Het welgelegen Boshuizen werd met weide en hooilanden voor 7.400 gulden verkocht Praatje en 'n plaatje uit Oud-Alphen a* d. Het Rijnsburgse bloemencorso op papier gereed WOENSDAG 1 JUNI 1955 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 Tweemaal opgebouwd en afgebroken Weigering van gemeentelijke subsidie bezegelde het lot van de oude bruggen was van de heerlijkheid Zoeterwou- de. Een en ander eiste vanzelfspre kend voorzieningen, waarin het Hoogheemraadschap van Rijnland mede moest worden gemoeid, welke instantie volkomen instemde met deze plannen en alle medewerking verleende. Overbodige luxe. Nog steeds was het onderhoud van de sluis in handen *van de eigenaren van het huis Boshuizen. Pas na 1744 kwam hierin verandering toen een accoord tussen de toenmalige eige naar, Mr Michiel Pompe van Slinge- land, die die „schone en welgelegen huismanswoning, vanouds genaamd Boshuizen" met schuur, stalling, partijen wei- en hooilanden in dat jaar voor 7400 gulden had verwor ven, en de stad Leiden tot stand kwam. Aan de stad werd de sluis in eigendom overgedragen en zij werd ontheven van het onderhoud van twee houten bruggen, gelegen op het terrein van Boshuizen, uitsluitend bestemd voor particulier gebruik JN ONZE REPORTAGE over de ontdekking der fundamenten van het voormalig kasteeltje Boshui zen werden enige zeer bekende his torische feiten naar voren gebracht, die met het volgende kunnen wor den aangevuld. Reeds in 1283 wordt de naam Bos huizen genoemd. In dat jaar splitst graaf Floris V een vierde gedeelte, groot 29 morgen en 3 hond, af van het land genaamd Boschuysen en stelt dit perceel vrij van alle belas tingen. 23 Morgen en 4 hond wor den overgedragen aan Lokhorst; het resterende deel aan het St. Cathari- nagasthuis te Leiden toebedeeld. Aan ambachtsbewaarders van Zoeterwou- de wordt bevolen deze vrijdom van lasten te eerbiedigen. Tegelijkertijd wordt hun collectieve korting ver leend voor het vrijgestelde goed op hun aanslag in de morgentalen (be lasting naar het aantal morgen land in hun ambacht gelegen.) In 1400 is sprake van de hofstede Boschuysen met 20 morgen liggende landerijen, in leen gehouden van de grafelijkheid van Holland door Wil lem Hermansz., een lid van het Rijri- lands adellijk geslacht Van Boshui zen. Hij was een zoon-van Herman en van Barta van der Hoorne. Deze Willem Hermansz. van Boshuizen was meesterknaap van graaf Al- brecht, die hem voor zijn zeer ge waardeerde diensten beloonde door zijn bezitting Boshuizen van een kwaad of versterfelijk leen te ver anderen in een goed of onversterfe- lijk leen. Dat wil zeggen, dat het erf recht ten opzichte van dit leen werd uitgebreid tot in de vrouwelijke lijn, waardoor het geslacht Van Boschui- zen meer verzekerd bleef van zijn rechten op dit goed en het bij over lijden van een leenman niet zo ge makkelijk weer in de schoot van de grafelijkheid kon terugvallen. Een aardige vermelding in dit gunstbe wijs is, dat graaf Albrecht toestaat uit 2 morgen van dit land „aarde te slaan" voor het bakken van stenen. Willem Hermansz. van Boshuizen zal óf een geheel nieuw stenen huis gebouwd of de bestaande hofstede vergroot hebben. Dat is uit de papie ren overblijfselen niet op te maken. Mogelijk zal het Oudheidkundig Bo demonderzoek deze vraag kunnen beantwoorden t.z.t. Met de grond gelijkgemaakt. IN 1574 is het huis met de aarde ge lijkgemaakt i.v.m. het Leidse be leg. Van 50 a 60 jaar later is op een plaats in de onmiddellijke omgeving van het afgebroken kasteel een nieuw huis opgetrokken, dat in de loop van de 19e eeuw is verdwenen. De Van Boshuizens waren op het eind der 16e eeuw in de manlijke li nie uitgestorven. Het buitengoed is toen in handen van het geslacht Van Lanscroon overgegaan via Marijtgen van Boschuysen, die gehuwd was met Francois van Lanscroon. Dit echtpaar woonde met hun twee zoons Adriaen en Ghijsbrecht sedert Mei 1581 te Leiden aan het Rapenburg, tussen de Kloksteeg en de Hout straat. Deze Frangois van Lanscroon begon in betrekïdng tot Boshuizen voor de vierschaar van Zoeterwou- de zich het recht te doen toew-ij de Boshuizer sluis te repareren en daarvoor van hen, die deze sluis me de gebruikten, bijdragen te eisen in de kosten van het onderhoud. Als sanctie op dit recht sloot de eigenaar de sluis af met een boom voor hen, die onwillig waren in het opbrengen van deze last. Op kosten van Leiden. Van de eigenaar van Boshuizen en van die van