mm3 ,-De Knokkei*sbui*cht Wie puzzelt mee 69 ZATiLX 18 1954 DE LEIDSE COURANT VIERDE BLAD PAGINA 1 1 l 3 4 S 6 7 a 9 10 11 12 13 14 15 16 17 15 f 19 ZO 21 22 23 24 25 27 Zó 29 30 32 32 33 34 35 36 37 35 39 40 41 42 43 44 45 46 47 45 49 SO 51 52 53 54 SS 57 sa 59 60 61 éi 64 66 67 6S 7o 71 vn 73 Horizontaal: 1. land in Europa (afk.), 4. loodrecht staand haringnet, 8. dwaas, 11. aangezicht, 13. bloem, 16. bekende afkorting, 18. deel van een wiel, 19. boterton, 20. pers. voor. naamwoord, 21. saai, niet opwekkend, 23. spil van een wiel, 24. bekend Ne- derl. schaakmeester, 25. duw, 26. dap per, 28. wreedaard, 29. mandje, 30. stad in Duitsland, 31. ontkenning (Eng.), 32. eerste verweerschrift, 35. haal, 36. terug, 38. lichte bedwelming, 39. rustend (afk. Lat.), 40. deel van de by bel, 41. geit, 43. boom, 44. ri vier in Italië, 45. beest, 47. uiteinde van een spier, 49. voorzetsel, 50. fooi, 53. voegwoord, 54. misslag, 55. jon gensnaam, 56. bijbels fig., 58. zijde, 59. kleefmiddel, 60. teer, 61. telwoord, 62. eerste boek van Mozes (afk.), 64. muzieknoot. 65. dienstbode, 66. sala ris (Vlaams), 68. reeks, 69. lichaams deel, 70. zeebanket, 72. familienaam, 73. rangtelwoord, 74. jongensnaam. Verticaal: 2. landbouwwerktuig, 3. boom, 4. zet men bloemen in, 5. flauw, kinderachtig, 6. voegwoord (Fr.), 7. viskotter met stoomvermo- gen, 8. hemellichaam, 9 rund, 10. slaapt men op, 12. wandeldreef, 14. vreemde munt, 15. ontsteking aan een der vingertoppen, 17. gem. in Fries land, die herinnert aan Bonifacius, 19. gril, 20. gindse, 22. soort van kraai, 24. water in Friesland, 25. werktuig der grasmaaiers, 27. voegwoord, 28. kwaad, 29. haarlok, 30. vogel, 31. be kende afkorting, 33. huisdier, 34. kluit, 36. Zeeuwse hoeve, 37. vogel, 40. jongensnaam, 42. kloof, 44. pijpe- wroeter, 45. tweestemmig gezang, 46. plotselinge felle wind, 48. voegwoord, 49. lichaamsdeel, 51. vette vloeistof, 52. voorlichting, 54. muzieknoot, 57. pers. voornaamwoord, 58. aardsoort, 59. radioomroepvereniging, 60. grote uitgestrektheid zout water, 61. slede, 63. rivier in Egypte, 65. onbep. voor naamwoord, 66. kruipend dier, 67. nauw, 69. foei, 70. heer (afk.), 71. pers. voornaamwoord. OPLOSSING. Horizontaal: 1. serge, 6. bocht, 11. porie, 12. koe, 14. Maart, 16. poëet, 17. boers, 19. troep, 21. Eos, 22. Ede, 24. pro, 26. ode, 27. krab, 29, sec., 31 vee, 32. knel, 33. et, 34. at, 36. kapel, 38. Ma, 39. Ru, 40, arak, 42 nar, 43. oord, 45. olifant, 46. handkar, 48. ster, 49, ido, 51. teil, 53. A. B., 55. o.l. 56. knoop, 58. Ie, 59. na, 60. rein, f>2. moe, 63. rot, 65. tuil, 67. iel. 68. sas, 70. nek, 72. iet, 73. Arion, 75. tapijt, 78. netto, 80. samen, 82. aak, 83. mores, 84. salon, 85. satan. Verticaal: 1. soesa, 2. ere, 3. rite, 4. ge, 5. zoek, 7. om, 8. Cato, 9. har, 10. troon, 11. poort, 12. Ko, 13. er, 15. teder, 16. pekel, 17. beek, 18. spel, 20. peluw, 23. D.S., 25. re, 28. bariton, 30. cantine, 31. verhoor, 32. karkiet, 35. tafel, 37. pa, 38. model, 40. als, 41. kar, 43. ont, 44. dal, 47. varia, 50. do, 52. salto, 54. Beers, 56. kost, 57. pont, 59. niets, 61. ilias, 62. ma, 64. te, 66. uiten, 68. snel, 69. spar. 71. knot, 74. oma, 76. Aa, 77, ijk, 79. era, 81. no, 83. ma. Oplossingen tot Donderdag aan het bureau van ons blad. Een sigaretten koker, sieraad en boek zijn beschik baar gesteld. De taart is deze v/eek gewonnen door Mart. Kuipers, Heren weg, Rijnsaterwoude; het sieraad door mej. A. de Groot, Kempenaer- straat 111, Oegstgeest en het boek door mevr. Cambier, Utr. Jaagpad 17, Leiden. Aetherklanken ZONDAG. HILVERSUM I. 402 M. