HET NOORDERLICHT
(BRACHT BEVRIJDING)
APENLIEFDE
ZATERDAG 18 DECEMBER 1954
DE LEIDSE COURANT
VIERDE BLAD - PAGINA 1
DEARL VOND DE MAN, juist, waar
Job gezegd had, dat hij zou zijn.
Hij stond aan de rand van het bos en
ikeek zwijgend naar de ondergaande
tzon. Hij was in jagerscostume en leek
•ongeveer 25 jaar te zijn; een geweer
ihing onverschillig langs zijn lichaam
omlaag.
Pearl vond, dat zijn gezicht pret
tig was; maar ze kon zich voorstel
den, dat iemand, die hem kwaad ge
maakt had, er anders over zou den-
iken.
Zijn ogen waren edhter in lijn
rechte tegenspraak met het geweer,
(dat hem iets dreigends gaf.
Even keken ze elkaar aan; niet
vriendelijk en niet onvriendelijk; er
v/as een zekere afwachting, verken
ning in beider blik.
„Job laat vragen, of je een hond
voor hem wil neerschieten!", zei
Pearl.
Hij antwoordde niet direct, maar
ikeek haar met zo'n onverholen be
langstelling aan, dat ze zich voelde
blozen.
„Wat is er aan de hand met de
hond?", vroeg hij tenslotte.
„Job zegt, dat hij er alleen maar
Hast van heeft."
Hij bleef weer een hele poos naar
haar kijken, zodat het onbehagelijke
Igevoel bij Pearl groeide.
Toen hij weer sprak, leek het als
of er nog niets tussen hen gezegd
iwas:
„Wie is Job?"
„Job is mijn vader.... dat is te
zeggen
Pearl stond verbaasd over zichzelf.
Altijd had ze de netelige kwestie ver
borgen gehouden. Ze had er mee ge-
tobt als ze alleen was, maar nooit
had ze zich laten verleiden er met
anderen over te spreken en deze man,
die ze nog nooit ontmoet had, deed
haar bijna het geheim verraden.
Toen ze hem aankeek, wist ze, dat
ze het vertellen moest.
„Job voedde ons op toen vader
stierf', zei ze, toch nog een beetje
onwillig, „Job en Else".
„Wie zijn wij?"
Pearl zou hem graag verteld heb
ben zich met z'n eigen zaken te be
moeien. Maar ze zei het niet. Dat was
een van de oorzaken, die haar de
grootste narigheid in haar leven zou
brengen, vertelde haar zusje altijd,
Pearl was altijd vol goede plannen,
maar ze miste de moed om ze uit te
voeren.
„Ik heb een zuster." Ze besloot
hem niet te vertellen, dat deze Tats
heette, want anders moest ze hem nog
(uitleggen, waarom ze zo genoemd
werd; die man was tot alles in staat!
„Ziet die er even aardig uit als
jij?"
„Je kunt je belangstelling beter
bewaren", zei Pearl koel, terwijl ze
zich omkeerde on; naar huis te gaan,
„ze is pas 15."
T\E MAN IN HET JAGERSCOS-
TIJME sprong overeind: „Het was
helemaal niet m'n bedoeling om on
plezierig te zijn," hoorde ze hem zeg
gen. „Ik wilde alleen, maar kennis
met je maken en de manier is mis
schien een beetje ongebruikelijk ge-
iweest."
Pearl zou niet gebleven zijn, als
ze niet in zijn ogen gekeken had,
die zo ontv/apend en onschuldig ston
den, dat ze plotseling de zekerheid
had, dat hij meende, wat hij zei.
Maar aan de andere kant was ze
een beetje bang voor hem; je kreeg
met het gevoel of je een muis was en
hij een grote kat.
„Je houdt er zeker wel van om
meisjes te plagen!", zei Pearl.
„Soms", gaf hij met een open glim
lach toe. „Een jongen leert een meis
je stukken beter kennen, als hij haar
een beetje kwaad gezien heeft."
Hij lachte nu hard-op en vroeg na
een poosje: „Wat wil je worden, als
je groot bent?"
Als ze groot was!
Ze was 21!
