In bedrijvige hoofdstad werd
het gouden sprookje geboren
5). e Moeder Qods
Prachtige koets voor jonge vorstin
.r
Oud, Haags patriciërshuis werd
vannacht een prooi der vlammen
ZATERDAG 18 SEPTEMBER 1954
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
GESLAAGD KUNSTWERK
Elk jaar opnieuw worden dulzen-
den g etroffen door het schone
schouwspel, dat zich op „Prinsjes
dag" in de herfstmaand in de Resi
dentie voltrekt en van welk schouw
spel de Gouden Koets het middel
punt vormt. Weliswaar trekt het
bontgekleurde militaire schouwspel
vele kijkers, maar voor de uniformen
alleen zou men toch de dikwijls lan
ge reis naar het Haagje niet maken.
Het is de Gouden Koets, die jaar-in-
jaar-uit de menigte trekt.
Wanneer ge echter de vraag zoudt
stellen: Wie heeft deze koets ge
schonken en waar is hij gemaakt,
dan zullen er slechts weinigen- zijn,
die daarop een afdoend antwoord
kunnen geven.
De koets is laten we het zo eens
uitdrukken een door en door Ne
derlands werkstuk. Hij is ontworpen
door de gebroeders Spijker en werd
vervaardigd in de eertijds bekende
werkplaatsen van deze firma, welke
naast rijtuigen later ook de eerste
automobiel van Nederlands fabricaat
vervaardigde. De fabriek van Spij
ker stond in Amsterdam en in die
zelfde stad is ook het idee gerijpt,
om aan koningin Wilhelmina ter ge
legenheid van haar inhuldiging als
regerend vorstin een huldeblijk aan
te bieden, dat in alle opzichten „vor
stelijk" mocht heten.
Amsterdams idee.
Het was het bestuur van een Oran
je-vereniging uit de Amsterdamse
Willemstraat, dat in die dagen op het
idee kwam iets bijzonders te doen en
het was geïnspireerd door het zien
van een galakoets, welke de firma
Spijker juist in die dagen afleverde
aan een Indische vorst. Het idee om
Hare Majesteit een galakoets aan te
bieden vond grote bijval bij alle Am
sterdamse buurtverenigingen en zo
ontstond onder ere-voorzitterschap
van dr. J. Th. de Visser „de Vereni
ging van het Amsterdamse volk tot
het aanbieden van een huldeblijk
aan Hare Majesteit koningin Wilhel
mina". Natuurlijk werd op meerdere
glorie nog een erecomité gevormd
onder voorzitterschap van de beken
de Amsterdamse patriciër J. H. van
Eeghen.
Na vele voorbereidende besprekin
gen verkregen de initiatiefnemers
bij een audiëntie van koningin Em
ma en koningin in 1897 de medede
ling dat het voorstel in goede aarde
was gevallen.
En thans was het woord aan Ne
derlandse ambachtslieden en kunst-
n ij veren. De gebroeders Spijker, wie
de eervolle opdracht te beurt viel
het plan der Amsterdammers te ver
wezenlijken, stonden namelijk op het
standpunt dat de koets een product
moest zijn V3n Nederlandse kunst en
Nederlands nijverheid. Tal van fir
ma's en instellingen hebben dan ook
hun beste krachten aan de verwe
zenlijking van dit plan gegeven. Zo
is het fijne kunstnaaldwerk en bor
duurnaald werk uitgevoerd onder lei
ding van mevr. Van Emsteede, di
rectrice der kunstnaaldwerkschool
van Amsterdam en werd daarbij ge
werkt naar ontwerpen van prof.
Sturm. Het vele duizenden guldens
kostende kunstnaaldwerk werd ver
vaardigd door Amsterdamse meisjes
en vrouwen, onder wie die uit het
R K. Maagdenhuis, het Burger Wees
huis en de verenigingen „Tessel-
schade" en „Arbeid Adelt".
Zo veel mogelijk werden ook Ne
derlandse grondstoffen verwerkt.
Ranke koets.
Volgens beschrijvingen uit de da
gen toen men allerwegen over dit
fraaie geschenk sprak, moet de stijl
waarin men de koets gebouwd heeft
geïnspireerd zijn door de Hollandse
renaissance stijl, de stijl welke men
toepaste in onze Gouden Eeuw. Wij
menen echter, dat de koets eerder
een 18e eeuws karakter heeft. Hoe
het zij, zeker is, dat het rijtuig zeer
rijk is aan versieringen door beeld
houwwerk, kunstsmeedwerk, kunst
naaldwerk en schilderwerk.
