Wie puzzelt met ons mee
DE IJZEREN SCHELVIS
NARCDAGCN
AKKERTJES V
C 1
Ni
>E KRANTENTUII
1 APRIL 1955
DE LEIDSE COURANT
DERDE BLAD - PAGINA 1
Horizontaal: 1. overéénkomst, 6.
jongensnaam, 11. graaf werktuig, 12.
jongensnaam, 14. krachtig groeiend,
18. buitenzonnescherm, 17. vette rook,
18. onderaardse gemetselde gang, 21.
plechtige gelofte, 22. achting, 24.
vaartuig, 26. bid (Lat.), 27. hoepel,
29 zeehond, 31. broeibak, 32. oogop
slag, 33. voorzetsel, 34. staat meestal
boven drukwerk, 36. zekere hars, die
op barnsteen gelijkt; levert vernis,
38. familielid, 39. voornaamwoord, 40.
voordeel, 42; bolrond vruchtje
(spreektaal), 43. zwemvogel, 45. een
soort van walvis, 46. rivier in Pales
tina, 48. munt in Italië, 49. spoedig,
51. eenmaal, 53. West Afrika (afk.),
55. maanstand (afk.), 56. gem. in
Groningen, 58. lidwoord (Fr.), 59. af
korting van selenium, 60. rivier in
Schotland, zijtak Tay, 62. schraal, 63.
kleefmiddel, 65. dorp in Limb. a. d.
Geleen, ten W. v. Heerlen, 67. gebod,
68. voor, 70. ontsteking van het been
vlies aan het eerste lid van duim of
vinger, 72. meisjesnaam, 73. platte,
gebakken steen, 75. regel, voorschrift,
78. welriekende, wasachtige stof, 80.
stad in Estland a.d. Finse Golf, 82.
bijb. figuur, 83. gevlochten koord, 84.
houten klepper, 85. niet dezelfde.
Verticaal: 1. slotdeel van een lier»
dicht, 2. honigbij, 3. denkbeeld, 4.
cerium (afk.), 5. ongeschonden, 7.
ongevallen wet (afk.), 8. grafsteen, 9.
hoge priester te Silo, IQ. fles met
lange hals en kleine, ronde buik, in
de natuurkunde in gebruik, 11. be
roemd schilder, geb. te Leiden in
1626, 12. sus loco (afk.), 13. familie
lid, 15. smerig, vuil, 16. reeks van
opeenvolgende nummers, 17. stuk,
afgebroken deel, 18. niet begroeid,
20. weefsel, 23. bijwoord, 25. over
blijfsel bij verbranding, 28. wit goud,
30. bezempje, 31. algemene naam van
peulvruchten in Indonesië, 32. vruch
ten, 35. hevige wind, 37. pastoor
(afk.), 38. bode aan een universiteit,
40 bol, 41. gem. in Gelderl., 43. eer,
44 roofdier, 47. onenigheid, 50. mu
zieknoot, 52. Hongaars componist van
operettes, 54. bloem, 56. salaris, 57.
canapé, 59. rund, 61. biersoort, 62.
academische titel (afk.), 64. voor
naamwoord, 66. andere naam voor
omber, 68. zonder enige verheven
heid, 69. ongebuild meel, 71. deel van
het gebit. 74. morsdoekje, 76. voor
voegsel, 77. voornaamwoord, 79. ver
moeid, 81. lidwoord (Fr.), 83. schei
kundig teken voor tin.
Oplossingen tot en met Donderdag
aan het bureau van ons blad. Een
taart, sieraad en boek zijn beschik
baar.
OPLOSSING VORIGE WEEK.
Hoizontaal: 1. galm, 5. pose, 9-
Aden, 11. loog, 12. les. 13. rijk, 15.
Ida, 16. spoor, 20. kam, 22. Aalst, 26.
loop, 27. hok, 29. aal, 31. Lena, 32.
crk, 33. Geervliet, 35. bel, 36. pt, 37.
