het gevolg is, dat zelfs bij de beste behandeling er een categorie pa tiënten over blijft, die een zekere graad van invaliditeit vertoont. Deze ziekten zullen volgens dr Heslinga het beste worden bestreden door de instelling van ziekenhuizen of rheu- maklinieken met onderzoek-afdeling, van verscheidene goede rheumakli- nieken verbonden aan een zieken huis, van zgn. overgangstehuizen om de overgang van ziekenhuis naar ge zin te vergemakkelijken en van con- sultatiebureaux. Voorts acht hij van belang uitbreiding van plaatselijke afdelingen van de Nederlandse Ver eniging tot Rheumatiekbestrijding en stimuleren van wetenschappelijk onderzoek. Dit laatste geschiedt reeds door het dr. Jan van Breemenfonds, dat echter over nog grotere midde len dient te beschikken. Dit alles zal wel binnen zeer afzienbare tijd ver wezenlijkt zijn; dan kan in Neder land pas met een effectieve rheuma bestrijding een aanvang worden ge maakt, zo besluit dr Heslinga zijn prae-advies. Begint half Juni de goudvisserij? Bergingstoren nadert voltooiing De bergingstoren, waarmee de heer P. Visser uit Wijde Wormer met zijn bergingsvereniging de 72 millioen gulden aan goud uit het bij Den Hel der gezonken Duitse stoomschip „Re- nate Leonhardt" wil halen, wordt op het ogenblik in IJmuiden voor dit werk gereed gemaakt. Wanneer de weersomstandigheden goed zijn wil men half Juni de sprong naar de Noordzee wagen. Het gevaarte, dat gemeerd ligt nabij de Noordersluis. bevat op het ogenblik nog 45 ton water zodat het op de bodem van het Noordzee-kanaal rust. In de dubbele wanden van de toren worden grote gaten gebrand waardoor beton in de werktoren wordt gestort. In de werkkamer onder in de toren, welke op het wrak zal komen te rusten, wordt een omvangrijke appa ratuur aangebracht. Er gaat een licht- agragaat naar beneden, er komt een compressor te staan terwijl voorts ook een zender van de Nederlandse Radio Unie wordt ingebouwd. Inmiddels moet de juiste plaats van het wrak van de „Renate Leonhardt" opnieuw worden bepaald daar de boei die er boven lag tijdens de jongste storm is afgedreven. Wij vernamen, dat het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en de Rijkswaterstaat ten zeerste zijn ge in teresseerd in het bergingsproject van de heer Visser. Wanneer men op visite gaat of als men zo onbescheiden is om tijdens een wandeling hier en daar naar binnen te gluren, is het gemakkelijk vast te stel len, dat de zogenaamde wand en klimplantjes gedurende de laatste jaren in steeds hoger aan zien komen. Vroeger waren der gelijke plantjes bij ons niet zo erg in tel, maar tegenwoordig heeft ieder huis zijn klimop aan de muur. Deze binnenhuiscultuur is ver moedelijk uit Scandinavië bij ons overgewaaid. Vooral in Zweden wordt er veel aan gedaan en men treft er huizen waar geen geen behang meer te bespeuren valt. De kamermuur is dan be dekt met een geweldige massa frisse groene blaadjes. Zover is het bij ons nog hiet en misschien zal het ook nooit zover komen, want de omvang van de begroeiing is een kwestie van smaak. Je houdt ervan of niet en in het laatste geval kan men naar hartelust snoeien. Het probleem schuilt daarom doorgaans niet in het te hard groeien, maar in het slechte groeien. Men koopt alleraardig ste rotan hangertjes, maar de klimop klimt niet. In kort bestek is het ondoen lijk een overzicht te geven van de mogelijke fouten, die deze ongewenste gang van zaken in de hand werken. Er wordt zelfs dikwijls geklaagd over de Bonte Wingerd, die toch een zeer ge makkelijke plant is en daar wil len wij wel even op ingaan. De ze plant heeft niet veel warmte nodig, maar doet'het wel in een normaal verwarmde kamer. Het beste is echter een vorstvrije ka mer, waarin niet gestookt wordt. De teleurstellingen met deze plant hebben over het algemeen betrekking op de pot. Zij wordt vaak in een kleine pot gekweekt en dat is funest. Probeer :t eens met een grotere pot! U zult het resultaat reeds spoedig bemer- keji. De populaire klimop met groe ne blaadjes toont nogal eens de neiging om snel te vergelen. Men moet zich daardoor niet te snel van de wijs laten brengen, want deze plant heeft enige tijd no dig om zich aan te passen. Een onverwarmde kamer is het bes te klimaat. Door kunstmatige warmte willen ook dikwijls gele blaadjes optreden. De bonte klimop groeit minder snel en kan meer warmte heb ben. Voor alle klimopjes geldt dat ze de volle zon erg op prijs stellen, doch ook in een minder lichte kamer voldoende levens vatbaarheid hebben. Over het algemeen is er met klimplantjes veel te bereiken. Men dient echter de bloemist te raadplegen over de behandeling van de plant. Dikwijls krijgt men een plantje cadeau en dan wordt het maar op goed geluk behan deld. Dit is vaak oorzaak van teleurstellingen. De grootte van de pot, de warmte, veel of wei nig zon, de bemesting het zijn allemaal zaken, die u dient te weten. 