Ze dacht even na en meende toen
een antwoord gevonden te hebben,
dat hem volledig zou afbluffen: „Een
oude vrijster!"
Tegelijkertijd dacht ze bitter: Ik
zal nog gelijk krijgen ook; een van
de in de dienst vergrijsde leden van
Jobs personeel die geen ander levens
devies meer kent dan: zaken, plicht
en werk!
„Vertel me de waarheid?", vroeg
hij vriendelijk
„Dat deed ik!"; haar stem was nu
bepaald bitter
IJIJ KEEK HAAR LANG AAN met
*^iets van medelijden in zijn ogen
Zonder zijn blik af te wenden, greep
hij zijn pijp en begon die te stoppen
ruit een vetlederen tabakszak, ge
vuld met welriekende Engelse tabak.
Zijn bewegingen waren niet over
haast, maar doelbewust.
Zij keek hem aan met een onzekere
blik. Wat wist ze feitelijk van man-
men en jongens. Volgens de lessen,
die ze thuis van Job en Else kregen,
waren alle mannen onbetrouwbaar
en deed een meisje het verstandigst,
-wanneer ze zich hield bij haar werk
en haar plicht
„Ze zouden een appelflauwte krij
gen, wanneer ze me hier zouden
zien", dacht Pearl met een stille vol
doening
Maar toch hadden de lessen van
Job en Else him uitwerking niet he
lemaal gemist; „Wie weet hoeveel
meisjes hij al op deze manier toe
gesproken heeft!", schoot haar te bin-
men, terwijl ze zag, dat hij weer
rustig op de boomstronk ging zitten,
die hij kort daarvoor verlaten had.
Hij wees naar haar met zijn pijp:
„Ik heb nog steeds geen antwoord
van je gehad"
„Nu, ehik...."
„Vertel me eens, wat stel je meer
op prijs: Burgerfatsoen of eerlijk
heid?"
Ze ging voorzichtig een stapje te
rug; het kon wel eens een strikvraag
zyn: „Wat is het verschil?"
Zijn ogen keken haar zo onderzoe
kend aan, dat ze genoodzaakt was
naar de grond te kijken.
„Verschillende mensen worden leu
genaars, omdat ze hun burgerfatsoen
zo op prijs stellen; ze doen de gor
dijntjes dicht en pogen hun buurman
afgunstig te maken
„Neem nu b.v. ons eens; ik wil met
jou kennis maken en jij wil het met
•mij, maar jouw burgerfatsoen verzet
zich er tegen en daarom doe je net
alsof je boos en beledigd bent".
„Vind je jezelf niet een klein
beetje erg voorbarig met je conclu
sies?"
„Waarom kunnen we nu niet eens
'één keer in ons leven eerlijk zijn?
'De wijde natuur is geen plaats om to
neel te spelen Ik zal beginnen!"
Hij nam haar bij de hand en wilde
haar naast zich op de boomstam trek
ken, maar Pearl bleef stug staan: „Ik
ben Del Fuller", zei hij, en onge
trouwd.
Ik houd van dennebossen en hei-
degeur in de morgen enhij
maakte een wijds gebaar met de
steel van zijn pijp van een land
schap, waar geen hek is. Hij keek
haar hoopvol aan en vroeg: „Waar
houd jij van?" ,Ik zou graag willen
weten, of je naar de boerderij kwam
om Job een pleziertje te doen door
de hond dood te maken".
„Vind je het prettig, wanneer ik de
hond neerschiet?"
„Nee, het plan gaat niet van mij
uit. Ik mag de hond wel". Ze vertel
de maar niet hoe Tats over de hond
JOB ONTMOETTE HAAR aan del
deur. Soms, wanneer Job erg woe
dend was en jezelf ook erg kwaad
was, kon je je voorstellen, dat Job
een gorilla was, maar als deze twee
factoren niet meehielpen dan was
Job slechts een uitgedroogd, zuur,
berekenend mannetje, dat altijd uit
keek of er wat te vitten of te verdie
nen was.
„Nou, jij hebt er ook de tijd voor
genomen!" ontving hij Pearl.
„Ik moest even naar hem zoeken",
verzon Pearl vlug.
