DE BURGEMEESTER
WERD VERS
DE LEIDSE COURANT
JONGENS, NU MOET jullie eens
99** goed luisteren", vertelde de dik
ke Oral aan zyn gemeenteraadsleden,
„jullie kunt bezwaar tegen deze nieu
we onderwijzeres hebben, maar er
zijn maar twee brieven binnengeko
men op onze advertentie; de eerste is
hier één keer komen kijken en ieder
van jullie kunt tien dollar verdienen,
als je haar terugvindt.
De tweede onderwijzeres mag dan
uit een dorpje komen, dat op geen en
kele landkaart te vinden is, ze ziet
er behoorlijk uit en ik geloof niet,
dat ze stom is".
De overige gemeenteraadsleden, die
gemoedelijk achter in het kroegje van
Lem eens per week de gemeente be
stuurden, bleven zuinig kijken, want
de verzekering van Oral, dat „ze niet
stom was", betekende voor hen nog
helemaal geen waarborg.
Maar aan de andere kant, er moest
een onderwijzeres komen en zo deed
enkele dagen later Kate O'Haery haar
intrede bij ons.
Ik was toen nog een kleine jongen
en 's avonds hoorde ik vader al aan
moeder vertellen, dat de onderwijze
res, niet zoals haar voorgangsters bij
de kruideniers op kamers was gaan
wonen, maar een oud landhuisje aan
het eind van het dorp gehuurd had.
„Ik heb werkelijk genoeg aan me
zelf", had ze gezegd, „en heb heus
het gezelschap van andere mensen
niet nodig".
Maar het dorp zou nog voor grote
re verrassingen komen te staan. Het
huisje, waarin Kate haar intrek had
genomen, was oud en vervallen en
de tuin, die er bij hoorde, leek op een
kleine wildernis.
Doch voordat Kate er veertien da
gen woonde, had de gevel al een
nieuw laagje verf gekregen, begon het
lapje grond op een aardig tuintje te
lijken en toonde naarstig hamergeklop
binnen in het huisje, dat de meta
morphose zich niet tot uiterlijkheden
beperken zou.
Iedereen in ï)et dorp was er maar
matig over te spreken. De mannen
vonden, dat Kate zich gedroeg als de
eigenares van het huisje en waren
inwendig bang, dat hun vrouwen
door de nieuwe verf en het aardige
tuintje tot grootse plannen geïnspi
reerd zouden worden, hetgeen voor
hen vermoeiende gevolgen zou kun
nen hebben. De vrouwen achtten zich
in hun eer aangetast: „Ze wil ons ze
ker een lesje geven!" mopperden ze
bitter:
Maar Kate scheen van de beroering,
die ze verwekte, niets te merken eti
veertien dagen later begon de school.
IK ZAT TOEN in de hoogste klas
van onze dorpsschool en alhoewel
we al spóedig ontdekten, dat geen en
kele Onderwijzeres ons voordien zo
zeer met geschiedenis en aardrijks
kunde had weten te boeien en geen
van haar voorgangsters ooit zo mooie
voorleesboeken gehad had, besloten
we toch, dat we haar eens moesten
„testen" en zodoende gingen we op
zekere morgen met 5 man onder
schooltijd vissen.
Nog nooit had de vis zo goed ge
beten en tegen een uur of half twee
slenterden we naar school en gingen
's middags gewoon in onze bank. zit
ten.
Kate zei niets, maar toen het vier
uur was, vertelde ze, dat we even
moesten wachten. Nadat de andere
kinderen vertrokken waren, kwam ze
bij ons staan en vroeg vriendelijk:
„Waar zijn jullie vanmorgen ge
weest?"
We waren als jongens niet goed op
gewassen tegen deze vriendelijkheid
en daarom was ineens de lust om bru
taal te zeggen: „We zijn gaan vissen",
verdwenen.
Het was interessant, hoeveel
kunstige smoesjes te voorschijn kwa.
men. Jackies moeder was ernstig ziek
en hij had moeten oppassen; Jim had
zijn vader op het veld moeten helpen;
Tom was zelf ziek geweest, omdat hij
de avond daarvoor onrijpe appels ge
geten had en George, die door dit
laatste smoesjes kennelijk een beetje
geïnspireerd werd nu alle goedklin
kende smoesjes bijna opgebruikt wa
ren, wist niet beter te vertellen, dan
dat zijn vader de vorige avond dron
ken was geweest en hij die morgen
door zijn moeder naar de baas ge
stuurd was, omdat z'n vader nog niet
nuchter was. Ik sloot de rij en heus
niet om flink te zijn, maar alleen om
dat er werkelijk geen smoesje meer
overgebleven was, zei ik, dat ik was
gaan vissen.