6 lOIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIOllOIIOIIOilOIIOIIOIIOIIOIIOIIQIIOOIIOIIOIIOIIOUOIIO sierlijke dames pantoffels Mocassins, de steeds meer in zwang komende Indiaanse slof jes, hebben vooral de harten van de Engelse dames veroverd. Ook op de Nederlandse markt begint men ze steeds meer te zien. Koude kamemelkvla Laten we optimist blijven en hopen, dat we in de komende weken met veel warme dagen verwend zullen worden. Dan zullen we ook behoefte hebben aan een fris toetje en dat is o.a. de koude karhemelkvla. Voor vier personen heeft men nodig 1 liter karnemelk, 1 eier dooier, 3 lepels suiker, de ge raspte schil van een halve ci troen en een klein beetje citroen sap. Meng de suiker, een paar lepels karnemelk en de eierdooi er tot een gladde massa. Voeg de citroen toe. Doe er onder voort durend roeren de karnemelk bij en maak ze op smaak af. Laat het gerecht voor het wordt op gediend een poosje op een koude plaats staan. Serveer het met be schuit aan de motten! Gifgassen. Worden gebruikt bij meubelen; waar de mot in wendig zit, bv. in de vulling van stoelen en matrassen. De mot is lichtschuw, zodat met gewone middelen niets te be reiken valt voor deze meubels. De gassen zijn echter zeer ge vaarlijk voor mens en dier, daarom moet de behandeling met dit middel worden over gelaten aan speciale bedrij ven. Men dient er verder re kening mee te houden, dat het vergiftige gas weer uit het weefsel verdwijnt, zodat het niet helpt tegen een nieuwe aanval van mottenvlinders, die haar eitjes op de stof wil len leggen. Eoelkamers. Sommige bedrijven hebben koelkamers ingericht bv. voor bontmantels, door de lage temperatuur worden de mottenlarven volkomen on werkzaam. De werking houdt op, zodra het bont uit de koel- kamer komt; eventuele niet gestorven larven (of eitjes) kunnen zich dan weer ontwik kelen. Het gebruik van motzakken is niet geheel zonder gevaar. In dien men met grote zekerheid weet, dat zich geen motten- eitjes of larven in het weef sel bevinden, is een motten- zak een afdoende bescher mingsmiddel. De afsluiting van de mottenzak is „af", zo dat mottenvlinders er niet kunnen inkomen na afsluiting. Maarals er ook maar en kele eitjes of larven achterge bleven zijn, is de ramp niet te overzien. De zak wordt nl. goed afgesloten en met rust gelaten, zodat zij een prach tige broedplaats biedt voor deze diertjes, die zeer gesteld zijn op rust en warmte. Dege lijke controle en evt. behan deling vóór het opbergen is derhalve dringend noodzake lijk. ZAKGELD De vraag wel of geen zakgeld voor de kinderen is tegenwoor dig meestal geen onderwerp van discussie meer. Het is de ge woonste zaak van de wereld, dat de kinderen zakgeld krijgen. Over het hoeveel wordt echter nog druk gepraat. Het ligt niet in de bedoeling, om over „het hoeveel" te gaan uitweiden. We willen alleen even de aandacht vestigen, dat met het geven van zakgeld de zaak nog niet af is. Het zakgeld heeft een functie. Voor de kin deren moet het een leerschool zijn, om met geld om te gaan. Als Pietje zijn twee kwartjes binnen het uur in de cassa van de ijscoman laat belanden, is Pietje op de verkeerde weg. Hij moet beheersing leren. Later zal hij van zijn salaris moeten rond komen, zijn bedrijfje draaiende moeten houdenen ga zo maar door. Dan zal het van grooj; belang zijn, of hij met geld kan omgaan. Door op de goede manier met zakgeld om te gaan, kan hij dat leren. Maar dan moet er ook op gelet wor den, wat hij met zijn geld doet! Je zult wel nooit iemand ont moet hebben, die vond, dat oor log beter is dan vrede, maar het typische is, dat de mensen nu al zo lang als de wereld