Men mene echter niet, dat het rij
tuig log of zwaar is. Wanneer men
onze Gouden Koets b.v. vergelijkt
met de pompeuse gala-karos van de
Lord Mayor van Londen of met de
vroegere galakoetsen van het keizer
lijk hof te Wenen dan zal men moe
ten toestemmen, dat onze Gouden
Koets een sierlijk, rank en elegant
voertuig is. Nu was het voor de ont
werpers niet zo heel eenvoudig, om
tot dit sierlijke geheel te komen,
omdat zij niet uitsluitend hun fan
tasie mochten laten spelen, doch ook
rekening moesten houden met ver
schillende practische eisen. Zo had
de koningin de wens te kennen ge
geven, dat de koets zo hoog zou zijn
dat zij vanuit het rijtuig het volk
goed zou kunnen zien en omgekeerd
de toeschouwers ook de inzittenden.
Verder bleek het wenselijk, dat men
rechtop in de koets zou kunnen staan
terwijl bij het bepalen van de totale
hoogte weer rekening moes* worden
gehouden met de hoogte van ver
schillende poorten en doorgangen.
Men heeft echter al deze moeilijk
heden weten te overwinnen en thans
ziet men dan de eigenlijke koets op
gehangen met hangriemen op een
dubbelstel veren.
Opvallend zijn vooral de vier lan
taarns van geheel oorspronkelijk mo
del en door koninklijke kronen ge
dekt en gedragen door vier Atlan-
ten. Voorts de kap van de eigenlijke
koets, waar men een beeldgroep ont
waart, voorstellende de vier voor
naamste bedrijven, die de volkswel
vaart uitmaken en de kroon van
Oranje hooghouden. Deze kroon rust
op een kussen met de koninklijke
schepter en het Rijkszwaard. Vooral
fraai is het schilderwerk uitgevoerd
door prof. Van der Waay, hoogleraar
aan de Rijks Academie van Beelden
de Kunst. De drie panelen van elk
zijvlak vormen tezamen een afzon
derlijk geheel. Op het rechter paneel
stelt de schildering voor: „Hulde van
Nederland", terwijl het andere zij
paneel de hulde der koloniën ver
beeld en het schilderwerk op de
voorzijde van de koets stelt voor „De
Toekomst".
15 Mlllioen steken.
Het smeedwerk is zeer kunstig en
moet de belangstelling van vaklie
den indertijd zeer getroffen hebben.
Al deze onderdelen zijn van zelf
sprekend, evenals het niet beschil
derde houtwerk, geheel verguld. Bij
zonder fraai is wel de afsluiting van
de overgang van de assen in de wiel-
naven welke gevormd wordt door
een zon in brons wier stralen zich
aan die der spaken aansluiten.
Wanneer men gelegenheid heeft,
verdient het aanbeveling toch voor
al eens aandachtig de uiterlijke be
kleding der koets te beschouwen. Zo
is de bok, waarop de bepruikte koet
sier met z'n driekante steek zijn acht
paarden ment, omhangen met een
kleed van koningrood laken, terwijl
aan de versiering met borduurwerk
zeer veel zorg is besteed. De stiksels
der fraaie guirlandes en galons zijn
in echt goud uitgevoerd. De riemen
waarin de koets hangt, zijn omkleed
met tood marokkeins leder, gestikt
in gele zijde en met vergulde sterren
versierd.
Slechts weinigen zullen de gele
genheid krijgen de koets eens van
binnen te bekijken. Die binnenbe-
kleding is zeer rustig gehouden, zo
wel in kleurentoon als in tekening.
Het bekleedsel heeft als hoofdtoon
een prettig aandoend zacht ivoor geel
of wit, uitgevoerd door de Amster
damse dames in zogenaamde „Petit
point" geheel in zijde. Interessant is
het te weten dat ongeveer 15 mil
lioen steken nodig waren om deze
bekleding te versieren.
Wanneer dan straks „onze" Gouden
Koets op Prinsjesdag de traditionele
route naar de Ridderzaal weer zal
afleggen dan weet gij lezer thans iets
over deze meer dan een halve eeuw
oude koets, geschenk van Amster
dams burgerij en product van Ne
derlandse ambachtslieden en kun
stenaars.
De beide voorste paarden van
het 8-span worden door een „postil
jon" vanuit het zadel gereden.
Qn velerlei verschijning^
-V
(Foto: v. d. Horst)
Opname uit de Leonardus-kerk te Leiden
Ik hoor uw zuiv/ere stem in iedere stem van verre.
En zie uw beeld in bloemen her en der.
Als d'avond daalt groet ik U; avondsterre
En als de morgen rijst groet ik U: morgenster.
Jacques Schreurs M.S.C.
Bovenetage uitgebrand
benedenhuis verdronken
:Een korte, doch felle brand heeft
omstreeks het middernachtelijk uur
de bovenverdieping en de zolder van
een ongeveer tweehonderd jaar oud
patriciërshuis aan het Lange Voor
hout te 's-Gravenhage in de as ge
legd.