Kate keek mij lang aan en zei: „Jij
bent de enige, die de waarheid
spreekt, daarom moet jij het tweede
hoofdstuk van je geschiedenisboek
overschrijven; begin er maar aan!"
De anderen keken haar verwach
tingsvol aan.
„Jullie hebt gelogen", zei Kate,
„want jullie zijn vanmorgen ook gaan
vissen. Ik vind het niet zo heel erg,
dat jullie zijn gaan vissen, want ik
heb vroeger ook wel eens gespijbeld,
maar ik vind het heel erg, dat jullie
hebt gelogen, dat heb ik vroeger nooit
gedaan".
Daarna pakte ze de aanwijsstok en
de schuldigen kregen ieder op hun
beurt een paar gevoelige en beheerste
tikken van haar.
Toen de strafexpeditie teneinde
was, zei ze: „Ik verwacht van jullie,
dat je je gedraagt als kerels en dan
kan ik heel veel van jullie hebben.
Voor alles eis ik karakter van jullie.
Alleen met karakter word je een goed
lid van de maatschappij en anders
word je een stiekemerd, een niets
nut".
rvE VOLGENDE MIDDAG op het
voetbalveld hadden wij nog meer
plezier over haar les, dan over het
spel zelf.
Ze had „karakter" 'met'rollende „r"
uitgesproken en wij poogden dit zo
goed mogelijk te imiteren.
„Als jij Karrrrakterrrr had gehad,
zou je me die bal niet afgenomen
hebben", jubelden we en toen er per
ongeluk een doelpunt gemaakt werd,
stelden we voor als „mannen van
karrrrakterrrr" het niet te laten tel
len.
Spoedig daarna sprak het gehele
dorp over „karrrrakterrrr", maar het
was of Kate het niet hoorde en als ze
het wel hoorde, trok ze er zich bitter
weinig van aan. Ze bleef vriendelijk
voor ons, vertelde ons spannende ver
halen en wist zelfs aan de saaie re
kenles een bijzondere bekoring te ge
ven.
Om de beurt hadden wij „dienst",
een nieuwigheid door haar ingesteld,
Ons dorp bezag hen met wantrou-,
wen en weigerde hen in de gemeen
schap op te nemen, hoewel ze reeds
verschillende jaren aan de rand van
het dorp woonden en nooit iemand
kwaad gedaan hadden.
Nausal had een plan gemaakt en
dat wilde hij Kate nu voorleggen. Hij
vroeg of het niet mogelijk zou zijn,
dat zijn dochtertje bijles kreeg; als
de juffrouw misschien na schooltijd
of anders, als haar dat beter uitkwam,
in de avondurenhij zou het meis
je halen en brengen en natuurlijk
was hij gaarne bereid om te beta
len
Kate luisterde aandachtig naar hem
en toen ze hoorde, dat hij vier mijl
uit het dorp woonde, begon ze te
lachen: „Maar m'n beste man", zei
zijn plan gemaakt, maar schoolgeld
had zij niet ingesteld. De zigeuners
brachten van toen af aan zelf olie
voor de lampen en kachelhout mee
en de gemeenteraad zag geen cent.
In het dorp had Kate echter een
zekere naam gemaakt en toen dan
ook maatregelen genomen moesten
worden, voor het grote winterbal,
werd zij in de commissie gekozen.
Het bal werd in de school gehou
den en Oral was de man, die doorlo
pend met maaiende armen in de rich
ting van Kate stoof om haar ten dans
te vragen.
Het dorp keek elkaar glimlachend
aan, en de vrouwen, die aan het be
gin van de avond gevonden hadden,
dat Kate er veel te aantrekkelijk uit-
waarover het dorp ook al lang en uit
voerig gesproken had. De „dienst" be
stond in het doen van boodschappen
voor haar, in het werken in haar tuin
en meer van dergelijke karweitjes,
als houthakken en kolenscheppen.
De ouderen in het dorp vonden het,
geloof ik, maar een matig initiatief
van Kate, doch wij vonden het een
eer, wanneer we voor de „dienst"
werden uitgekozen.
TOEN KATE ONGEVEER drie
maanden bij ons was en ik
„dienst" had, kwam op zeker avond
de vader van een zigeunermeisje bij
ons uit de klas, aan de woning van
Kate.
De regen viel met bakken tegelijk
van de hemel en de man was nat tot
op de huid, toen hij aariklopte.