Wees, 38. sein, 39. E.K„ 40. rein, 41
R.N., 43. bal, 44. Eem, 45. nl.. 46.
rund, 48. gï., 50. reis, 52. oord, 53.
cm., 55. rad, 57. Leimuiden, 60. oma,
Cl. aval, 63. toe, 64. eik, 65. kooi, 60.
magie, 68. nek, 70. Haren, 71. Nes,
73. lob, 74. bas, 75. gnoe, 77. tent,
78. Esla, 79. bode.
Verticaal: 1. galop, 2. ader, 3. les,
i. Mn, 5. pl., 6. ooi, 7. soda, 8. egaal,
ÏC. dijk, 14. kaal, 16. slop, 17. port,
18. ook, 19. poes, 21. mais, 23. leb,
24. snee, 25. talk, 27. Heenvliet, 28.
Kr, 30. Leerbroek, 33. ,gei, 34. tin,
37. wel, 40. rap. 42. eed, 44. end, 45.
Nel, 47. urn, 48. gram, 49. lava, 51.
Rion, 52. Odin, 53. emoe, 54. Mam,
56. dag, 58. meel, 59. i.e., 60. oor. 02.
I.jnge, 65. kaste. 67. eens, 69. kop,
7C. hand, 72. sol, 74. beo, 70. e.a.,
77. Tb.
De sigarettenkoker is gewonnen
door A P M Dobbe, Geerweg 14, Lan-
geraar Het sieraad door mevr Van
der Krogt—Deckers, de Laat de Kan»
terstraat 30, Leiden en het boek door
Th. v. d. Veer, Binnenweg 45, Rijp*
wetering.
Aetherklanken
ZONDAG.
TELEVISIEPROGRAMMA.
NTS: 14.2516.15 Voetbalwedstrijd
HollandBelgië.
HILVERSUM I. 402 M.
NCRV: 8.00 Nws. en weerber. 8.15
Orgelsp. 8.30 Morgenwijding. 9.15
Gram. KRO: 9.30 Nws, 9.45 Gram.
9.55 Palmwijding en Plechtige Hoog-
Mis. 12.00 Blaastrio. 12.20 Apologie.
12.40 Gevar. liedjes. 12.55 Zonnewij
zer. 13.00 Nws. en Kath. nws. 13.10
Lunchconc. 13.40 Boekbespr. 13.55
Gram. 14.00 Voor de jeugd. 14.30
Cello en piano. 14.55 Gram. 15.10
.,Der 't de dyk it lén omklummet",
klankb. 15.40 Gram. 16.10 Katholiek
Thuisfront Overall 16.15 Gram. 16.30
Vespers. KOR: 17.00 ..Wij klagen
aan", hoorspel. 18.00 Passielezing.
18.45 „De Kerk luistert naar Uw
vragen". NCRV: 19.00 Kerkelijk
nws, 19.05 Boekbespr. 19.15 Vocaal
ens. en orgel. 19.30 Waarheid en ver
beelding rondom het Nieuwe Testa
ment", caus. KRO: 19.45 Nws. 20.00
Gram. 20.20 Strijk-octet. 20.40 Act.
20.55 De gewone man. 21.00 Sympho-
nette ork., koor en sol. 21.30 „Lon-
ginus' verrijzenis", hoorspel. 22.20
Gram. 22.30 Idem. 22.40 Het Getui
genis over Christus. Aansluitend:
Avondgebed en liturg, kal. 23.00
Nws. 23.1524.00 Radio Philh. ork.
HILVERSUM II. 298 M.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.30 IKOR.
12.00 AVRO. 17.00 VPRO. 17.30 VA
RA. 20.00—24.00 AVRO.
VARA: 8.00 Nws, 8.18 Orgel, harp,
viool en zang. 8.50, Voor het platte
land. 9.00 Sportmeded. 9.05 Gram.
met toelichting. 9.45 „Geestelijk le
ven", caus. VPRO: 10.00 Voor de kin
deren. IKOR: 10.30 Herv. Kerkdienst
AVRO: 12.00 Sportspiegel. 12.05
Gram. 12.35 „Even afrekenen. He
ren!". 12.45 Orgelspel. 13.00 Nws.
13.05 Meded. of gram. 13.10 Tour de
photo. 13.20 Voor de militairen. 14.00
Boekbespreking. 14.20 Gram. 14.30
Voetbalwedstr. Nederland—België.
16.20 Gram. 16.35 Sportrevue. VPRO:
17.00 Gesprekken met luisteraars.
17.20 „Van het Kerkelijk Erf" caus.
