HET ORANJE ELFTAL VERSLOEG DE STEVIGE ZWITSERSE PLOEG BESLISSEND MET 4-1 EIND GOED, AL GOED Na een half uur was de Zwitserse verdediging murw gebeukt Eert winnend ieam en de vijf gescoorde doelpunten Engeland en Spanje speelden gelijk voor 120000 toeschouwers VRIJDAG 20 MEI 1955 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 moeilijk geihad, vooral niet voor de rust. De enige gevaarlijke bal, die hy in de eerste helft te verwerken kreeg, was een teruggespeelde kop bal van Wiersma, en het kostte Land man veel moeite de bal uit zijn doel te houden. Zwitsers moreel kreeg zware deuk. Uit de verrassende uitslag kan men al enigszins afleiden, dat de gere nommeerde Zwitsers, die pas nog te gen Oostenrijk slechts met 32 had den verloren, in Rotterdam zijn te gengevallen. Zij toonden inderdaad een opvallend geringe geestdrift en speelden aanvallend zonder enige fantasie. Ook hun befaamde gren- j del-verdediging bleek op de duur niet solide genoeg om de snelle Neder landse voorwaartsen het scoren te kunnen beletten. Die snelheid speel de hen waarschijnlijk nog wel het meest parten. Want het Zwitserse elftal mocht dan voor het grootste deel uit bijzonder geroutineerde krachten bestaan (aanvoerder Eggi- mann speelde zijn 44ste interland), in tempo schoten zij dikwijls ruim schoots tekort. Het is voor ons, Ne derlanders wel prettig, te kunnen constateren, dat dit wel eens anders is geweest. Als het waar is, dat een goede1 wedstrijd in de regel wordt vooraf gegaan door een slechte oefenwed strijd, dan is dit nog geen wet van Meden en Perzen, want het Oranje elftal, dat op 11 Mei een uitstekende oefenwedstrijd speelde met Chelsea, de Engelse kampioen, als sparring partner, heeft gisteren onze ver wachtingen niet beschaamd en de 00.000 toeschouwers laten zien, dat er todi wel iets veranderd is in het Nederlandse voetbal sinds de omme zwaai En inderdaad het Nederlands elf tal heeft gisteren in een gave en uit stekende partij voetbal laten zien, dat er zeker van een verheugend herstel van het internationaal spel peil gesproken mag worden. Wat het Nederlands elftal gisteren aan het dicht .bezetten en overvolle Feyen- oord-sfadion voorschotelde was voet bal van uitstekend gehalte, voetbal, dat de' toeschouwers kon bekoren en hen in vuiur en vlam zette, zodat het soms wel 'leek of we met 'n Holland België match te doen hadden. Het is bovendien een grote, maar vooral verdiende overwinning ge worden en reeds spoedig na de aan vang bleek de mogelijkheid daartoe. Maarhet duurde ruim een half uur voordat de Oranje-stormram de Zwitserse defensie murw had ge beukt. En dat maakt de éclatante overwinning des te belangrijker, want deze zege werd niet behaald op •en technisch zwakkere tegenstan der, maar op 'n tegenstander, die het in intelligentie en geestdrift moest afleggen tegen een ploeg, die zich, bewust van haar kunnen, tot devies had gesteld: „nu of nooit", en deze laatste wedstrijd moest gewonnen worden om het heus maar matige seizoen tenminste op enigszins eer volle wijze te besluiten. /Dat is volkomen gelukt en het ge hele Oranje-elftal verdient een woord van lof voor de wijze waarop dit uiteindelijk succes tenslotte is be haald. Het was voor onze nationale ploeg in dubbel opzicht een zeer 'bevredi gend slot, omdat over het gehele seizoen gerekend de balans in evenwicht is gebleven. Na de 43 ne derlaag te Antwerpen tegen België volgden immers het gelijk spel tegen de Dënen (11) de ^overwinning met 10 op de Belgen in Amsterdam en de nederlaag tegen de Ieren, even eens met 10. Wat het doelgemid- delde betreft kan men nu in ieder geval nog