de omliggende lande rijen ging in 1664 het plan uit de Boshuizer- en de Gasthuispolders te combineren en deze combinatie te doen bemalen op kosten van de stad Leiden, die sedert 1610 in het bezit Beide tekeningen zijn gemaakt na de afbraak van het Kasteel bij het beleg van Leiden, vermoedelijk aan de hand van oudere schetsen. Het grote kasteel met de torentjes en aanbouwsels schijnt volgens de op gravingen het meest overeen te ko men met de staat, waarin Boshuizen in zijn bloeitijd verkeerde. van de eigenaren. Na dit accoord brak mr Pompe van Slingeland on middellijk een der bruggen af als zijnde overbodig! Hun buitentje. Mr. Pompe van Slingeland, lid van de vroedschap en schepen van Lei den, en diens echtgenote Vrouwe Beatrix van Assen delft, requestreer- den tussen de jaren 1750 en 1786 her haaldelijk aan het stadsbestuur i.v.m. het uitbreiden of verfraaien van het huis, waarvan de situatie werd aan geduid als gelegen buiten de Witte Poort in het ambacht Zoeterwoude. In 1842 was de woning nog intact en wordt door de toenmalige eige naars J. L. en L. F. Brugmans ge sproken over „hun buitentje Boshui zen, dat uitzicht heeft op een plant soen, dat gelegen is aan de zuidzijde van den grooten weg der le klassen nr 5". Zoals bekend, werd het huis in het midden van de 19e eeuw gesloopt. ZELDZAME VOGELS OP TEXEL. Op Texel is een groep van meer dan tien bijeneters waargenomen. Deze hier te lande zeer zeldzame vo gels broeden voornamelijk in Zuid- Europa en NoordrAfrika. In ons land werd er precies vijftig jaar geleden een gevangen, nl. in Friesland. Het exemplaar is toen aan Artis geschonken. Twee nieuwe Franse postzegels Binnenkort zal de Franse PTT een twee tal nieuwe ze gels uitgeven welke hierbo ven zijn afge beeld! Boven een 30 frs ze gel met de af beeldingen van de gebr. Lumière en onder 'n zegel met de kop van Jaques Coeur. De Julianastraat van omstreeks 1900 gezien vanaf de Hofbrug Vrij ingrijpende verbouwingen zijn in deze straat niet op grote schaal tot stand gekomen gedurende de laatste 50 a 55 jaren. Wel zijn hier en daar benedenvertrekken veranderd in éta lages en winkels, maar de bovenver diepingen zijn vrijwel, op een enkele uitzondering na, overal gehandhaafd. Rechts op de voorgrond zién we op de :oto een heel klein detail van 't pand waar thans de firma Woerd man is gevestigd. Dit pand is waar- Rijnsburg's Bloemencorso staat al op papier! Voor een verrassend-groot aantal belangstellenden o.w. de burgemeesters van Noord wijk en Rijnsburg, verschillende leden van de gemeenteraad in Katwijk, Noordwijk en Rijnsburg liet de artistiek en technisch adviseur van het corso, de heer Kiersch uit Amsterdam, gister avond in het Rijnsburgse Flora zijn ontwerpen zien. En als men de animo op deze tekeningenavond als maat staf mag nemen, dan blijft er voor het organiserend comité ongetwijfeld weinig te wensen over. In no time waren na de bespreking negen ont werpen voor praalwagens gereser veerd. Na een korte inleiding van drs. G. Hogewoning, die o.m. vertelde, dat de titel Flora's Kleurenpracht aan zee ook dit jaar de slogan zal zijn met als toevoeging „Bloemenfestival 1955", daar Rijnsburg de beide bad plaatsen een bloemenfestival organi seert; nadat de heer Hogewoning zo terloops even had opgemerkt, dat er vorig jaar enkele wagens in de kara vaan hadden meegereden die de naam corsowagen nu niet bepaald met ere droegen, kwam dan de heer Kiersch aan het woord. De Amster dammer trad niet voor de eerste maal voor het corso-voetlicht. Reeds enige jaren geleden verkondigde hij op een praatavond van het Bloemen corso Bollenstreek een ietwat revo lutionaire theorie over opmaak van praalwagens en de heer Kiersch was toen al tegen het verven met bloe men en hij is dat nóg! Het corso in Zundert is daar een sprekend voor beeld van en in de bollenstreek was dat voor enige jaren ook zo, aldus de heer Kiersch. In de bollenstreek is men echter een ruimer gebruik van touffe's e.d. gaan maken. Het idool van de heer Kiersch is: de bloemen in hun werkelijke schoonheid te la ten zien. Zeer terecht merkte hij op, dat op het gebied der luxe wagens een grote eenzijdigheid heerst. Het is op zichzelf wel mooi, wat men er van maakt, maar het publiek raakt er op uitgekeken. Men moet er veel meer variatie in weten te brengen. Het zal wel nodig zijn vooraf over leg te plegen met de jury. Deze kijkt immers maar al te graag of alle bal letjes mos wel voldoende