Job liet haar langs zich heen gaan:
„We zijn aardappels aan het sorte
ren. Schiet een beetje op en help een
handje; anders komen we nooit
klaar".
Else vormde de echo op de achter
grond: „Ja, schiet een beetje op,
want anders komen we niet klaar".
Tats sorteerde geen aardappels. Ze
was op haar kamer en deelde Pearl
mee: „Ik heb gezegd, dat ik met een
lege maag geen aardappels kan sor
teren!"
Pearl werd er bang van: „Je moet
hen niet zo op stang jagen, want op
een gegeven moment barst de bom en
wie weet wat er dan gebeurt".
Tats schudde haar zwarte haren
naar achter en haar ogen schoten
vuur: „Ah, waarom verknoei jij toch
steeds je leven, met bang te zijn; we
zitten nu eenmaal in het schuitje en
moeten meevaren, maar jij maakt
het je dubbel lastig, door nog bang
te zijn voor hen!"
Ze heeft gelijk, peinsde Pearl, ter
wijl ze naar haar oude jurk zocht, en
in haar hart wilde ze, dat ze even
dapper als Tats was.
„Ik ontmoette de meest vreemde
„Ja, hard werken", echode Else.
Del keek naar Job, en Pearl keek
naar Del. Zij vroeg zich af, of Job
wellioht zijn meester nu gevonden
had. „Daarom heb ik zeker nooit een
boerderij gekregen", meende Del, „ik
hield meer van zwerven".
„Wat doe je voor de kost, jonge
man?"
Del haalde zijn schouders op: „Och
ik ben houtvester en zo nu en dan
ga ik wel eens kudden bewaken, dat
is 's zomers een buitengewoon aar
dige bezigheid".
Job liep rood aan en zei: „Zo zul
je nooit wat bereiken, jongeman,
slechts door hard te werken en
spaarzaam te zijn, kom je in de we
reld vooruit".
„Ja, zoals wij!" deelde Else hem
mede.
„Och ik heb het leven nooit zo
zwaar opgevat", zei Del met iets van
een verontschuldiging in zün stem.
DEARL WAS TELEURGESTELD.
Ze had niet gedacht, dat Del zo
vlug zou capituleren.
„Denk niet, dat zwerven je ooit
geld zal opleveren", doceerde Job
verder, „alleen hard werken kan je
geld bezorgen".
„Je moet het zelf verdienen", vul
de Else aan.
„En een man kan niet gezond en
zondeloos zijn, wanneer hij niet
zwoegt", wist Job weer. „Zo heeft de
Schepper hem gemaakt".
Pearl stond op; haar mand was
leeg en ze wilde naar de kelder gaan
om nieuwe voorraad op te doen.
„Ik zal het wel even doen", bood
Del aan.
„Laat maar zitten, ik doe het wel
dacht. Job had eerst Tats hierheen
willen sturen, maar toen zij gewei-
gerd had en hem een gemene, oude
bruut genoemd had, stuurde Else haar
zonder eten naar haar kamer.
pEARL WILDE, dat ze een beetje
van het innerlijke vuur had, dat
Tats soms kon demonstreren.
Del Furrer scheen in gedachten
verzonken „Vertel Job dat ik zal ko
men, als 't donker is. Ik ga voorlopig
toch niet naar m'n blokhut terug,
want ik wil hier blijven om het
Noorderlicht te bekijken, dat van
avond verwacht wordt
In de krant stond, dat het om 8 uur
zou beginnen. Hij brak zijn gesprek
plotseling af en zei: „Hé, waarom kom
je vanavond niet hier, dan kunnen
we het samen bekijken; ik heb een
speciaal toestelletje gebouwd, waar
door je het vanaf hét begin kunt
zien. Heb je er zin in?"
„Neen!"
„Waarom niet?"
„Jij kent Job niet en ik ken jou
niet!"
„Is het dat alleen maar?" vroeg hij
verbaasd. „Kijk, daar heb je weer
een uiting van dat hinderlijke burger
fatsoen. Je maakt mogelijk de enige
kans kapot, die we zullen hebben,
om elkaar goed te leren kennen. Al
leen maar, omdat ik je niet netjes op
een dorpsbal ontmoet heb en omdat
mijn vader geen buurman van jullie
is. Het is toch feitelijk erg kinder
achtig, vind je niet Voor mij is het
'i ergst, want ik geloof, dat ik je
graag mag".