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.30 IKOR. 12.00AVRO. 17.00 VPRO. 17.30 VARA 20.00—24.00 AVRO. VARA: 8.00 Nws.,weerber., post- duivenber. en gram. 8.20 Gram. 8.35 Voor het platteland. 8.45 Gram. 9.00 Sportmeded. en postduivenber. 9.05 Dubbelkwart. 9.20 Instr. trio. 9.45 „Geestelijk leven", caus. VPRO: 10.00 „Geef het door". 10.05 Voor de jeugd. IKOR: 10.30 Evangelisatie samenkomst. AVRO: 12.00 Sportspie- gel. 12.05 Lichte muz. 12.35 „Even af rekenen, Heren!" 12.45 Jeugdens. 13.00 Nws. 13.05 Meded. of gram. 13.10 Voor de mil. 14.00 Boekbespr. 14.20 Kamerork. 15.15 Filmpraatje. 15.30 Dansmuz. 16.30 Sportrevue. VPRO: 17.00 „Gesprekken met luis teraars". 17.20 „Van het kerkelijk erf", caus. VARA: 17.30 Voor de kin deren. 17.50 Sportjourn. 18.50 Nws. RO: 20.00 Nieuws. 20.05 Uitslag lo terij Wereld Schaaktournooi. 20.10 Lichte muz. 20.35 Cabaret. 21.25 Pro menade ork. 22.15 Act. 22.30 Omr. ork. 22.55 Schaaktournooi 1954. 23.00 Nws. 23.1524.00 Gram. HILVERSUM H. 298 M. 8.00 NCRV. 9.30 KRO. 17.00 IKOR. 19.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO. NCRV: 8.00 Nws. en weerber. 8.15 Orgelconc. 8.30 Morgenwijding. 9.15 Koorzang. KRO: 9.30 Nws. 9.45 Gram 9.55 Hoogmis. 11.30 „Dag van de We- reld-K.A.J.", klankb. 11.45 Strijkork. en solist. 12.20 Apologie. 12.40 Gram. 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nws. en kath. nieuws. 13.10 Amus. muz. 13.40 Boekbespr. 13.55 Gram. 14.00 Voor de jeugd. 14.30 Harprecital. 15.00 Gram. 15.30 Idem. 16.10 Kath. Thuis front overal! 16.15 Sport. 16.30 Ves pers. IKOR: 17.00 Ned. Herv. Kerk dienst. 18.00 „De Indische Nederlan der", klankb. 18.45 De Kerk luistert naar Uw vragen. NCRV: 19.00 Nws. uit de Kerken. 19.05 Gram. 19.30 „Weg en werk der Kerkhervormers", caus. KRO: 19.45 Nws. 20.00 Prome nade ork. 20.15 De Instuif. 21.00 Act. 21.15 De gewone man. 21.20 Gram. 21.30 „Renate Leonhardt", klankb. 22.15 Musette-ork. en soliste. 22.40 „Het Getuigenis over Christus", caus. Hierna: Avondgebed en lit. kal. 23.00 Nws. 23.1524.00 Gram. MAANDAG. TELEVISIE-PROGRAMMA. NTS: 20.57—22.00 „Tovenaars on der elkaar" (relais v. d. Süd-West- Funk). HILVERSUM I. 402 M. 7.00—24.00 AVRO. AVRO: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 8.00 Nws. 8.15 Gram. 9.00 Morgenwijding. 9.15 Orgelconc. 9.30 Voor de huisvr. 9.35 Waterstanden. 9.40 Gram. 11.00 Voordr. 11.15 Omr. ork. 12.00 Lichte muz. 12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33 „In 't spionnetje". 12.38 Ham- mond-orgelspel. 13.00 Nws. 13.15 Meded. of gram. 13.20 Lichte muz. 14.00 „Wat gaat er om in de wereld?" caus. 14.20 Gram. 14.30 Voordr. 14.45 Pianorecital. 15.15 Cabaret. 15.40 Gram. 15.50 Lichte muz. 16.15 Gram. 17.30 Voor de padvinders. 17.45 Gram 17.50 Mil. caus. 18.00 Nws. 18.15 Dansmuz. 18.45 Kep. 18.50 Gram. 19.05 Amateursuitz. 19.45 Regerings- uitz.: Landb. rubr. 20.00 Nws. 20.05 Gevar. muz. 20.55 „Morgen is het Prinsjesdag", klankb. 21.15 Strijk- kwart. 21.50 Gitaar-recital. 22.00 Voordr. 22.15 Gram. 22.55 Wereld Schaaktournooi 1954. 