Wie' puzzelt met mee? De Ktnokkepsbupcht" IN DE KRANTENTUIN Het begon met veters ZATli'riDAti 23 OCTOBER 1954 DE LEIDSE COURANT DERDE BLAD PAGINA 2 Horizontaai: 1. samengesteldbloe- mige cichorei-achtige plant, 5. in landse naam voor Buitenzorg, 9. zee kwal (Indonesië), 10. meisjesnaam, 12. dat is (afk. Lat.), 13. rijschool (afk.), 14. proces verbaal (afk.), 15. eerste vrouw, 17. geit, 19. verheugd, 20. zichtbare ader van een blad, 22. schaamrokje der negers, 23. voeg woord, 24. bijwoord, 25. de 12 mach tige goden der Germanen, 28. uur werk, 31. onheilaanbrengende godin, 32. Nederl. schilder uit de 17de eeuw, leerling van Rembrandt, 34. dochter van Cadmus en gemalin van Atha- mas (Gr. Myth.), 35. lidwoord (Fr.), 36. muzieknoot, 37. bijwoord, 39. lengtemaat (afk.), 40. zegeteken, 42. net, om patrijzen te vangen, 43. Rom. keizer, beroemd om zijn rechtvaar digheid. Verticaal: 1. lijfeigenen met enige persoonlijke vrijheid (geschiedenis), 2. geheel de uwe (afk. Lat.), 3. Zwit sers kanton aan het Z. van het Vier- woudstedenmeer, 4. meisjesnaam, 5. vaartuig, 6. gewicht, 7. gouverneur- generaal (afk.), 8. bergkloof, 11. lui tenant-kolonel, 14. vlakke zoldering, 16. slede, 18. voorzetsel, 19. foei, 21. munt in Polen, 22. puistje, 25. ge meente in N. Brab. bij Eindhoven, 26 water in Fr., 27. rivier in Italië, 29 munt in China, 30. leesteken, 32. kwaad, 33. rivier in Duitsland, zijtak Rijn, 36. spoedig, 38. tovergodin (Germ. Myth.), 40. trustee (afk.), 41. bijwoord. OPLOSSING VORIGE WEEKT" Horizontaal: 1. noot, 4. basis, 8. hees, 11. bon, 13. Spa, 14. wol, 15. ar, 17. los, 19. sop, 20. bij, 21. rul, 23. voorste, 26. hof, 27. wegens, 29. aal bes, 32. are, 33. som, 35. Ilm, 37. Aa, 39. ink, 41. aga, 42. re, 43. brem, 44. oraal, 45. ziel, 46. E.K., 47. eng, 49. ido, 51. mi, 52. duo, 53. alm, 55. oei, 57. derven, 59. Eemnes, 62. bok, 63. intrige, 65. pijn, 67. op, 68. Oct, 69. oir, 70. si, 72, roe, 73. fat, 75. nop, 77. gram, 78. rafel, 79. baar. Verticaal: 1. naar, 2. Ob, 3: tol, 5. as, 6. spar, 7. ia, 8. hop, 9. el, 10. stijf, 12. noveen, 14. woelig, 16. ruw, 18. Son, 19. sta, 20. bos, 22. Lea, 24. Oss, 25. Sam, 26. Hem, 28. grimeuT, 30. blazoen, 31. sabel, 34. ovaal, 36. me lig, 38. ark, 40. kog, 41. Ali, 42. rem, 48. novice, 50. domein, 52. dek, 53. ant, 54. Mei, 56. iep, 57. dop, 58. ent, 60. ego, 61. sijs, 62. boog, 64. raaf, 66. nier, 68. oom, 70. rob, 72. ra, 73. fa, 74. te, 76. pa. Oplossingen tot en met Donderdag aan het bureau van ons blad. Op de enveloppe „puzzle" vermelden. De gelukkigen van deze week zijn: P. v. d. Berg, Bergamolaan 19, Voor hout: de taart; R. v. Kampen, Oude Singel 84, Leiden: het sieraad en Zr. W. A. Heijsen, Heilige Geest-hofje 11a, Leiden; het boek. MIJNHARD TJES: sterke JJ, bestrijders van pijnen. (Advertentie) AetherKlariken ZONDAG. HILVERSUM I, 402 M. 8.00 KRO, 9.30 NCRV, 10.00 IKOR, 12.00 NCRV, 12.15 KRO, 17.00 NCRV, 19.45—24.00 WRO. KRÓ: 8.00 Nws. 8.15 Gram. 9.25 PI. Hoogmis. NCVR: 9.30 Nws. en wa- terst. 9.45 Vocaal ens. IKOR: 10.00 „Tien Verkeersregels". 