Wie puzzelt met ons De Knokkepsbupcht™<67> c 1 N >E KRANTENTUI N ZATERDAG 11 SEPTEMBER 1954 DE LEIDSE COURANT VIERDE BLAD PAGINA 2 Horizontaal: 1. weefsel, 6. kromming, 11. haast on doorzichtige opening, 12. rund, 14. maand van het jaar, 16. dichter, 17. lomp, 19. bende, 21. godin v. d. dageraad, 22. gem. in Gel derland, 24. voor, 26. lied, 27. tienpotig schaaldier, 29. zware zoete wijn, 31. huisdieren, 32. beklem ming, 33. voegwoord (Fr.), 34. atmosfeer (afk.), 36. vlinder, 38. dag der week (afk.), 39. afkorting van ruthenium, 40. rijstbrande wijn, 42. zot, 43. plaats, plek, 45. dikhuidig zoog dier, 46. voertuig, 48. he mellichaam, 49. wereld taal, 51. keukengerei, 53. de gouden bul (afk. Lat.), 55. aardrijkskundige aandui ding, 56. strik in een touw, 58. lidwoord (Fr.), 59. voorzetsel, 60. zuiver, 62. familielid, 63. bedorven, 65. bosje bloemen, 67. niet dik, 68. sluiskolk, 70. lichaamsdeel, 72. onbep. voornaamwoord, 73. Grieks lierdichter en toonkunste naar, 75 kleed, 78. zuiver gewicht, 80. te zamen, 82. vaartuig, 83. zeden, ma nieren, 84. ontvangkamer, 85. duivel. slommering, 2. eer, 3. Verticaal: 1. drukte, be- voorgeschreven kerkgebruik, 4. voor naamwoord, 5. verloren, weg,7. voorzetsel, 8. meisjesnaam, 9. schar nier van een hengsel, 10. verheven heid als teken' van waardigheid, 11. grote deur, 12. jongensnaam, 13. bij woord, 15. zwak, 16. zilt vocht, 17. stroompje, 18. bezigheid, om zich de tijd te korten, 20. hoofdmatras, 23. van het teken af te herhalen (afk. i. d. muziek), 25. muzieknoot, 28. zangstem, 30. uitspanningslokaal in een kazerne, 31. ondervraging, 32. rietvogel, 35. meubelstuk, 37. fami lielid, 38. patroon, 40. voegwoord, 41. voertuig, 43. voorvoegsel, 44. laag vlakte, 47. verscheidenheden, 50. mu zieknoot, 52. sprong, 54. dorp in N.- Brab. ten Z.O. van Grave, 56. spijs, 57. overzetvaartuig, 59. onbep. voor naamwoord, 61. heldendicht van Ho merus, 62. familielid, 64. voorzetsel, 66. te kennen geven, 68. vlug, 69. boom, 71. kluwentje, 74. familielid, 76. water in N.-Brab., 77. waarmerk 79. tijdrekening, 81. ontkenning (Eng.), 83. familielid. OPLOSSING VORIGE WEEK. Horizontaal: 1. alp, 4. vleugel, 10. leep, 12. ros, 13. lei, 14. kolom, 16. E.K., 17. mand, 18. smaad, 20. gans, 21. A.P., 23. praesens, 25. arm, 27. ar, 28. Ari, 29. roest, 31. medoc, 35. aha, 37. ka, 38. kro, 39. proviand, 42. Eu, 43. Leon, 44. Steen, 46. Bern, 47. p.s., 48. Neede, 50. Ane, 51. reu, 52. Neer, 53. Kantens, 54. net. Verticaal: 1. Alkmaar, 2. Leo, 3. pels, 4. vrede, 5. lok, 6. es, 7. glans, 8. eens, 9. lid, 11. pomp, 15. Marathon 17. manie, 19. Aar, 20. Germanen, 22. pro, 24. sa, 26. me, 30. Saron, 32. DK, 33. ore, 34. couvert, 36. a.v., 37. kat, 39. peren, 40. Issus, 41. Deen, 43. Le na, 45. neen, 46. bak, 47. pen, 49. Dee, 51. re. Oplossing tot en met Donderdag aan bureau van ons blad. Een taart, sieraad en boek zijn de prijzen. De sigarettenkoker is dit keer voor G. Vermeulen, Kaiserstraat 32 A, Lei den; het sieraad voor Cok Verdegaal. Hoofdstraat 75, Sassenheim en het boek is voor mej. J. A. Alkemade, Terweeweg 10, Oegstgeest. Aetherklanken ZONDAG. HILVERSUM I, 402 m. 8.00 VARA. 2.00 AVRO. 7.00 VARA. 18.30 VPRO. 19.00 IKOR. 20.00—24.00 VARA. 8.00 Nieuws, weerber., postduiven- ber. en gram. 8.20 Gram. 8.45 „Langs ongebaande wegen", caus. 9.00 Sport- meded. en postduivenber. 