In schaduw van wolkenkrabbers sluipt de Indiaan met zijn pijl SAO PAULO SMELTKROES VAN RASSEN EN TALEN Bij onze Nederlanders in Australië Uü LEIDSc; COüriANi Iedere week verrijst een nieuw torengebouw SOA PAULO SCHIJNT IN DE LUCHT GEBOUWD, zo schieten de wolkenkrabbers hoog en koen omhoog. Het geheel wedijvert flink met New York. Het stadscentrum is als een wal van samengebundelde wolkenkrabbers, waarvan sommige meer dan dertig verdiepingen tellen. Rio de Janeiro staat bekend als de stad met het natuurschoon, Bahia die met de vele kerken, Petropolis door de tuinen en openbare parken, Sao Paulo is, zonder twijfel de stad- met-de-wolkenkrabbers. Deskundigen bewijzen aan de hand van statistieken dat elke week een gebouw van reuzeformaat klaar komt. Men kan die niet mooi vinden, on hygiënisch, te modern; toch moet men vast stellen dat ze de uitdrukking zijn van de vlugge en open geest van de inwoner van Sao Paulo. Het verkeerscentrum van de stad ligt rond Anhangabau, van waar uit vijf lanen naar de Avenida 9 van Jukho voeren, en door twee tunnels naar de voor-steden. Het handelscen trum is nabij en bestaat uit banken, handelsondernemingen en bureaux die het „triangulo" vormen. Meer en meer wordt die ook het handelscen trum van het ganse land. Hier moet de index gezocht wor den om de juist vooruitgang van de stad en het land te kennen. Als een stoere monoliet rijst uit dit centrum het hoogste gebouw van de stad op, de Staatsbank. Er naast, de oudste wolkenkrabber van Sao Paulo, de Martiraelli-building met vijf en twintig verdiepingen, en dan volgen al de andere ,in groten getalle. Daarbij vindt men nog tijd om andere gebouwen op te trekken. De bouwondernemingen leggen in Sao Paulo een grote bedrijvigheid aan de dag; men heeft dan ook niet geaarzeld om Sao Paulo aan te dui den als de stad die het meest bouwt. De vreemdeling die de stad bezoekt krijgt de indruk zich op één groot bouwbedrijf te bevinden. Men bouwde er: in 1948, 20.221 gebouwen, in 1949, 24.412 gebouwen en in 1950, 23.733 gebouwen. Tijdens het eerste semester 1951 werden reeds 11.951 gebouwen opge trokken. Gedurende een weinig meer dan drie jaren werden dus 90.110 gebou wen in het totaal opgericht! Verschei dene grote Braziliaanse steden bouw den tijdens dezelfde periode te zamen slechts 49.815 gebouwen. Voortgaande op het aangegeven ge tal gebouwen van 1949, en door dit te verdelen door de werkuren van een jaar, hetzij 2.520 uren, bekomt men de verrassende opgave van negen per werkuur! Mengelmoes van volken en rassen. Men vindt vertegenwoor digers van alle volken te Sao Paulo. De Italiaan, natuurlijk, staat aan het hoofd van deze inter nationale confederatie, en gaf zijn „cachet" aan de stad. Men schat dat hun aantal 50 pot. van de bevolking bedraagt. De Portugezen en Span jaarden, zoals overal in Zuid-Ame- rika, zijni er overtalrijk. Zelfs de Ja panners hebben 150.000 vertegen woordigers, en bereiken dus pro- centsgewijze een hoog cijfer. Verder nog 50.000 zwarten, doch dit cijfer verhoogt stelselmatig daar het aange dikt wordt door elementen uit het Noorden en de Minas Gerais. De Sy- riërs legden de hand op de banken en het handelsleven. Naar schatting zijn thans ook 50 a 60.000 Duitsers op het grondgebied van de stad komen verblijven. Van tijd tot tijd, en zelfs regelmatig, slenteren inboorlingen, physiek slecht uitziende, en nog be wapend met boog en pijl, door die moderne massa heen. Hun verouder de figuur contracteert vooral sterk met de kolonnes der duizenden auto's. Deze inboorlingen zijn de nazaten en erfgenamen van de eerste bewoners van deze streek, de Indianen, die eigenaar waren van dit land, en te ruggedrongen werden in de bergwou den, langs de zeekust, waar ze een uiterst arm en ellendig leven leiden. Tot het gebied van Sao Paulo be hoort Santos, een havenstad op 80 km. gelegen. Een derde van gans Brazilië wordt door deze haven be voorraad in import-artikeleD. Een prachtige laan verbindt rechtstreeks beide steden, er langsheen loopt een „pipe-line" die de benzine van de haven naar de grootverbruiker die Sao Paulo is, voert. De boten moeten voor de havenin gang rond toeren om een beurt te krijgen in de docks te komen liggen en de goederen aan wal te brengen. De exporthandel van Brazilië gaat ook grotendeels door de haven van Santos. De vlieghaven van Congonhas be hoort tot de stad Santos. Door zijn verkeer is het de derde belangrijkste vlieghaven van de wereld. Het maandgemiddelde was verle De hoofdstad van Brazilië is vol bloed Amerikaans. Torenhoge wol kenkrabbers, flitsende lichtreclames en een verkeer, waartussen de nietige mens verloren gaat. den jaar van 38.000 reizigers bij het vertrek en 39.000 bij de aankomst. 