10.30 Her vormde kerkd. NCRV: 12.00 Orgel- conc. KRO: 12.15 Gram. 12.20 Apo logie. 12.40 Amus.muz» 12.55 Zonne wijzer. 13.00 Nws. en Katholiek nws. 13.15 Geval. muz. 13.40 Boekbespr. 13.55 Gram. 14.00 v. d. kinderen. 14.30 Pianorecital. 14.55 „De Vliegende Hollander", caus. 15.05 Gram. 15.2( „De Zigeunerbaron", operette (gr.) 16.10 „Katholiek Thuisfront overal". 16.15 Gram. 16.30 Vespers. NCRV: 17.00 Vrije Evangelische kerkd. 18.; Kamerork. 18.50 Nws. uit de ker ken. 18.55 Boekbespr. 19.10 Samen zang. 19.30 „De mens in grenssitua tie", 'caus. KRO: 19.45 Nws. 20.00 Instr. octet. 20.15 Gevar. progr. 21.00 act. 21.15 De gewone man. 21.20 Gram. 21.30 „Een rode Paus voor China", klankb. 22.15 Promenade- ork. en sol. 22.40 „Het getuigenis over Christus", caus. 23.00 Nws. 23.15 24.00 Gram. HILVERSUM II, 298 M. 8.00 VARA, 12,00 AVRO, 17.00 VARA, 18.30 VPRO, 19.00 IKOR. 20.00—24.00 AVRO. VARA: 8.00 Nws. en weerber. 8.18 Gram. 8.45 „Langs ongebaande we gen", caus. 9.00 Sportmeded. 9.05 Gram, met comm. 9.45 „Geestelijk le ven", caus. 10.00 Kamerork. 10.30 Met en zonder omslag. 11.00 Carillon- muz 11.10 Lastpostigheden. 11.25 Amus.muz. (Intermezzo): Voordr.) AVRO: 12.00 Sport. 12.05 Metropole ork. 12.35 „Even afrekenen, He ren!" 12.45 Amus.muz. 13.00 Nws. 13.10 Meded. of gram. 13.15 v. d. mi litairen. 14.00 Boekbespr. 14.20 Gram. 14.25 Voetbalrep.: BelgiëHolland. 16.20 „Kinderen....", een en ander over de dag der Ver. Naties. 16.30 Gram. 16.35 Sportrevue. VARA: 17.00 Strijksextet. 17.30 v. d. jeugd. 17.50 Gram. 18.15 Nws. en sportuitsl. VPRO: 18.30 Korte kerkdienst. IKOR: 19.00 Kinderdienst. 19.30 Ge spreksforum. AVRO: 20.00 Nws. 20.05 Gevar. muz. 20.45 „Paul Vlaanderen en 't Gilbert Mysterie", horspr. 21.25 Bariton en piano. 21.45 Hersengym nastiek. 22.05 Cabaret. 22.50 Radio journaal. 23.00 Nws. 23.1524.00 Gram. MAANDAG. HILVERSUM I, 402 M. 7.00—24.00 NCRV. NCRV: 7.00 Nieuws en S.O.S.-ber. 7.10 Gewijde muz. 7.30 Gram. 7.45 Een woord v. d. dag. 8.00 Nws. en weerber. 8.15 Sportuitsl. 8.25 Gram. 9.00 v. d. zieken. 9.30 v. d. vrouw. 9.35 Waterst. 9.40 Gevar. progr. 10.10 Gram. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gram. 11.20 Gevar. progr. 12.25 Voor boer en tuinder. 12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33 Mezzo-sopr. en piano. 12.53 Gram. 13.00 Nws. 13.15 Koor zang. 13.30 Gram. 13.45 Idem. 14.05 Schoolradio. 14.30 Lichte muz. 14.45 v. d. vrouw. 15.15 Gram. 15.30 Strijk- kwart. 16.00 Bijbellezing. 16.30 Ka- mermuz. 17.00 v. d. kleuters. 17.15 Gram. 17.30 v. d. jeugd. 17.45 Rege- ringsuitz.: „Rijksdelen overzee: Ma laria en de bestrijding in Nieuw-Gui- nea" door prof. dr. P. H. van Thiel. 18.00 Koorzang. 18.20 Sport. 18.30 Gram. 18.40 Engelse les. 19.00 Nws. HILVERSUM II, 298 M. VARA: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.15 Gymn. 7.30 Gram. 7.50 Vierhandig pianospel. 8.00 Nws. 8.18 Gram. 8.35 Rhythm, muz. 9.00 Gym. 9.10 Gram. VPRO: 10.00 „Voor de oude dag", caus. 10.05 Morgenwijding. VARA: 10.20 Gram. 10.30 v. d. zieken. 11.25 Joodse liederen. 11.40 Voordr. 12.00 Gram. 12.15 Accord.ork. en solist. