Ouderdomspensioen voor iedere Nederlander
Haar vliegenier
Wetsontwerp gereed
Qefiuuiden antuatigm f, 1.338; attgehutvdeti (.804
Premie-vorming geschiedt
door de belastingen
Advies stichting
van de Arbeid
Opgang naar 't Paasfeest
HE
Betekenis van
in de randstad Holland
Dinsdag
ZATERDAG 9 APRIL 1955
DE LEIDSE COURANT
VIERDE BLAD PAGINA 3
Een wetsontwerp is gereed gekomen, voorbereid door minister Suurhoff,
om alle gehuwde ingezetenen van 65 jaar en ouder een ouderdomspensioen
te geven van 1338 gulden per jaar. De ongehuwden krijger. 801 gulden per
jaar. De definitieve ouderdomsverzekering, die dc nood wét moet vervangen,
za' algemeen verplicht worden gesteld. Ieder tussen 15 en 65 jaar zal voor
taan een premie moeten gaan betalen. Het voorstel gaat uit van een 50-ja-
rige verzekeringsduur. De premie zal worden geïnd door de belastingdienst.
Do minister wil aan de nieuwe wet dus het karakter geven van een volks
verzekering. Er zal geen inkomengrens worden gesteld, maar het gedeelte
van het inkomen, dat boven de 6.000 gulden ligt, zal premie vrij zijn.
Onlc fï^hliwrl<> vrniiw het spoorwegpersoneel, de mijnwer-
vyuis. yciiuwuc VIUUW kers en dus ook voor al degenen, die
pensioen
De uitkeringsbedragen 1.338 gul
den en 804 gulden die nu door mi
nister Suurhoff worden voorgesteld,
vormen een grondslag.
Ze zullen in de loop der jaren her
zien kunnen worden aldus „De
Volkskrant", waaraan het bericht is
ontleend. Dit hangt af van de alge
mene economische toestand. Als in de
tijd van een half jaar het indexcijfer
van de lonen een gemiddelde wijzi
ging van twee percent of meer heeft
ondergaan, moeten de pensioenbedra
gen worden aangepast aan de gewij
zigde koopkracht.
De uitkeringen stijgen of dalen dan
met hetzelfde percentage als dat
van het indexcijfer van de lonen. Bo
vendien is nog een tussentijdse wij
ziging van de pensioenuitkeringen
mogelijk. Dat zal plaatsvinden, wan
neer het hele loonpeil schoksgewijze
stijgt De minister heeft dit zo be
paald, om het ouderdomspensioen niet
te laten achterlopen bij de ontwikke
ling van de lonen.
Kortingen voor slechte betalers.
De datum van ingang van het pen
sioen zal worden bepaald op de eer
ste dag van de maand, waarin men
65 jaar is geworden. Het ouderdoms
pensioen zal als regel maandelijks
worden uitbetaald.
De pensioenbedragen, die de minis
ter voorstelt, zijn maximumbedragen.
Er kunnen namelijk kortingen op
worden toegepast. Voor ieder jaar,
dat de verzekerde nalaat premie te
betalen en voor elk jaar, dat hij niet
verzekerd is geweest, bij voorbeeld
bij verblijf in het buitenland, wordt
twee percent in mindering gebracht
op het uit te keren bedrag.
De premie is een bepaald percen
tage van het inkomen. Als men geen
inkomen geniet, zal er ook geen pre
mie verschuldigd zijn. Er vindt dan
geen korting op de uitkering plaats.
In bepaalde gevallen zal, in verband
met ..betalings-onmacht", van pre
mieheffing worden afgezien. In zo'n
geval wordt de premie geheel of ge
deeltelijk door het Kijk betaald.
Tegelijk met de loonbelasting.
Bij de loontrekkenden wordt de
premie ingehouden tegelijk met de
loonbelasting. De zelfstandigen en de
niet-loontrekkenden krijgen in het
begin van het jaar een voorlopige
aanslag van de belastingdienst over
de voor dat jaar te betalen premie.