23.00 Nws. 23.15—24.00 Gram. HILVERSUM n. 298 M. 7.00—24.00 NCRV. NCRV: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gewijde muz. 7.45 'n Woord voor de dag. 8.00 Nws. en Opvoedkunde. Ver koper: „En dit stukje spj eel goed heeft nog een niet te onder schatten opvoedkun dige waarde. Het went een kind aan de mo gelijkheden in deze wereld. Iedere ma nier, waarop hij de onderdelen in elkaar zet is namelijk fout". Aanbeveling. Pot- verteerders: „Kunt U ons ook een goed res taurant wyzen?" Dorpeling: „Er is een restaurant op deze hoek van de straat, maar ook een op de andere hoek. Maar welk restaurant jullie ook kiezen, jullie zullen altijd denken: Hadden we het ande re maar gekozen". Bewijs. Zij: „Maar weet je nu wel zeker, dat je van me houdt?" Hij: „Wat dacht je dan? Anders zou ik het toch niet uithouden, om op dit mierennest te blijven zitten". weerber. 8.15 Sportuitslagen; 8.20 Gram. 8.30 Tot Uw dienst. 8.35 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9.35 Gram. 10.30 Morgen dienst. 11.00 Gram. 11.55 Alt en pia no. 12.25 Voor boer en tuinder. 12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33 Gram. 12.59 Klokgelui. 13.00 Nws. 13.15 Lichte muz. 13.45 Gram. 14.05 School radio. 14.30 Gram. 14.45 Voor de vrouw. 15.15 Gram. 16.00 Bijbellezing 16.30 Instr. trio. 17.00 Voor de kleu ters. 17.15 Kamermuz. 17.45 Rege- ringsuitz.: Rijksdelen Overzee: „Rei zen in Suriname's binnenland", door Dr. J. I. S. Zonneveld. 18.00 Gemengd koor. 18.20 Sportpraatje. 18.30 Orgel conc. 19.00 Nws. en weerber. 19.10 Gram. 19.30 „Volk en Staat", caus. 19.45 Viool en piano. 20.00 Radio krant. 20.20 Banjo-ork. 20.45 „Rid der Knol", hoorsp. 21.50 Kamerork. en solist. 22.30 Vocaal ens. mmv. sol. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nws. en SOS-ber. 23.15—24.00 Gram. £3euai Haar vader: „Wat? Wil ze met je trouwen? Kerel, je bent op één na de gelukkigste man van de wereld". (Tit Bits). Andersom. Tante: „Jongen, wat ruim jij netjes je speelgoed op. Je moeder heeft je zeker iets beloofd, als je je netjes zou gedragen". Jantje: „Nee tante, ze heeft me juist iets beloofd, als ik de boel niet netjes opruimde". Onvoorzichtige opmerking. Zij: „Het begint tijd te worden, dat onze dochter aan trouwen gaat denken". Hij: „Onzin, laat ze maar rustig wachten tot er iemand komt, die haar waard is". Zij: „Ja, hoor eens, zo lang heb ik ook niet gewacht." Niet vreemd. Dame: „U moet me niet kwalijk nemen, maar ik vind het vreemd, dat u geen detective- boeken hebt, die door een vrouw ge schreven zijn". Boekhandelaar: „Helemaal niet vreemd, mevrouw. Ik moet de eerste vrouw nog ontmoeten, die kans ziet de naam van de moordenaar tot het laatste hoofdstuk geheim te kunnen houden". Hoe lang Brammetje probeerde geld te verdienen (Vervolgverhaal door Trudi). Kijk daar kwam Jantje de Rijk met zijn vader. „Bram, zie je 't". Brammetje knikte. Daar.... daar. kwam de burge meester met zijn vrouw. Brammetje schrok zich dood. Wie had daarop nu gerekend. De burgemeester liep langs Bram en kneep hem eens in de wang. daarna ging hij naast oma zitten. Mevr. ging naast mevrouw Kanters zitten. Ja, zo was 't echt gezellig in de tuin en de mensen bleven maar toestromen. Nog niet eens allemaal bekenden. Het was nu al kwart over twee en nog kon er niet begonnen worden. Als Bram naar al die mensen keek en hij dacht aan zijn toespraak, kreeg hij het er gewoon warm van. Daar kwam oom