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 v. h. platteland. 12.38 Accord.ork. (verv.) 13.00 Nws. 13.15 v. d. Midden stand. 13.20 Promenade-ork. 14.00 v. d. vrouw. 14.15 Strijkkwartet 14.40 „Zij vielen Uit Gods hand", hoorspel. 16.10 Gram. 16.15 Philh. ork., koor en sol. 17.15 Gram. 17.35 Gitaarens. en solist. 17.50 Mil. comm. 18.00 Nws. en comm. 18.20 Afrikaanse volksmuz. 18.40 Parl.overz. 18.55 v. d. jeugd. 19.05 Jeugdconc. 19.45 Rege- ringsuitz.: ir. W. R. Becker: „Erva ringen met de maisteelt in 1954". 20.00 Nieuws. 20.05 Act. 20.10 De Familie Doorsnee, hoorsp. 20.40 Aetherforum. 21.20 Oude en moderne dansen. 21 55 „De weg omhoog", caus. 22.10 Ra dio Philh.ork. 23.00 Nws. 23.15 Or- gelsp. 23.35—24.00 Gram. „Aartsleugenaar" bedotte oude dame In Mei van dit jaar klopte een 47-jarige venter uit Utrecht aan bij de 81-jarige mevr. H. P. van B. te Naarden om veters te verkopen. De man vertelde in moeilijke omstan digheden te verkeren en te moeten zorgen voor een vrouw en drie kin deren. De venter, die niet getrouwd is, wist de vriendelijke oude dame te bewegen zijn gehele voorraad veters op te kopen. Ook „leende" hij 50 gulden van haar. Bij zijn volgend bezoek vertelde de venter, dat hij op een schip zou kunnen komen maar daarvoor 100 gulden nodig had, welk bedrag hij van de kapitein als voor schot op zijn gage terug zou kun- en weerber 1910 Orfrelcnno 19 80Lnen kriJSen- De milde dame 6af in Pal oom^'l9 45 BtokMt-ens. üoioo «rtrouwen ook dit bedrag aan Radiokrant. 20.20 „Bijbellezen in het gezin". 22.20 Gram. 22.30 Vocaal ens. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nws. 23.15 Gram. 23.4524.00 Evangelisa- tie-uitz. i. h. Frans. de man. Toen kwam op een dag een man san de deur, die zei de zwager te zijn van de venter. Ook hij kwam met een triest verhaal op de prop pen. Zijn zwager zat in de gevange nis omdat hij een boete van 200 gul den niet kon betalen. En opnieuw liet de dame haar hart spreken en gaf het bedrag, opdat de venter vrij zou komen. Deze z.g. zwager, een 55-jarige Utrechtse koopman zal op 2f November terecht staan. Gisteren stond de venter voor de rechtbank te Amsterdam terecht. De dame zei nu: „Ik kan niet begrijpen hoe ik toen dat verhaal heb kunnen geloven". Zij* had tenslotte ingezien do dupe te zijn geworden van een oplichter en nam haar maatregelen. Toen de venter opnieuw een bezoek aan de dame bracht en vertelde in staat te zijn het „geleende" geld te rug te betalen omdat hij nu over een bedrag van 500 gulden op een bank kon beschikken, mits hij van de da me 75 gulden zou krijgen, bolde een buurvrouw van de dame volgens af spraak de politie. Deze arresteerde de man, die nu vier maanden in voorarrest zit. De officier van justitie noemde de venter, die volgens het medisch en psychiatrisch rapport een chronische alcoholist en enigszins verminderd toerekeningsvatbaar is, een aarts leugenaar. Hij eiste negen maanden met aftrek van de preventieve hech tenis. DRIE PSYCHIATERS. Drie psychiaters hebben gistermid dag voor het Haagse Gerechtshof hun inzichten