9.05 Muzi kale caus. met gram. 9.45 „Geestelijk leven", caus. 10.00 Gram. 10.30 Met en zonder omslag. 11.00 Promenade- ork. 12.00 Sportspiegel en postdui venber'. 12.05 Mil. ork. 12.35 „Even afrekenen, Heren!" 12.45 Lichte muz. 13.00 Nieuws. 13.05 Meded. of gram. 13.10 De Avro-fotowedstrijd. 13.20 Verz. progr. v. d. mil. 14.00 Boekbe spreking. 15.00 Omr. Kèmerork. 15.45 Toneelbeschouwing. 16.00 Dansmuz. 16.30 Sportrevue. 17.00 Instr. sexet. 17.30 Voor de kinderen. 17.50 Sport- journ. 18.15 Nieuws en sportuitsl. 18.30 Korte kerkdienst. 19.00 Voor de kinderen. 19.35 Voordracht. 20.00 Nieuws. 20.05' Lichte muz. 20.50 Me dedelingen. 20.55 Gram. 21.10 „Sê- vres-tantetje", hoorsp. 21.30 Metro- pole ork. 22.00 Act. 22.10 Gram. 22.25 Pianotrio22.55 Schaakolympiade 1954. 23.00 Nieuws. 23.15—24.00 Gra in of oonmuziek. HILVERSUM II, 298 m. 8.00 KRO. 9.30 NCRV. 12.15 KRO. 17.00 IKOR. 19.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO. 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 8.25 PI. Hoogmis. 9.30 Nieuws en waterst. 9.45 Orgelconc. 10.00 Geref. kerk dienst. 11.30 Gram. 12.15 Gram. 12.20 Apologie. 12.40 Gram. 12.55 Zonne wijzer. 13.00 Nieuws en Kath. nieuws. 13.10 Lunchconc. 13.40 Boekbespr. 13.55 Gram. 14.00 Voor de jeugd. 14.30 Zang en piano. 14.55 „Kansen voor kunstschilders", caus. 15.00 Gram. 15.10 Omr. ork. en sol. 16.10 Katholiek Thuisfront Overal 16.15 Sportrep. 16.30 Vespers. 17.00 "Oecu menische jeugddienst. 18.00 Zang- dienst. 19.00 Kerkelijk nieuws, 20.00 Gram. 20.25 De gewone man. 20.30 Promenade ork. en solist. 21.15 Strijk octet, 21.30 „Geschichten 'aus dem Wienerwald", muzikaal klankb. 22.30 Act. 22.45 Avondgebed en liturg, kal. 23.00 Nieuws. 23.15—24.00 Gram. MAANDAG. HILVERSUM I, 402 m. 7.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20—24.00 VARA. 7.00 Nieuws. 7.13 Gram. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.35 Lichte muz. 9.00 Gym. voor de vrouw. 9.10 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Gram. 10.00 Voor de oude dag. 10.05 Morgenwijding. 10.20 Pianorecital. 10.40 Voor de zieken. 11.25 Gram. 11.40 Voordr. 12.00 Or gelspel. 12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33 Voor het platteland. 12.38 Gr'a- mofoonmuz. 13.00 Nieuws. 13.15 Voor de middenstand. 13.20 Gram. 14.00 Voor de vrouw. 14.15 Mezzo-sopr. en piano. 14.35 Gram. 15.00 Zestig mi nuten 1 voor boven de zestig. 16.00 Gram. 16.45 Voor de jeugd. 17.15 Gram. 17.30 Pianoduo. 17.50 Mil. comm. 18.00 Nieupws en comm. 18.20 Gram. 18.45 „Het volle pond", caus. 19.00 Orgelspel. 19.30 „Zestig jaar vegetarisme in Nederland", lezing. 19.45 Regeringsuitz.: Landbouwrubr. 20.00 Nieuws. 20.05 Gevar. muz. 20.50 Gram. 21.05 „De weg omhoog", caus. 21.20 Orkestenmozaiek. 21.40 „Een zwanenzang", hoorsp. 22.00 Radio Philharm. ork. 22.55 Schaakolympia de 1954. 