Jan nog met een dikke agent. „Zo Bram. heb je weer iets nieuws verzonnen? Ik ben benieuwd wat 't zal worden". „Zeg Bram, wat heb ik gehoord. Is 't waar dat je 's nachts in je eentje ben gaan zeilen op de plas?" „St, stoma en niemand weet er iets van". Jakkes wat vervelend van die Olsthoorn om dat nu weer te gaan rond vertellen. Oom Jan moest lachen en ging naast meneer Rijk zitten. Zo langzamerhand kwamen er minder mensen en het was ruim kwart over twee toen Peter het hek sloot. Bram was intussen al naar mevrouw Kanters gehold, die hem in een minimum van tijd verkleedde. Peter sloeg op een gong, die hij uit de gang had gehaald en aan een boom had opgehangen. Alles werd stil en iedereen keek vol verwachting naar Bram, die in zijn keurige pakje op het podium stond met een briefje in zijn trillende vingers. O. wat leek het nu een klein manneke met op de achtergrond die grote bomen. De drie vrienden knipoogden eens tegen elkaar. Ze zouden toch wel blij zijn als alles goed en wel was afgelopen. Nu opgelet, daar begon Brammetje. Geachte aanwezigen! Het doet me een zeer groot genoegen jullie allemaal hier welkom te heten. Deze middag is geheel door ons zelf ge organiseerd en ik hoop dat jullie allemaal een gezellige middag hebben. Dan alleen is ons werk met succes be kroond. Verder bedank ik mevrouw en meneer Kanters en onze meester die zo hard met ons hebben samengewerkt, hartelijk voor hun hulp. Verder hoop ik dat jullie ons niet kwalijk zult nemen dat we voor onze voorstelling geld ge vraagd hebben. Ik dank U". Heel netjes boog hy voor de mensen en stapte het podium af. De laatste woorden had hij een beetje afgeraffeld maar verder had hij het er aardig afge bracht. Iedereen mocht willen dat hij 't zo kon. Hè, hij had het er warm van gekregen. Mevrouw Kanters kwam hem al tege moet met een glaasje limonade. Jongen, dat smaakte! Het hoogtepunt van de hele middag zou nu komen. Brammetje klom toch een beetje zenuwachtig in een paal. Zijn eerste voet zette hij op 't touw en daar ging het. Het leek wel of hij zweefde. De kinderen zaten ademloos met open mond toe te kijken. Het was nu doodstil in de tuin. Af en toe floot er een merel. Nu draaide Bram zich om en liep weer te rug. Daarna liep hij achteruit op het koord en 't ging zonder aarzelen. Mevr. Kanters zette ongemerkt de gramofoon aan en op de muziek maakte Bram dans passen op het touw. Nee, dit was won derbaar. Iedereen zag hoe zijn lenig lichaam zich telkens boog en dan weer strekte en hoe zijn handen zich sierlijk heen en weer bewogen. Het leek wel een sprookje. Het fluweel en de glan zende zijde glommen in het zonnetje. De kinderen kwamen niet uitgekeken en ook de grote mensen waren meer dan verbaasd. Zo'n jongen toch! Daar sprong Brammetje op de grond. Het nummer was af. Hij maakte een bui ging tot aan de grond en ging gauw wat op zij achter de struiken staan. Het applaus was overweldigend, alles daver de. Aan het geklap kwam geen einde. De drie vrienden stompten elkaar van puur enthousiasme, maar ze werden niet eens kwaad, omdat het wat pijn deed. De mensen bleven zó lang klappen tot Bram weer in de paal klom en nog een toe gift gaf. De gramofoon speelde nu een wals van Strauss. Vier maal draaide Bram zich snel in 't rond en dan liep hij weer verder op de maat. Oma gloeide van trots. Dat was nu haar kleinkind waar ze