Kate deed zelf Open en keek ver
baasd naar de man, die beleefd zijn
pet afnam en met een onzuivere tong
val begon uit te leggen, dat zijn meis
je niet mee kon komen in de klas.
Kate viel hem midden in een zin
in de reden en riep verbaasd uit:
„Maar m'n beste man, waarom blijf
je daar in die stromende regen staan,
als je me spreken wil; kom toch in
hemelsnaam binnen en trek die klets
natte jas uit.
De zigeuner kwam binnen en bleef
bedremmeld op de deurmat staan,
maar binnen de minuut had Kate hem
zover gekregen, dat hij in een makke
lijke stoel bij de haard zat en was ze
bezig koffie te zetten.
De zigeuner, hij heette Nausal,
woonde met nog een tiental lotgeno
ten in enkele vervallen hutten onge
veer 4 mijl buiten het dorp. Zij sne
den riet uit het moeras en maakten
daar manden en bezems van,'die ze
in hét dorp verkochten.
ze, „dacht je nu werkelijk, dat ik je
's avonds met dat kind op en neer
zou laten lopen? Je dochter kan van
af morgen na schooltijd gewoon blij
ven en dan leer ik haar wel het een
en ander, en als je dan tegen half
zes langskomt, kun je haar meene
men".
De volgende dag kwam Nausal zijn
dochtertje om half zes bij Kate thuis
ophalen, maar na een week was hij
al om vijf uur bij Kate en op zekere
dag zag Kate, dat hij vanuit zijn stoel
stiekum moeite deed om de som, die
zij het meisje opgegeven had, uit te
rekenen.
DIT WAS HET BEGIN van een
grootscheeps plan, dat in het
dorp nogal wat beroering verwekte.
Enkele weken later was het school
lokaal 's avonds vérlicht en alle zi
geuners uit het kamp met hun vrou
wen zaten in onze banken en luister
den ademloos naar de verhalen van
Kate en rekenden ijverig de sommen
uit, die zij op het bord schreef.
Oral riep er een extra gemeente
raadsvergadering voor samen en
meende. dat dit onwettelijk was.
Geen der gemeenteraadsleden bood
zich echter aan om Kate te zeggen,
dat ze er mee op moest hopden, maar
Oral vond er wat op: „Ik ga haar zeg
gen, dat de belastingbetalers niet van
plan zijn om hun kostbare geld te
betalen teneinde een stelletje zigeu
ners te leren lezen en dat ze school
geld moet heffen, al is het alleen
maar voor de verwarming en de olie
van de verlichting".
De volgende gemeenteraadsverga
dering vond een glunderende Oral,
maar de keer daarna, keek hij weer
zuinig.
Kate had geen aanmerkingen op
zag voor een schooljuffrouw, begon
nen zich met haar te verzoenen.
Kate zorgde dien avond voor een
verrassing. Toen het bal zijn hoogte
punt bereikt had, ging 't gordijn van
het geïmproviseerde toneel open en
verscheen daar een door haar ge
vormd zigeunerkoor, dat een uitvoe
ring bracht, zoals we dat in ons dorp
nog nooit anders dan via gramofoon-
platen gehoord hadden.
Oral voelde zich op dat bal min of
meer de held van de avond en het
was voor hem een hele teleurstelling,
toen hij de volgende dag vernam, dat
Kate diezelfde nacht met de zigeu
nergezinnen een kampvuur meege
maakt had. „Het past een onderwij
zeres toch feitelijk niet om met een
troep zigeuners feest te vieren en dat
nogwel in de nacht", zei hij in de
gemeenteraad, maar de anderen lach
ten een beetje en niemand scheen er
zich over op te winden.
J-VE WINTER DUURDE lang dat
U jaar; zolang, dat er gebrek kwam
in het zigeunerkamp, omdat er geen
riet gesneden kon worden.
Eerst was daar nog niet zo heel
veel van te merken, want de mannen
en vrouwen kwamen gewoon naar de
avondschool en niemand klaagde; zo
was hun natuur nu eenmaal.
Maar op zekere dag viel het doch
tertje van Nausal flauw in de klas en
toen Kate haar trommeltje open
maakte, vond zij er slechts een paar
gepofte aardappels in.
Vanaf die dag at het meisje bij
Kate thuis en de volgende avond
stapte Kate het kroegje van Lem bin
nen om deel te nemen aan de ge
meenteraadszitting Dit was weer iets
i heel nieuws in ons dorp; niet alleen
waren we nog niet zover, dat er vrou
wen in de raad zaten, maar voorts
was Kate geen lid en mocht ze dus
feitelijk niet aan de vergaderingen
deelnemen.'