nader uiteengezet over de persoonlijkheidsstructuur van een 29-jarige instructeur van een auto rijschool uit Den Haag, tegen wie de procureur-generaal een gevangenis straf van 3 jaar had geëist wegens poging tot moord op zi.in vrouw. Het hof had een maand geleden bij intei locutoir vonnis heropening van het onderzoek gelast omdat, zoals de president van het hof zeide, de psychiatrische rapporten van prof. dr. P. A. H. Baan uit Utrecht en van dr. M. Zeegers uit 's-Gravenhage diametraal tegenover elkaar staan. Ter zitting was gistermiddag voorts aanwezig dr. W. A. Vaandrager, die met prof. Baan aan- diens rapport had medegewerkt. Prof. Baan was in zijn rapport tot de conclusie geko men dat verd in strafrechtelijke zin 't hem ten laste gelegde niet of bijna niet toegerekend kon worden. Dr. Zeegers meent, dat de verd. wel een ziekelijke persoonlijkheidsstructuur bezit, maar strafrechtelijk wei toe rekenbaar moet worden geacht. Het rapport van prof. Baan had hem wel een dieper inzicht in de persoon van vero gegeven, zo verklaarde hij ter zitting. Nadat men enige tijd hierover van gedacht.m had gewisseld, be paalde het hof, dat het over 14 dagen reefht zal wijzen. Hoe lang Brammetje probeerde geld te verdienen (Vervolgverhaal door Trudi). Nog binnen de tien minuten stond hij voor 't huis van Brammetje. „Zou hij bellen of zou hij 'n steentje gooien tegen de ruit". Ja dat was nog maar het beste anders zou z'n oma immers wakker wordfen. Hij mikte een klein kiezel steentje tegen 't raam van Brammetje. „Klets", deed 't even scherp door de donkere avond en tegen 't harde glas. Zou hij er wakker van worden? Even wachten en dan nog maar eens een steentje gooien. Ja, hoor, daar ging het raam open en een slaperige ragebol keek nu nieuwsgierig naar beneden. „Wie is daar?" zei hij zachtjes. „Ik ben 't Bram!" „Peter, jij hier. Wat kom je doen?" „Kun je even beneden komen, ik moet je wat vertellen". „Ja, ik kom zo". Peter wachtte even. Daar was Bram al. Er was vast iets ergs gebeurd, anders was Peter nooit op dit uur nog bij hem gekomen. „Zeg eens op, wat is er aan de hand?" Peter vertelde nu alles heel eerlijk. Bram luisterde maar en zei niets. Ach 't had hem misschien ook wel eens kun nen overkomen, dat was best mogelijk. „Even luisteren of oma slaapt, dan ga ik met je mee. Kan ik bij je achterop? Nee, misschien is 't beter dat ik mijn eigen fiets even pak". Zacht je haalde hij nu zijn fiets uit het schuurtje. „Help hem even over 't hekje tillen. Het hek piept zo zie je". Ze fietsten weldra zwijgen naast elkaar. Peter was nog doodmoe van 't harde fietsen. „Jo, ga toch niet zo hard. Ik kan je niet bijhouden". Brammetje liet zich even uitrijden, maar voor dat hij 't zelf in de gaten had, fietste hij weer zo hard. Om de waar heid te zeggen, hij geloofde Peter niet. Door zijn zenuwachtigheid had Peter na tuurlijk verkeerd gekeken, je weet net hoe dat gaat. Wie haalt het nu zijn hoofd om 's avonds nog te gaan kijken of het geld nog in de schuur was? Ze waren nu bij de schuur. Bram voorop. In het donker wist hij de juiste plaats