zo heel veel van hield. Aan het extra nummer was nu ook een eind gekomen en na het dave rend applaus kondigde Peter met de gong aan, dat het even pauze was. Een paar grotere meisjes gingen met schaaltjes biskwietjes rond voor de kin deren. Daar had mevrouw Kanters voor gezorgd. De jongens liepen achter 't toneel zenuwachtig heen en weer. Brammetje moest nog een zwarte hoéd hebben en kon er nergens een vinden. „Jöh, daar ligt er een onder die boom daar, op die stoel". Ja, dat was echt een hoed die hij no dig had. „Pak hem eens voor me". „Ja, maar van wie is die hoed eigenlijk?" „Kan niks schelen van wie die hoed is, 't is juist een goede". Wim pakte vlug de hoed van de stoel af en gaf hem aan Bram. Eerst even passen. Brammetje wilde hem opzetten, maar, o jee, z'n hele hoofd verdween in de hoed. Wat nou ge daan? Wim schaterde het uit, 't was ook geen gezicht, die kleine Bram met zo'n grote hoed op. Radeloos keek Bram nu rond. „Maar ik moet toch een hoed op heb ben. Ik kan toch niet zó op 't toneel verschijnen". „Weet je wat, je stopt er een paar kranten in, dan blijft hij vanzelf op je hoofd staan". Dat was een goed idee van Wim. Wim zei nooit veel. maar als je in moeilijk heden zat. wist hij toch dikwijls raad en kranten lagen er in overvloed achter het toneeltje, dus dat was nu geen moeilijk heid meer. Grote proppen krant werden in de hoed gestopt en al heel gauw stond de hoed boven op Brammetjes hoofd te wiebelen. Nu moest Hans nog geholpen worden. Bij de bakker had hij een witte muts geleend, maar met geen mogelijkheid kon hij het ding op zijn hoofd krijgen. Mevrouw Kanters kwam eens kijken hoe ver de jongens waren en daar zag ze Hans allerlei malle ge zichten staan trekken om de te nauwe muts op te krijgen, maar 't hielp niet. „Kom Hans, ik naai er twee bandjes aan en dan vul je hem op met kranten. Dat ziet toch niemand". De jongens keken naar de handige en vlugge vingers van mevrouw Kanters, die mooie, lange, spitse vingers met prachtig glimmende verzorgde nagels. Dat was een heel verschil met de nagels van oma dacht Bram. Die waren altijd ruw en heel kort geknipt, dat kwam van al dat werken. De moeder van Peter hoefde met haar twee dienstmeisjes, niet zo hard te werken en dan krijg je ook geen ruwe handen, mijmerde hij verder. „Klaar Hans. Hier. ik zal hem wel even vaststrikken. Zijn jullie nu alle maal klaar?" Ze bekeek de jongens nog eens. Ja hoor, 't was enig. Alleen die te grote hoed stond Bram een beetje kod dig. maar Hans was een echte kok. Mevrouw Kanters ging naast 't po dium staan en begon te bellen. Het werd dadelijk doodstil. Alle mensen waren benieuwd wat ze nu weer te zien zouden krijgen. Hans moest beginnen en voelde zich in 't eerst een beetje zenuwachtig, maar toen hij merkte dat het goed ging, toen werd hij vanzelf een beetje kalmer. Nu was het de beurt van Bram. Op 't juiste ogenblik stapte hij op 't toneel met een beetje stijf hoofd omdat de hoed zo wiebelde. Zodra de mensen hem zagen, moesten ze allemaal lachen. Het stond ook zo gek, dat kleine man neke met die te grote hoed. Wordt vervolgd. Onze rij stond al op het punt om de school binnen te gaan toen het plaatsje naast me nog leeg was. Duimelaar was er nog niet. Al verschillende malen had ik omgekeken of hij nog niet op het laatste nippertje zou komen aanhollen, aar steeds waren het andere