De premie zal worden geheven over
het inkomen, waarover daadwerkelijk
inkomsten- of loonbelasting wordt
geheven.
De belastingdienst zal trachten de
opgelegde premie-aanslag in te vor
deren. Dit gebeurt om te voorkomen,
dat betaling van de aanslag achter
wege blijft, niet omdat de verzeker
de „onmachtig" is, maar omdat hij
aan korting op zijn pensioen de voor
keur geeft boven het betalen van de
premie. Hierdoor zou een verplichte
verzekering in feite een vrijwillige
worden.
Ook voor ambtenaren zal deze
ouderdomsverzekering gelden, on
danks het feit, dat het Algemeen
Burgerlijk Pensioenfonds hen reeds
een behoorlijk pensioen garandeert.
Hetzelfde geldt voor de militairen,
Overgangsregeling.
De noodwet komt te vervallen. De
bejaarden, die nu krachtens deze
wet uitkeringen krijgen, zullen straks
echter meteen de volle uitkering
van de nieuwe wettelijke voorziening
ontvangen.
Personen, die voor het in werking
treden van de nieuwe wet een leef
tijd hebben tussen de 15 en 65 jaar,
zullen beschouwd worden als verze
kerden vanaf hun 15de jaar. Zij krij
gen dus op hun 65ste jaar het volle
dige ouderdomspensioen. Zo zal
iemand, die bij het in werking tre
den van de wet bijvoorbeeld 40 jaar
is, slechts over 25 jaar werkelijk
verzekerd zijn geweest, wanneer hij
straks 65 jaar is. Voor de periode tus
sen zijn 15de en zijn 40ste jaar v/ordt
hij geacht eveneens verzekerd te zijn
geweest. Iemand die bij het in wer
king treden van de wet bijna 65 jaar
is, en die dus recht zou gehad heb
ben op de uitkeringen krachtens de
noodwet ouderdomsvoorziening, die
nu geldt, zal straks ook aanspraak
kunnen matten op het volle ouder
domspensioen.
DE GEHUWDE VROUW.
Omtrent de gehuwde vrouw be
paalt het wetsontwerp, dat of zij
aan het arbeidsproces deelneemt, of
in haar eigen huishouden werkzaam
is in de ouderdomsverzekering is op
genomen. Dit betekent, dat zij, wan-
neer ze op haar oude dag weduwe!
of gescheiden vrouw is geworden,
zelfstandig óp een uitkering aan
spraak kan maken. In de tijd waarin
zij werkte, heeft ze immers een pen
sioen opgebouwd. De gehuwde vrouw
die geen inkomen geniet, hoeft uiter
aard geen premie te betalen. In het
systeem van het wetsontwerp neemt
de gehuwde vrouw een volkomen
zelfstandige positie in.
Het gehuwden-pensioen wordt ech
ter uitbetaald aan de man. Op die
uitkering zelf heeft de gehuwde
vrouw in het algemeen geen recht.
In normale gevallen krijgen man en
vrouw samen 1338 gulden.
Bij wettelijke echtscheiding heb
ben man en vrouw ieder recht op het
gehuwden-pensioen. Dit geldt ook
voor degenen, die wettelijk van tafel
en bed zijn gescheiden en die geacht
worden duurzaam gescheiden van el
kaar te leven. Om te voorkomen, dat
diegenen, die duurzaam van elkaar
gescheiden leven zonder wettelijk
van tafel en bed gescheiden te zijn,
in een gunstiger positie komen dan
het samenwonend echtpaar, zal be
paald worden, dat man en vrouw in
zo'n situatie elk de helft van de uit
kering krijgen van de gehuwden, dus
669 gulden ieder.
Wanneer een man en vrouw, die
beiden boven de 65 jaar zijn, met el
kaar trouwen, mogen zij het pensioen
houden van de ongehuwde (804 gul
den per jaar). De pensioenrechten,
die voor het huwelijk bestonden,
worden dus onverkort gehandhaafd.
Na het huwelijk krijgen ze dus per
jaar uitgekeerd 1.608 gulden per jaar.
(Het eigenlijke gehuwdenpensioen
bedraagt 1.338 gulden per jaar).