VARA: 17.30 Voor de jeugd. 17.50
Sportjournaal. 18.15 Nws. en sport
uitslagen. 18.30 Amus. muz. 19.00
Radiolympus. 19.30 Cabaret. AVRO:
20.00 Nws. 20.05 Journ. 20.15 Amus.
muz. 20.45 „De bruid van Lammer-
moor", hoorsp. 21.20 Promenade-
ork. en sol. 21.50 Voordr. 22.05 Dans
muziek. 22.25 Gram. 23.00 Nws. 23.15
Gram. 23.3524.00 Orgelconc.
verloren dagen
Die pijnen op gezette tijden...verdrijf ze! De
moderne vrouw blijft ook In die dagen
monter en tti zij neemt een'AKKERTJEI
/te/pen direct
(Advertentie)
MAANDAG.
HILVERSUM I. 402 M.
7.00—24.00 NCRV.
NCRV: 7.00 Nws. en SOS-ber. 7.10
„Een vaste burcht". 7.13 Gewijde
muz. 7.30 Gram. 7.45 Een woord voor
de dag. 8.00 Nws. en weerber. 8.15
Sportuitsl. 8.25 Gram. 9.00 Voor de
zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9.35 Wa
terstanden. 9.40 Mastklimmen. 10.05
Gram. 10.30 Morgendienst. 11.00
Gram. 11.20 Gevar. muz. 12.25 Voor
boer en tuinder. 12.30 Land- en tuin-
bouw-meded. 12.33 Grem. 13.00 Nws.
13,15 Amus.muz. 13.40 Gram. 14.05
Schoolradio. 14.35 Gram. 14.45 Voor
de vrouw. 15.1-5 Gram. 15.40 Hobo-
irt. 16.0C
piano.
17.15 Voor de jeugd. 17.30 Gram.
17.40 Beursber. 17.45 Regeringsuitz.:
Rijksdelen Overzee: Ir, J. H. de Haan
„Het Lelydorpplar, in Suriname"
18.00 Mannenkoor. 18.20 Sport. 18.30
Gram. 18.40 Engelse les. 19.00 Nws.
en weerber. 19.10 „Waar gaan wij
heen?", caus. 19.15 Gram, 19.30 „Volk
en Staat", caus. 19.45 Blaasmuz.
20.00 Radiokrant. 20.20 Amus. muz.
20.50 „Herodes", Bijbels hoorspel.
21.50 Gram. 21.55 Cello en piano.
22.20 Koorzang. 22.45 Avondover
denking. 23.00 Nws. 23.15 Gram.
23.4524.00 Het Evangelie in Espe
ranto.
HILVERSUM II 298 M.
7.00—24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.15
Gym. 7.30 Gram. 8.00 Nws. 8.15 Gram
9.30 Voor de vrouw. 9.35 Waterstan
den. 9.40 Morgenwijding. 10.00 Gram.
11.00 Voor de vrouw. 11.15 Omr. ork.
11.45 Voordracht 12.00 Twee piano's
12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33
In 't spionnetje. 12.38 Gram. 13.00
Nws. 13.15 Meded. of gram. 13.20
Metropele-ork. 13.55 Koersen. 14.00
„Onze tijd in licht en donker" caus.
14.20 Mczzo-soor. en piano. 14.53
Hersengym, 15.15 Cabaret. 15.55
„Welke school kies ik voor mijn
kind?", caus. 16.15 Gram. 17.30 Voor
de jeugd. 17.45 Gram. 17.50 Militair
comm. 18.00 Nws. 18.15 Amus. muz.
18.45 Voor de jeugd. 19.00 Orgelspel.
19.15 Strijkkwartet. 19.45 Regerings
uitz.: Landb. rub.: Vraaggespr. met
Dr. Ir. G. S. van Marie over „de
schurftziekte bij fruit en haar be
strijding". 20.00 Nws. 20.05 Radios-
coop. 22.30 Orgelconc. 23.00 Nws.
23.15 Sport. 23.30—24.00 Gram.
De kinderen van de
„Hongerburcht"
(Vervolgverhaal door Tineke)
Nu de drukke oogsttijd achter de rug
Ie heeft de burchtgraaf weer tijd om op
jacht te gaan en een zeer geliefde jacht
is de valkenjacht. Met door een valke
nier afgerichte valken, wordt gejaagd op
reigers. Enige kilometers van de Honger
burcht bevindt zich een groot moeras
waarin de reigers hun dagelijks voedsel
vinden. Al vóór zonsopgang zijn deze vo
gels, op hun lange poten, aan het vissen
tussen de biezen van de Rijn en het is
op deze vogels dat de ridders en de edel-
vrouwen gaan jagen.