bestaat aan het zoeken zijn om een manier te vinden, die vrede te bewaren, zonder dat zij daarin slagen. Niemand wil oorlog en telkens opnieuw breekt er weer oorlog uit, die ellende brengt over dui zenden mensen, die duizenden invaliden achterlaat, duizenden kinderen zonder vader en vrou wen zonder man. Maar nog steeds laten de men sen zich bedriegen en op een kwade dag menen zij, dat hun zoveel onrecht is aangedaan, dat dit slechts met wapengeweld ver golden kan worden. Een van de grootste vredes apostelen, die onze tijd gekend heeft, was Gand'hi, de man uit Voor-Indië, die iedereen kende en die door velen bespot is. Gandhi zag in, dat een oorlog nooit de oplossing van een pro bleem brengt, maar dat een oor log slechts nieuwe moeilijkheden en nieuwe haat schept en daarom had hij een heel bijzonder strijd middel, wanneer hem of zijn volk groot was en er geen uitkomst meer scheen, ging hij vasten. Nu zul je misschien denken, .at kanonen en legers meer be- onrecht geschiedde. Hij bad en als het onrecht heel reiken, dan een enkele man, die in eenzaamheid bidt en vast, maar dan zie je aan Gandhi, dat dit niet zo is. De hele wereld luisterde naar deze eenvoudige man, met zijn sobere witte kleed en zijn goed kope stalen brilletje, waarachter milde, maar scherpe ogen de we reld inkeken. Zelfs de Engelsen, die het land van Gandhi bezet ten, waar grote groepen van de bevolking aan de hongerdood waren prijsgegeven, waren bang voor Gandhi, want deze" man kwam niet met legers, maar met God en God is sterker, dan welk leger dan ook. Gandhi Bijzonder voelde Gandhi zich aangetrokken tot de armste men sen, die in India nu nog dagelijks honger en kou lijden. Doorlopend pleitte hij voor hen en poogde hun lijden té verzachten. Als zoon van een rijke familie en als ontwikkeld man wist hij welk een schrijnend onrecht aan de millioenèn bewoners van zijn land bedreven werd. Maar voor alles was hij een ijveraar voor de vrede. Wanneer hij deze in gevaar zag, deed hij het uiterste en toen in 1948, na dat hij de vrijheid voor zijn land mede bewerkt had, een binnen landse strijd dreigde uit te bre ken, wist hij door te vasten de partijen bijeen te brengen en bloedvergieten te voorkomen. Enkele dagen later zou hy een openbare godsdienstoefening lei den en toen hij verzwakt door 't langdurige vasten op de plaats van de godsdienstoefening aan kwam, trok een van zijn tegen standers een revolver en schoot deze grote vredesapostel, die zijn gehele leven tegen het geweld gestreden had, neer. Gedurende de 79 jaren van zijn leven is Gandhi het voorbeeld geweest van een grote offervaar digheid en vooral voor ons, Christenen is hij een voorbeeld geweest, dat ons besdhaamd moet maken. Gandhi was Boedhist en eens :eeft hij gezegd, „Ik zou wel chris ten worden, als de christenen 24 uren per dag christen waren. Deze nu n, die bij God de kracht zocht tegen het brute ge weld van de hoogmoedige mens, wees de volgelingen van Chris tus op hun grove tekortkomingen en hij was een van de weinigen, die dit kon doen, omdat zijn ge hele leven een voorbeeld was van offervaardigheid en liefde, twee eisen, diè Christus aan iedere volgeling van Hem gesteld heeft. STFPRENKLIKER. Verkeerd begrepen. De bezoe kers aan het kleine ziekenhuis maak' ten doorgaans zoveel lawaai, dat de zusters, die nachtdienst hadden ge had, niet konden slapen. De directeur liet daarom een bordje op een tafel in de gang plaatsen, waarop stond: „Denk aan de nachtzusters''. 's Avonds lagen er op het tafeltje twaalf kwartjes en tien dubbeltjes. Onbeschaamd. Bij een bezoek aan het Mauritshuis wees het niohtje op de Stier van Potter. „Wat is dat, tantje?", vroeg' ze. „Dat is een plaatje, dat ze van on ze kalender overgetekend hebben", antwoordde tante. Veel leuker. Huurder: „Noemt U dat een riant uitzicht? Ik zie al leen een binnenplaatsje!" Verhuurder: ..Ja, maar die lui aan de overkant hebben iedere avond ru zie!" Signalement 'n Man stormde ontzet het politiebureau binnen en schreeuwde: „Mijn vrouw is zoek geraakt. Vanmiddag is ze even een boodschap gaan doen en niet meer terug gekomen! Agent: „Hoe lang is Uw vrouw?" Man: „Dat weet ik niet". Agent: „En waf voor kleren draagt ze?" Hollywood. „Heb je nu al weer een andere auto? Ik meende, dat