WEDUWEN EN WEDUWNAARS.
Na het overlijden van een gehuw
de man. die ouderdomspensioen ge
noot, krijgt de vrouw nog vijf maan
den lang het volle gehuwdenpensioen
(dus: 1.338 gulden per jaar). De mi
nister heeft dit zo bepaald om het
voor de weduwe gemakkelijker te ma
ken zich aan de gewijzigde omstan
digheden aan te passen.
Hetzelfde geldt voor de weduw
naar
Wanneer op het tijdstip van over
lijden nog pensioen verschuldigd is,
zal het worden uitbetaald aan dege
ne, die daarvoor naar het oordeel
van de Sociale Verzekeringsbank het
meest in aanmerking komt. Dat zal
bijvoorbeeld de persoon kunnen zijn,
die de begrafenis heeft verzorgd, of
de laatste famieleden van de overle
den verzekerde. Maar dan zal er bin
nen drie maanden na het overlijden
een verzoek moeten worden inge
diend.
ONDERVANGING GEMOEDS
BEZWAREN.
In het wetsontwerp is een regeling
opgenomen voor hen, die gemoedsbe
zwaren hebben tegen de ouderdoms
verzekering. Wat vanwege deze be
zwaren niet aan premie geïnd kan
worden, zal toch als belasting be
taald moeten worden. Het Rijk ver
goedt dan het gezamenlijke bedrag
van alle premies, die wegens ge
moedsbezwaren niet geïnd konden
worden, aan het ouderdomsfonds.
Om te voorkomen, dat velen, die
thans in het buitenland verblijven,
er toe verleid zouden worden zich op
hun oude dag in Nederland te gaan
vestigen, is er in lvt voorstel een
overgangsregeling gemaakt, waarbij
bepaald is, dat men na zijn 59ste
jaar minstens zes jaar in Nederland
of in de overzeese Rijksdelen ge
woond moet hebben, cm als verze
kerde beschouwd te kunnen worden
en dus rechten te kunnen alten gel
den op een pensioenuitkering.
Pas particuliere
pensioenen aan
Het bestuur van de Stichting van
de Arbeid heeft het bedrijfsleven er
op attent gmaakt, dat het gewenst
is vele particuliere* pensioenvoorzie
ningen aan te passen aan de komende
ouderdomsverzekering. Werkgevers
en werknemers dienen zich nu reeds
te beraden over noodzakelijke wijzi
gingen in de voor hun onderneming
geldende pensioenvoorziening. Een
pensioenregeling, die aan redelijke
eisen voldoet, kan naar het oordeel
van het bestuur van de Stichting met
het gehele wettelijk ouderdomspen
sioen worden verminderd.
Als redelijke voorziening wordt
beschouwd een regeling, die bij een
volledig volbrachte diensttijd van
'bijvoorbeeld veertig jaar leidt tot een
pensioen van zestig tot zeventig per
cent van het loon. Naarmate een pen
sioenregeling op zich zelf minder vol
komen is, is er aanleiding in min
dere mate of in het geheel niet met
het wettelijk ouderdomspensioen re
kening te houden.
Als er wijzigingen noodzakelijk zijn
in de particuliere pensioenregeling,
dient bij de formulering rekening te
worden gehouden met het feit, dat
de verzekerden voor de wettelijke
ouderdomsverzekering premie zullen
betalen, wat in het algemeen voor
loontrekkenden waarschijnlijk met
een dienovereenkomstige loonsver
hoging gepaard zal gaan. Voorts met
het feit, dat hat wettelijk pensioen
aan de algemene welvaart gekoppeld
wordt, zodat wijzigingen in dc om
vang van dat pensioen volledig ten
goede behoren te komen aan de ge-
pensionneerde.
In het Kromhout te Dordrecht
heeft gistermiddag een aanhanger
van een melkauto de veertienjarige
J. de Boer uit Dordrecht van zijn fiets
gestoten. De jongen viel en kreeg het
achterwiel van de aanhanger over
het lichaam. Zwaar gewond werd hij
naar het ziekenhuis vervoerd, waar
hij later is overleden.