jongens. De juffrouw klapte en toen gingen we doodstil naar binnen. Zou duimelaar ziek zijn? In de gang treuzelde ik wat met het ophangen van mijn jas, maar de juffrouw wenkte me dat ik op moest schieten. Dat zou vandaag maar saai worden zo alleen in de bank. We zoch ten onze plaatsen op toen er opeens een huilende duimelaar met opgestoken vin ger, rood hoofd en verwarde haren voor de juffrouw stond en vlak daarachter een wild springende hond, die angstig, was geworden van al die lachende jon gens. Behalve een paar bange jongens, de klas. Boven al het lawaai probeerde Duimelaar duidelijk te maken, dat de hond hem achterna was gelopen en om dat zijn moeder naar de kerk was, kon hij hem niet thuis brengen. Vol ver wachting keken we naar onze juffrouw. Zou de hond in de klas mogen blijven vanmorgen? Zou dat effen fijn zijn! Eerst kalmeerde ze de hond met een biskwietje uit een zak, die een jarige jongen juist op de lessenaar gelegd had. Maar in plaats van rustiger sprong hij nu tegen de juffrouw op en met zijn zwaaiende staart veegde hij de onderste rij woordjes op het bord uit. Nog een biskwietje en toen moesten we allemaal netjes op onze plaatsen gaan zitten. Door de stilte werd de hond ook kalm. Bart je, zo heette Duimelaar, moest hem naar huis brengen en zo vlug mogelijk weer terugkomen. Jammer was dat. Ik had het juist zo fijn gevonden zo'n hond in onze bank, tussen Duimelaar en mij in Ik ga ook aan mijn vader vragen of we een hondje krijgen. Best leuk. PETER. Correspondentie Theo Steenbergen, Sleboldstr. 33. Lel den. Dit antwoordje heeft lang geduurd hè Theo, maar er moeten ook zoveel kinderen een beurt hebben. Je verhaaltje over: „Arm Janneke" is wel wat te kort. Probeer eens iets anders, Greetje Steenbergen komt ons nog iets vertellen over: EEN FIJNE VAC ANTIEDAG AAN ZEE Vader zei op een dag tegen Ria, Els, Theo en Koos: „We hebben nu vacantie en we zullen afspreken dat we Donder dag naar zee gaan, een hele dag en we nemen de tent mee. Zorg nu maar dat overdag goed je best doet, want als van moeder hoor, dat jullie vervelend zijn geweest, dan moeten die stouterds thuis blijven. Begrepen allemaal". ,Ja vader", riepen ze allemaal. „Fyn naar zee". Eindelijk was het dan Donderdag ge worden. De avond te voren hadden va- en moeder al een koffertje klaar gemaakt met de badpakken, badmutsen, emmertjes en schopjes er in. Vader had de kinderen al heel vroeg geroepen en nadat ze zich aangekleed hadden gingen ze eerst samen naar de H. Mis. Het ont bijt daarna was ook vlug afgelopen en terwijl vader de fietsen nog eens nakeek, deed moeder de boterhammen, een tafel laken, limonade en kroesjes in een tas. Het was gelukkig mooi weer en de fietstocht zo in de vroege morgen was heerlijk. Toch waren er al veel mensen op het strand en ze moesten nog zoeken naar een plaats om de tent op te zetten. De groten hielpen mee de tent op te zetten. Toen werden de badpakken aan getrokken en ze gingen in zee. O, wat hadden ze een pret. Ze kwamen pas terug bij de tent toen moeder hen riep om te komen eten. Nou dat smaakte. De hele middag vermaakten ze zich met bergen en kuilen maken, kanalen gra ven, waar ze het zeewater in lieten lo pen. Ze speelden krijgertje en tikkertje tussen de bergen en gingen daar tussen door telkens weer het water in. Toen moe gespeeld waren was het tijd om naar huis