waar het kistje altijd stond, dat, kon niet missen. Hij voelde eninderdaad, het kistje was leeg. Hij stak nu het licht op. Even knipperden ze met de ogen en toen kon den ze duidelijk zien dat er iemand ge weest was. Alles lag overhoop. „Weet je wat Peter, ik fiets even naar oom Jan. Blijf jij dan zolang hier". Peter vond het niets prettig om alleen hier te blijven. „Je kunst beter eerst even naar Olst- hoorn gaan om te vragen of die iemand gezien heeft". Samen gingen ze nu naar Olsthoorn en deze keek vreemd op de twee vrien den nog zo laat op bezoek te krijgen. „Ga je weer 's nachts een beetje va ren?" plaagde hij Bram. Bram had ge n om te lachen, maar toen Olsthoorn de witle gezichten van de jongens zag, wist hij heel zeker dat er iets ergs gebeurd was. De jongens deden hun verhaal, eerst Peter en toen Bram. „Nee jongens, sinds vier uur heb ik hier niemand meer gezien. Ik heb jullie wel weg horen gaan. Zo, en er is meer dan twintig gulden gestolen? Weten jullie dat zeker? Nou dat is geen kleinig heid. Hebben jullie 't ook al aan de knecht gevraagd? Die blijft hier altijd nog wat rondscharrelen". „Nee mijnheer, u bent de eerste aan wie we het vertellen. We wilden nu ook nog naar oom Jan gaan, die is van de politie en die weet misschien raad". „Nou jongens, die bel ik wel even op. Gaan jullie eerst naar m'n knecht. Ik wed dat hij wel iemand gezien heeft". De kamerdeur ging nu open en mevr. Olsthoorn vroeg verwonderd: „Wat is er toch aan de hand? Komen jullie dan even binnen. Niets gedaan met die kou zo lang in de gang te staan praten". „Moet je eens horen. In 't botenhuis is meer dan twintig gulden gestolen en 't geld was van de jongens. Eén van de jongens was vergetten de deur te slui ten. Nou jongens, anders wordt 't veel te laat, gaan jullie nu gauw even langs de knecht. Jullie kunnen beter even door de polder lopen. In goed vijf minu ten zijn jullie er. Ik zou deze zaklan taarn meenemen". „U wordt bedankt Olsthoorn". „Niets te danken jongens. Het is nu eenmaal op mijn terrein gebeurd, dus 't zijn even goed mijn zaken, als die van jullie". Het was wel even zoeken door de pol der. Olsthoorn had gezegd een goede vijf minuten; nou dan moest je toch ver draaid hard lopen, wilde je dat halen. Af en toe struikelde Peter over een ongelijk stuk gras. Hij was doodmoe en slaperig. Nog maar steeds bonsde het door zijn moede hoofd: „Het is mijn schuld, mijn eigen schuld". Hij kon Brammetje gewoon niet bij houden. Ge lukkig, eindelijk waren ze bij een klein huisje. Dat zou het wel zijn. De oude knecht woonde hier helemaal alleen. Ook niet prettig! Je zag nog geen hand voor je ogen. Met de zaklantaarn zocht Bram de deurpost af naar de bel. Die was er niet, tenminste hij kon er geen vinden. Dan maar „volk" roepen. Ze zouden het samen doen en dan gelijk. Bram telde: een, twee, drieen daar klonk het voor het huis, door de akelig stille nacht: „volk". „Wie daar?" klonk het vanachter een venster. „We komen een boodschap brengen van Olsthoorn". „Er is toch- niets gebeurd? Wacht, ik kom zo". En daar kwam de oude knecht