Aardappeltelers
door het uitblijven
steun teleurgesteld
Het landbouwschap is zeer teleur
gesteld over bet feit dat zijn voorstel
len tot meer steun aan de aardappel-
markt, vooral wat betreft de zand-
aardappelen, nog niet door het be
stuur van het bedrijfschap zijn aan
vaard. Door het uit de roulatie ne
men van enkele soorten hoopt men
het prijspeil te verhogen.
Minister S. L. Mansholt heeft in
dertijd toegezegd voor 50 pet. te zul
len deelnemen in de kosten van de
door het bedrijfschap voor aardap
pelen te treffen saneringsmiddelen,
teneinde een catastrofe te voorko-
Tot deze participatie is echter nog
niet besloten, omdat de minister van
oordeel is, dat de telersprijzen van
voor binnenlandse consumptie be
stemde aardappelen nog redelijk zijn.
Het Economisch-Technologisch In
stituut voor Zuidholland heeft in op
dracht van het gemeentebestuur van
Oegstgeest een studie aan deze ge
meente gewijd. Uit het zeer gedetail
leerde en goed gedocumenteerde rap
port treedt Oegstgeest naar voren
als een woongebied met een geheel
eigen karakter, dat een eigen functie
vervult ten behoeve van een belang
rijk deel van de westelijke Randstad
Holland.
In dit opzicht neemt het met zijn
bevolking, waarvan de z.g. midden
groepen de signatuur bepalen, een
tussenpositie in tussen enerzijds het
meer exclusieve Wassenaar en an
derzijds overige forensengemeenten
op de Zuidhollandse Duinstrook met
een bevolking van overwegend ar
beiders en kleine middenstanders.
Op grond van een diepgaande stu
die van het huidige karakter van de
gemeente en haar relatie tot de om
geving komt het Instituut tot de con
clusie, dat handhaving van deze tus
senpositie aanbeveling verdient. Naar
de mening der samenstellers van het
rapport zal het bestaande uitbrei
dingsplan in dit licht moeten worden
herzien.
De analyse van de bevolking toont
aan, dat de snelle toename van het
inwonertal voor een belangrijk deel
moet worden toegeschreven aan de
vestiging van forensen, die hun werk
kring in verscheidene gemeenten in
wijde omtrek uitoefenen. Zoals ge
zegd, behoort deze bevolking voor 'n
belangrijk deel uit de middengroe
pen.
Naast een vrij homogene woonkern
omvat Oegstgeest twee kleine wij
ken met een bevolking van in hoofd
zaak ai-beiders en kleine zelfstandi
gen. Allerlei oorzaken hebben een
harmonische invoeging van deze wij
ken in ernstige mate belemmerd.
Een grondige analyse van dc de
tailhandel toont aan, dat deze op
sommige punten in zijn verzorgende
taak tekort schiet. De oorzaak hiervan
moet worden gezocht in het ontbre
ken van een duidelijk centrum, als
mede in de concentratie van winkels
in het westelijk deel van de gemeen
te. Voor een belangrijk deel van de
bevolking is nierdoor de afstand töt
de meeste winkels te groot gewor
den. Voor de toekomstige bebouwing
wordt dan ook aangedrongen op de
bouw van een nieuw winkelcentrum.
De nijverheid is als bestaansmiddel
in Oegstgeest van weinig betekenis.
In uitbreiding van deze bedrijfstak
ziet het rapport trouwens gevaren
voor het als woongemeente gekwali
ficeerde karakter van de gemeente.
In dit verband verdient teven;? het
huisvestingsprobleem van personeel
van het in Oegstgeest gevestigde Ma-
rine-Electronisch Bedrijf bijzondere
aandacht.
Voor wat betreft de toekomstige
uitbreiding van de gemeente baseren
de samenstellers zich op de grenzen
van het vigerende uitbreidingsplan.