Op één kamer na is de tweede
étage geheel uitgebrand, terwijl de
eerste étage en de grondverdieping
veel waterschade hebben opgelopen.
De brand werd omstreeks half
twaalf ontdekt door twee Haagse
agenten. Direct alarmeerden zij de
brandweer, die met twee wagens, als
mede een ladderwagen en een ma
teriaalwagen uitrukte. Met vier slan
gen werd water gegeven, één van
buiten af en drie via het trappen
huis. Achter het pand in de tuin wer
den nog twee schuifladders uitgezet,
doch hiervan behoefde geen gebruik
te worden gemaakt.
Vernietigend half uur.
Na ongeveer een half uur had de
brandweer de brand gelocaliseerd.
Toen echter waren behalve de zolder,
drie kamers van de bovenverdieping
en een keuken geheel uitgebrand;
een kamer op deze tweede étage kon
behouden blijven. Aangezien vele
honderden liters water in de vlam
menzee waren gespoten, liep het met
stralen naar de eerste en vandaar
naar de grondverdieping, die beide
spoedig geheel blank stonden.
Archieven gingen verloren.
Op de eerste en tweede verdie
ping van het gebouw zijn de kanto
ren van de Arbeidsinspectie en van
de afdeling Looncontroledienst van
deze inspectie gevestigd. Op de eer
ste verdieping bovendien de kanto
ren van de Raad van Beroep voor de
directe belastingen en van 't scheids
gerecht voor de vermogensaanwas-
belasting.
Veel archieven, die op de tweede
étage waren ondergebracht, zijn' een
prooi van het vuur geworden; prac-
tisch niets is van de inventaris op
deze verdieping gered.
Kortstondige vreugde.
De brandweer, die spoedig na de
alarmering ter plaatse was, heeft on
middellijk grote dekzeilen over de
bureaux en de verdere inventaris ge
legd: niettemin is de waterschade
aanzienlijk.
De benedenverdieoing was als
woonhuis in gebruik bij de heer G.
Kirk, handelsattaché van de Britse
ambassade, die nog maar enkele
maanden in ons land werkzaam is.
Mr. Kirk vertoeft thans in Engeland,
terwijl zijn echtgenote in Frankrijk
verblijft.
Nadat de afzonderlijke voordeur
van het woonhuis was opengebroken,
heeft men in allerijl de inventaris
in veiligheid gebracht voor het neer
stromende water. Pas enkele weken
geleden was dit gedeelte van 't pand
opnieuw geschilderd en behangen en
geheel nieuw ingericht. Ook her is
de waterschade groot. Mr. Kirk zou
Zondagavond in ons land terugke
ren.
Omtrent de oorzaak van de brand
tast men nog in het duister. Met de
nablussing van 'n groot gedeelte van
de nacht gemoeid, aangezien vele
binnenmuren bestaan uit houten schot
ten, waartussen zich riet bevindt.
De concierge van de arbeidsinspec
tie had gisteravond tussen half tien
en tien uur nog een rondgang door
het gebouw gemaakt, doch niets ver
dachts bemerkt.
VALSE VERRTEGENWOORDIGING
Te Apeldoorn is door de spoorweg
politie aangehouden een 35-jarige
Amsterdamse vertegenwoordiger.
Deze zou er een gewoonte van heb
ben gemaakt, op naam van diverse
radiohandelaren in verscheidene
plaatsen bij fabrieken radiotoestel
len, platenspelers en -wisselaars,
wire-recorders, e.d. te beste'len.
Hij liet de bestellingen dan station-
restante zenden en zou na ontvangst
de goederen hebben verkocht. Ge
schat wordt, dat de man op deze
wijze voor een bedrag van bijna een
half ton heeft losgekregen.
INBRAAK SOCIALE ZAKEN TE
APELDOORN
Even gereedschap halen
Naar uit het onderzoek is gebleken,
zijn de vermoedelijke daders van de
inbraak bij de gemeentelijke dienst
voor Sociale Zaken te Apeldoorn,
een 24-jarige Amsterdammer en 25-
jarige Apeldoomer, die onlangs wer
den aangehouden, zeer brutaal te
werk gegaan.
Zij kwamen, toen zij het gebouw
van sociale zaken waren binnenge
drongen, tot de ontdekking, dat zy
gereedschap nodig hadden om de
brandkast te forceren. Koelbloedig
hebben zij het gebouw toen verlaten
om in te breken bij de vroegere pa
troon van de Apeldoorner, waar zij
het nodige gereedschap wegnamen.
Hiermede gewapend trokken zy ten
tweede male naar Sociale Zaken,
waar zij de brandkast forceerden en
een bedrag van ongeveer 1300,
weghaalden. Het „geleende" gereed
schap hebben zij hierna weer terug
gebracht op de plaats waar zij het
hadden weggehaald.