van een voordelig saldo van 97 spreken. De overwinning met sprekende cijfers op de Zwitsers was een verdiend succes, waarmee ook het publiek zich danig ingeno men toonde. Het merkwaardige was overigens, dat de strijd tot op zekere hoogte een soortgelijk beeld gaf als het duel van 1 Mei te Dublin, met andere woor den, dat er een steeds aanvallende en een voortdurende verdedigende partij was. Met dit grote verschil, dat het Nederlands elftal deze keer de aanvallénde partij was en dat het de Zwitsers waren, die als het ware met de rug tegen de muur moesten vech ten om de score zo klein mogelijk te houden. Faas Wilkes rehabiliteerde zich volkomen. En wat na deze wedstrijd voorop gezegd mag worden: Wilkes heeft zich in deze wedstrijd volkomen ge rehabiliteerd voor zijn falen in de vorige wedstrijden (Amsterdam en Dublin). Inderdaad, Wilkes heeft ge toond zich in de 'korte tijd, waarin hij nu met het Nederlands elftal heeft gespeeld, te hebben aangepast aan 'het spelsysteem, dat de spelers van de Nederlandse elftalclub zich heb ben aangemeten. Natuurlijk ging al les ibij hem nog niet even vlot, nog steeds houdt hij ervan te trachten alleen door 'n verdediging ook door 'n stevige verdediging te willen breken en als dat lukt, dan is zijn verder werk bijzonder gevaar lijk, maar.... het lukt maar zo zel den. En in dit opdicht schiet Wilkes te kort aan voldoende tactiek óf hij speelt te zelfuchtig en dat moet er uit! 'n Speler van zulk een ge halte doet beter, vooral wanneer hij erin geslaagd is twee of drie spelers tot zich te trekken, de bal aan een medespeler te geven, waardoor zijn spel ongetwijfeld nog productiever zal worden. Wilkes heeft intussen een groot aan deel gehad in deze overwinning zelfs al heeft hij nog verschillende kansen gehad om de score voor Oranje nog hoger te maken. Maar naast Wilkes dient Bertus de Harder genoemd te worden als de grondlegger voor deze fraaie Neder landse overwinning. Inderdaad heeft de Hagenaar van begin tot einde ouderwets gezwoegd om de eer van het Nederlandse voetbal hoog te 'hou den, maar ook bij laat dikwijls zeer ingewikkeld individueel spel zien. Maar het verschil 'hierbij met Faas Wilkes, of zo nodig andere spelers, is, dat een buitenspeler dikwijls noodgedwongen naar de cornerhoek wordt gedreven en dan maar moet zien, of hij eruit kan komen. En Bertus de Harder kwam tenslotte meerdere malen en dikwijls op de meest onverwachte momenten als winnaar uit de strijd en de voorzet ten, die hij dan wist te geven, wa ren een voortdurend gevaar voor het Zwitserse doel. Wat in het algemeen over de Oran- j espeiers gezegd kan worden, is, dat geen enkele gefaald heeft. Zij waren allen voldoende met invaller Debrui- ckere, die kort na de aanvang zijn clubgenoot Van Roessel had vervan gen, wellicht als de mindere. Wel za gen we hem enkele malen blijk geven van doorzetten, getuige het feit, dat hij twee keer over keeper Pernumian heen duikelde. Maar over het alge meen mogen we zeggen, dat zijn door zetten te weinig doortastend is en dus te weinig effectvol is. Timmermans en Clavan hebben zich ook uitstekend gegeven en voor al Clavan was met zijn clubgenoot De Harder de gevaarlijkste vleugel. Middenlinie en verdediging waren als altijd in uitstekende vorm en keeper Landman heeft het niet te De „zwervende" centerhalf en cap tain Eggiman is wel de meest op de voorgrond tredende speler geweest; maar veel meer in de eerste helft dan in de tweede, toen hij zijn buiten gewoon technische vaardigheid niet meer in een snel genoeg tempo kon toepassen. Na de eerste tegenslagen had het moreel van onze tegenstan- nabije toekomst. Het verloop van de wedstrijd in doelpunten Onze foto-reportage van de prachtige wedstrijd in R'dam brengt vandaag alle doelpunten, die in deze ontmoeting gemaakt werden, in beeld. We beginnen met een ogenschijnlijk wat rommelige foto, maar het is er een, die in deze serie niet mag ontbreken. 