In straatnamen van Nieuwveen wordt nog de historie bewaard Nico Jesse knipoogt met z'n camera Wandeling door een dorp Vraag en aanbod arbeidskrachten blijft stemmen tot tevredenheid ZATERDAG b NOVEMBER 1954 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD - PAGINA 4 mm De historie van Nieuwveen zou men, evenals die van zovele andere plaatsen in Zuid-Holland, kunnen sa menvatten met „Van water tot land; van land tot water". Als men niet door vele eeuwen wordt afgeschrikt, kan men teruggaan tot 'n tijd, waar in practisch alles water was in deze streek. Door allerlei omstandighe den, waarop wij hier niet zullen in gaan, werden de plassen land, maar toen begon de mens weer in de an dere richting te werken. Door roeke loze veenafgravingen stak het water- gevaar steeds meer de kop op en kort voor 1800 was de toestand in Nieuwveen zó, dat alleen de bebouw de kom nog boven water uitstak. Dat wil zeggen, dat de Kerkstraat eindigde bij de tegenwoordige brug achter de Ned. Hervormde Kerk. Vanaf dit punt zag men over een wijde waterplas Nieuwkoop in de verte uit het water opdoemen, even als Zevenhoven en Korteraar. De te genwoordige Dorpsstraat en de ver dere weg naar de Driesprong aan de Utrechtse grens lagen rondom in het water, behoudens een smalle strook grond langs deze wegen, waarop de huisjes stonden. Zo was de toestand ook met de weg vanaf het dorp naar de tegenwoordige Kattenbrug. Van af de Muggenlaan liep een pad naar het Jaagpad, dat eveneens aan beide zijden door het water was omgeven. De droogmaking van dit waterige ge bied had plaats in de jaren 1800 1812. Sindsdien kon Nieuwveen, dat door het watergevaar vele inwoners naar elders zag vertrekken, zich opnieuw in gunstige zin ontwikkelen. Historie vastgelegd. In Nieuwveen heeft men de histo rie niet laten verwaaien. Als men door het dorp wandelt kan men in de straatnamen de geschiedenis van de plaats terugvinden. Laten we eens beginnen bij de Schilkerkade, de weg, die gelegen is tussen de plaats, waar voorheen „De Keet" stond en de brug, die toegang geeft tot de Oude Nieuwveenseweg Deze weg is zo genoemd, omdat de historie reeds van Schilk spreekt. Op oude kaarten van 1615 komt deze naam voor en daarmede werd de polder aangeduid, waarin ook heden nog de „Schilkhoeve" staat. Deze pol der werd tijdens de droogmaking van 18001812 drooggemalen en de Schil- kerpolder genaamd. De van ouds bekende Oude Nieuw veenseweg liep vanaf de Kattenbrug tot aan de grens van de provincie Utrecht in Blokland. Het is een der oudste verbindingswegen in deze ge meente. Op kaarten uit de jaren 1567 komt de weg reeds voor. Op histori sche gronden is het dus reeds verde- De houtzaagmolen „Angenieta", die lange tijd het dorpsbeeld ver fraaide, maar tenslotte het veld moest ruimen. digbaar, dat deze weg Oude Nieuw veenseweg genoemd werd. Thans echter is de grens van deze weg ter hoogte van de maalderij van de heer v. Baaren. Het gedeelte vanaf deze maalderij tot aan de hoek van de Kerkstraat is nu officieel genoemd de A. H. Kooistrastraat. Dit is gedaan om de naam van de zoon van de vroegere directeur van de Joh. Stich ting voor het nageslacht levendig te houden. A. H. Kooistra werd in 1942 als gevolg van zijn illegale werk door de Duitsers gevangen genomen en overleed op 23-jarige leeftijd in het concentratiekamp „Groszroszen" in Duitsland. Het verlengde van deze straat, in de volksmond reeds als Dorpsstraat aangeduid, doch in werkelijkheid nog steeds het verlengde van de Oude Nieuwveenseweg, heet nu officieel Dorpsstraat, dit ter voorkoming van verwarring Deze straat loopt dus van af de Kerkstraat tot aan de smederij van G. Meijer. Verzwolgen. Het verdere gedeelte, voorheen wel Moleneind genoemd is thans officieel aangeduid als Uiterbuurtweg Dit is gedaan, om de naam van de Buurt schap Uiterbuurt, welke gelegen was waar