23.00 Nieuws. 23.15 Gram. 23.40—24.00 Idem. 1 HILVERSUM II, 298 m. 7.00—24.00 NCRV. 7.00 Nieuws. 7.10 Gram; 7.15 Gym. 7.30 Gewijde muz. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws en weerber. 8.15 Sportuitsl. 8.20 Gram. 8.30 Tot uw dienst. 8.35 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9.35 Gram. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gram. 11.30 Idem. 12.35 Voor boer en tuinder. 12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33 Gram. 12.59 Klokgelui. 13.00 Nieuws. 13.15 Metropole ork. 13.47 Gram. 14.05 Schoolradio. 14.30 Gram. 14.45 Voor de vrouw. 15.15 Gram. 16.00 Bijbellezing. 16.30 Semi- klass. muz. 17.00 Voor de kleuters. 17.15 Gevar. muz. 17,45 Regerings uitz.: Mr. A. Croin: Nederland en de Wereld: Nederland en de Unie van Zuid Afrika". 18.00 Gemengd koor en sol. 18.20 Sport. 18,30 Orgelconc. 19.00 Nieuws en weerber. 19.10 Gram. 19.30 „Volk en Staat", caus. 19.45 Gram. 20.00 Radiokrant. 20,20 Lich te muz. 20.45 „Het Mannetje", hoor spel. 21.35 Viool en piano. 21.55 „Ver geten, maar nog niet verloren", klankb. 22.15 Gram. 22.35 Idem. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nieuws en S.O.S.-ber. 23.15—24.00 Gram. Grimmig. „O, was ik een voge- lijn", zong de zangeres. „Een vogel lief en teer „En had ik dan een geweer!", schreeuwde plotseling iemand uit de zaal. Opschepper: ,,'n Knusse kamer. Alleen zijn geloof ik de plafonds wat laag". „Welnee, kerel, je vergist je. De ta pijten zijn zo dik." Gewoonte. „Staat er nog iets bijzonders in de krant?" „Nee, alleen maar oorlogsnieuws". Even wachteü. „En wat zei je vrouw, toen je zo laat thuis kwam". ,Dat kan ik je over een paar da gen zeggen. Ze is nog niet helemaal uitgepraat". Middel. Gast: „Hebben jullie hier een fietspomp?" Kellner: „Ja zeker, mijnheer." Gast: „Haal om dan even. Ik wil dat biefstukje oppompen." Reactie. „Wat heb ik gehoord; rook jij helemaal niet meer?" „Nee, ik vind het te verwijfd staan". ,,'n Goede nacht "^7/ gehad mijnheer - De Vries?" „Het is een eigenaardige vraag, maar hebt u misschien een sikkel en een hamer te koop?" Hoe lang Brammetje probeerde geld te verdienen (Vervolgverhaal door Trudi). Op de afgesproken plaats en tijd kwa men de drie vriendjes bij elkaar en gin gen nu samen op weg naar het huis van Brammetje. Onderweg spraken ze na tuurlijk over niets anders dan over „de voorstelling". Hans moest het eerst nog met eigen ogen zien wat Bram er van terecht bracht en eerlijk gezegd de an deren hadden er ook geen hoge dunk van. 't Was toch ook niet voor de poes om zo maar op een koord te lopen en te dansen en zelfs kunstjes te maken. In een heel groot circus was er altijd maar één man die zo iets kon en dan was'er dikwijls nog een vangnet onder hem gespannen. Vol verwachting gingen ze dus het tuintje bij Bram binnen. Brammetje had al 't touw tussen twee stevige bomen gespannen. De jongens gingen nu in het gras zitten en zonder veel omhaal van woorden begon Bram zijn kunsten voor de drie vrienden te vertonen, 't Ging prima. Eerst eenvoudig lopen van het ene