u
Wie puzzelt met ons meel
1
In de Kifantentuin
DB CIRCUSBARON
7
11
27
45
ZATERDAG 19 FEBRUARI 1955
ui 1.E1DSE COURANT
VIERDE BI/AD - PAGINA 2
1
2
3
4.
5
d
8
9
10
11
12
-14
15
16
a
19
20
21
2,
24
25
26
28
29
3ö
32
32
33
34.
35
36
37
39
40
42
43
44
46
48
49
50
51
52
53
54
Horizontaal: 1. lidwoord, 4. In
disch of Perzisch rood in de schil
derkunst, 10. slede, 12. opening, 13.
koor van zangers, 14. hagedis, alleen
voorkomend in de oude wereld, 16.
boom, 17. lid van het Hogerhuis in
Engeland, 18. zwarte bewoners van
Marokko, 20. stad in Algerië a. d.
Middell. zee, 21. een der drie afme
tingen (afk.), 23. zonder afwisseling,
25. aardsoort, 27. deel v. d. bijbel, 28.
ik (Lat.), 29. zijde van het voorhoofd,
31. heideplantje, 35. mens, 37. na da
to (afk.), 38. deel van het gelaat, 39.
kleine schelvis of wijting in de Mid
dellandse zee, 42. landbouwwerk
tuig, 43. eer. 44. mondeling. 46. ver
scheurend dier, 47. bekende afkor
ting, 48. nevens, 50. plechtige gelof
te, 51. maand van het jaar, 52. hoofd
bestanddeel van potas, 53. ruimte
(scheepsterm), 54. draad v. e spinne-
web.
Verticaal: 1. haarbundel, 2. ar-
beidseenheid, 3. vervoermiddel, 4.
vertegenwoprdiger, 5. tussenzetsel, 6.
mount (afk.), 7. begerig, hongerig, 8.
zuiver, 9. schijn, voorkomen, 11. drie-
tenige struis, 15. palm der tropische
gewesten, 17. overste in een mannen
klooster, 19. boomlooot, 20. onver
richt, 22. gerucht, 24. orient express
(afk.), 26. oude Egyptische zonne
god, 30. rivier in O.-Azië, 32. pers.
voornaamwoord, 33. compagnie
(afk.), 34. bevreesd, 36. deel van een
ontkenning (Fr.), 37. zot, 39. ver
moeid, 40. wat niet gemist kan wor
den, 41. getroffen, 43. hoepel, 45.
open plein in een dorp (Z.-Nederl.),
46. vruchtje, 47. telwoord, 49. groen
te, 51. muzieknoot.
OPLOSSING VORIGE WEEK.
Horizontaal: 1. Ez, 3. Oss, 5. rap,
8. abt, 10. W.I., 12. Dan, 13. Genua,
14. Wal, 15. en. 16. pet, 18. kit, 19.
ram, 21. n.m., 22. dissel, 25. gehard,
28.' Trifolium, 32. dl., 34. o.a., 35. sa,
38. el. 37. si. 39. Po, 40. Aks, 43. tol,
46. ski, 48. Epe, 49. wie, 51. era, 53.
olm, 55. triomfantelijk, 58. Lee, 58.
sos, 59. set, 60. enk, 62. Ina, 64. Est,
66. pro, 67. as. 68. ik, 70. se, 71. o.a.,
73. Aa, 74. gy, 77. ootmoedig, 82. step
pe, 84. ananas, 87. M.O., 88. Spa, 89.
Dec., 91. Ate, 92. To, 94. elf, 95. Siëna,
96. wijk, 97. no,98. els, 99. erg, 100
pas, 101. fa.
Verticaal: 1. Ede, 2. zand, 4. Siësta,
5. rek, 6ë. animo, 7. put, 9. Brahms,
10. wand, 11. Ilm, 16. P.S., 17. ter, 19.
reu, 20. Ma, 23. in, 24. lis, 25. gil, 26.
rij, 27. e.d., 29. fat, 30. lel, 31. do, 33.
lap, 34. os, 38. is, 39. pil, 41. keten,
42. riool, 44. Orans, 45. preek, 47. ko
ker, 48. eel, 49. wis, 50. Ems» 51. ets,
52. alt, 54. mok, 57. eis, 61. nog, 63.
a.i., 64. Eem, 65. toe, 66. pa, 67. al, 69.
koppel, 70. ste, 72. Ada, 73. Agatha,
75. ijk, 76. St., 79. oneer, 80. Ina, 81.
ba, 82. solo, 83. es, 85. ne, 86. stijf,
87. men, 89. die, 90. eng, 93. Oka.