thans de boerderijen van Lam en Soede staan. Deze buurtschap be stond reeds in 16O0 uit een dertigtal woningen, waarin turfgravers geves tigd waren Tengevolge van het roe keloos afgraven van de veenlaag ende onvoldoende afweermaatregelen te gen het water, ging deze buurtschap omstreeks 1750 geheel verloren en werd door het water verzwolgen. Teneinde nu dit feit aan de vergetel heid te onttrekken heeft men gemeend 'n weggedeelte daaraan zijn naam te doen ontlenen. Er werd juist dit weg gedeelte voor gekozen, omdat deze buurt met een pad verbonden was met het dorp Nieuwveen. Het Liemeer is het weggedeelte lo pende vanaf de brug bij de boerderij „Dobbes Hoeve", bewoond door de heer G. v. d. Weiden tot aan de grens van de gemeente Zevenhoven, ter hoogte van de voormalige spoor lijn Nieuwveen-Uithoorn bij de blok- woning, bewoond door de heer Fre- derikse. Men zou denken, dat deze naam te maken heeft met een des tijds aldaar gelegen meer, doch dat is niet juist. Deze naam is een ver basterde naam, ontleend aan het woord „Leenweer". Deze naam houdt verband met een stuk land, dat vroe ger een Hollands Leen was en Weer is een langgerekt stuk land. Vandaar de naam Leenweer, in de loop der jaren door de volksmond omgedoopt in Liemeer of ook wel Het Liemer. Het laatste stuk van de vroegere Oude Nieuwveenseweg vanaf de Lie- meerbrug tot aan de grens van de provincie Utrecht werd op een oude kaart uit het jaar 1647 aangeduid als „Achterste Dijk". Om verwarring té voorkomen is de ingeburgerde naam Blokland gehandhaafd. Angenieta". Het Zaagmolenpad is het gedeelte tussen de Oude Nieuwveenseweg, legen naast de woonschuit bewoond door G. Vis, tot aan de brug, welke toegang geeft tot de Hogendijk. Deze naam is ontleend aan de vroegere houtzaagmolen „Angenieta", welke in 1846 werd 'opgericht door de be kende houthandelaar Schoenmakers. Dit bedrijf werd in 1895 overgebracht naar de Amsterdamse Houthaven en de prachtige molen, die het landschap sierde, werd helaas afgebroken. Op het terrein waar dit bedrijf gevestigd was, staan thans de gebouwen van de maalderij „Ons Belang". De naa Kerkstraat spreekt voor zichzelf. Op een kaart van het jaar 1657 staat deze weg reeds aangeduid. Met zekerheid is bekend, dat waar thans de Ned. Herv. Kerk staat, vroe ger n.l. in 1559 een R.K. kerk werd opgericht, welke tijdens de Reforma tie in Herv. handen overging. De oorspronkelijke in 1559 gebouwde kerk werd in 1832 afgebroken en her bouwd in zijn tegenwoordige vorm. In 1929 onderging de vorm van de toren nog een wijziging. Vroeger werd deze straat ook wel Kerklaan genoemd, wellicht doordat voorheen in deze straat een boombeplanting was, welke helaas ten behoeve van het verkeer het veld heeft moeten ruimen. Het verlengde van de Kerkstraat naar de richting Nieuwkoop, bekend als „De Polder", heet nu officieel W. P. Speelmanweg, genoemd naar de zoon van ds. Speelman, die als ge volg van zijn ondergrondse activiteit door de Duitsers om het leven is ge bracht. Vroeger werd een gedeelte van deze weg ook wel Stationsweg genoemd, omdat aldaar het vroegere station Nieuwveen gelegen was. Het stationsgebouw staat er nog, doch is thans voor andere doeleinden in gebruik. De brug, welke een ver binding vormt tussen de Kerkstraat en de W. P. Speelmanweg, is kort geleden genaamd „Schoterbrug". Oud dorpje. Het verlengde van de W. P. Speel manweg tussen het voormalig station en het Haasje heet „Schoterweg", (vroeger Nieuwe Nieuwveenseweg. Deze naam is ontleend aan het dorpje of gehucht „Het Schoot", dat gelegen was nabij het Haasje. Ook dit gehucht dat bewoond werd door turf gravers is door het water verzwol gen. Op oude kaarten van 1750 staan alleen nog wat eilandjes Naar men aanneemt bestond dit gehucht reeds in het jaar 1000, wat inwonertal be treft was het ongeveer gelijk aan het dorp Nieuwveen. Ook de