3.270 vliegtuigen vertrokken van deze basis; 3.260 landden er. Sao Paulo is het Mekka van alle Braziliaanse landen, oefent ook een gans bizondere invloed uit op de ver armde en honger lijdende Nortistas. Die aantrekkingskracht is ook van Hier in Nederland moge de koffie duur zijn, in Brazilië behoeft men nog niet op een boontje te kijken. Dit koffieland-bij-uitstek is nog steeds de grootste koffieleverancier en bijgaande foto toont het moment, dat de koffie-oogst wacht om via de zak jes naar de pruttelende potjes te wor den vervoerd. kracht voor de omliggende Ziud- Amerik'aanse Republieken. Aldus, en steeds meer en meer, wordt Sao Paulo het moderne Ba- bel, een mengelkroes van rassen en talen. Godsdienstig, centrum van Brazilië. IJISTORISCH EN OFFICIEEL IS BAHIA met de zetel van de pri maat-aartsbisschop het godsdienstig centrum van Brazilië. Practisch ech ter is Sao Paulo het religieuze cen trum. Kardinaal Carlos Motta staat aan het hoofd van het aartsbisdom. Hij beschikt over 568 priesters; 178 ervan behoren tot de seculiere gees telijkheid, 390 tot de reguliere gees telijkheid. Er bestaan 76 vrouwenge meenschappen en meer dan 40 voor de mannen. 15 van de 55 Groot-Semi naries van Brazilië bevinden zich op het grondgebied van Sao Paulo. Daar bij komen dan nog acht andere Se minaries. Ongeveer 200 klein-seminaristen en 150 groot-seminaristen studeren in de diocesane Seminaries. De Katholieke Kerk onderscheidt zich vooral in Sao Paulo door haar grote activiteit in het domein van het onderwijs. Ongeveer 80 Colleges en dergelijke instellingen bestaan in de stad. De Katholieke en Pontifikale Universiteit is de belangrijkste in stelling, met tien Faculteiten, waar van drie te Campinas en een te So- rocaba. Deze Universiteit telde in 1950 250 professoren voor meer dan 2.000 studenten. Kardinaal Motta is de Kanselier van de universiteit, gesticht in 1945. Sao Paulo telt ongeveer 90 paro chies, maar steeds moet men nieuwe parochies oprichten om de uitbreiding op te volgen. De bekering van de Ja. panners, in .grote meerderheid nog heidenen, vergt van het Aartsbisdom een werkelijke missionaris-toewijding en organisatie. Groot en pompeus zijn de steden, maar groots en majestueus is de om geving, waar passen door woeste bergen de verbinding tussen de ste den onderhouden. ER IS WERK AAN DE WINKEL ,,We hebben niet de pretentie als „first class" zangkoor op te treden, doch geven wat we van O. L. Heer kregen, met de intentie, dat het mog.e bijdragen tot Zijn eer en glorie en deze liturgische aanvulling op het H. Offer meer populair moge worden in Australië", aldus las ik enige tijd geleden in het blaadje voor onze Ne derlandse katholieken in Australië. Er stonden nogal wat taalfouten in het stukje, die waarschijnlijk door de zetter zonder meer waren overgeno men, doch dat was zo erg niet. Want uit die taalfouten werd de taal van de eenvoudige man gespro ken, die niettemin een hoge opvat ting van zijn geloof had. Het ging over het feit, dat onze ka tholieken, zodra zijn in Australië ko men, ervaren, dat zij zoveel schoons in onze kerken hebben achter gela ten. Vooral degenen, die eerst met de kampen te maken krijgen. Neen, de houten barak bezit wei nig dat aan onze Godshuizen doet herinneren. Zelfs ontbreekt er vaak de koor zang bij de Hoogmis; ach het geeft dan zo'n verarmelijkt idee De bedoelde schrijver, vader van niet minder dan acht zoons, had in z'n eendje een kerkkoor opgericht. Met hulp van zijn acht zoons dan. De Poolse priester vond het best en na een tijdje verzorgden bij beurten de Poolse- en de Nederlandse immigran. ten de zang onder de H. Mis. Zo is het gegaan in kampen; zo is het gegaan in kerken. Het is mij bekend dat b.v. in Nar- rabeena een „buurtplaats" van Syd ney, onze Nederlanders voor Grego riaanse muziekuitvoering zorgden. En