9 japen stneöen óe öappepe qnieken op 6e tpojaanse stpanöen om helena uit het Lanö öep klassieken, óat eeuwiq qpoeit en qcoen is De blinde Homerus dichtte 30 eeuwen geleden een versdat thans nog millioenen mensen ontroert DE LETDSE COURANT JTENS, HEEL LANG GELEDENzo moet het verhaal beginnen, W dat wij willen vertellen, als een sprookje. Want het is ouder dan de sprookjes en tevens het mooiste, dat ooit verteld is. Eens, heel lang geleden, leefden op de ontelbare eilandjes, die zich samendringen rond de Griekse kust, kleine zelfstandige koninkjes. Hun rijkjes waren niet groot en hun onderdanen niet zeer talrijk, maar zij waren edel en minden de vrijheid boven alles. Hun dagelijkse arbeid be stond uit het bebouwen der akkers, de jacht in hun wouden en het recht spreken over hun volk. Maar als van een hunner de vrijheid werd belaagd, maakten zij hun boten gereed en trokken ten strijde, want trouw was een deugd, die voor hen plicht was. De twee eerste strophen, geplaatst in deze beschrijving het afscheid van Andromache en de teruggave van het lijk van Hector heb ben wij ontleend aan het boekwerk van prof. Schwartz: „Barnsteen", een uitgave van Else vier, waarin de Nijmeegse professor een bui tengewoon treffende vertaling van een bloem lezing uit de klassieken geeft. Inmiddels was de strijd niet tot een einde gekomen. Wel had de held der Grieken gewonnen, maar de Tro- janen weigerden zich op genade of ongenade aan hen over te geven en hielden de poorten der stad gesloten. Hier had de vloot gelegen, daar had de [strijd gewoed. En over het godengeschenk, het verderfelijke, [is ieder verbaasd, en vol ontzag kijkt men naar het grote paard, dat tot de ondergang van Troje, gevoerd [werd naar de burcht. Toen namen de Grieken hun toevlucht tot de be roemde list. Zij bouwden een enorm groot houten paard, het beruchte „Paard van Troje" en zetten dat na het 's nachts heimelijk gevuld te hebben met dappere mannen op het strand, waarna ze schepen in het water trokken en Troje verlieten. Groot was de vreugde van de benarde Trojanen, die de slag gewonnen waanden. Zij openden de poorten en stroomden uit over het strand, dat negen lange jaren het toneel van zo bittere strijd geweest was. Toen zij het houten paard vonden, stonden ze even in twijfel wat te doen. Een grote groep wilde dit Griekse zegeteken als buit binnen de muren halen, maar enkelen waarschuwden en waren bevreesd voor een Griekse list. Toen echter een achtergebleven Griek krijgsgevan gene werd gemaakt en deze vertelde, dat het paard een kostbaar oorlogstrophee van de Grieken was, waarvan ze het verlies zeer zouden betreuren, werd het paard van Troje juichend binnen de vesting ge bracht. In het nachtelijk duister, toen de Trojanen feestens moe terneer lagen, kwamen de Griekse helden uit het paard en openden de stadspoorten voor het in stilte teruggekeerde Griekse leger. Een vreselijke slag ontstond, die de gehele nacht duurde, maar toen de morgen aanbrak stond Troje in brand en werd het laatste gevecht voor de troon van de ongelukkige koning Priamos gevoerd. De stad werd met de grond gelijk gemaakt en wie -niet wist te vluchten, viel onder de woedende handen van de wraakzuchtige Grieken. f\E ONDERGANG van Troje. Reeds eeuwen heeft de wereld het gedicht van de blinde Homerus gelezen en duizenden dichters heb ben aan dit verhaal hun inspiratie ontleend. Vondel verplaatst in zijn „Gijsbrecht van Amstel" de slag om Troje naar Amsterdam en maakte er zijn onvergetelijk Kerstspel van. Wij leven in een nuchtere tijd en we hebben in de jaren, die