„Doe niet zo dwaas; je hebt me een
paar maal in het dorp gezien en nu
hebben we amper een kwartier met
elkaar gepraat".
„Maar liefde is niet gebonden aan
tijd. Die voel je plotseling en dan is
het beslissend. Je zult op zo'n mo
ment een beslissing moeten nemen,
die je gehele verdere leven kan be
palen. Nu, wat denk je ervan, kom
ie kijken naar het Noorderlicht?"
Pearl dacht aan Job en zei: „Ik
moet nu naar huis".
Hij stond op en liep een eindje
met haar mee: „Je kunt er nog over
denken tot ik vanavond bij jullie
kom".
man, die ik ooit tegen gekomen ben",
vertelde ze aan Tats.
Tats was een en al belangstelling:
„Die jager?"
Pearl knikte en keek in de spiegel:
„Hij komt vanavond".
Tats gezicht verduisterde en daar
om voegde Pearl er haastig aan toe:
„Hij lijkt me niet het type, dat een
hond zonder meer neerschiet. En als
ik het niet wil, gebeurt het zeker
niet". Pearl keek omlaag naar haar
handen en voegde er zachtjes aan
toe: „Hij vroeg me, of ik vanavond
niet met hem naar het Noorderlicht
wilde gaan kijken".
Tats aandacht was tot het uiterste
gespannen: „Hoe ziet hij eruit?"
„O, hij is knap, erg knap".
„En verder?"
„Nou, hij heeft een ijzeren wil,
lijkt me".
„Ik houd van mannen, die zelfver
trouwen hebben", mijmerde Tats.
„Voor je vijftien jaren ben je aar
dig op de hoogte", glimlachte Pearl.
„O, ja, maar ik ga dan ook uit op
z'n tijd", zei Tats zelfverzekerd.
Pearl herinnerde zich die uitstapjes
maar al te goed. Zelf was ze nog
nooit ergens heen geweest, maar
Tats wachtte niet op het verbod van
Job en Else; ze ontsnapte en droeg
gelaten de 6traf die volgde, terwijl
ze plannen maakte voor het komende
uitstapje.
„Hé, waar blijf je?" brulde Job
beneden aan de trap.
'TOEN DEL BINNENKWAM, waren
1 ze nog steeds bezig aardappels
aan het sorteren. Hij nam een stoel,
ging tussen de twee meisjes zitten
en bood zijn hulp aan.
„De grote aardappelen gaan in de
mand, voor de markt", onderwees
Tats hem. „De krielaardappelen be
waren we voor ons zelf; zaken zijn
zaken, weet je?"
Del begon met sorteren en maakte
een praatje met Job: „Uitstekend
land daarbuiten, het geeft een wel
varen indruk".
„Ik bewerkte het helemaal met
mijn eigen handen, jongeman; mijn
eigen zweet heeft de aarde bevrucht.
Er is slechts een manier om vooruit
te komen, zei mijn vader altijd, en
dat is hard te werken".
even", zei Job.
„Mijn hemel wat zijn we lief en
vriendelijk voor elkaar, nu er bezoek
is!", ontdekte Tats, maar niemand
liet merken, dat hij deze opmerking
hoorde.
Del zei tegen Pearl: „Wijs me maar,
waar ze liggen, dan zal ik er genoeg
meebrengen om jullie de gehele
avond zoet te houden".
7E GINGEN SAMEN de bemoste
treden van de kille kelder om
laag.
Ze wees naar de enorme kist, die
nog voor de helft met aardappelen
gevuld was. Haar keel was droog en
het was haar, of ze muziek hoorde
spelen. Ze wist, dat het nu moest ko
men. Hü sloeg zijn sterke arm rond
haar en kuste haar. De muziek werd
luider en luider, zodat Pearl zich ver
baasde, dat hij boven niet gehoord
werd.
„Wil je vanavond met me mee naar
het Noorderlicht?"