de hiervoor bedoelde vader met zijn acht zoons „koorde" er later in een klein country-plaatsje lustig op los, hoewel de betrokken Australi sche pastoor aanvankelijk verklaar de, dat eigenlijk slechts eenmaal per jaar, n.l. bij de sluiting van het Veer tiguren-gebed tijdens de Haogmis werd gezongen! Doch dat hebben onze Nederlanders weten te veranderen. Mensen als zij, hebben onze Aus tralische geloofsgenoten iets te zeg gen. En te brengen.... Arbeid, overal/! Wat zij er te brengen hebben? Neen, niet alleen de koorzang, al is deze dan ook belangrijk. Zij brengen er ook arbeid. Ze helpen Godshuizen bouwen; scholen tot stand brengen; en zodoende: meer priesters die hel pen het geloof in Australië te ver stevigen. En heus, dat is zo hard no dig Het spijt me dit te moeten zeggen, doch wat is er in het algemeen nog een geestelijke armoede in Australië! In mijn artikel over de trouwerij in dit land, heb ik daaromtrent reeds een en ander vermeld; velen zien de kerk niet meer van binnen, nadat het huwelijk er is gesloten.... Men neemt het leven gemakkelijk; er is des Zondags zoveel te doen in eigen tuin, of men heeft z'n huis te bouwen, of het weer is zo prachtig voor de beach; er is geen tijd voor een H. Mis of kerkgang! Kerkelijk leven. Het moet gezegd dat wat de Ka tholieken betreft, onze immigranten geen slechte indruk maken op ker kelijk terrein. Vooral sinds in de laatste jaren een hechter en goed werkende organisatie is geschapen, die onze immigranten opvangt", is reeds aanstonds een veelal vruchtbaar contact gelegd. Het aantal hostels breidt zich regel matig uit en van daaruit kan menig jongeman, of vader van een gezin, zijn sprong in Australië maken. Men komt dan. niet meer zo onge lukkig of eenzaam terecht, als een aantal jaren geleden vast het geval was. Er zijn krachtig zich ontwikkelen de centra gevestigd, veelal rond de grote steden in Australië, omdat daar nu eenmaal de meeste werkgelegen heid te vinden is. Doch ook het „achterland" wordt niet vergeten. Ge moet onze Nederlandse pries ters maar horen vertellen over hun tochten door de rimboe, teneinde de farmers op te scharrelen, die bereid zijn een immigrantengezin arbeid en onderdak te geven! Eigen school. Het is te begrijpen, dat de .Public Schools" nu niet direct de geëigende paedagogische inrichtingen zijn voor hen, die de godsdienstige betekenis in het leven kennen. Het is geen zeldzaamheid, indien men atheïsten als onderwijzers aan treft. En daarom bouwen onze Katho lieken hun eigen scholen. Toen enige tijd geleden de Vicar- General Monsgr. r. Collender P.P.P. A. te Cabramatta, op enige afstand van Sydney een nieuw» school in zegende, wees hij erop, dat de ka tholieken in de State New South Wa les, het Gouvernement ruim 250.000 pound per week besparen, hetgeen betekent, dat zij dit bedrag uit eigen beurs betalen voor de eigen scho len. Ook van Prot. zijde gaat men thans werken in de richting van eigen scho lenbouw. Het zijn vooral de immigranten die hun kinderen naar deze scholen zen den, juist omdat zij uit eigen ervaring de betekenis van het Katholiek on derwijs weten. Meer dan honderd priesters zijn thans werkzaam onder de Katholieke immigranten in Australië; dat door hen gewerkt wordt, kan ik U verze keren! Op sociaal terrein. Mèt de groei van het Katholiek leven in Australië, neemt echter ook de verantwoordelijkheid toe op an der terrein. Daar zijn niet alleen de bemoeiin gen inzake wetgeving, bij morele- en zedelijke wan-toestanden, doch ook op sociaal terrein. Zo werd dezer dagen door Aarts bisschop Mannix te Melbourne het beginsel van het „basisloon" aange vallen, omdat dit in het geheel geen rekening houdt met de grootte van het gezin. De vrijgezelle jongeman krijgt in feite betaling voor de vrouw en kin deren, welke hij niet heeft! Het is een aanmoediging om ongetrouwd te blijven, omdat het loon dan tenvolle ten eige bate kan worden aangewend, daar vrouw en kinderen in de loon- factor niets betekenen", zei Z.Em. Men kan niet ontkennen, dat hier mee een zwakke plek in het gevier de „basic wages"-systeem werd aan geraakt! Ook op dit terrein kan gelden, dat een stootje in de goede richting in de toekomst mogelijk iets kan uit werken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 6