je vorige week pas een nieuwe ge kocht had?" „Ja, maar alle asbakjes waren vol" Man: „Dat weet ik ook niet, maar ze heeft een stamboek foxterrier bij zich met een wit vlekje boven zijn rechter oog. Hij heeft zwarte poten en een klein wit vlekje op de lin ker voorpoot". Drama. „Meneer", riep de agent tegen de dronken kerel, die met een peukje sigaar in het sleutelgat stond te draaien, „met een sigaar kunt u geen deur open maken!" „Lieve., deugd.. lalde de man, „nau heb., ik., m'n sleutel opge rookt". Te eerlijk. Circusdirecteur: kunt op een gemakkelijke manier 25,per avond bij me verdienen. Je behoeft alleen maar de leeuwen- kooi binnen te stappen, net te doen of je niet bang voor het beest bent en hem een klontje suiker te geven!" Werkloze: „Oh nee, meneer, ik ben veel te eerlijk om een leeuw te be driegen". Bezuiniging: „Je moet niet iedere avond een borrel gaan halen in een café", zei zij. „Dat kost telkens vijf tig cent. Ik zal een kruik in huis ha len, dan komt een borrel maar op twee dubbeltjes!" De volgende dag, toen hij zijn bor reltje op had, zei zij: „Kijk, nu heb je dertig cent verdiend!" „Prachtig", antwoordde hij, „schenk er gauw nog een in. Zoveel te snel ler heb je een bontjas gespaard". Practicus. Vrouw (spinnijdig): „Nou zijn we twee minuten in ons kampeerhujsje en daar vind ik al een fles jenever tussen de bagage!" Man: „Ja, maar als die fles leeg is, kunnen we er een kaars in zet ten." „Is het waar, dat ik het eerste mo del ben, dat je gekust hebt?", vroeg het meisje aan de kunstschilder. „Ik zweer het je?" „En hoeveel modellen heb je al ge schilderd?" „Zeven; twee appels, drie peren en, een dood visje en een mand aard appelen." Toekomstmuziek. Twee letter kundigen hadden de onthulling van een gevelsteen bijgewoond in de wo ning van een kortelings overleden collega. „Stel je voor, dat ik dood ga", zei de een, „zouden ze dan ook het een of ander in de gevel van mijn huis laten aanbrengen?" „Natuurlijk vriend", antwoordde de ander. „Zoiets van „Kamer te huur". Moeilijk kind. „Dag meneer", zei het jongetje in het hotel, „logeert U hier ook?" „Ja ventje!" „En hoe heet U?" „Van Veen". „En waar komt u vandaan?" „Uit Amsterdam". „En wat doet U?" „Ik ben architect". Toen draaide het jongetje zich om en riep: „Mama, wilt u nog meer we ten?" Zegt niets. Kellner: „De gast, die om zes uur gekomen is, beweert familie van u te zijn". Directeur: „Die vent is gek!" Kellner: „En zou dat een toevallige samenloop van omstandigheden zijn?" Jantje. Jantje had stiekura een sigaret gerookt en zijn moeder zei hem, dat de engelen er erg boos om zouden zijn. 's Avonds begon het toe vallig te onweren en moeder ging met Jantje voor het raam staan. „Nou zie je 't'\ zei ze. „Puh", antwoordde Jantje, „wat een drukte om die ene sigaret!" Nuchter. Hij „Ik zal de aarde aan je voeten leggen!" Zij: „De aarde heb ik altijd aan m'n voeten. Wat we nodig hebben is een dak'boven ons hoofd". Een van de twee. „Maak je klaar meisje," zei de moeder tot haar dochtertje, „we gaan een wandeling maken." „Moet ik mijn handschoenen aan of moet ik mijn handen wassen?", vroeg het meisje. Schijn en werkelijkheid. Een bakker adverteerde: „Taartjes, zoals moeder ze bakte, 10 cent; taartjes zo als moeder dacht, dat ze ze bakte 0.25". Enquête. „Ik dank mijn geluk kige huwelijk aan twee boeken!" „Aan twee boeken?" „Ja, nan het kookboek van mijn vrouw en het chèqueboek van mijn schoonvader". Aanbod. De vervelende spre ker aan het diner bleef maar door kletsen. Op een gegeven moment zei hij: „Wanneer ik bij deze voortref felijke maaltijd iets meer had gecon sumeerd, zou ik nu sprakeloos ge weest zijn „Ober, breng meneer een uitsmij ter", riep iemand in een hoekje. Beroemde ballerina maakt naam in de schilderswereld De bekende ballerina Ludmilla Tsjerina gefotografeerd met een van de door haar vervaardigde schilderijen welke op het ogenblik in een Parijs schil - derijenmuseum geëxposeerd worden. Het hier afgebeelde werk heeft een zeer goede ontvangst door de experts gehad: Ludmilla is hard op weg om uit haar hobby het schilderen van dansscènes een goede carrière op te bouwen. Het hier gefotografeerde werk heet „Pas de Quatre".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1955 | | pagina 12