u Wie puzzelt met ons meel 1 In de Kifantentuin DB CIRCUSBARON 7 11 27 45 ZATERDAG 19 FEBRUARI 1955 ui 1.E1DSE COURANT VIERDE BI/AD - PAGINA 2 1 2 3 4. 5 d 8 9 10 11 12 -14 15 16 a 19 20 21 2, 24 25 26 28 29 3ö 32 32 33 34. 35 36 37 39 40 42 43 44 46 48 49 50 51 52 53 54 Horizontaal: 1. lidwoord, 4. In disch of Perzisch rood in de schil derkunst, 10. slede, 12. opening, 13. koor van zangers, 14. hagedis, alleen voorkomend in de oude wereld, 16. boom, 17. lid van het Hogerhuis in Engeland, 18. zwarte bewoners van Marokko, 20. stad in Algerië a. d. Middell. zee, 21. een der drie afme tingen (afk.), 23. zonder afwisseling, 25. aardsoort, 27. deel v. d. bijbel, 28. ik (Lat.), 29. zijde van het voorhoofd, 31. heideplantje, 35. mens, 37. na da to (afk.), 38. deel van het gelaat, 39. kleine schelvis of wijting in de Mid dellandse zee, 42. landbouwwerk tuig, 43. eer. 44. mondeling. 46. ver scheurend dier, 47. bekende afkor ting, 48. nevens, 50. plechtige gelof te, 51. maand van het jaar, 52. hoofd bestanddeel van potas, 53. ruimte (scheepsterm), 54. draad v. e spinne- web. Verticaal: 1. haarbundel, 2. ar- beidseenheid, 3. vervoermiddel, 4. vertegenwoprdiger, 5. tussenzetsel, 6. mount (afk.), 7. begerig, hongerig, 8. zuiver, 9. schijn, voorkomen, 11. drie- tenige struis, 15. palm der tropische gewesten, 17. overste in een mannen klooster, 19. boomlooot, 20. onver richt, 22. gerucht, 24. orient express (afk.), 26. oude Egyptische zonne god, 30. rivier in O.-Azië, 32. pers. voornaamwoord, 33. compagnie (afk.), 34. bevreesd, 36. deel van een ontkenning (Fr.), 37. zot, 39. ver moeid, 40. wat niet gemist kan wor den, 41. getroffen, 43. hoepel, 45. open plein in een dorp (Z.-Nederl.), 46. vruchtje, 47. telwoord, 49. groen te, 51. muzieknoot. OPLOSSING VORIGE WEEK. Horizontaal: 1. Ez, 3. Oss, 5. rap, 8. abt, 10. W.I., 12. Dan, 13. Genua, 14. Wal, 15. en. 16. pet, 18. kit, 19. ram, 21. n.m., 22. dissel, 25. gehard, 28.' Trifolium, 32. dl., 34. o.a., 35. sa, 38. el. 37. si. 39. Po, 40. Aks, 43. tol, 46. ski, 48. Epe, 49. wie, 51. era, 53. olm, 55. triomfantelijk, 58. Lee, 58. sos, 59. set, 60. enk, 62. Ina, 64. Est, 66. pro, 67. as. 68. ik, 70. se, 71. o.a., 73. Aa, 74. gy, 77. ootmoedig, 82. step pe, 84. ananas, 87. M.O., 88. Spa, 89. Dec., 91. Ate, 92. To, 94. elf, 95. Siëna, 96. wijk, 97. no,98. els, 99. erg, 100 pas, 101. fa. Verticaal: 1. Ede, 2. zand, 4. Siësta, 5. rek, 6ë. animo, 7. put, 9. Brahms, 10. wand, 11. Ilm, 16. P.S., 17. ter, 19. reu, 20. Ma, 23. in, 24. lis, 25. gil, 26. rij, 27. e.d., 29. fat, 30. lel, 31. do, 33. lap, 34. os, 38. is, 39. pil, 41. keten, 42. riool, 44. Orans, 45. preek, 47. ko ker, 48. eel, 49. wis, 50. Ems» 51. ets, 52. alt, 54. mok, 57. eis, 61. nog, 63. a.i., 64. Eem, 65. toe, 66. pa, 67. al, 69. koppel, 70. ste, 72. Ada, 73. Agatha, 75. ijk, 76. St., 79. oneer, 80. Ina, 81. ba, 82. solo, 83. es, 85. ne, 86. stijf, 87. men, 89. die, 90. eng, 93. Oka. Oplossingen tot en met Donderdag a.s. Op de enveloppe „Puzzle" ver melden. Een sigarettenkoker, sieraad en boek zijn beschikbaar. De taart is gewonnen door de wed. Tetteroo, Stationsstraat 173, Zoeter- meer; jjet sieraad is voor mevr. Zandvliet, Toussaintkade 29, Leiden; P. v. d. Meer, Noordbuurtseweg 11, Zoeterwoude, het boek. Aetherklanken ZONDAG. HILVERSUM I, 402 m. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.30 IKOR. 12.00 AVRO. 17.00 VPRO. 17.30 VARA. 20.00—24.00 AVRO. 8.00 Nieuws en weerber 8.18 Orgel, harp, viool en zang. 8.50 Voor net platteland. 9.00 Sportmeded. 9.05 Gram. met toelichting. 9.45 „Geeste lijk leven", caus. 10.00 Voor de jeugd. 10.30 Kerkdienst. 12.00 Opening v. d. West-Indië week. 12.05 Lichte muz. 12.35 Even afrekenen, Heren! 12.45 Wereldkamp. hardrijden op de schaats. 13.00 Nieuws. 13.05 Mcded. of gram. 13.10 Verz. progr. v. d. sold. 14.00 Boekbespr. 14.20 Disco-ceus. 15.00 Gram. (15.15—15.30 Wereld- kamp. hardrijden op de schaats). 10.05 Gram. 16.30 Sportrevue. 17.00 Gesprekken met luisteraars. 17.20 Van het Kerkelijk Erf, caus. 17.30 Voor de jeugd. 17.50 Sportjourn. 18.15 Nieuws en sportuitsl. 18.30 Amus. muz. 19.00 Radiolympus. 19.30 Cabaret. 20.00 Nieuws. 20.05 Journ. 20 15 Lichte muz. 20.45 Cabaret. 21.30 Gram. 22.15 Literaire caus. 22.30 Ho bo en piano. 23.00 Nieuws. 23.15 Rep. 23.30—24.00 Gram. HILVERSUM II, 298 m. 8.00 NCRV. 8.30 IKOR. 9.30 KRO. 17.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO. 8.00 Nieuws en weerber. 8.15 Or- gelconc. 8.30 Vroegdienst. 9.30 Nieuws. 9.45 Gram. 9.55 Hoogmis. 11 30 Gram. 11.45 Strijkork. en solis te 12.20 Apologie. 12.40 Gram. 12.55 „Hoe wordt de Katholieke Kerk be stuurd?", caus. 13.00 Nieuws en Kath. nieuws. 13.10 Lunchconc. 13.40 Boek bespr. 13.55 Gram. 14.00 Voor de jeugd. 14.30 Concertgebomvork. en soliste. 15.20, Gram. 15.30 „Weten schap en- leven", caus. 15.40 Gram. 16.10 „Katholiek Thuisfront overal!" 16.15 Sport. 16.30 Vespers. 17.00 Bap tistenkerkdienst. 18.30 Volksliederen. 18.45 Kerkelijk nieuws. 18.50 Gram. 13.55 Boekbespr. 19.10 Solistehconc. 10.30 „Waarheid en verbeelding rond om het Nieuwe Testament",' caus. 19.45 Nieuws. 20.00 Cabaret. 20.40 Rep. 20.55 De gewone man. 21.00 Symph. ork., koren en sol. 21.30 „De laatste dagen van Pompeji'", hoorsp. 22.15 StrUkoctet. 22.40 „Het Getui genis over Christus", caus. Hierna: Avondgebed en liturg, kal. 23.00 Nieuws. 23.15 Viool en piano, 23.40 24.00 Grafn. MAANDAG. HILVERSUM I, 402 m. 7.0024.00 AVRO. 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gram. 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. i.30 Voor de vrouw. 9.35 Waterst. 9.40 Morgenwijding. 10.00 Gram. 11.00 Voor de vrouw. 11.15 Gram. 11.45 Voordr. 12.00 Lichte muz. 12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33 In 't spionnetje. 12.38 Hammondorgelspel. 13.00 Nieuws. 13.15 Meded. of Gram. 13.20 Metropole-ork, 13.55 Koersen. 14.00 „Onze tijd in licht en donker", caus. 14.20 Pianoduo. 14.50 Hersen- gym. 15.10 Promenade-ork. 15.50 Het Spectrum. 16.15 Gram. 17.30 Voor de jeugd. 17.45 Gram. 17.50 Mil. comm. 13.00 Nieuws. 18.15 Carnavalsliedjes. 1C.45 Voor de jeugd. 19.00 Lichte muz. 19.15 Pianorecital. 19.45 Re^e- ringsuitz.: Landb. rubr.: „Kwaliteits verbetering van de varkensstapel" door ir. Y. Kroes. 20.00 Nieuws. 20.05 Radioscoop. 22.50 „Goede moed", caus. 23.00 Nieuws. 