Deze toekomstige ontwikkeling wordt
'ET PAASFEEST WAS BIJ DE JODEN van het Oude Verbond het
voornaamste feest en van stonde af aan werd het in alle christen
kerken eveneens met dc grootste luister gevierd. Pasen en de Paastud
zijn derhalve zeer oud. Dc schriftelijke getuigenissen gaan zelfs terug
tot in de tweede eeuw. Reeds de bisschop van Lyon, Sint Ireneus (137-
202), schrijft over het christelijke Paasfeest. In Noord-Afrika ishet
Tertulliaiyis (160-240), in Egypte Ongenes (185-
254). die ons over dc Paasviering in hun land
M. duu getuigen Aan het einde van de vierde eeuw le-
ry zen we bij Aetheria of Silvia, de vrome pelgrim
ZsOnaaa uit Zuid-Game, in een uitvoerige beschrijving
hoe het hoogfeest van Pasen in Jerusalem werd
gevierd, toen zij er de heilige plaatsen bezocht
Het Paasfeest is het hoogste feest in het gehele kerkelijke jaar De
geschiedschrijvers en theologen uit de eerste christeneeuwen hebben
aan deze dag zowel in het Oosten als het Westen de meest vreug
devolle namen gegeven. Naast „de grote dag vinden we benamingen
als: „feest der feesten", „koningin der dagen", en „dc ware dag des
Heren". Maar hoe men deze dag in de loop der eeuwen, tot in de grijze
oudheid toe, ook heeft genoemd; het is niet alleen de triumfdag van
de verrezen Christus, maar ook de opstanding, de bekering van de
zondaren tot een Gode welgevallig leven. Wij toonden reeds aan zie
het hoofdartikel van vandaag) dat de vernieuwing van de doopbeloi-
ten een van de meest voorname momenten uit de nachtelijke vigilie-
viering is. Vooral hierop moet de grootste nadruk gelegd worden,
want de betekenis van het Paasfeest moeten we met deze daad in ver
band brengen.
IS DE MIS VAN NACHTWAKE niet anders dan één jubelzang; het
misformulier van de Pa as-Zondag heeft een ander karakter. Van
zelfsprekend zijn de vreugdetonen dominerend, maar het is alsof de
aloude en bezorgde Moederkerk ons laat mediteren over het Paas-
gebeuren. ,Ik ben verrezen en nog ben Ik bij u" zo overwegen wij in
de introitus. Ook de prachtige gregoriaanse melodie, getoonzet in de
vierde kerktoon, is zo heerlijk rustig, zodat dit alles meewerkt om
over de tekst en de verrijzenis na te denken. Overigens laten de ge
beden en gezangen zich gemakkelijk verklaren. Alleen de sequentia
Victimae paschali laudes vraagt een toelichting want de tekst is niet
helemaal volledig, daar de vijfde strophe is weggevallen. In de se
quentia wordt aan Maria Magdalena gevraagd wat zij op haar weg
gezien heeft. Zij geeft dan een antwoord dat gaat tot mi met: „Hij zal
u voorgaan naar Galilea". Daarn^ denkt men aan de weggevallen
strophe waarin gezegd wordt dat men veel eerder Maria Magdalena
dan de bedrieglijke Joden moet geloven. Voorts komt dan het slot (en
dit spreekt thans veel sterker): Nu weten wij, dat Christus uit de do
den is verrezen! Ook de gregoriaanse melodie benadrukt deze slot
conclusie doordat de melodie een sterke stijging maakt 'en zeer mar
kant is. De tekst van de sequentie wordt aan een zekere Wipo, over
leden omstreeks 1050, toegeschreven. Hij was priester aan het hof van
Koenraad II en Hendrik III.
In het offertorium, verrukkelijk van melodie!, ruist weer de plech
tige toon van de intredezang, terwijl de zang bij het communiceren
ons nogmaals de kern van het epistel weergeeft: „Ons Paaslam dat
is Christus is geslacht, alleluia; laten wij daarom ons feestmaal vie
ren met ongedesemd brood van zuiverheid en waarheid, alleluia, alle
luia, alleluia". Moge deze wens van de Romeinse Moederkerk ons de
levensvernieuwing brengen, welke in de viering van de Paasgeheimen
ligt opgesloten. En laten wij met onze paasvreugde gaan naar de Maria
maggiore, waar wij voor de statie-viering bijeenkomen Als de Moe
der van God koos de Kerk haar basiliek uit om als eerste na het heilig
triduum te bezoeken.