boerderij bij het Haasje heeft de naam Schoot De Muggenlaan of vroeger bekend als „De Gang" is een enigszins vreemde naam, welke niets te ma ken heeft met muggen. Het Jaagpad is het weggedeelte gelegen langs het AmstelDrechtka- naal. Deze naam is waarschijnlijk ontleend aan het feit, dat vroeger langs dit weggedeelte de z.g. jaag- paarden liepen, die gebruikt werden voor het trekken van schepen. In vroeger jaren was bij de tegenwoor dige sluizen (de Tolhuissluizen) een wisselplaats voor deze jaagpaarden en daar woonden dan ook de z.g. Ja gers. Tenslotte nog een heel vreemde naam, bijna niet uit te spreken, n.l. het Kouthuissluizermolenpad. Dit weggedeelte is te vinden bij de oude molens, die van wieken en raderen ontdaan thans nog als woonhuis ge bruikt worden. Vroeger schijnt op deze plaats een houthandel gevestigd geweest te zijn. Deze molens zijn on geveer 150 jaar oud'en vroegere be woners schijnen zich tevens met de houthandel te hebben bezig gehou den. Tevens waren er enkele sluisjes in 1647. Waarschijnlijk is deze vreem de naam nu ontleend aan de vroegere aldaar gevestigd geweest zijnde hout handel en de sluisjes, die dus nu aan de vergetelheid zijn ontrukt. GEWESTELIJK ARBEIDSBUREAU LEIDEN De seizoenschommelingen en de t.%. wrijvingswerkloosheid deden in de verstreken periode 25 tjn. 30 October het aanbodcijfer iets toe nemen, n.l. van ruim 450 tot rond 480. Van dit aantal zijn 460 personen als geheel werkloos ingeschreven en 20 tewerkgesteld bij objecten voor aan vullende werkgelegenheid. Ten aan zien echter van de standcijfers op het overeenkomstige tijdstip in 1952 en 1953, kan nog steeds van beduidfn- de voordelige verschillen gewag wor den gemaakt, nl. respectievelijk rond 1250 en 580. De vraag blijft vrij constant en heeft voor een niet onbelangrijk deel betrekking op jeugdigen. Wat volwas senen betreft bestaat in nagenoeg alle, niet aan seizoenfluctiaties onder hevige bedrijfstakken, behoefte aan Ook dit plekje zullen velen zich nog herinne ren. Het is de voorma lige burgemeestersswo- ning en het raadhuis. Ook op dit punt is het dorp veranderd. arbeidskrachten. Opgemerkt kan worden, dat zich van tijd tot tijd jon- geern aanmelden, die, in verband met hun vorming, geen volledige dagtaak kunnen vervullen. Mogelijk, dat men enig bedrijf van hun diensten ge bruik kan maken. Voor jeugdigen in de leeftijdsklasse van 15 t.m. 18 jaar, bestaat in vrij wel alle beroepen plaatsingsmogelijk heid. Vooral in de ambachts- en mid- denstandsbedrijven doen zich tekor ten aan arbeidskrachten uit deze ca tegorie gevoelen. Het aanbod is ech ter uiterst gering. De plaatsing van oudere arbeids krachten, hoewel reeds lang inten sief ter hand genomen, vraag nog steeds de bijzondere aandacht. Een enkel geval kan genoemd worden o.a. een bedrijfsleider van middel bare leeftijd, die, qua vakbekwaam heid en lichaamsgesteldheid, zeer ze- kre tot de plaatsbare ingeschrevenen behoort, doch wiens gebondenheid aan een speciale branche en zijn leef tijd een snelle plaatsing in de weg staan. Evenzo is dit het geval met een filiaalchef (levensmiddelenbranche). Deze ingeschrevene beschikt over goede vak- en warenkennis en is phy- siek in staat in eigen vak werkzaam te zijn, doch het opsporen van een passende arbeidsplaats, is, in verband met de leeftijd (47 jaar), niet eenvou dig. Mogelijk kan deze korte beschrij ving bijdragen tot verwezenlijking van een spoedige verovering van een geschikte plaats voor deze ingeschre venen in het bedrijfsleven. Het aantal als werkloos ingeschre ven vrouwen daalde van rond 160 tot bijna 120. De seizoendrukte in diver se bedrijfstakken, als gevolg van de naderende feestdagen, is hieraan niet vreemd. Overigens bestaat in vrijwel alle bedrijfstakken behoefte aan per soneel, terwijl tenslotte constant een tekort aan huishoudelijk personeel dagmeisjes