Voor dag en dauw is het op de kaste
len in de omgeving van het moeras een
drukte van belang. De hondenmeester
met de jachthonden is al vooruit om
straks op een sein van zijn meester, de
honden los te laten, om de reigers op te
jagen. De edelknapen tfrengen de paar
den aan en zijn de graven en jonkvrou
wen behulpzaam bij.het opstijgen in het
zadel. De valkeniers, delen de valken
uit, die echter nu nog hun kapje op heb
ben. Straks zullen deze roofvogels met
hun sterke kromme snavels en scherpe
ogen, de veel grotere en sterkere reigers
moeten overmeesteren. Ze zijn daartoe
afgericht door de valkeniers.
Vandaag mogen Robert en Hildegard
mee. Zij rijden op hun ponnle's vlak ach
ter vader en moeder aan. die ieder op de
aan, want de valk heeft scherpe klau
wen. Het jacht gezelschap rijdt de berg
af en zie daar komen van alle kanten
nog meer jachtstoeten aan rijden. Eerst
rijden ze een poos samen maar aan het
moeras gekomen verdelen ze zich en
omsingelen de uitgestekte vlakte. De
kinderen blijven dicht bij hun ouders en
Ivo, die ook meegegaan is.
Robert probeert de reigers te ontdek
ken maar door het hoge riet ziet hij er
geen een.
Op een teken van de graaf laat de
hondenmeester de honden los en onmid
dellijk vliegen de reigers, in hun rust
gestoord, onrustig op. Nu draven de ede
len om het moeras en ook graaf Heri-
bald rent op zijn vurig paard vooruit.
Hij rukt de kap van de valk af, wijst
met de vinger naar een lichtgrijze reiger
en onder het roepen van „Holi, holi",
werpt hij de valk met kracht de lucht in.
De kinderen volgen met hun ogen de
valk van hun vader die pijlsnel omhoog
vliegt om boven de aangewezen reiger
te komen. De reiger echter voelt zich
bedreigt en probeert de valk te mislei
den door schroefvormig te vliegen en
zodoende telkens van richting te veran
deren. De valk houdt vol; met snelle
wiekslag wint hij hoogt. We zien de zwa
re reiger vermoeid worden en de kop in
trekken om de snavel langs de borst te
strekken. Het geblaf van de honden
maakt het dier nog onrustiger. Eindelijk
is de valk hoog in de lucht recht boven
zijn prooi en in nog minder dan geen tijd
laat hij zich pardoes op de reiger vallen
om zijn scherpe klauwen onder de vleu
gels van het dier te steken, om hem het
vliegen verder onmogelijk te maken. De
reiger probeert nog te vliegen, doch hij
kan de zware vracht niet dragen en
dwarrelt naar beneden. Reiger en valk
tuimelen op de grond. „Roep hem, roep
hem gauw", waarschuwt vrouwe Caro
line haar man, terwijl ze zelf nog de
valk op de hand heeft. Gehoorzaam komt
de verstandige vogel op het geroep van
zijn meester op zijn hand neergestreken
en de honden brengen de buit even later
Bewonderend staan de kinderen
naar de mooie grote vogel te kijken
maar veel tijd hebben ze daar niet voor
want ze horen hun moeder: „holi. holi"
roepen. Ze zien haar de valk het kapje
aftrekken en pijlsnel zien ze de vogel
naar een prachtige zilverreiger vliegen.
„3Jul je hem niet doden", had de gra
vin de valk toegefluisterd toen ze hem
het kopje afdeed. De kinderen kijken
r nauwlettend toe, hoe deze valk
weer probeert boven zijn zilverwitte
prooi te komen. Ze zien ook nu weer hoe
hij zich plotseling omlaag laat vallen en
tot hun grote verbazing zien ze hoe deze
edelvalk zijn prooi voor de voeten van
zijn meesteres neerlegt, levend en wel.