23.1524.00 Gra- mofoonmuziek. HILVERSUM II, 298 m. 7.0024.00 NCRV. 7.00 Nieuws en S.O.S.-ber. 7.10 „Een vaste Burcht". 7.13 Gewijde muz. 7.30 Gram. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws en weerber. 8.15 Sportuitsl. 8.25 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9.35 Mastklimmen. 10.05 Gram. 10.30 Morgendienst 11.00 Gram. 11.20 Ge- var. muz. 12.25 Voor boer en tuinder. 12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33 Gram. en act. 13.00 Nieuws. 13.15 Meisjeskoor. 13.40 Gram. 14.05 Schoolradio. 14.30 Gram. 14.45 Voor de vrouw. 15.15 Harpspel. 15.35 Gra- mofoonmuz. 16.00 Bijbellezing. 16.30 Strijkkwart. 17.00 Voor de kleuters. 17.15 Voor de jeugd. 17.30 Gram. 17.40 Beursber. 17.45 Regeringsuitz.: Rijksdelen Overzee: K. de Boer: „So ciale opbouw in Nieuw Guinea". 13.00 Vrouwenkoor. 18.20 Sport. 18.30 Gram. 18.40 Engelse les. 19.00 Nieuws en weerber. 19.10 Orgelconc. 19.30 „Volk en Staat", caus. 19.45 Blaas- muz. 20.00 Radiokrant. 20.20 Koor zang. 20.40 „Werkers in Nieuw Gui nea", hoorsp. 21.40 Gram. 22.00 Lich te muz. 22.20 Gram. 22.45 Avond overdenking. 23.00 Nieuws. 23.15 24.00 Gram. Zielig. De harmonicaspeler op de brug had sinds enkele dagen een doek om zijn hoofd en dat maakte mevrouw Pieterse nieuwsg'erig. Ze ging naar hem toe en informeerde: „Heb je kiespijn?" „Nee, geen sprake van", antwoord de de man. „Ik speel echter maar één deuntje en ik heb er zelf genoeg van, om er naar te luisteren." Schots. Een schot belde zijn sla ger op en bestelde voor een dub beltje beentjes voor de poes. Onge veer een kwartier later beelde hij de slager weer op. „Zeg", zei hij, „laat mijn bestel ling maar vervallen. Mijn poes heeft een muis gevangen". Grapjas. Hij (in volle tram): „Heeft een van de dames of hereli misschien een stapeltje bankbiljet ten verloren met een elastiekje er om?" Tien stemmen tegelijk: „Ja, ik!" Hy: „Nou, dan heb ik het elastiek je gevonden." Ook wat. Hij: „Wat al weer V. nieuwe japon? Zeg, waar moet ik het geld vandaan halen?" Zij: „Ja, ben je nu helemaal tach tig! Ik ben niet met je getrouwd, om financiële adviezen te geven". Middel. „Zeg dirigent, kunt U het Wilhelmus nog één keer spelen?" „Waarom meneer?" „Nou, de mijnheer naast me zit op mijn hoed". Verschrikkelijk. „Mijn vrouw heeft een verschrikkelijk geheugen!" „Vergeet ze alles?" „Nee, ze onthoudt alles." Dat nooit. Huisbaas: „U hebt nu a' in zes maanden geen huur betaald! U moet maar eens naar een andere woning uitzien!" Huurder: „U in de steek laten. En zonder te betalen! Dat nooit!" Ridder. Dame: „Pardon mijn heer, U staat op mijn eksteroog!" Heer: „Neem me niet kwalijk da me, ik had hem nog niet gezien." Definitie. Jongetje: „Vader, wat is eigenlijk psychologisch advies?" Vader: „Dat is geWoon goede raad, gekleed in een zwart jasje en een gestreepte broek." Boekenbeurs. Schrijver: „Zo, in teresseert U zich voor boeken. Als ik U vragen mag, welke twee boeken speelden de belangrijkste rol in Uw leven?" Bezoeker: „Het kookboek van mijn vrouw en het chèqueboek van mijn schoonvader." Carnaval. „Zeghik moet je 'ns raden, wat ik in m'n hand heb...." „Een paard!" „Das gemeenik.... je