Oplossingen tot en met Donderdag
a.s. Op de enveloppe „Puzzle" ver
melden. Een sigarettenkoker, sieraad
en boek zijn beschikbaar.
De taart is gewonnen door de wed.
Tetteroo, Stationsstraat 173, Zoeter-
meer; jjet sieraad is voor mevr.
Zandvliet, Toussaintkade 29, Leiden;
P. v. d. Meer, Noordbuurtseweg 11,
Zoeterwoude, het boek.
Aetherklanken
ZONDAG.
HILVERSUM I, 402 m.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.30 IKOR.
12.00 AVRO. 17.00 VPRO.
17.30 VARA. 20.00—24.00 AVRO.
8.00 Nieuws en weerber 8.18 Orgel,
harp, viool en zang. 8.50 Voor net
platteland. 9.00 Sportmeded. 9.05
Gram. met toelichting. 9.45 „Geeste
lijk leven", caus. 10.00 Voor de jeugd.
10.30 Kerkdienst. 12.00 Opening v. d.
West-Indië week. 12.05 Lichte muz.
12.35 Even afrekenen, Heren! 12.45
Wereldkamp. hardrijden op de
schaats. 13.00 Nieuws. 13.05 Mcded.
of gram. 13.10 Verz. progr. v. d. sold.
14.00 Boekbespr. 14.20 Disco-ceus.
15.00 Gram. (15.15—15.30 Wereld-
kamp. hardrijden op de schaats).
10.05 Gram. 16.30 Sportrevue. 17.00
Gesprekken met luisteraars. 17.20
Van het Kerkelijk Erf, caus. 17.30
Voor de jeugd. 17.50 Sportjourn.
18.15 Nieuws en sportuitsl. 18.30
Amus. muz. 19.00 Radiolympus. 19.30
Cabaret. 20.00 Nieuws. 20.05 Journ.
20 15 Lichte muz. 20.45 Cabaret. 21.30
Gram. 22.15 Literaire caus. 22.30 Ho
bo en piano. 23.00 Nieuws. 23.15 Rep.
23.30—24.00 Gram.
HILVERSUM II, 298 m.
8.00 NCRV. 8.30 IKOR. 9.30 KRO.
17.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO.
8.00 Nieuws en weerber. 8.15 Or-
gelconc. 8.30 Vroegdienst. 9.30
Nieuws. 9.45 Gram. 9.55 Hoogmis.
11 30 Gram. 11.45 Strijkork. en solis
te 12.20 Apologie. 12.40 Gram. 12.55
„Hoe wordt de Katholieke Kerk be
stuurd?", caus. 13.00 Nieuws en Kath.
nieuws. 13.10 Lunchconc. 13.40 Boek
bespr. 13.55 Gram. 14.00 Voor de
jeugd. 14.30 Concertgebomvork. en
soliste. 15.20, Gram. 15.30 „Weten
schap en- leven", caus. 15.40 Gram.
16.10 „Katholiek Thuisfront overal!"
16.15 Sport. 16.30 Vespers. 17.00 Bap
tistenkerkdienst. 18.30 Volksliederen.
18.45 Kerkelijk nieuws. 18.50 Gram.
13.55 Boekbespr. 19.10 Solistehconc.
10.30 „Waarheid en verbeelding rond
om het Nieuwe Testament",' caus.
19.45 Nieuws. 20.00 Cabaret. 20.40
Rep. 20.55 De gewone man. 21.00
Symph. ork., koren en sol. 21.30 „De
laatste dagen van Pompeji'", hoorsp.
22.15 StrUkoctet. 22.40 „Het Getui
genis over Christus", caus. Hierna:
Avondgebed en liturg, kal. 23.00
Nieuws. 23.15 Viool en piano, 23.40
24.00 Grafn.
MAANDAG.
HILVERSUM I, 402 m.
7.0024.00 AVRO.
7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15 Gym.
7.30 Gram. 8.00 Nieuws. 8.15 Gram.
i.30 Voor de vrouw. 9.35 Waterst.