in zijn baaien onderbroek bij de deur. „Er is uit de schuur geld gestolen, wel twintig gulden", vertelden ze opge wonden. „Van wie was dat geld? Wacht ik ga met jullie mee, me even aankleden". Nee maar, dat kon die oude vlug. In een ommezien had hij zijn broek aan en haalde hij een dikke trui uit de kast. „Kom mee jongens. We kunnen geen ogenblik tijd verliezen. De dieven moe ten we vannacht nog hebben. Jij voorop Bram met de lantaarn. Ik weet de weg wl op mijn d'i'mpje". Cos, dat viel mee van die oude baas Ze hadden gedacht dat hij vreselijk mopperen en nu liep hij nog vlugger dan zij. Bij Olsthoorn zagen ze volop licht- Ook in de schuur brandde licht. Er stond een auto voor. O, dat was de auto van Peters vader. Zijn vader en moeder stonden buiten. Ze hadden ge merkt dat Peter weg was en toen had den ze dadelijk de politie opgebeld, juist op het ogenblik dat Olsthoorn opbelde. Mijnheer Kanters was gauw even bij oma langs gereden. Oma schrok wel heel erg, maar mijnheer Kanters stelde haar gerust. „Nee moedertje maak je geen zorgen, die jongens zullen heus in geen zeven sloten, gelijk lopen", maar hij vergat dat hij over Peter in duizend zorgen zat. Hij was nog niet eens in staat geweest om zijn vrouw te troosten. Maar oma was toch niet meer ongerust. „Rij even mee, oma". Nee, dat deed ze liever niet. Ze ging toch liever haar bed weer in. Slapen kon ze natuurlijk niet, maar dan zou ze maar haar rozenkrans nemen en wat bidden, dat alles goed zou komen. Mijnheer Kanters zou wel zor gen dat Brammetje weer gauw thuis was. Ze vroeg het hem nog eens met nadruk. „Maar natuurlijk oma, dat beloof ik u met mijn hand op mijn hart". Wordt vervolgd. „Kom eens hier Peter, dan was ik je en dan netjes je Zondagse pakje aan. Je mag straks met vader en mij mee in de auto. We gaan de nieuwe baby van tante Loes halen en naar de kerk brengen om gedoopt te worden", zei mijn moeder toen ik de vorige week Donderdag uit school kwam en op straat wilde gaan vliegeren. „Mag ik dan de baby zien?" „Natuurlijk jongen. Je komt maar vlak naast me zitten, want ik moet het kindje dragen. Papa en ik zijn peter en meter. Ik ben nu de peettante van de kleine Ria". „Wat leuk! Krijgt ze dan van u ook een grote trein net als ik van tante Mies mijn peettante?" „Petertje wat ben je weer dom. Een meisje krijgt geen jongensspeelgoed. Als Ria groot is, krijgt ze misschien van mij een pop". Ja daar had ik niet bij gedacht. Ge lukkig dat ik een jongen ben, want een trein is toch fijner dan een pop. Papa nam ons in de auto mee naar tante Loes en we gingen de baby halen. Tante Loes lag op bed en het kindje lag naast haar op bed, met een lange doop jurk aan. Even mocht ik het babytje zien en toen droeg mijn moeder het voorzichtig in de auto. „Mogen wij het kindje nu houden moeder?" „Wel nee, manneke, tante Loes is veel te blij met die kleine schat. Misschien geeft O.L. Heer ons ook nog wel eens een kindje, een nieuwe Leni, die nu een engeltje in de hemel is. Jullie moeten weten dat mijn zusje Leni van vijf jaar door een auto is overreden en toen 's