P)E LITURGIE van het hoogfeest van Pasen zal een volle week du-
ren. In de liturgische teksten zullenvooral twee motieven naar
voren komen. Allereerst de verrijzenis van Jesus en vervolgens het
doopsel. Beide motieven vullen elkaar aan, want de een is een sym
bool van de ander. De verrijzenis van de Verlosser wordt door het
heilig Doopsel in de ledematen van het mystieke Lichaam van Chris-
tus voortgezet. De doop is dus een werkelijke
verrijzenis van Christus in iedere christen.
Dientengevolge slaan de teksten van de mis-
i formulieren alle behalve op de triumf van de
IVlcIctllUclQ verrezen Heiland, vooral ook op de neophieten,
de posge^loopten Daarom zullen de pasgedoop-
ten in hun witte kleren ae statiekerken bezoeken van de voornaam
ste patronen van Rome. Vandaag zijn wij in de Sint Pieter, want Pe
trus is de eerste patroon van de eeuwige stad. Reeds in de introitus
staat hij voor ons en spreekt als de Moses van het Nieuwe Testament
tot ons; „De Heer heeft u (dopelingen) binnengeleid in een land dat
overvloeit van melk en honing (na de communie wérd aan de neo
phieten nl. een mengsel van melk en honing toegereikt), opdat de
wet van de Heer altijd op uw lippen blijve". Wij dienen ons dus steeds
in het beloofde land te voelen, maar anderzijds moeten wij de leer en
de geboden van Christus in onze harten bewaren. Het verband met
de statiekerk blijkt voorts duidelijk uit het epistel en de communio.
Het Evangelie is het levendige verhaal over de Emmaüsgangers, dat
Lucas zó beoiend heeft neergeschreven dat het geen uitleg behoeft.
VMAREN WIJ OP PAAS-MAANDAG in de basiliek van Rome's voor
naamste patroon, vandaag komt de christenheid tezomen in de
mooiste basiliek van de eeuwige stad, die aan Sint Paulus, de tweede
patroon is toegewijd. Paulus staat bekend als dc apostel van de hei
denen. Als zodanig is hij de patroon van vle doopleerlingen. In zijn
basiliek immers ontvingen zij op de Woensdag na de Laetare-zondag
•tv de Evangeliën, het Onze Vader en de geloofshe
ldOclS" lijdenis. Vandaag neemt hij de nieuwe christe
nen onder zijn bescherming en zal bijna iedere
Zondag in het epistel hun leraar zijn. Ook op
deze Dinsdag spreekt hij ons toe over de ge
beurtenissen die wij in de laatste dagen hebben
beleefd. Een van de verschijningen wordt ons in het Evangelie ver
haald. Sint Paulus wil ons met de lessen, die hij ons regelmatig in de
epistels zal geven, dichter bij God brengen. Daarom bidden wij in de
secreta dat wij door deze offerdienst van liefdevolle overgave tot de
hemelse heerlijkheid zullen komen. Met een woord van Paulus wor
den wij tenslotte ook naar de communiebank geleid: „Zo gij met
Christus verrezen zyt, zoekt dan ook naar de dingen van boven". Zeer
terecht mogen wij er dan nog om vragen dat de nuttiging van het
Paassacrament een blijvende vrucht in onze harten moge brengen'
Drs KOEN PIKET.
gezien als een voortbouwen op het
geen tot stand kwam in het verleden,
waarin Oegstgeest door natuurlijke
oorzaken is gegroeid tot een aantrek
kelijk woongebied. Hieraan bestaat
in dit deel van de Randstad Holland
inderdaad nog immer een grote be
hoefte en het is dan ook van belang
dat deze woongebieden voor de toe
komst bewaard blijven. Teneinde dit
te verwezenlijken wordt van het Ge
meentebestuur een doelbewust beleid
gevraagd. Daardoor zal een mogelijk
afwijkende ontwikkeling tijdig ge
signaleerd ei., waar nodig, gecorri
geerd kunnen worden.