9.40 Morgenwijding. 10.00 Gram.
11.00 Voor de vrouw. 11.15 Gram.
11.45 Voordr. 12.00 Lichte muz. 12.30
Land- en tuinb. meded. 12.33 In 't
spionnetje. 12.38 Hammondorgelspel.
13.00 Nieuws. 13.15 Meded. of Gram.
13.20 Metropole-ork, 13.55 Koersen.
14.00 „Onze tijd in licht en donker",
caus. 14.20 Pianoduo. 14.50 Hersen-
gym. 15.10 Promenade-ork. 15.50 Het
Spectrum. 16.15 Gram. 17.30 Voor de
jeugd. 17.45 Gram. 17.50 Mil. comm.
13.00 Nieuws. 18.15 Carnavalsliedjes.
1C.45 Voor de jeugd. 19.00 Lichte
muz. 19.15 Pianorecital. 19.45 Re^e-
ringsuitz.: Landb. rubr.: „Kwaliteits
verbetering van de varkensstapel"
door ir. Y. Kroes. 20.00 Nieuws. 20.05
Radioscoop. 22.50 „Goede moed",
caus. 23.00 Nieuws. 23.1524.00 Gra-
mofoonmuziek.
HILVERSUM II, 298 m.
7.0024.00 NCRV.
7.00 Nieuws en S.O.S.-ber. 7.10
„Een vaste Burcht". 7.13 Gewijde
muz. 7.30 Gram. 7.45 Een woord voor
de dag. 8.00 Nieuws en weerber. 8.15
Sportuitsl. 8.25 Gram. 9.00 Voor de
zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9.35
Mastklimmen. 10.05 Gram. 10.30
Morgendienst 11.00 Gram. 11.20 Ge-
var. muz. 12.25 Voor boer en tuinder.
12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33
Gram. en act. 13.00 Nieuws. 13.15
Meisjeskoor. 13.40 Gram. 14.05
Schoolradio. 14.30 Gram. 14.45 Voor
de vrouw. 15.15 Harpspel. 15.35 Gra-
mofoonmuz. 16.00 Bijbellezing. 16.30
Strijkkwart. 17.00 Voor de kleuters.
17.15 Voor de jeugd. 17.30 Gram.
17.40 Beursber. 17.45 Regeringsuitz.:
Rijksdelen Overzee: K. de Boer: „So
ciale opbouw in Nieuw Guinea".
13.00 Vrouwenkoor. 18.20 Sport. 18.30
Gram. 18.40 Engelse les. 19.00 Nieuws
en weerber. 19.10 Orgelconc. 19.30
„Volk en Staat", caus. 19.45 Blaas-
muz. 20.00 Radiokrant. 20.20 Koor
zang. 20.40 „Werkers in Nieuw Gui
nea", hoorsp. 21.40 Gram. 22.00 Lich
te muz. 22.20 Gram. 22.45 Avond
overdenking. 23.00 Nieuws. 23.15
24.00 Gram.
Zielig. De harmonicaspeler op
de brug had sinds enkele dagen een
doek om zijn hoofd en dat maakte
mevrouw Pieterse nieuwsg'erig. Ze
ging naar hem toe en informeerde:
„Heb je kiespijn?"
„Nee, geen sprake van", antwoord
de de man. „Ik speel echter maar één
deuntje en ik heb er zelf genoeg
van, om er naar te luisteren."
Schots. Een schot belde zijn sla
ger op en bestelde voor een dub
beltje beentjes voor de poes. Onge
veer een kwartier later beelde hij
de slager weer op.
„Zeg", zei hij, „laat mijn bestel
ling maar vervallen. Mijn poes heeft
een muis gevangen".
Grapjas. Hij (in volle tram):
„Heeft een van de dames of hereli
misschien een stapeltje bankbiljet
ten verloren met een elastiekje er
om?"
Tien stemmen tegelijk: „Ja, ik!"
Hy: „Nou, dan heb ik het elastiek
je gevonden."
Ook wat. Hij: „Wat al weer
V. nieuwe japon? Zeg, waar moet ik
het geld vandaan halen?"
Zij: „Ja, ben je nu helemaal tach
tig! Ik ben niet met je getrouwd, om
financiële adviezen te geven".