nachts is gestorven, 't Was alleamal heel erg. Mammie huilde heel veel en toen ze de kleine Ria op haar schoot had, zag ik weer tranen. Weten jullie wet :k ga doen? Als O.L. Heer met de le li. Communie in mijn hart komt, dan ga ik een nieuw zusje vragen. In de pastorie mocht ik op vaders knie zitten en zag toen hoe de Pastoor kruisjes maakte op de oogjes, het neusje en mondje. Ook kreeg de baby een beetje zout op het tongetje en toen be gon ze te huilen. We gingen toen naar de kerk en ik mocht de grote dikke, mooi gekleurde doopkaars dragen. Ik voelde me net een misdienaar, maar de kaars brandde nog niet. Bij het doop vont, achter in de kerk, stond ik bijna met mijn neus op 't marmer. Papa, die achter me stond, fluisterde in mijn oor: „Opletten Peter, nu komt het". De pries ter liet nu het doopwater vloeien over het hoofdje van de kleine Ria en zei: „Ik doop u, in de naam van de Vader, de Zoon en de H. Geest". Het hoofdje werd toen met een doopdoekje afge veegd en even later werd de doopkaars aangestoken. Nu mocht ik met de bran dende kaars voorop lopen naar het Mariabeeld en daar hebben we ook wat gebeden. „Nu is Ria een godskindje Peter, met een zieltje zo helder als de vlam van de doopkaars", zei moeder toen we weer in de auto zaten. Bij tante Loes was het feest. De tafel was versierd met witte bloemen, de doopkaars mocht ook branden en we kregen heerlijke beschuiten met muisjes. Ik kreeg er drie. Als wij nog eens een zusje krijgen eet ik er misschien wel vijf. Ik zal 't jullie dan nog wel ver tellen. PETER. CORRESPONDENTIE. Erica en Thea Hoogervorst, Ter Aar. Ja Erica dat doen veel kinderen: hun verhaaltje uitknippen en bewaren. Som migen plakken het achter in de poësie- album, dat is een aardige herinnering voor later. Nu je verhaaltje. DE OCTOBERMAAND. „Moeder welke datum is het vandaag?" „30 September. De laatste van de maand". „Dan ga ik bloemen plukken voor Maria". „Als ze voor Maria zijn, pluk ze dan maar uit de tuin, daar staan mooie". „Mag ik dahlia's en margrieten pluk ken?" Ze ging naar de tuin en plukte een hand vol bloemen. Moeder zei toen ze binnen kwam: „Tjonge, tjonge, wat -een bloemen, zet ze maar gauw bij 't beeld". Ze ging naar de kamer en zette ze in een vaas voor Maria. Maria was er denk ik wel blij mee. De volgende dag was het 1 October, de eerste dag van de rozenkransmaand. Ze baden het avondgebed en de rozen krans bij het Mariabeeld. Ook zongen ze nog: „U Rozenkrans bemin ik". Zo bid den ze iedere morgen en avond bij het versierde beeld. Daar zal Maria wel blij mee zijn. Ook Thea heeft nog iets te vertellen TWEE BANGE KINDEREN. Er waren eens twee kinderen, een jongen en een meisje .Ze waren erg bang voor honden, behalve voor hun eigen hond. Op een morgen zei Gerda: „Moeder ik ben morgen jarig". Moeder lachte eens maar zei niets van het cadeau, dat ze zou krijgen. En ze kreeg nog wel een heel groot cadeau, namelijk een fiets, waar ze samen op konden fietsen. Wat waren ze blij. Op een dag waren ze weer aan het fietsen, Gerda achterop, toen er een grote hond steeds maar meeliep. Wat