door
LOUIS ARTHUR CUNNINGHAM
5)
Haar mond trilde even, maar dan
had zij zich weer volkomen in haar
macht, en ze stond daar met een sier
lijk omhoog geheven hoofd, en een
prachtige gratie, dat de twee oudjes
vol ontzag naar haar opzagen. Maar
het volgend ogenblik verviel ze in
uitbundige lofprijzingen op het schit
terende werk dat de twee vrouwen
geleverd hadden, de oudjes werden er
verlegen van.
Ze liet hen alleen om de laatste
hand aan de jurk te leggen en wan
delde langzaam de Beaumont-heuvel
op Zij dacht aan al de keren dat ze
de heuvel beklommen had. Steeds
had ze er een nieuwe schoonheid ont
dekt, in de verte of dichtbij: een bij
zonder mooie bloem,die daar frisser
en rijker bloeide dan waar anders
ook; een zonsondergang, die van
hierboven veel mooier was dan van
beneden:
Thans, in de warme. Junizon, leek
de weg naar de top veel op de weg
naar het Paradijs. „Maar als ik de
volgende keer hier kom .zal alles an
ders zijn", dacht ze. „Ik zelf zal heel
anders zijn. Ik zal de deur achter me
gesloten hebben, waarlangs i'k dit
stuk van leven verlaten heb, en nooit
zal ik die meer kunnen openen." De
ze: gedachte maakte haar weer droef
geestig, want ze wist niet wat er ach
ter die deur lag.
Pierre zat op haar te wachten tus
sen de dennen. Hij had geen hoed op,
en zijn mager gezicht stond bleek cn
vermoeid, ondanks het bruin dat de
zon erop gelegd had. Hij had zijn
schrijfboekje op de knie liggen, en
hield een potlood in zijn hand. Maar
de bladzyde die voor hem lag was
nog leeg. Hij stond op toen hij haai'
zag aankomen, en zocht een weg tus
sen de rotsblokken en struiken.
Hij nam haar beide handen in de
zijne. „Ik had nooit gedacht, dat die
twee weken zo lang zouden duren",
ze: hij ernstig. „Ik ben keer op keer
naar St. Joseph gewandeld, maar al
tijd zagen de muren van Ste Ursule
er uit of er niemand binnen woonde.
Het enige leven dat ik daar zag wa
ren de duiven op het dak en de fon
tein in de voortiun".
„Bien!" Ze glimlachte, en ging sa
men met hem op een grote steen zit
ten. „Pensionaten zijn ook bestemd
om rust en vrede te geven, Pierre.
Wat wou je er doen?"
„O, ik wilde alleen maar proberen
jou te zien, Simonne".
„Dan was het wel een teleurstel
ling voor je".
„En of. Maar nu nou is alles
weer goed. En na de dag van morgen
zal ik je weer dikwijls zien, hè? Elke
dag, is het niet?"
„Ik weet het niet". Ze,spreidde
haar handen uit in een hopeloos ge
baar. „Wie kan zegger wat er na
morgen zal gebeuren?"
„Maar jé blijft toch hier in Mem-
ramcook. niet? Je kunt toch niet er
gens anders heengaan?"
„Dat is het precies. Ik heb er zo
veel over nagedacht, dst ik het nu
zelf niet meer weet. Ik dacht dat ik
er nog gek van zou worden. Ik kan
nergens anders heengaan, maar ik
kan hier ook niet blijven! Ik kan dat
huis niet bewonen of onderhouden.
Ik kan hier ook geen werk vinden.
Ik zal naar Moncton gaan, denk ik,
en daar een plaats zoeken in een
kantoor of in een winkel."
„Jij! In een winkel! Op een kan
toor!" Hij keek haar aan of hij dat
een soort majesteitsschennis vond.
,,Dat kun je toch niet.