zijn wegge werkt en of alle portieren van de wagens wel goed open en dicht kun nen. Dat laatste beschouwde de heer Kiersch al volkomen overbodig. Men kan een versierde luxe wagen nu eenmaal niet beoordélen op dergelijke punten. De heer Kiersch liet trouwens zien, dat hij op het gebied van versierde luxe wagens enkele opmerkelijk goe de ideeën had. Men kon bijv. een wagen zien met vistonnen en netten, die in dit genre werkelijk iets nieuws was en men kon trouwens wel méér originele ontwerpen zien. Men zal in Rijnburg, wanneer men de ideeën van de heer Kiersch accepteert en daar behoeft men niet aan te twijfelen! sterk naar de Aalsmeerse kant gaan overhellen. In een gesprek met de artistiek adviseur bleek ons, dat hij een voorstander is van het gebruik van zijdeboard, rotan, enz. Maakt men in de bollenstreek alles van' bloemen, bij de bruidskoets van de heer Kiersch zijn zowel het paard als de koets van board, maar men tuigt ze op met een weelde van bou- quetten. Bij de praalwagens kon men ook enkele heel goede ontwerpen met een gedurfde stijl af en toe zien. Zoals gezegd: men legde meteen al veel liefhebberij aan de dag: zowel van de zijde van verenigingen als zakenmensen. En zoals de zaken er nu voorstaan kunnen op 6 Augustus de bewoners der badplaatsen er staat op maken, dat er straks een bloemenkaravaan langs de boulevards zal rijden, die het corso van 1954 met een straat lengte zal verslaan. U gaat er voor die tijd vermoedelijk nog wel het een en ander over vernemen! schijnlek wel het oudste gebouw van de straat. Omstreeks 1787 vestigde zioh hier in de familie Varrossieau, waarvan de leden jarenlang in deze gemeente woonachtig waren. Zij stichtten in dit pand op bescheiden schaal een verf- en lakfabriekje. In de loop der jaren breidde de onderneming zich uit tot een groot bedrijf. Het fraaie, oude houten pand, naast het gebouw van de firma Woer- dam behoorde toentertij d tot het complex van de familie Varrossieau en diende tot wagenschuur en paar denstal. Het daarna volgend pand is inmid dels ook al, voor wat het beneden gedeelte betreft, tot winkel ver bouwd voor de Bloemenmagazijn „Corona" van de familie Van Geme- ren. De daarop volgende panden zijn helemaal verdwenen. Zij hebben door allerlei verbouwingen in de loop der jaren plaats gemaakt voor de thans aldaar gevestigde Mode magazijnen van de fa. J. Werneke. Het winkelpand, dat men in de verte ziet, thans Albert Heijn, was al in zijn jaren omstreeks 1900 als kruideniersbedrijf in gebruik. Eige naren waren achtereenvolgens Groe- neveld en Rijshouwer. Als we overstappen naar de linker zijde van de foto dan zien we twee panden welke men thans nog in on gewijzigde gedaante kan aantreffen. Het eerste is de woning (en daar achter het bedrijf, sedert 1930 in Alphen gevestigd) van de familie Tolk, die daar een metselbedrijf uit oefent. Naast dit pand is het boe'k- houdbureau van de heer S. v. Leeu wen. Naast dit pand van de familie Van Leeuwen stond in die vroegere da gen de boekhandel, boekbinderij enz. van de heer H. G. Veltman. Later is dit pand, voor wat de voorzijde en de bovenverdieping betreft, verbouwd, i.v.m. de rooilijn wat naar achteren gedrongen en een moderne winkel was een aantal jaren eerst nog 'bij de heer Veltman in gebruik en daarna diende het pand o.m. als filiaal van Apotheek Allart. Later is het pand betrokken door de heer J. Kouwer, die daar zijn schoenreparatiewerk- plaats inrichtte en een winkel ging drijven in lederwaren. Pas zeer kort geleden heeft het in terieur van deze zaak opnieuw een gemoderniseerd aanzien gekregen en werd de winkel, met bij trekking van de achtergelegen kamer, vergroot. Ook het volgende pand is op de foto nog een „dicht" woonhuis. Korte tijd later opende de heer Henri van Vliet er zijn banketbakkerij in, bij welke gelegenheid het benedenge deelte tot winkel werd verbouwd en er een vrij brede etalageruit het aanzien verhoogde. Het brede massieve witte gebouw, op de hoek van wat thans de Kerk straat is (toen nog eigen weg van de kath. parochie), diende jarenlang als dokterswoning. Heel veel jaren woonde daar de bij de ouderen wel bekende dr. Groen, wiens praktijk destijds werd overgenomen door dr. Van Kooten. Het pand werd daarna een aantal jaren door deze bewoond en een paar jaar geleden verkocht aan de firma J. Werneke (aan de overzijde van de straat).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1955 | | pagina 5