waren ze bang. Ze begonnen alle twee te huilen maar ze durfden niet af te stappen. Met roodbehuilde ogen en bibberend van angst kwamen ze thuis. Moeder vond het maar twee domme kinderen. Martien en Sjaak Zandbergen, Dorps straat, N.w.hoot. Alles oké jongens. Geen tijd gehad voor een briefje of verhaaltje? Wim Meeuwlssen, Poellaan, Llsse. De raadsels waren niet moeilijk hè? Ik ben benieuwd of je het nieuwe raadsel vindt? Thea Nieman, Jao. Catslaan 22, Leiden. Je aardige briefje heb ik met plezier ge lezen. Nu je op het Lyceum zit gaat het huiswerk natuurlijk voor, maar wanneer je eens tijd hebt moet je vast en zeker met ons meedoen. Misschien beleven jullie wel eens wat leuks op school, maak daar dan eens een verhaaltje over. Ook op straat zie je wel eens wat aar digs gebeuren. Wie zijn ogen goed de kost geeft, heeft heus wel stof. Een stel letje kleuters, die uit school komen, kun nen soms zo iets grappigs doen of ver tellen. Je vacantierelaas laai ik de andere kinderen ook eens horen. Dat mag toch wel? VACANTIE. In de vacantie was mijn tante jarig en ik mocht met mijn moeder mee naar Amsterdam. Mijn nichtje was er ook, maar die bleef meteen logeren. Mijn tante vroeg of ik ook bleef logeren, maar mijn moeder vond het beter dat ik weer mee naar huis ging, want ze moest nog een bloesje voor mij maken en dat moest ik natuurlijk passen. Ik vond het wel jammer, het zou zo leuk geweest zijn samen met het nichtje. Toen wij thuis kwamen vertelde moe der en die vond dat ik eigenlijk best had kunnen blijven. Uiteindelijk moclH ik de volgende dag weer naar Amster dam met een andere tante mee. Mijn nichtje keek op toen ze me de volgende morgen weer voor de deur zag staan. We hebben daar een heerlijke week ge had en veel gezien. Toen mij vdcr en moeder mij na een weck kwamen halen mocht dat nichtje met ons mee. Haar vader en moeder kwamen ccn paar da gen bij ons logeren omdat vader 21 Aug. jaris was. We hebben gezellige uitstapjes hier gemaakt. De 23ste Augustus was ik jarig, maar omdat oom en tante de 22ste zouden vertrekken, hebben we mi in ver jaardag een dag vroeger gevierd. Oom en tante vroegen of ik met hen mee wilde gaan; ik stond eerst nog te twij felen omdat ik het niet zo leuk vond op mijn verjaardag niet thuis te zijn, maar tenslotte ben ik toch meegegaan. Zodoende zat ik weer in Utrecht, want ze wonen in Utrecht. Op mijn verjaar dag zijn we de Dom gaan beklimmen, dat was wel een mooi uitzicht, alleen was het jammer dat het zo regende. Van binnen was de Dom ook mooi. Een paar dagen later scheen de zon een beetje en toen zijn we naar de pyramide van Austerlitz gegaan. Dat was een hele klimpartij. De volgende dag was het heel mooi weer en toen zijn we gaan zwemmen in Bilthoven, daar was ook een fijne speeltuin bij, Toen hebben we genoten. De dag daarna moest ik naar huis. Ik had een fijne vacantie gehad. Tot de volgende week. Dag allemaal. TANTE JO en OOM TOON. Mine heren, diht de eni ge toverformule, om Ute verzoenen'. Wie al ie eer- yfiste im?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 5