hebt gekeken." Prof. „Knippen of scheren, mijn heer?" „Wel verdraaid, zit ik bij de kap per? Ik daoht, dat ik in de bioscoop was." Verschil. Beklaagde: „Ik was niet dronken. Ik was alleen maar aangeschoten." Rechter: „Dat is een groot ver schil, inderdaad. Ik wilde U eerst twee weken geven, maar nu krijgt U veertien dagen". Dan niet. Dame: „Is mevrouw thuis?" Dienstbode: „Als u een wrat ach ter uw oor hebt niet". „Oh, juffrouw Lize, "ik zou U bijna niet meer herkennen. U bent zo ver anderd!" „In mijn voor- of nadeel?" „Hoe kunt U dat vragen? U kon toch alleen maar in Uw voordeel ver anderen!" De kinderen van de „Hongerburcht" (Vervolgverhaal door Tineke) „Zal ik strakjes verder vertellen kin- ders?" vroeg tante Mechtildus aan^ de twee. die ademloos toegeluisterd hadden. „Hé nee tante. Toe vertel nu alles af" „Heeft het meisje nog geofferd?" Nu luisteren jullie dan maar verder: „Het was op die volgende Zondagmor gen nog drukker dan de vorige week. Van heinde en ver waren nu ook de Christenen gekomen om het heldhaftige meisje te kunnen aanschouwen en om getuige te zijn van haar groot geloof. Nu is het meisje gekleed in een lang wit gewaad met een klimoprank om de slapen. Ze gaat immers op naar haar he melse Bruidegom. Iedereen houdt de adem in als het bevel tot offeren uit de mond van de afgodenpriester weerklinkt. Met luide vaste 6tem hoort men: „Ik geloof alleen in den Eenen God in drie Goddelijke Personen. Geloofd zij Jezus Christus" en ze breidt haar armen uit als om zich over te geven. Zij weet nog niet welke straf haar wacht maar als één van de krijgslieden haar wijst op het monster dat loerend achter de tralies zit, heft ze onverschrokken het hoofd op. Iedereen, zelfs de soldaten die haar moeten bewaken, heeft medelijden met haar. De opkomende zon kleurt haar blonde haren, die golvend om haar schouders vallen, als goud. De reine blauwe ogen zien al vol verlangen naar omhoog, naar Jezus, die zo aanstonds haar zal omarmen en waar ze haar ouders weet, die al verlangend naar hun kind uitzien. Grimmig kijkt de hoofdman van de heidenen toe, hoe alles voor het offer in gereedheid gebracht wordt en zijn ogen spieden naar het „arme kind" dat straks wel zal gehoorzamen als ze de draak zal zien. Op zijn bevel treden enige mannen de stenen trap af, die naar het hol van het monster voert en ze beginnen met hun lansen hem te sarren. Daar komt beweging in het logge lichaam. De grote bolronde ogen draaien in hun kassen ter wijl het monster de bek wijd open spert. Een gorgelend geluid uit zijn keel doet de hele berg schudden en iedereen kijkt huiverend naar de rij scherpe tanden en de zwarte tong die nu zichtbaar wor den. Moeders halen hun kinderen stevig naar zich toe. uit angst dat het monster zal kunnen ontsnappen. Maar geen nood want de ijzeren spijlen zijn sterk genoeg. Zelfs de afgodenpriesters staan te rillen bij het zien van zulk een monster. Alleen 'het meisje staat onverschrokken te kij ken in de vurige muil. Nog even zal het duren en dan zullen de soldaten haar door de tralies gooien en zal het uitge hongerde monster zich te goed doen aan haar lichaam. Nu treedt de opperpriester