„Ik wil wel", fluisterde Pearl,
„maar je merkt boven wel, dat het
niet gaat".
Dit keer sprak ze de waarheid.
Boven hoorde ze de sloffende stap
pen van Job, die plotseling begrepen
scheen te hebben, dat de belangstel
ling van zijn bezoekers niet onver
deeld de aardappels betrof.
„Hé, vriend", riep hü naar bene
den, „ik zou maar boven komen en
me met die hond bezig houden; je
bent hier niet gekomen om aardap
pels te halen".
„O ja, de hond", zei Del.
Tats greep Pearl bij de arm, maar
Pearl stelde haar gerust. Te zamen
keken ze toe. Job haalde het hondje
uit de schuur en toen hij het lopen
liet, kwam het op Tats toe en kwis
pelde met zijn staart.
„Hij eet als een razende", legde
Job het geval uit, „en is nog te be
roerd om de koeien op te jagen, wan
neer ze van de wei moeten. Je zult
er wel geen bezwaar tegen hebben
om hem een paar kogels in zijn lijf
te jagen".
Del keek het hondje eens goed
aan: „Vertel me eens", vroeg hü ver
trouwelijk, „hoeveel heb je voor die
hond betaald?"
„Stel geen onnozele vragen, jonge
man; ik heb nog nooit een cent voor
'n hond uitgelegd. Een paar jagers
lieten hem het vorig jaar achter en
de meisjes ontfermden zich over
hem". „Wat zou je ervan zeggen, als
ik hem mee naar mijn hut nam, in
plaats van hem neer te schieten?"
TOB KEEK EEN BEETJE onzeker;
dit was een mogelijkheid, waar hij
geen rekening mee gehouden had.
Maar in zijn gehele leven had hij nog
nooit een kans voorbij laten gaan om
geld te verdienen.
Hij lachte geniepig: „Vertel maar,
wat hü je waard isElse, hij wil
de hond kopen! Vind je een tientje
te veel?"
„Maar ik moest hem toch neer
schieten?" zei Del verbaasd.
Job lachte, terwyl zyn gezicht tot
een niet bepaald sympathieke grüns
vertrokken werd: „Dat was vóór ik
wist, dat er belangstelling voor het
beest bestond. Het is waanzin om iets
neer te schieten, waar een ander be
langstelling voor heeft. En een mens
mag wel een kleine vergoeding heb
ben voor het voeden van zo'n beest".
Pearl meende een nieuw licht in
Dels ogen te zien: „O.K.", zei hü, „ik
geef je een rüksdaalder".
Job knikte toestemmend en Del
maakte zijn portefeuille open, zodat
Job de inhoud kon zien. Hij liet zün
vingers door een stapeltje bankpa
pier glijden: „Kun je vüfentwintig
gulden wisselen?"
Jobs mond viel open: „Je hebt een
berg geld, voor een zwerver, jonge
man", zei hij met afgunst in zü'n
stem.
„Oh, ik heb ook al heel wat ge
zworven", merkte Del op. „Als het
meer oplevert dan hard werken, moet
je het bepaald ook eens proberen.
Het is in ieder geval stukken plezie
riger".
Toen, nadat hij tenslotte een rijks
daalder-biljet gevonden had, gaf hij
het aan Job.
UIJ NAM DE HOND op en zei: „Ik
verbaas me over je onhandigheid,
Job; het is een rashond, die in de
stad zeker een paar tientjes zal op
leveren.
„Ik neem hem mee naar mijn hut
na een paar maanden stuur ik-
hem naar de tentoonstelling; ik zal
er een pracht figuur mee slaan"
Del wreef zich in de handen, alsof
hij een goudmijntje ontdekt had en
hü keek Job glimlachend aan, wiens
gezicht bü ieder woord langer werd.
Pearl's hart zwol, ze voelde een
merkwaardige trots, want ze wist, dat
Del een perfect stukje toneel weg
gaf.
Tats keek haar jaloers aan; ook
zij zag plotseling de eminente kwali
teiten van Del en fluisterde: „Bof
3Ü even!"
J}EL KWAM OP PEARL AF: „Het
Noorderlicht komt over 20 minu
ten op", zei hü, „zullen we gaan?"