en werksters gesignaleerd kan worden. TENTOONSTELLING lijk gegaan. In Parijs bestaat een verbod tegen het fotograferen van personen zonder toestemming .Het moet moeite gekost hebben om de Parisiennes te laten acteren, juist zo als Jesse ze in de greep van het le ven heeft ontdekt. Moeilijker echter moet het voor hem geweest zijn om thuis het grootste gedeelte van zijn artistieke arbeid in de prullenbak te I zwaar tegen...." is de inleiding ge- tv.t' niMPT leiding geweest tot vele klikjes van LEIDS PRENTENKABINET J de sluiter van zijn kleinbeeld, Leica. Het is niet allemaal even gemakke- Nico Jesse stelt in het Prenten kabinet te Leiden een gedeelte van zijn foto's ten toon. Jesse is vorig jaar twee maal tien dagen in Parijs geweest. Hij heeft 3500 foto's gemaakt en daaruit een keuze gedaan voor het boek „Vrou wen van Parijs", waarvoor André Maurois van de Academie Frangaise de tekst schreef. Van dit boek zijn ook Franse, En- Duitse, Zweedse en Deense edities verschenen. Met 3500 foto's kunnen een paar vloeren geplaveid worden. De bezoeker van deze tentoonstel- ning, die van een en ander op de hoog te is, zal dan ook niet weten, wat hij het meest moet bewonderen: het ge- inspireerde werk van deze begaafde artist of de worsteling, die hem de keuze uit een veelheid van objecten moet hebben gebracht. van zijn vrouw dag en nacht ge fotografeerd. „Pardon, mevrouw heeft u er be- De Kerkstraat is in de loop der tijden sterk veranderd. Op deze plaat is dat heel duide lijk te zien. De jonge boompjes, die de straat lommerrijk hadden kun nen maken, zijn „voor de bijl gegaan". doen belanden. Gelukkig voor Leiden zijn er nog al wat foto's en negatie ven van de vuilnisbelt gered. Vele mooie foto's, die niet in het boek „Vrouwen van Parijs" geplaatst zijn en toch dikwijls een verrassende kijk geven op het geschonden vrouwelijk gelaat van Parijs, zijn in deze tentoonstelling bijeengebracht. Het bloemenmeisje van de Place de la Concorde. Naar HUIBERS Haarlemmerstraat 123, Lelden Zelf zegt hij, dat hij de mooiste foto's zou kunnen maken als zijn ogen fototoestellen waren. Dit ken merkt zijn werk. Hij betapt het le ven. Zijn foto's zijn de flits van her kenning van de kunstenaar. Is het Toceo\ I verwonderlijk, dat hij een voorkeur (Foto. Nico Jesse) l yertoont voor' blitz-fotografie? Jesse zegt: „De fotograaf van van daag neemt een enorme reserve aan licht mee. Dit geeft hem gelegenheid om verrassende, inspiratieve waar nemingen te verwerkelijken". Wij spraken van: „knipogen met de camera". Hiermede duiden wij meteen de gave aan van deze foto graaf om in al zijn foto's de verstil de glimlach mede te ontwikkelen en af te drukken. Het is een weemoedige glimlach soms, een medelijdende zo nu en dan. Het is de glimlach van de man, die begrepen heeft dat nóch volslagen donker nóch onmetelijk licht ooit een fota zouden kunnen maken. De foto is evenals het leven een schakering tussen diepe duister nis en stralend licht. ÏÏ>E OPENING gistermiddag ging van enige plechtigheid vergezeld. Gasten, onder wie de fotograaf Jesse met echtgenote, vertegenwoordigers van verenigingen en instellingen in de foto-wereld en belangstellenden luisterden naar een korte inleiding van de directeur van het Prentenka binet, prof. dr. H. v. d. Waal. Hij dankte allen, die aan de totstandko ming van deze tentoonstelling had den medegewerkt, de staf van mede werkers in het bijzonder ir. Terwen. Tot de heer Jesse sprak hij van zijn grote bewondering voor het vakman schap. „Uw werk betekent een dui delijke fase in de ontwikkeling van de fotografie, het staat op zeer hoog aesthetisch niveau. Door uw werk is eens te meer bewezen, dat het foto toestel een middel van expressie kan zijn". De tentoonstelling is tot 4 Decem ber a.s. open op werkdagen van 25 uur nam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 10