on haar toe Alle ogen zijn op haar ger'cht. „Mijn kind", klinkt het uit zijn mond, „wees nu verstandig, je bent nog zo jong en zo rijk, je mag kiezen wat je maar wil, al zou je prinses willen worden over dit land, we zullen je alles geven, ontsteek deze lont voor het offer dat ge reed gemaakt is". De Bisschop, zijn helpers en bekeer lingen liggen geknield op de stenen grond voor haar te bidden. Het monster dat ongeduldig op zijn prooi wacht be gint zich te roeren. Hij gaat op zijn staart staan en steunt met het logge li chaam tegen de tralies, terwijl een ver vaarlijk gebrul weerkaatst wordt door de bergwanden. „Ik ben een Christen en geloof alleen in mijn God die in de Hemel woont. Ik weiger te offeren". Duidelijk hebben deze woorden ge klonken in de gespannen sfeer. Moeders vallen op de grond en wenen, maar de afgodenpriesters hebben nu geen geduld meer. Ze bevelen aan een paar lans knechten, het meisje op te pakken, naar beneden te dragen en tussen de tralies te gooien. Het volk buigt zich naar omlaag, daar waar de draak op zijn prooi wacht. Iedereen, vriend en vijand huivert. De kleine martelares voelt zich opge nomen. Ze heeft de handen op de borst gekruist en terwijl haar lippen zeggen: „Geloofd zij Jezus Christus", wordt ze voor de draak gegooid. Nog nooit hadden de mensen het mon ster van zo nabij gezien. Altijd hield het zich schuil in dc donkerste van de spe lonk maar numet volle lengte werpt de draak zich op het arme slachtoffer. Zodra echter zijn ene klauw het meisje wil raken, valt hij verlamd ter neer. Het logge lichaam stort met een vreselijke op de rug en uit zijn gorgelende komen onheilspellende klanken die de omtrek met vrees vervullen, 't Is de doodstrijd van het monster. Achter de tralies staat ongedeerd en glimlachend, nog steeds de handen gevouwen, de jeug dige heldin. De Christenen zien wat er gebeurd is: een wonder en onder de kreet: „Ge loofd zij Jezus Christus", stormen zij naar beneden om met hun lansen en speren de „heilige" draak, dood te steken en de moedige Christin te verlossen en op hun schouders in triomf naar het kas teel te brengen. Vele heidenen gingen nu de ogen open. Ze beseften dat de afgodendienst waar deloos was en lieten zich onderrichten in het ware geloof. Hé, hé, tante Mechtildus was er moe van geworden Zo'n lange vertelling en de kinderen vergaten helemaal verder te vragen, zo waren ze nog onder de in druk. 't Bleef even stil, terwijl de boot langzaam verder voer. „Ivo, zijn we al voorbij de „Muizen toren"? vroeg tante opeens. „Ja, jonkvrouw Mechtildus, we zijn er nog niet zo lang geleden voorbij geva ren". „Nou, op de terugweg vertel ik jullie nog de gesch:edimis van de „Mu'zento- ren" en dan is het voor vandaag weer genoeg". „Kijk kinderen, daar komt de Dra- chenfels in zicht, daar stappen we uit en dan kunnen jullie de berg een van alle kanten bekijken", zei vrouwe Caroline, die ook met belangstelling naar het haar zo bekende verhaal geluisterd had. Ivo stuurde in de goede richting. Hij legde het bootje stevig vast en hielp de dames uitstappen. De berg was begroeid met druiven- planten. Op sommige laatsen waren de planten zó geleid, dat