te gaan. Het was een heer lijke dag geweest. De kinderen Duivenvoorden, Nieuwe Duinstraat 66, Noordw.hout. Dat dacht ik wel, dat jullie allemaal goed over zouden gaan. Kinderen die altijd zo keurig hun brieven verzorgen, doen na tuurlijk op school ook hun best. Dag kinders, hebben jullie een prettige vacantie gehad? Erica Hoogervorst, Westkanaalweg 49. Ter Aar. Zo, is het bij jullie thuis ook al zo. dat het Zaterdagsmiddag een kib belpartij wordt, wie het eerste de kin derkrant mag lezen. Fijn dat je voortaan met ons mee wil doen. Hier komt je eerste verhaalt ja. MIJN JONGSTE ZUSJE. Mijn jongste zusje, daar hou ik veel van. Ze speelt altijd graag met mij. Ze kan echt ondeugend zijn. Laatst was ik met haar aan het spelen, toen viel ze en ze deed net of ze huilde. Ik pakte haar op en vroeg waar het zeer deed. Ze begon te lachen en zei heel schalks: „niks". Ik tilde haar hoog op en zei: „Rakker, die je ben". Toen zette ik haar weer neer en dadelijk liep ze naar moe der. Ze kreeg een snoepje van moeder en liep toen naar buiten. Moeder lachte er om toen ik het vertelde. Thea Hoogervorst, Ter Aar. Zeg Thea waarom heb je jouw briefje niet bij Erica in de envelop gedaan? Dan spaar je een dubbeltje van de postzegel uit. Gesnapt? Wat heb jij een fijne verjaar dag gehad Thea en dan zoveel cadeautjes. Dan is het wel prettig om veel broertjes en zusjes te hebben, die allemaal met iets aan komen dragen. Mies v. d. Poel, Rijpwetcring. Dat was een leuke tekening Miesje van de ka- bouterwas die te drogen hing onder een paddestoel. Aardig bedacht hoor! Wim Borst, Rijpwetering. In welke klas zit jij Wim? Schrijf dat de volgende keer eens. De oplossingen waren alle maal goed. Adrle en Coble Hijman, Aarlander- veen. Wat hebben jullie een fijne moe der, die pannekoeken bakte omdat jullie waren overgegaan. Had ik dat maar ge roken, dan was ik ook komen smullen, want ik ben dol op pannekoeken. Hier komt het verhaaltje van Cobie. NAAR DE DUINEN. Piet en Ria hadden thuis een lief poesje. Daar speelden ze graag mee. Nu zouden ze met vader en moeder een hele dag naar de duinen gaan. Wat moest er nu met het poesje gebeuren? „We zullen de poes thuis laten", zei vader, „en dan zetten we in de keuken een schoteltje melk klaar". Dat vonden ze allemaal goed. De grote tos werd in gepakt met broodjes, limonade en snoepjes en ze gingen op weg naar de tram. Er was plaats genoeg en Piet ging naast vader zitten en Ria naast moeder. Ze genoten van het fijne tochtje. Onderweg deelde moeder nog 'n heerlijk koekje. Bij de duinen stapten ze uit en zochten een mooi plekje. Terwijl moeder alles klaarmaakte voor het eten gingen Ria en Piet de duinen opklim men, wie het eerste boven was. Op het laatst deed vader ook mee en die won het natuurlijk met zijn lange benen. Ze speelden ook wegkruipertje. Om zes uur gingen ze weer met de tram naar huis en toen vlug naar bed. Wat had den ze een fijne dag gehad. Rietje v. d. Valk. Voorschoten. Jij bent het eerste meisje dat me komt vertellen dat de meubeltjes zo aardig zijn uitgevallen. Heb je de kussentjes nu ook al af. 't Zal best aardig zijn. Dag Riet. De volgende week weer nieuwe raad sels en de uitslag van de vorige. Dag kinderen. TANTE JO en OOM TOON. luister a Somt mustMar niet verjeten.M Imbiett hter de basis,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 11