1. Het winnende team verlaat het veld. V.l.n.r. v. d. Hart, Wiersma, Kuys, daarboven Clavan en Klaassens, verder De Harder, onder hem De Bruyckere, Timmermans, Schaap en in de hoek Wilkes. 2. Het eerste doelpunt: v.Ioi.r. Mathis, nr. 11 De Harder, daarboven liggend Steffen, achter hem Wilkes (nr. 8), Kerner (nr. 4), achter deze liggend doelman Pernumian; Eggiman (nr. 5); daarboven Schmidhauser en geheel rechts De Bruyckere. 3. Het tweede doelpunt voor Nederland; v.l.n.r. nr. 3 Steffen, of de grond Mathis (nr. 2); daarboven nr. 12: De Bruyckere; doelman Pernumian; Eggiman nr. 5; Timmermans en Kernen. 4. Het derde Nederlandse doelpunt: v.l.n.r. Wilkes, Pernumian, De Bruyckere en Timmermans. 5. Het vierde Nederlandse doelpunt: v.l.n.r. Steffen, De Bruyckere, Wilkes, in het doel Mathis en doelman Pernumian. 6. Het Zwitserse doelpunt: v.Ln.r. Landman, nr. 11, Morano, Wiersma, v. d. Hart en Kuys. ders een zo gevoelige knak gekregen, dat het teamverband nagenoeg geheel verloren ging en in het bijzonder ook de befaamde „exclusieve" verdedi ging begon te wankelen. Bij alle verheugenis over de fraaie overwinning, is het internationaal gezien zeker nog geen tijd om on bezorgd te blijven jubelen over de po sitie van het Nederlands elftal. Daar voor liggen enkele bittere ervaringen in te recent verleden. Maar wel een mijlpaal is dunkt ons wel, dat de Keuze Commissie er zij het laat in -geslaagd is, de sterkst mogelijke Nederlandse ploeg zo „rendabel" mogelijk op te stellen. Mèt van Roessel zou men waar schijnlijk zelfs een nóg waardevol ler team hebben gehad. Dat wij thans zó ver zijn, dat wij daarbij tij dens de laatste bondsvergadering weer een belangrijke stap verder zijn gekomen in de ontwikkeling van ons voetbalbestel en dat de hoofdklasse op komst is, kan alles tezamen toch wel reden zijn voor een zeker optimisme ten aanzien van de repu tatie van het Nederlands elftal in de De Zwitserse spelers en officials wa ren na afloop van de wedstrijd una niem van mening, dat de 41 over winning van het Nederlandse elftal volkomen verdiend was geweest. De bekende Zwitserse sportjourna list, Arnold Wehrte, directeur-hoofd redacteur van het bureau „Sportin- formation" in Zürich verklaarde, dat onze snelle vleugelspelers Timmer mans en de Harder de Zwitserse ver dediging van haar stuk had gebracht. Het was volgens de heer Wehrte vooral aan Wilkes, die hij de grote strateeg in onze ploeg noemde, te dan ken geweest, dat Nederland hiervan kon profiteren. In het bijzonder voor aanvoerder Schaap en ook voor onze verdedigers had hij bewondering. Zij hadden bij de schaarse, maar soms toch wel gevaarlijke tegenaanvallen, de Zwitsers bijna steeds goed mat gezet. De heer Wehrte had in lange tijd niet zulk een teleurstellende wedstrijd van de nationale ploeg van zijn land gezien. In het Bernabeu-stadion te Madrid, ten aanschouwe van ruim 12.000 toe schouwers, kwamen Spanje en Enge land in een opwindende, maar wel eens te harde wedstrijd tot een ver deling van de punten (11). De Ita liaanse scheidsrechter Pieri had de handen vol aan dit duel, niet het minst door de felle reacties van de enorme mensenmassa op de tribune, die een recette van ongeveer een half millioen gulden bijeengebracht had. De Spanjaarden waren aanmer kelijk sneller dan hun tegenstanders