Maar Kate weigerde je niet zo heel
gemakkelijk iets en spoedig zaten
alle leden gedwee te luisteren naar
de woorden van onze dorpsonderwij
zeres.
„Het is schande", vertelde Kate,
„ik ken daar een man, die weduw
naar is, het gehele jaar hard werkt
en nu zijn dochtertje honger moet
laten lijden. Het is schande, dat een
gemeentebestuur daar niets aan doen
kan!"
„Wat moeten we", zei Oral als
voorzitter beminnelijk", het is nu
eenmaal winter en dat is altijd een
zware tijd".
„Waarom worden zij niet ingescha
keld bij Publieke Werken?", vroeg
Kate, die de situatie van te voren
kennelijk grondig onderzocht had en
niet voor een gat te vangen bleek.
„Doorlopend zijn de wegen inge
sneeuwd en al driemaal ben ik te
laat op school gekomen, omdat ik met
een schop een weg moest banen".
Oral verklaarde, dót hij in zijn
diensten geen zigeuners wilde heb
ben, dat dit broodroof zou zijn aan
de andere arbeiders en dat de sneeuw
maar tijdelijk zou zijn.
Maar Kate beweerde, dat de zigeu
ners ook maar tijdelijk geholpen be
hoefden te worden, want dat zij na
de vórst weer hun gewone werk zou
den hervatten en, dat de arbeiders in
de gemeente het werk niet af kon
den.
Oral bleef zich tot het uiterste ver
zetten, maar de gemeenteraad dacht
er anders over en de volgende dag
waren tegen de middag alle straten in
het dorp schoon, hoewel het 's nachts
verschrikkelijk gesneeuwd had; de
zigeuners bleken zeer ijverige werk
lieden en hadden hun beste beentje
voortgezet.
JNMIDDELS WAS het dorp in zijn
geheel ontwaakt.
De kruidenier maakte bekend, dat
de zigeuners bij hem tot betaaldag
crediet konden krijgen; de zigeuner
kinderen werden 's middags door hun
schoolkameraadjes mee naar huis ge
nomen om mee te eten en iedereen
voelde zich gedrongen om iets voor
de mensen te doen.
Toen de betaaldag aanbrak, ver
scheen Nausal 's avonds verlegen en
bedroefd in de kruidenierswinkel. „Ik
kan niet betalen", zei hij angstig,
„want ik heb geen geld ontvangen".
Na veel aanmoedigingen kwam het
eruit, dat hij op zijn salariszakje 106
werkuren had zien staan, terwijl hij
maar 06 uren gewerkt had. Toen hij
zei, dat dit niet klopte, was de opzich
ter kwaad geworden en had hem zon
der geld naar huis gestuurd.
Nóg geen uur naderhand was de
gemeenteraad bijeen, maar Oral had
men niet gewaarschuwd.
Een van de afgevaardigde ging naar
de opzichter en deze verscheen even
later in het kroegje van Lem.
„We hebben gehoord, dat de arbei
ders geklaagd hebben over te weinig
werk", zei hem een van de raads
leden.
De opzichter haalde een arbeidslijst
te voorschijn en daar stond genoteerd,
dat er door zijn ploeg in veertien da
gen 116 uur gewerkt was.
Toen ging de raad een licht op en
de opzichter, die de argwanende
blikken op zich gevestigd zag, maakte
een onhandig excuus en rende het
kroegje uit.
„Hoeveel zou er in het loonzakje
van Nausal gezeten hebben?" vroeg
DAT RUBEWUS""
de raad zich af en een commissie
werd benoemd om naar Oral te gaan.
Oral was niet thuis; zijn huishoud
ster vertelde, dat hij met de opzich
ter vertrokken was: „Ik zal die Nau
sal eens zijn loon gaan brengen!" had
hij tegen de opzichter gezegd, toen hij
het huis verliet.
IEDEREEN WIST, waai- Nausal op
dat uur van de dag te vinden was
en via het kroegje van Lem begaf de
commissie zich naar het huis van
Kate, waar zij een woedende Oral,
een radeloze opzichter en een hulpe
loze Nausal vonden. Kate was de
enige, die de toestand meester was.
„Hoe komt het, dat er op zijn loon
zakje 106 dollars staat, terwijl er
maar 96 dollars inzitten?" vroeg zij
streng.
„Dat heb ik toch al gezegd", ant
woordde Oral woedend, „een admi
nistratieve vergissing!" en schuim
bekkend keek hij naar de opzichter.