Middel. „Zeg dirigent, kunt U
het Wilhelmus nog één keer spelen?"
„Waarom meneer?"
„Nou, de mijnheer naast me zit op
mijn hoed".
Verschrikkelijk. „Mijn vrouw
heeft een verschrikkelijk geheugen!"
„Vergeet ze alles?"
„Nee, ze onthoudt alles."
Dat nooit. Huisbaas: „U hebt nu
a' in zes maanden geen huur betaald!
U moet maar eens naar een andere
woning uitzien!"
Huurder: „U in de steek laten. En
zonder te betalen! Dat nooit!"
Ridder. Dame: „Pardon mijn
heer, U staat op mijn eksteroog!"
Heer: „Neem me niet kwalijk da
me, ik had hem nog niet gezien."
Definitie. Jongetje: „Vader, wat
is eigenlijk psychologisch advies?"
Vader: „Dat is geWoon goede raad,
gekleed in een zwart jasje en een
gestreepte broek."
Boekenbeurs. Schrijver: „Zo, in
teresseert U zich voor boeken. Als ik
U vragen mag, welke twee boeken
speelden de belangrijkste rol in Uw
leven?"
Bezoeker: „Het kookboek van mijn
vrouw en het chèqueboek van mijn
schoonvader."
Carnaval. „Zeghik
moet je 'ns raden, wat ik in m'n
hand heb...."
„Een paard!"
„Das gemeenik.... je hebt
gekeken."
Prof. „Knippen of scheren, mijn
heer?"
„Wel verdraaid, zit ik bij de kap
per? Ik daoht, dat ik in de bioscoop
was."
Verschil. Beklaagde: „Ik was
niet dronken. Ik was alleen maar
aangeschoten."
Rechter: „Dat is een groot ver
schil, inderdaad. Ik wilde U eerst
twee weken geven, maar nu krijgt
U veertien dagen".
Dan niet. Dame: „Is mevrouw
thuis?"
Dienstbode: „Als u een wrat ach
ter uw oor hebt niet".
„Oh, juffrouw Lize, "ik zou U bijna
niet meer herkennen. U bent zo ver
anderd!"
„In mijn voor- of nadeel?"
„Hoe kunt U dat vragen? U kon
toch alleen maar in Uw voordeel ver
anderen!"
De kinderen van de
„Hongerburcht"
(Vervolgverhaal door Tineke)
„Zal ik strakjes verder vertellen kin-
ders?" vroeg tante Mechtildus aan^ de
twee. die ademloos toegeluisterd hadden.
„Hé nee tante. Toe vertel nu alles af"
„Heeft het meisje nog geofferd?"
Nu luisteren jullie dan maar verder:
„Het was op die volgende Zondagmor
gen nog drukker dan de vorige week.
Van heinde en ver waren nu ook de
Christenen gekomen om het heldhaftige
meisje te kunnen aanschouwen en om
getuige te zijn van haar groot geloof.
Nu is het meisje gekleed in een lang
wit gewaad met een klimoprank om de
slapen. Ze gaat immers op naar haar he
melse Bruidegom. Iedereen houdt de
adem in als het bevel tot offeren uit de
mond van de afgodenpriester weerklinkt.
Met luide vaste 6tem hoort men: „Ik
geloof alleen in den Eenen God in drie
Goddelijke Personen. Geloofd zij Jezus
Christus" en ze breidt haar armen uit als
om zich over te geven. Zij weet nog niet
welke straf haar wacht maar als één van
de krijgslieden haar wijst op het monster
dat loerend achter de tralies zit, heft ze
onverschrokken het hoofd op.
Iedereen, zelfs de soldaten die haar
moeten bewaken, heeft medelijden met
haar. De opkomende zon kleurt haar
blonde haren, die golvend om haar
schouders vallen, als goud. De reine
blauwe ogen zien al vol verlangen naar
omhoog, naar Jezus, die zo aanstonds
haar zal omarmen en waar ze haar
ouders weet, die al verlangend naar hun
kind uitzien.
Grimmig kijkt de hoofdman van de
heidenen toe, hoe alles voor het offer in
gereedheid gebracht wordt en zijn ogen
spieden naar het „arme kind" dat straks
wel zal gehoorzamen als ze de draak zal
zien. Op zijn bevel treden enige mannen
de stenen trap af, die naar het hol van
het monster voert en ze beginnen met
hun lansen hem te sarren. Daar komt
beweging in het logge lichaam. De grote
bolronde ogen draaien in hun kassen ter
wijl het monster de bek wijd open spert.