„Ik ben niets beter dan andere
meisjes, Pierre. Jij doet altijd of ik
een godin ben of zo iets. Maar i'k
verzeker je, dat die godin houdt van
goed eten, mooie kleren, en.
„Dat weet ik natuurlijk allemaal,
Simonne. Maar in ieder geval kan ik
het idee niet uitstaan dat jij voor je
brood moet gaan werken. Jij bent zo
jong, zo onervaren."
„Maar ik blijf niet zo jong", zei ze
ernstig. ,.En die ervarinig komt van
zelf. En ik ben er niet bang voor".
.'.Simonne! Je mag daar niet aan
denken. Ga niet weg! Trouw met
mij! I'k hou van je. Ik hou zoveel van
je, dat ik voel, dat ik je voor veel
dingen schadeloos kan stellen. We
zullen samen gelukkig zijn. We zul
len er wel komen. Het volgend jaar
krijg ik opslag. Ik heb ook nog en
kele verzen verkocht, en als ik jou
in mijn nabijheid heb kan ik nog
veel meer en veel beter werken".
Zij nam zijn hand. „Je bent een
een goeie jongen", zei ze. „Vriendelijk
en edelmoedig. Jij zou me bescher
men, en je zou alles doen om mij een
gemakkelijk leven te geven. Ik weet
dat. Ma^r je biedt me veel meer, dan
ik ooit van een man zou vragen".
,,Je houdt niet van me, Simonne,
en daarombegrijp je het niet".
„Ik heb nog nooit genoeg van ie
mand gehouden. I'k voel me heel ge
lukkig als ik bij je ben, maar ik ge
loof niet dat het liefde is Pierre".
Hij nam haar plotseling in zijn ar
men, om een kus op haar lippen te
drukken. Maar hij zag de blik van
haar ogen en liet haar los.
Ze keek hem niet aan toen ze zei:
„Dat was géén liefde, Pierre!"
„Ik kon er niets aan doen", zei hij.
„Het was een opwelling. Maar mis
schien is het beter als je bij de zus
ter blijft, Simonne, en
Ze lachtte. „Dat is niets voor mij.
Ik hou te veel van het leven".
„Maar je wilt toch niet dat iemand
je kust".
„Wel als 't anders gebeurt, denk ik".
Ze praatten verder nog over alles
en nog wat en vorgaten het incident.
Hand in hand wandelden zij de heu
vel af, en dachten alleen nog maar
daar aan. dat het zonnig Juni-weer
was, en dat zij de wereld mooi von
den.
Simonne vertrok al vroeg naar 't
pensionaat. De mooie jurk droeg ze,
zorgvuldig verpakt, in een klein kof
fertje. Daarin zaten ook nog een paar
satijnen schoentjes, en kousen van
zijde, zo dun als een spinneweb! Ze
voelde zich een stuk prettiger dan de
laatste dagen het geval was geweest,
nu ze dié mooie dingen allemaal,
droeg. Op de een of andere manier
bracht dit haar dichter bij haar moe
der die ze nauwelijks gekend had,
en het gaf haar ook een prettig ge
voel te weten dat ze nog altijd thuis
hoorde op Ste Ursule. Het zou niet
lang meerduren dat het zo was, maar
van die laatste uren wilde ze dan
toch ook genieten.
Het was bijna schemerdonker, toen
ze de weg volgde van Memramcook
naar Pont Lefqbre. Nog nooit had ze
de vallei zo kalm en liefelijk gevon
den. De rivier die daar kronkelde
was zo glad als kwiwzilver. De
oevers spiegelden erin, evenals de
sterren daarboven.
Opeens kwam er een grote witte
auto achter haar aan, die naast haar
stil hield. Ze had de wagen niet horen
komen en schrok op, toen de bestuur
der haar aansprak. Ze zag een ge
bruind gezicht onder een grijze pet,
en brede schouders in een gabardine
regenjas. De goede zusters hadden de
leerlingen vaak genoeg op het hart
gedrukt om nooit te spreken tegen
vreemdelingen, cn vooral niet tegen
vreemde^ heren die in auto's reden.