„En kun je ons dan meteen even
vertellen, hoe op de betalingslijsten
116 dollars kan staan?", vroeg een
van de gemeenteraadsleden, die juist
binnengekomen waren, „ook een ad
ministratieve vergissing?"
Bij ons in het dorp liep men niet
zo erg vlug naar de rechtbank; Oral
werd uit zijn post ontheven en de
opzichter ontslagen, dat was alles.
Maar toen het zomer was, kreeg de
school op zekere dag vrij-af en nie
mand in het dorp maakte daar be
zwaar tegen.
Mijn vader had op de bewuste be
taaldag gezien, hoe Kate de totaal
overrrompelde Nausal gerust had
gesteld; hij had gezien, hoe de tafel
bij Kate gedekt stond voor drie perso
nen en hoe een vredig lamplicht dit
hele toneeltje met een milde huise
lijkheid overschenen had.
Het hele dorp was getuige van het
huwelijk tussen Kate en Nausal en
de school leed er niet onder, want
Kate bleef gewoon les geven.
Totdat op zekere dag Nausal aan
de kinderen kwam vertellen, dat de
juffrouw ziek was en niet kon komen.
Kate was wel niet ziek, maar ze
kon toch niet komen en toen ze weer
op was, had ze het veel te druk en
moest het dorp een nieuwe onderwij
zeres benoemen.
1 "Vrij naar „The Family Herald
and Weekly Star".
Paling is sneller dan een wereldkampioen
Wij mensen zijn heel wat mans op
het gebied van de snelheid mits wij
techniek als hulpmiddel hebben. Zon
der deze techniek echter betekenen
wij niet veel als het op lichamelijke
prestaties aankoiht, vergeleken met
de dieren. Als wij het b.v. in het wa
ter van onze eigen snelheid moesten
hebben zou iedere vis ons van harte
uit lachen want wij komen nauwe
lijks sneller dan 6 km. per uur door
het water en dat vinden wij dan heel
wat en noemen het nog een wereld
record.
De eerste de beste paling zwemt
echter dubbel zo snel als onze beste
wereldkampioen en hoe oud wij ook
zullen worden, nooit zullen wij wat
dat betreft ook maar aan de presta
ties van de paling kunnen tippen.
Wij zijn nu eenmaal niet voor het wa
ter gebouwd en de vissen wel. Het is
dan ook niet verwonderlijk dat deze
in het water veel en veel sneller
vooruit komen dan wij met onze
beste training kunnen behalen. Tot
welke, soms verbluffende, snelheden
de vissen wel in staat zijn toont U ons
grafiekje. U ziet, de snelheden zijn
waarlijk niet mis. De gemiddelde vis
van onze grafiek gaat harder dan de
gemiddélde bromfiets op onze wegen.
Er is zelfs een bepaald soort zwaard
vis dat harder kan zwemmen dan de
meeste motoren kunnen halen. Met
zijn 100 km. p.u. zou de zwaardvis een
wedstrijd met een gewone motor
grandioos winnen.
De oorzaak van dergelijke hoge
snelheden bij vissen moeten wij zoe
ken in de bijna volmaakt vorm van
de vis. Onze bewondering voor de
natuur wordt nog groter als wij be
denken dat verschillende vissen een
zeer behoorlijk gewicht bezitten.
Hoe komt men nu aan de snelhe
den van de vissen? Men doet dit op
verschillende manieren, filmopna
men, tijdmeters, het meten van de
stroomsnelheid van rivieren etc. zijn
de middelen die men gebruikt. En
met deze middelen heeft men dan ook
uiteindelijk de zwaardvis tot .we
reldkampioen" des vissen kunnen
verklaren. Het is dan ook aan de bij
zondere grote snelheid van de
zwaardvis te danken dat een derge
lijk dier tijdens een sprong eens door
de houten wand van een schip heen
stootte, een eiken spant doorboorde
en toen nog een gat in een olievat
maakte eer het dier in zijn „sprong"
werd afgeremd. De snelheden van de
tonijn en de bruinvis zijn ook wel
zeer behoorlijk te noemen, want er
is geen torpedojager of onderzeeboot
die in staat is deze vissen bij te hou
den als zij eenmaal op volle kracht
zwemmen. Hier is de natuur nog
steeds sneller gebleken dan onze mo
derne techniek.
VISSEN BEHALEN FORMIDABELE SNELHEDEN
Zwaamvis
Tonijn
8ruinvis
t.
Zalm
Forel
Snoek
Paling
2wwnn»f W&t
iinfg^-jgwjj io9
i VASTGESTELDE SNELHEDEN
I VAN VISSEN IN KM PER UUR
(Afgeronde cijfers)