volgden op de schepping van dit weergaloze gedicht de Olympus beklommen. Wij weten nu, dat op de top van de Olympus, die door nevels bedekt wordt, geen goden wonen en wij weten nu, dat het verhaal nooit gebeurd kan zijn, zoals de blinde zanger het ons verhaalde. Maar de slag om Troje is een verhaal voor volwas senen, die nog kind kunnen zijn. Niet met het verstand, maar met het hart moet men de vele Griekse vorstjes volgen naar de blonde stran den van Troje, en dan is het niet vreemd, als de vader der goden met zijn machtige hand plotseling een zware wolk opzij schuift om te zien, hoe de mensen op aarde het maken. Dan zal het hart na al die eeuwen nog vol bewonde ring een slag sneller kloppen voor al die helden, die daar negen jaren lang om een schone vrouw een ver bitterde strijd vochten. Dan zullen we mede-lijden met de arme Helena, wan neer ze op de tinnen van Troje naar het Griekse leger kijkt en daar al de vrienden ziet, die voor haar hun leven veil hebben. Dan zullen we juichen met de Grieken, wanneer ze Helena in triomph aan Menelaos terug kunnen geven en ons hart zal breken bij het leed van de schone Andromache, die zo intens gelukkig was met haar dappere Hector en die na de slag als slavin naar een Grieks eilandje wordt gevoerd. Dan zullen wij vol ontroering met de blinde dichter roepen: Bezing, o Muze, de strijd LOUIS SINNER. In die lang vervlogen tijd, toen dit drama geschiedde, werd de hoge Griekse Olympus nog bewoond door goden. Deze goden, die zich meestal bezighielden met feest maaltijden en onderlinge kibbelpartijtjes, zagen de Griekse vloot naar Troje varen en gingen zich daad werkelijk met deze strijd der mensen bemoeien. De vader der goden, Zeus, en zijn zuster Hera trok ken partij voor de Grieken, maar de god van water en wind, Poseidon, koos de zijde der Trojanen. De uitslag van dit tweegevecht stond van te voren al vast, want de goden op de Olympus hadden reeds een beslissing genomen en Hector zou sterven. Hector wist dit, vóór hij ten strijde trok, maar de eer van Troje gebood hem de kansloze strijd te strijden. Hoog op de tinnen van het bedreigde Troje keek hij neer over het gele strand, waar hij weldra de dood zou vinden en terwijl zijn ziel verscheurd werd door een brandend leed, omdat hij van het leven afscheid moest nemen, kwam zijn zielsbedroefde vrouw Andromache bij hem. Hij probeerde zijn jonge vrouw te troosten, maar Andromache kende het lot van haar dappere man en vluchtte met haar zoontje het huis binnen, toen het gevecht begon, opdat ze geen getuige behoefde te zijn van de dood van haar man. Hij riep slavinnen en gaf last het lijk te wassen en te zalven, ver van daar, opdat niet Priamos zijn zoon zou zien en bij de aanblik van zijn kind zijn toom niet meester bleef in zijn gepijnigd hart. Dan vreesde Achilles, dat zijn eigen drift ontvlammen zou en hij de oude man zou doden en zou schenden Zeus' gebod. VELE UREN DUURDE het gevecht van de twee eenzame mannen op het -wijde strand voor Troje. Uit het Griekse en Trojaanse kamp bezag men de strijd in uiterste spanning, want de afloop zou beslis sen over het lot van de legers; deze strijd zou hen tot heersers of slaven maken. Eerst tegen de avond kwam de strijd tot een einde; een machtige speerstoot van Achilles drong door het bronzen harnas van Hector en dodelijk getroffen stortte de Trojaanse héld ter aarde. Dronken van vreugde bond de overwinnaar de ver slagen vijand aan zijn zegewagen en sleurde hem over het strand naar zijn tent, waar hij de gedode Hector twaalf dagen als overwinningstrophee tentoonstelde. Toen