Een gorgelend geluid uit zijn keel doet
de hele berg schudden en iedereen kijkt
huiverend naar de rij scherpe tanden
en de zwarte tong die nu zichtbaar wor
den. Moeders halen hun kinderen stevig
naar zich toe. uit angst dat het monster
zal kunnen ontsnappen. Maar geen nood
want de ijzeren spijlen zijn sterk genoeg.
Zelfs de afgodenpriesters staan te rillen
bij het zien van zulk een monster. Alleen
'het meisje staat onverschrokken te kij
ken in de vurige muil. Nog even zal het
duren en dan zullen de soldaten haar
door de tralies gooien en zal het uitge
hongerde monster zich te goed doen aan
haar lichaam.
Nu treedt de opperpriester on haar toe
Alle ogen zijn op haar ger'cht.
„Mijn kind", klinkt het uit zijn mond,
„wees nu verstandig, je bent nog zo jong
en zo rijk, je mag kiezen wat je maar
wil, al zou je prinses willen worden
over dit land, we zullen je alles geven,
ontsteek deze lont voor het offer dat ge
reed gemaakt is".
De Bisschop, zijn helpers en bekeer
lingen liggen geknield op de stenen
grond voor haar te bidden. Het monster
dat ongeduldig op zijn prooi wacht be
gint zich te roeren. Hij gaat op zijn
staart staan en steunt met het logge li
chaam tegen de tralies, terwijl een ver
vaarlijk gebrul weerkaatst wordt door
de bergwanden.
„Ik ben een Christen en geloof alleen
in mijn God die in de Hemel woont. Ik
weiger te offeren".
Duidelijk hebben deze woorden ge
klonken in de gespannen sfeer. Moeders
vallen op de grond en wenen, maar de
afgodenpriesters hebben nu geen geduld
meer. Ze bevelen aan een paar lans
knechten, het meisje op te pakken, naar
beneden te dragen en tussen de tralies te
gooien. Het volk buigt zich naar omlaag,
daar waar de draak op zijn prooi wacht.
Iedereen, vriend en vijand huivert.
De kleine martelares voelt zich opge
nomen. Ze heeft de handen op de borst
gekruist en terwijl haar lippen zeggen:
„Geloofd zij Jezus Christus", wordt ze
voor de draak gegooid.
Nog nooit hadden de mensen het mon
ster van zo nabij gezien. Altijd hield het
zich schuil in dc donkerste van de spe
lonk maar numet volle lengte werpt
de draak zich op het arme slachtoffer.
Zodra echter zijn ene klauw het meisje
wil raken, valt hij verlamd ter neer. Het
logge lichaam stort met een vreselijke
op de rug en uit zijn gorgelende
komen onheilspellende klanken die
de omtrek met vrees vervullen, 't Is de
doodstrijd van het monster. Achter de
tralies staat ongedeerd en glimlachend,
nog steeds de handen gevouwen, de jeug
dige heldin.
De Christenen zien wat er gebeurd is:
een wonder en onder de kreet: „Ge
loofd zij Jezus Christus", stormen zij
naar beneden om met hun lansen en
speren de „heilige" draak, dood te steken
en de moedige Christin te verlossen en
op hun schouders in triomf naar het kas
teel te brengen.
Vele heidenen gingen nu de ogen open.
Ze beseften dat de afgodendienst waar
deloos was en lieten zich onderrichten in
het ware geloof.
Hé, hé, tante Mechtildus was er moe
van geworden Zo'n lange vertelling en
de kinderen vergaten helemaal verder te
vragen, zo waren ze nog onder de in
druk. 't Bleef even stil, terwijl de boot
langzaam verder voer.
„Ivo, zijn we al voorbij de „Muizen
toren"? vroeg tante opeens.
„Ja, jonkvrouw Mechtildus, we zijn er
nog niet zo lang geleden voorbij geva
ren".
„Nou, op de terugweg vertel ik jullie
nog de gesch:edimis van de „Mu'zento-
ren" en dan is het voor vandaag weer
genoeg".