„Wat een prachtig dier! Welk een schit
terend wit. Nog nooit zagen we zo'n
prachtvogel!" allemaal uitroepen van
hen die de strijd gevolgd hadden.
„Hij is ongedeerd", zegt de gravin en
teder streelt ze de valk die zo trouw zijn
meesteres gehoorzaamd heeft.
Ivo plukt een lange veer van de kop
zet die op het mutsje van Hildegard en
geeft dan de vogel de vrijheid. De reiger
rekt zich uit, verheft zich van de grond
en vliegt met een luide vrolijke kreet van
vreugde over zijn bevrijding, snorrend
de hoogte in.
Daar komen nu ook de andere jagers
en jaagsters aangereden. Niet allen zijn
zo gelukkig geweest als de graaf en de
gravin van de Hongerburcht en daarom
nodigen deze het gezelschap uit een
ogenblik bij hen op het kasteel te komen
rusten. De kinderen bekijken hun ouders
met trots. Ze verlangen er naar ook een
eigen valk te hebben om mee te doen
aan deze jacht, maar voorlopig zal dit
nog wel enige jaren duren. De valkenier
heeft de valken weer de kapjes opgezet
en in een grote mand worden ze naar de
stal gebracht. Robert is naast hem ko
men rijden en vraagt honderd uit over
de kunst van het africhten. De valkenier
belooft hemen, een mee te zullen nemen
en daar is Robert voorlopig blij mee.
Wordt vervolgd
Correspondentie
Han Duindam, Leiden. Van Han lig
gen al een poos twee verhaaltjes te
wachten en vandaag komt er één van
in de krant. De andere komt later aan de
beurt.
DE WEGGELOPEN HOND
Jan was jarig en al heel vroeg was hij
wakker.
„Vader", vroeg Jan, toen ook zijn va
der wakker geworden was, „wat krijg ik
voor mijn verjaardag?"
„Kijk maar eens in de tuin", antwoord
de vader. Jan ging nieuwsgierig naar
de tuin. Wat zou het wel zijn?
„Enwas 't mooi?" vroeg vader
toen Jan weer binnenkwam.
„Wat .een mooie hond!" riep Jan blij.
Hij verzorgde zijn hond goed en gaf hem
het lekkerste hondenbrood, dat er maar
te krijgen was.
Maar op een
als op zijn verj
Laat in de middag had Mat, zo heette de
hond. een ihusje achterna gezeten en
kon hem maar niet krijgen. Toen was hij
erg kwaad geworden en rukte met alle
geweld aan de ketting, zodat deze brak.
Hij rende gelijk het musje achtera en
nadat hij een heel eind gelopen had was
hij verdwaald. Hij kreeg honger. Einde
lijk kwam hij bij een zigeuner aan. De
zigeuner kon dat mooie hondje best ge
bruiken en gaf hem een lekker boutje.
Ook hier werd hij aan een ketting vast
gelegd. De volgende dag moest hij oefe
nen om door een hoepel te springen.
Dat vond Mat in het begin wel leuk
want telkens als hij het goed deed kreeg
hij een lekker hapje. Maar op het laatst
begon het hem te vervelen en dan kreeg
hij slaag als hij niet dadelijk gehoor
zaamde. Op zekere dag" moest hij mee
het dorp in om zijn kunsten te laten zien.
Dat duurde wel een halve dag en toen
gingen ze naar huis. De baas telde de
opgehaalde centen en een klein meisje
hield Mat vast. De hond had er genoeg
van, beet het meisje in de hand zodat
ze het tuig losliet en Mat zo hard hij kon
er vandoor. Iedereen, en vooral Jan,
vond het weer fijn dat Mat terug was.
Tresi v. Haastrecht, Nieuwe Wetering.
Altijd is er nog wel plaats voor een
nieuw nichtje, dus welkom Tresi. Je
verhaaltje komt hierachter.
DOMME DAANTJE
Er was eens een jongen die Daantje
heette en omdat hij zo dom was, noemde
den de mensen hem: Domme Daantje.
Op een keer riep zijn moeder: „Daan
tje kom eens hierl"
„Ja moeder, wat is er?"
„Je moet even een boodschap voor me
doen".
„Goed moeder".
„Je moet voor 25 c. een pakje naalden
halen".
„Best moeder".