echter grepen de goden van de Olympus weer in. Dit was een smaad, die de dappere Hector niet ver diend had en toen op de twaalfde dag de diepbedroefde koning Priamos, de vader van Hector, in het nachtelijk duister naar de tent van Achilles kwam om 't lichaam van zijn zoon te vragen, werd het hart van Achilles door een diep medelijden bewogen en legde hij het lijk van Hector, met alle praal aan een gestorven held verplicht, op 'skonings wagen. LJET IS ONBEKEND, wanneer deze geschiedenis be gint, maar 3000 jaren geleden heeft een blinde zanger er een gedicht van gemaakt, dat door alle eeuwen heen als een der schoonste scheppingen be schouwd is en dat thans nog dagelijks millioenen ontroert. De blinde Homerus vertelde 1000 jaren voor Chris tus, hoe op een van die vele kleine eilandjes een won derschone vrouw woonde, Helena, die gehuwd was met prins Menelaos. De schoonheid van Helena was over alle eilandjes bekend en de Trojaanse koningszoon Paris werd zo verliefd op haar, dat hij op zekere dag een van zijn schepen uitrustte en de schone Helena schaakte. Diep bedroefd bleef Menelaos op Lacedaemon ach ter, maar de andere vorsten, die van zijn leed hoorden, rustten hun boten uit, teneinde de schone Helena naar de beroofde Menelaos terug te voeren. Achilles, wiens moeder van de goden zijn onkwets baarheid verkregen had, door hem als knaapje in een heilige rivier onder te dompelen. Slechts zijn hiel, waarbij z'n moeder hem vasthield, kwam niet in aan raking met het heilige water en vormde dus de enige kwetsbare plek op zijn lichaam. Deze Achilles nu zou uit het kamp der Grieken tre den om het tweegevecht tegen de moedigste Trojaan te voeren en uit het kamp van Troje kwam naar voren Hector, de broer van Paris, die door de roof van Helena de rampzalige strijd had doen ontbranden. Toen de Grieken op het Trojaanse strand aankwa men, vonden zij daar een hecht verdedigde stad, die zij eerst na 9 jaren zware strijd zouden bemachtigen. Negen lange jaren vochten de Grieken en de Trojanen een vreselijke strijd op de stranden van Troje. Het was een edel gevecht van zwaardvechters en boogschutters, waarin de ridderlijkheid een eerste ver eiste was, maar waar ook de meest sluwe listen bedacht werden om de tegenstander te overmeesteren. Gedurende het merendeel van deze negen jaren, bleef de strijd onbeslist. Dikwijls hadden de Grieken met de steun van Zeus en Hera de overhand, maar dik wijls ook kwam de god van wind en water de Tro janen te hulp en leden de Grieken bloedige verliezen. Ach, Hector, gij zijt mij een vader, gij een dierbre moeder, gij een broeder, gij mijn jeugdige echtgenoot, die ik bemin. Heb deernis en blijf op' het bolwerk hier. Maak niet mij tot uw weduwe, maak niet Uw kind tot wees OM EEN EINDE te maken aan de krijg, besloten de strijdende partijen tenslotte, dat de grootste held van de Trojanen in een tweegevecht de dapperste der Grieken zou bestrijden. De uitslag van dit gevecht zou de beslissing van de grote slag brengen. Nu leefde er in het kamp der Grieken de held De blinde zanger Homerus, zoals de Griekse kunstenaars hem hebben voorgesteld. In de tijd, toen de slag om Troje gevoerd werd, zou een fototoestel ongetwijfeld op de Trojanen nog meer indruk gemaakt hebben, dan het beroemde paard. Deze foto's zijn dan ook niet „authentiek" maar een filmmaatschappij is momenteel bezig het verhaal van deze glorievolle strijd op de gevoelige plaat vast te leggen. De beide opna men van het Paard van Troje zijn opnamen van deze film.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 16