„Kijk kinderen, daar komt de Dra-
chenfels in zicht, daar stappen we uit en
dan kunnen jullie de berg een van alle
kanten bekijken", zei vrouwe Caroline,
die ook met belangstelling naar het haar
zo bekende verhaal geluisterd had. Ivo
stuurde in de goede richting. Hij legde
het bootje stevig vast en hielp de dames
uitstappen.
De berg was begroeid met druiven-
planten. Op sommige laatsen waren de
planten zó geleid, dat ze een erepoort
vormden, waaronderdoor de mensen kon
den lopen. Voor de kinderen begon het
verhaal hier te leven.
„Zou het altaar hier gestaan hebben?"
„Zou de draak daar tussen de spleten
gezeten hebben?"
„Staat het kasteel van de Christen
edelman er nog?"
„Jullie begrijpen nu zeker wel, waar
om de wijn van deze berg „Drakenbloed"
heet hé?" vroeg Ivo nu, die wel een
beetje dorst gekregen had.
Ze zochten een beschaduwd plekje op,
met het uitzicht op de Rijn. De mand
met brood en lekkers werd uitgepakt,
terwijl Ivo er op uitgestuurd werd om
een kan Drakenbloed te kopen. In de
tinnen bekers, die ze meegenomen had
den, genoten ze van de edele wijn.
Wordt vervolgd.
OPLOSSING VAN HET VORIGE
RAADSEL
Volendam. De woordjes waren: boven
brood, palet, Ineke, manen, adder, kraan
ramen.
Na loting heeft Jaap Langeveld, Hee-
reweg 307, Lisse het boek gewonnen.
NIEUWE RAADSELS
I
Altijd loop ik in 't rond.
Van 's morgens vroeg tot
in de avondstond
Ik ga niet hard en ook niet vlug.
En kom steeds op hetzelfde plekje terug.
Een heel klein vriendje heb ik
naast me staan.
Maar die kan alleen maar langzaam gaan
Je weet nu vast en zeker al
Wie of ik wel wezen zal
II
In een spreekwoord reis ik door het land.
Een heer, die groet,
heeft mij trouw in de hand.
Met feest ben ik wel van papier,
Dan heeft men vast met mij plezier
De kleuters zingen' een liedje van mij.
Soms heet ik ook wel „hoge zlje".
Je moet nu gauw maar schrijven gaan
Hoe of is mijn ware naam.
III
Wat weegt zwaarder: een kilo wol^f een
kilo ijzer?
De oplossingen moeten ingestuurd wor
den vóór 25 Februari aan het -adres:
Tante Jo en Oom Toon, Krantentuln van
de Leldse Courant, Papengracht, Leiden.
We hebben nog een mooi poppenmeu-
iblementje en voor de groten een boek.
Correspondentie
Siem Zandbergen, Leiden heeft een
versje gemaakt over:
SCHAATSENRIJDEN
Kijk die twee eens heerlijk rijden,
Fijn zo over het ijs te glijden
De schaatsen stevig aan mijn schoenen.
Anders moet ik de Ijsbaan zoenen.
Het is vallen, het is een gaan.
Het is meer kruipen, dan rechtop staan.
Ook de baan veeg ik soms aan.
Met mijn broek, wel te verstaan.
Maar al val ik honderd keren,
Schaatsenrijden wil ik leren!
Op zij, op' zij, geef mij ruim baan.
Daar kom ik op mijn schaatsen aan.
Corrie Duits, Alphen. Ook al zo blij
Corrie met de gewonnen prijs; maar dat
was ook niet mis, zo'n mooie étui. Ge
bruik hem maar goed: Dag Corrie, fijn
dat je ook een verhaaltje gaat maken.
Ida v. d. Broek, Abbenes, Haarlem
mermeer. Jij wou zo graag een prijsje
winnen, maar je, niet iedereen is geluk
kig. Misschien de volgende keer. Wie
weet?
Corrie v. d. Meer, Zoetermeer. Nu het
verhaaltje vau jou zo echt gebeurd is,
krijgt het zeker een plaatsje.
EEN KERSTKINDJE
Vorig jaar hadden ze bij mijn oom en
tante een kindje gekregen, haar nam was
Willy, maar acht weken later heeft O.L.
Heer haar weer in de hemel gehaald.