Toen Job de vraag begreep, begon
hij gevaarlük veel op de gorilla te
lijken en terwül hü zün hoofd drei
gend vooruit stak, gromde hij: „Wil
je als de bliksem maken, dat je uit
mijn huis komt?"
„Natuurlijk", zei Del opgewekt, „ga
je mee, Pearl?"
Hy" wachtte op haar antwoord,
maar hü wachtte tevergeefs
„Zij gaat niet mee", brulde Job, „ik
laat haar niet gaan en als ze toch
gaat, behoeft ze niet meer terug te
komen"
..Je bent een bluffer", zei Del
kalm, „de meisjes zün voor jou veell
te goedkope arbeidskrachten; je gie
rige aard laat het heus niet toe om
hen te laten gaan."
Tats sprong van haar stoel op en
riep: „Je moet gaan, Pearl, hü kan
je heus niets doen."
Dels vingers begonnen te jeuken:
„Hij kan je niets doen!dat
moest er nog by' komen. Jü gaat van
avond met me mee en ik breng je
op een behoorlijke tijd weer thuis.
En morgen kom ik je weer halen en
overmorgen weer, totdat we over een
kort poosje zullen trouwen."
Pearl bleef zwijgen.
„Ja, kük eens, meisje", zei Del
met een teleurgestelde klank in zün
stem, „ik kan je niet schaken, dat
mag nu eenmaal niet. Je moet zelf
•beslissen. Wil je v/erkelük een oude-
vrüster worden, dan moet je hier bhj-
ven en je hoofd buigen voor de ty-
rannie van dit edele span. Het kost
soms ook moed om gelukkig te zijn."
Pearl durfde niet op te kyken. Ze
hoorde de snuivende adem van Job
vlakbü haar. Hij was door het dolle
heen, maar de situatie was zo onge
woon voor hem, dat hij er kennelük
geen woorden voor kon vinden
Een gevoel van verlamming kwam
over haar heen; ze voelde zich ziek
en zei zachtjes: „Vanavond niet, Del."
Er ontstond een ondragelüke stil
te. Ten slotte zei Del: „Het spijt me,
meisje, het spijt me verschrikkehjk".
Daarna liep hij kalm naar de deur en
verdween in het avondlük duister.
Job was de eerste die weer sprak:
„Ga onmiddellijk naar je kamer Pearl
en wacht daar tot Else en ik komen,
wü zullen dit zaakje wel eens met je
bespreken."
DEARL GING NAAR HAAR KA-
MER en Else zette de radio aan
cm de akelige stilte te verdrüven,
die in de keuken bleef hangen, toen
Pearl weggegaan was
Een liefdesliedje kwam door en
Pearl kon het horen, terwijl ze met
droge ogen voor haar raam stond.
Langzaam in de verte zag ze het
Noorderlicht tegen de hemel opklim
men en de maan, die nog manhaftige
pogingen deed om baas over het fir
mament te blijven, scheen met dub
bele kracht door de bomen.
Overal scheen romantiek te heer
sen en Pearl hield het niet langer
uit. Plotseling hoorde ze de laatste
•woorden van Del; „Ook geluk vraagt
moed".
Ze zag Tats diep in gedachten be
neden over het erf lopen en rukte het
raam open: „Tats toen jij die ene
•keer ontsnapte, hoe ben je toen het
huis uitgekomen?"
Tats was een en al activiteit: „De
regenpijp en dan de klimop.. Wacht,
doe kalm aan, ik zal je hier opvan
gen."
Het was niet eenvoudig, maar Pearl
speelde het klaar
Op het moment, dat ze de grond
bereikte, wist ze, dat haar leven een
definitieve wending genomen had.
Job liet haar volledig koud en ze
wist, dat ze niet langer in de macht
van de twee mensen was, die haar
•gehele jonge leven tot nu toe ver
duisterd hadden.
„Del" riep ze, en de echo weer
klonk tot ver in de omtrek totdat hy
weerkaatst v/erd door de brede bos-
strook, die de einder omgrensde „Del,
wacht even op me, ik kom er aan"
Toen zette ze het op een lopen.
Vrij naar „Family Herald en
Weekly Star".