ze een erepoort vormden, waaronderdoor de mensen kon den lopen. Voor de kinderen begon het verhaal hier te leven. „Zou het altaar hier gestaan hebben?" „Zou de draak daar tussen de spleten gezeten hebben?" „Staat het kasteel van de Christen edelman er nog?" „Jullie begrijpen nu zeker wel, waar om de wijn van deze berg „Drakenbloed" heet hé?" vroeg Ivo nu, die wel een beetje dorst gekregen had. Ze zochten een beschaduwd plekje op, met het uitzicht op de Rijn. De mand met brood en lekkers werd uitgepakt, terwijl Ivo er op uitgestuurd werd om een kan Drakenbloed te kopen. In de tinnen bekers, die ze meegenomen had den, genoten ze van de edele wijn. Wordt vervolgd. OPLOSSING VAN HET VORIGE RAADSEL Volendam. De woordjes waren: boven brood, palet, Ineke, manen, adder, kraan ramen. Na loting heeft Jaap Langeveld, Hee- reweg 307, Lisse het boek gewonnen. NIEUWE RAADSELS I Altijd loop ik in 't rond. Van 's morgens vroeg tot in de avondstond Ik ga niet hard en ook niet vlug. En kom steeds op hetzelfde plekje terug. Een heel klein vriendje heb ik naast me staan. Maar die kan alleen maar langzaam gaan Je weet nu vast en zeker al Wie of ik wel wezen zal II In een spreekwoord reis ik door het land. Een heer, die groet, heeft mij trouw in de hand. Met feest ben ik wel van papier, Dan heeft men vast met mij plezier De kleuters zingen' een liedje van mij. Soms heet ik ook wel „hoge zlje". Je moet nu gauw maar schrijven gaan Hoe of is mijn ware naam. III Wat weegt zwaarder: een kilo wol^f een kilo ijzer? De oplossingen moeten ingestuurd wor den vóór 25 Februari aan het -adres: Tante Jo en Oom Toon, Krantentuln van de Leldse Courant, Papengracht, Leiden. We hebben nog een mooi poppenmeu- iblementje en voor de groten een boek. Correspondentie Siem Zandbergen, Leiden heeft een versje gemaakt over: SCHAATSENRIJDEN Kijk die twee eens heerlijk rijden, Fijn zo over het ijs te glijden De schaatsen stevig aan mijn schoenen. Anders moet ik de Ijsbaan zoenen. Het is vallen, het is een gaan. Het is meer kruipen, dan rechtop staan. Ook de baan veeg ik soms aan. Met mijn broek, wel te verstaan. Maar al val ik honderd keren, Schaatsenrijden wil ik leren! Op zij, op' zij, geef mij ruim baan. Daar kom ik op mijn schaatsen aan. Corrie Duits, Alphen. Ook al zo blij Corrie met de gewonnen prijs; maar dat was ook niet mis, zo'n mooie étui. Ge bruik hem maar goed: Dag Corrie, fijn dat je ook een verhaaltje gaat maken. Ida v. d. Broek, Abbenes, Haarlem mermeer. Jij wou zo graag een prijsje winnen, maar je, niet iedereen is geluk kig. Misschien de volgende keer. Wie weet? Corrie v. d. Meer, Zoetermeer. Nu het verhaaltje vau jou zo echt gebeurd is, krijgt het zeker een plaatsje. EEN KERSTKINDJE Vorig jaar hadden ze bij mijn oom en tante een kindje gekregen, haar nam was Willy, maar acht weken later heeft O.L. Heer haar weer in de hemel gehaald. Wat waren oom en tante bedroefd. Ze hadden nu nog maar één dochtertje en dat heette Corrie. Ze wordt in Februari drie jaar. 't Is een lief meisje. Nu hebben ze weer op le Kerstdag een kindje ge kregen en het heet weer Willy, 't Is dus een kerstkindje. Wat, waren oom en tan te en Corrie blij. Misschien mag ik er eens gauw heen gaan. 