Wat waren oom en tante bedroefd. Ze
hadden nu nog maar één dochtertje en
dat heette Corrie. Ze wordt in Februari
drie jaar. 't Is een lief meisje. Nu hebben
ze weer op le Kerstdag een kindje ge
kregen en het heet weer Willy, 't Is dus
een kerstkindje. Wat, waren oom en tan
te en Corrie blij. Misschien mag ik er
eens gauw heen gaan. 't Is niet zo ver.
Een kwartier fietsen.
Bertle Weyermans, Oegstgeest. Jongen,
wat een mooi rapport. Ben jij zo'n bol
leboos in rekenen. Blijf maar je best
doen. Groeten ook aan Hans.
Thea Hoogervorst, Ter Aar vertelt ons
iets over haar lief zusje
MIJN KLEIN ZUSJE
Mijn kleine zusje heet Paulientje. Ze
doet niets liever dan grapjes maken. Eens
mocht ik haar naar bed brengen. Toen
moest ze onder en daarmee bedoelde ze:
onder de dekens. Ik stopte haar lekker
onder en ging weg. Nauwelijks was ik bij
de deur of ze riep ineens: roekedokoe en
toen was ze weer boven de dekens. Weer
heb ik haar toegedekt, maar ze deed het
weer. Genia en Philip begonnen te la
chen. Toen ben ik maar naar beneden
gegaan en heb het de anderen verteld.
Tinebe en Gerda Duindam, Leiden.
Leuk hé dat jullie een prijsje hadden.
Dat zie je maar weer, kinderen die ge
regeld mee doen winnen heus wel eens
wat Aardig postpapier hebben jullie.
Fijn hé die sneeuw. Hebben jullie een
fijne glijbaan gemaakt? Groetjes aan al
lemaal thuis. Het beloofde verhaaltje
komt zeker gauw.
Jaap v. Zaal, Zoeterwoude. Die Jaap
toch! Voor de eerste keer meedoen en
meteen al een versje gemaakt. Zal ik
het de andere kinderen eens laten ho
ren?
ONS POESJE
Wij hebben thuis een poes
't Is een reuze snoes.
Moortje is zijn naam.
Hy krabbelt soms wel aan het raam
Hij vangt ook wel eens een dier.
Wij hebben dan heel veel plezier.
Thea Pieterse, Kapteynstraat, Leiden.
Weer een nieuw nichtje, dat de eerste
keer de beste al een verhaaltje instuurt.
Dat papa een beetje geholpen heeft is
helemaal niet erg. Hier komt Thea ver
tellen over:
HET CADEAU VAN JAN
Jan was in huis en dacht na, wat hij
moeder voor haar verjaardag zou geven.
Ha, eindelijk wist hij iets. Hij liep de
deur uit en ging naar het bos. Het was
niet zo ver. Na een paar minuutjes was
hij er al. Hij keek eens goed rond en
daar zag hij al wat. Jan liep er naar toe;
het waren mooie rijpe bramen. Hij pluk
te er een zakje vol en liep toen gauw
naar huis. Moeder was boven. Morgen
was ze jarig op Zondag. Jan legde voor
zichtig het zakje heel achter in de kast.
Toen ging hij lezen. Moeder kwam naar
beneden. Ze wist wel dat hij weg ge
weest was, want dat had Jan eerst ge
vraagd en Moe vond het goed.
„Ik ben benieuwd Jan, wat je voor
mijn verjaardag geeft", zei moe. Maar
Jan zei niets. Toen het avond was ging
hij naar bed. Al gauw droomde hij van
Moeders verjaardag.
Toen hij de volgende morgen eindelijk
beneden mocht komen, gaf hij het zakje
met de heeflijke bramen aan moeder.
„Dank je wel, hoor Jan", zei moe blij,
„dat vind ik fijn. We gaan nu heerlijk
eten van die lekkere bramen. Ik vind
het een mooi cadeau.'
Nico Wortman, Noordwljk. Gelukkig
dat de prijs zo erg naar je zin was. Hoe
kwam dat, dat je de rechterarm gebro
ken hebt? Was het soms door de gladde
straten? Fijn dat het weer genezen is en
nu maar voorzichtig zyn. Dag Nico, ook
een groet aan je tweelingbroertje.
De volgende week begin ik eerst met
de hele derde klas uit Rijpwetering. Dag
allemaal.
TANTE JO EN OOM TOON