„Hier zijn de naalden", zei de winkel
juffrouw en toen Daantje thuiskwam
vroeg moeder: „Waar zijn de naalden?"
„O moeder, het spijt me, maar de naal
den zijn in de put gevallen".
„Haal het dikke touw, dan zal ik je
voor 25 ct. voor je broek geven".
„O moeder, sla me deze keer nog niet.
Wat had. ik moeten doen?"
„Je had de ene helft op je ene mouw
en de andere helft op je andere mouw
moeten steken, domme jongen; maa
nu een pond boter halen voor 75 ct.
„Waar is je mandje?" vroeg de win
keljuffrouw uit de boterwinkel.
„Ik heb geen mandje nodig. Ik doe de
ene helft op mijn ene mouw en de ande
re helft op m'n andere mouw, dat heeft
moeder zo gezegd.
Toen Daantje thuis kwam vroeg moe
der waar de boter was.
„O moeder, het is toch zo jammer,
maar de boter is door de zon gesmolten".
„Haal het dikke touw. dan sla ik je
toch echt voor 75 c. voor je broek.
„Maar moeder wat had ik dan moeten
doen?"
„Je moest de boter in een mandje
doen".
Toen moest Daantje krom gaan staan.
„Au, au, au, ik zal 't nooit meer doen!"
Jan Opdam, Noordwijkerhout. Zo Jan,
lees je altijd zo trouw de krantentuin.
Ja de kinderen vinden het steeds leuk
DE WAAGHALS
Piet haalde graag gevaarlijke stukjes
uit en dat deed hij altijd als andere
mensen of jongens naar hem keken.
Dicht bij de school ligt over de vaart
een brug. Op een Woensdag ging hij met
Hein en Kees naar huis. Toen ze bij de
brug kwamen zei de waaghals opeens:
„Ik durf best over de leuning te lopen".
Hij ypegde de d&ad bij het woord en
klauterde op de leuning. Zijn klompen
had hij uitgedaan om vaster te staan.
Een voorbijganger bleef even staan en
waarschuwde: „Laat dat, je tuimelt er
zo af". Piet lachte de man uit; hij spreid
de de armen ut om het evenwicht beter
te kunnen bewaren ep daar ging hij
vooruit, voetje voor voetje.
Toen hij zowat op de helft gekomen
was, gleed zijn ene voet uit, hij gaf een
gil en Pietje rolde van boven naar
beneden 'in de vaart. Dat was een hele
tuimeling! Hij ging natuurlijk kopje on
der, maar kwam gauw boven.
„Help, help!!" schreeuwde hij. Toeval
lig kwam er een schipper aanvaren. Die
stak de drenkeling zijn vaarboom toe
en trok hem op zijn schuit. Onze waag
hals werd thuis natuurlijk niet vriende
lijk ontvangen.
EEN LIEF DIERTJE
Moeder, Toos en Henk zaten aan de
tafel. Moeder naaide. Henk zat sommen
te maken en Toos las in een bibliotheek
boek. Het was doodstil in de kamer. Je
kon de klok horen tikken. Daar ritselde
iets in de kast.
„Hoort u dat in de kast. Moe?" vroeg
Toos.
„Dat kon wel eens een muisje zijn",
antwoordde moeder.
Toos sprong op van haar stoel en vloog
naar het andere eind van de kamer.
„O Moe, doe toch die kast stijf dicht,
die akelige muizen. Ik ben er doodsbang
voor". Henk schoot in een lach. „Ha, ha.
die is bang voor een muis. Ik wed dat je
er nog nooit een gezien hebt".
Henk ging naar de kast en deed de
deur ver open.
„Ja, er is een muis geweest. Kijk maar
er is aan de kaas geknabbeld".
„Dan zullen we vannacht de val in de
kast zetten. Misschien vangen we dan de
snoeper wel", zei moeder.
De volgende morgen haalde Henk de
val uit de kast en zo waar de muis zat
er in.
„Toos kom eens kijken, we hebben de
muis gevangen".
Schoorvoetend kwam ze nader. Ze
bekeek het diertje, dat angstig in een
hoekje zat, eens goed. Toen zei ze: Is
dat nou een muis? Ik had gedacht dat ze
er zo griezelig uit zag. Wat snoeperig
kiene oortje en wat een spits snuitje. De
kleine oortjes en wat 'n spits snuitje. De
kraaltjes. O, kijk eens, wat is dat beestje
bang!"