speelden over het algemeen ook iets beter voetbal. Zij veroverden direct een veldmeerderheid, waarbij Kubala zich door geraffineerde passes onderscheidde. Later kwamen Mat thews, Bentley en Lofthouse echter tot gevaarlijke tegenaanvallen en na een half uur was er geen sprake meer van een duidelijk Spaans over wicht. In de 38ste minuut loste Bent ley, na een voorzet van Lofthouse, een schot, dat de Spaanse doelman Ramallets geen schijn van kans liet (0—1). Geprikkeld door die tegenslag be gon Spanje een fel tegenoffensief, maar het vond keeper Williams in uitstekende vorm en constateerde, dat de Engelse achterhoede er niet voor terugschrok, de aanvallen ten koste van hoekschoppen af te slaan. Bij een onverwachte uitval slaag de Quixall er na een soloren in, tot vlak voor doelman Ramallets door te dringen, maar deze griste hem on verschrokken de bal voor de voeten weg. Aangemoedigd door de gescandeer de kreten van het publiek begonnen de Spanjaarden na de rust een serie stormlopen, die echter door de Engel sen laconiek werden opgevangen. Bert Williams oogstte menig „open doekje". Een Kubala-Perez-Paya- combinatie werd door stopper Billy Wright wat ruw onderbroken en het publiek joelde om een strafschop. Die kreeg het niet. Maar het lang verbeide Spaanse doelpunt kwam toch enkele ogenblikken later. Links binnen Rial scoorde in de twintigste minuut, na een pass van Ganto, op fraaie wijze de gelijkmaker (11). Kort daarna plaatste Kubala een vrije schop hoog voor het Engelse doel, waarbij Rial de bal tegen de paal kopte. Hierna bleven de Span jaarden vrijwel steeds in de meer derheid, maar de Engelse defensie, met Wright en Williams als uitblin kers, hield stand. Dit was het 'eerste bezoek van het Engelse elftal aan Spanje sinds 1929. Het verloor toen met 43. GEMEENTE HAARLEM IS EDO TER WILLE. De gemeenteraad van Haarlem heeft met 23 tegen 11 stemmen be sloten, dat de gemeente zich voor de tijd van drie jaar garant zal stellen voor een lening van 10.000 gulden, welke de vereniging EDO zal sluiten om te kunnen toetreden tot het be- De voetbalwedstrijd tussen de B- elftallen van Zwitserland en Neder land, welke te Bazel werd gespeeld, is door de Zwitsers gewonnen met 10. Bij de rust was de stand 00. De voetbalwedstrijd West-Duits- land tegen Oost Nederland welke te Hagen is gespeeld, werd door de Duitsers gewonnen met 62. Bij de rust stonden onze landgenoten ach ter met 32. De voetbalwedstrijd tussen Duis burg en Amsterdam is door het Am sterdamse elftal met 30 verloren. Ondanks de regen, waardoor het veld glad was, woonden ongeveer 55.000 toeschouwers de wedstrijd bij. De eerste minuten waren voor de Ne derlanders, die het echter teveel zochten in kort spel, waardoor de Duitse verdedigers steeds tijdig kon den ingrijpen. De rechtervleugel, ge vormd door Tolmeyer en Vonhoff (beiden Amsterdam) was het beste deel van de Nederlandse ploeg. Doel man Eype (Blauw Wit) moest in het begin van de tweede helft het veld verlaten, nadat hij met een Duitse aanvaller in botsing was gekomen. Hij werd vervangen door Visser (Amsterdam). De open Duitse aanvallen waren steeds een gevaar voor de Amster dammers. In de 31e minuut opende Hetzel de score (10). Kort taalde voetbal in de KNVB. De raad hervatting vergrootte Schneider, die nam dit besluit, ondanks een af wij- de beste man van het veld was de zend advies, dat de Haarlemse sport- voorsprong tot 2—0, terwijl dezelfde raad dezer dagen aan burgemeester speler enige minuten voor tijd de en wethouders had gegeven. stand op 3—0 bracht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1955 | | pagina 5