't Is niet zo ver. Een kwartier fietsen. Bertle Weyermans, Oegstgeest. Jongen, wat een mooi rapport. Ben jij zo'n bol leboos in rekenen. Blijf maar je best doen. Groeten ook aan Hans. Thea Hoogervorst, Ter Aar vertelt ons iets over haar lief zusje MIJN KLEIN ZUSJE Mijn kleine zusje heet Paulientje. Ze doet niets liever dan grapjes maken. Eens mocht ik haar naar bed brengen. Toen moest ze onder en daarmee bedoelde ze: onder de dekens. Ik stopte haar lekker onder en ging weg. Nauwelijks was ik bij de deur of ze riep ineens: roekedokoe en toen was ze weer boven de dekens. Weer heb ik haar toegedekt, maar ze deed het weer. Genia en Philip begonnen te la chen. Toen ben ik maar naar beneden gegaan en heb het de anderen verteld. Tinebe en Gerda Duindam, Leiden. Leuk hé dat jullie een prijsje hadden. Dat zie je maar weer, kinderen die ge regeld mee doen winnen heus wel eens wat Aardig postpapier hebben jullie. Fijn hé die sneeuw. Hebben jullie een fijne glijbaan gemaakt? Groetjes aan al lemaal thuis. Het beloofde verhaaltje komt zeker gauw. Jaap v. Zaal, Zoeterwoude. Die Jaap toch! Voor de eerste keer meedoen en meteen al een versje gemaakt. Zal ik het de andere kinderen eens laten ho ren? ONS POESJE Wij hebben thuis een poes 't Is een reuze snoes. Moortje is zijn naam. Hy krabbelt soms wel aan het raam Hij vangt ook wel eens een dier. Wij hebben dan heel veel plezier. Thea Pieterse, Kapteynstraat, Leiden. Weer een nieuw nichtje, dat de eerste keer de beste al een verhaaltje instuurt. Dat papa een beetje geholpen heeft is helemaal niet erg. Hier komt Thea ver tellen over: HET CADEAU VAN JAN Jan was in huis en dacht na, wat hij moeder voor haar verjaardag zou geven. Ha, eindelijk wist hij iets. Hij liep de deur uit en ging naar het bos. Het was niet zo ver. Na een paar minuutjes was hij er al. Hij keek eens goed rond en daar zag hij al wat. Jan liep er naar toe; het waren mooie rijpe bramen. Hij pluk te er een zakje vol en liep toen gauw naar huis. Moeder was boven. Morgen was ze jarig op Zondag. Jan legde voor zichtig het zakje heel achter in de kast. Toen ging hij lezen. Moeder kwam naar beneden. Ze wist wel dat hij weg ge weest was, want dat had Jan eerst ge vraagd en Moe vond het goed. „Ik ben benieuwd Jan, wat je voor mijn verjaardag geeft", zei moe. Maar Jan zei niets. Toen het avond was ging hij naar bed. Al gauw droomde hij van Moeders verjaardag. Toen hij de volgende morgen eindelijk beneden mocht komen, gaf hij het zakje met de heeflijke bramen aan moeder. „Dank je wel, hoor Jan", zei moe blij, „dat vind ik fijn. We gaan nu heerlijk eten van die lekkere bramen. Ik vind het een mooi cadeau.' Nico Wortman, Noordwljk. Gelukkig dat de prijs zo erg naar je zin was. Hoe kwam dat, dat je de rechterarm gebro ken hebt? Was het soms door de gladde straten? Fijn dat het weer genezen is en nu maar voorzichtig zyn. Dag Nico, ook een groet aan je tweelingbroertje. De volgende week begin ik eerst met de hele derde klas uit Rijpwetering. Dag allemaal. TANTE JO EN OOM TOON

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1955 | | pagina 12