Moeder ging met de val naar de keu
ken en zei: „We zullen de stoute snoe
per maar in een emmer water verdrin
ken".
„Hé moe, hoe kunt u dat doen? Zo'n
klein lief diertje. Laat het maar vrij in
de tuin".
Moeder antwoordde: „Nou vooruit dan
maar. Dat ene muisje zal ook zoveel
kwaad niet doen. We zullen maar achter
in de tuin gaan, dan kan het muisje niet
naar binnen gaan".
Ze zette de val op de grond en Toos
deed het deurtje open. Roef. vloog de
muis er uit en verdween tussen de strui
ken.
DE BOON
Lang geleden woonden er een koning
en een koningin in een groot kasteel. Ze
hadden ook drie prinsen en dat waren
flinke sterke jongens. Ze waren een goe
de hulp voor hun vader.
Ieder jaar bakte de kok, geholpen door
het kleine koksmaatje, een grote koek
met een boon er in. Wie van de prinsen
de boon haji, was de baas over de andere
twee broers. Op zekere dag, weer op
oude jaar, werd de koek gebakken. De
eettafel werd klaargemaakt en de koek
onder de prinsen verdeeld. Ze deden
goed hun best, maar hoe ze ook zochten
er was geen boon te zien. Direct ging de
koning naar de keuken waar echter al
leen de kleine kok aanwezig was.
„Heb jij de boon er in gedaan?" vroeg
de koning.
„Neen, sire, ik niet, maar de andere
kok".
„Ik begrijp er niets van. Geen van de
prinsen heeft de boon gevonden".
„O, dat kan slre. Er was een 6tukje
over en dat kreeg ik. Toen ik het op at,
zat de boon er in".
„Zo, zo, dan mag jij vandaag de baas
zijn over de drie prinsen".
„Dank u sire" en blij holde het kokje
weg.
Adrie Hijman, Aarlanderveen. Je was
zeker wel blij met de gewonnen prijs.
Verzin eens een ander verhaaltje, dit is
niet geschikt voor de krant.
Nico Wortman, Noordwijk B. Ik kan
me niet begrijpen, dat ik je nooit een
briefje stuurde in de krant, want ik be
antwoord alle briefjes. Die aap heb je
goed getekend.
Petra en Marijke Turk, Noordwijk B.
Eerst krijgt Marijke een reuze pluim
voor haar knap briefje, zelf geschreven
en dan pas 7 jaar! Het verhaaltje van
Petra over sneeuwpret is hgel aardig
maar we hebben al zoveel opstelletjes
over sneeuw en ijs geplaatst, dat we dit
heus niet kunnen plaatsen. Dag kinders.
Annie en Belsie Zonderop, Zoetermeer
Dat was ook leuk om een broertje te
krijgen op je verjaardag, een reuze ca
deau. Ik hoop dat hij niet meer in het
ziekenhuis ligt, maar fijn bij jullie thuis
in het wiegje.
Nellie Mank, Langeraar. Dank je wel
voor de mooie kaart.
Corrio Devllec. Waarom geen briefje
bij de oplossing Corrie? Ook al veel
huiswerk?
Margriet Hogervorst, Lisse. Leuk dat
je voortaan met ons meedoet. Margriet
en je beloofde verhaaltje verwacht ik
binnenkort.
Rietje van Noort. Ocgstgeest verraste
ons met een aardige kaboutertekening
en ook de oplossingen waren goed.
Anneke de Ridder, Noordwfjk met
jouw versje eindigen we vandaag.
VOORJAAR
Nu het zonnetje gaat groeien.
Gaan de bloemen ook weer bloeien.
Merels fluiten hoog en laag.
Vinkjes zingen ook vandaag.
Aan de bomen komen blaadjes,
En in de weide lopen p^ardjes.
Alle bloemen die gaan bloeien.
En een zachte wind gaat stoeien.
Dag kinders tot de volgende week.
TANTE JO EN OOM TOON
(14)
ek' oum een hei e m vootm lm
hos mendeh hem hues duldeijkge'
mmr hebben
fiönve.honqdimirqesijptn)
ofniet...er mod iets mót Muip m
Mirmitn qetrokhn heeft' j