eind naar het andere; zo maar op zijn gympjes. De jongens, die eerst nieuwsgierig, later verbaasd, toekeken, konden geen woord uitbrengen. Ze ston den, of liever zaten, gewoon paf. Af en toe waren ze bang dat Brammetje er af zou vallen en de dikke Hans schoof al telkens een eindje naar achteren, bang dat hij Bram op zijn hoofd zou krijgen, maar op 't juiste ogenblik wist Bram zich weer in evenwicht te houden. „Dat is 'n knap werkje Bram", bracht Peter er eindelijk uit. Brammetje gloeide van trots, die vele uren oefenen waren nu niet vergeefs geweest. „Zou 't gaan Woensdag? Wat denken jullie?" „Joh, we hoeven niet eens een toneel stukje er bij te doen. Met jouw nummer hebben ze al waar voor hun geld". „Nee jongens, we moeten er toch nog wat bij doen. Dit duurt hoogstens 10 minuten". „Ik weet ook nog wat", riep Peter enthousiast. „Je moet je verkleden". „Ja, "ja", riepen ze allemaal gelijk. „Dat zou helemaal echt zijn". „Maar ik heb geen verkleedpakje", zei Bram een beetje triest. „Mijn oma kan er geen maken". „Ik zal aan mijn moeder vragen of ze een pakje voor je kan naaien", zei Peter, die wel wist dat zijn moeder zo iets zou kunnen, „Nou, dat zou wel fijn zijn", riepen ze allemaal gelijk. „Zouden we dan morgen aan de mees ter een toneelstukje vragen?" vroeg Bram. De meester keek verbaasd op van de vraag of hij een toneelstukje had. Meestal speelden de jongens van deze leeftijd geen toneel. „Maar waarom gaan jullie toneelspe len? Is er soms iemand jarig of is er een bruiloft in de familie?" „Nee meneer, u bent ver mis. We gaan een voorstellingsmiddag houden voor de kinderen van de school. Brammetje kan zo goed koorddansen meneer. Komt u ook kijken? Toegang voor kinderen een dubbeltje en voor grote ménsen een kwartje". „Nou, als 't een goede middag is, dan zijn jullie niet duur. Ik kom vast kijken". Een toneelstukje had de meester ook. De jongens waren iedere avond aan het oefenen en het was gelukkig dat ze niet veel huiswerk hadden anders was daar niet veel van terecht gekomen. Hans moest voor kok spelen, hij moest alles verkeerd doen. Hij speelde het "enig leuk. Je lachte je wild om hem! De moeder van Peter zat avonden te naaien op de pakjes van de jongens, vooral het pakje voor Bram was prach tig geworden. Een rood fluwelen broekje en wit zijden bloesje en dan lange witte kousen en witte gymschoentjes. Hij leek net een echte circusjongen. Nu moeten de reclamebiljetten nog ge maakt worden. Peter vond op de zolder nog een rol licht behang en de achter kant daarvan konden ze prachtig ge bruiken. Eerst wilden ze nog een jongen uit de klas, die heel goed kon tekenen, vragen, om de biljetten te versieren met bont gekleurde randen, maar achteraf vonden ze het maar beter er geen vreemde jongen bij te halen, ze waren en bleven veel liever met zijn vieren. Met grote letters tekenden ze nu op de papieren: Heden Woensdagmiddag uitvoering in de tuin van Peter Kanters. Acrobatische toeren door Bram van der Velden. Na de pauze: Toneelstuk: De verwaande kok. De biljetten werden overal in de buurt van de school opgeplakt, zodat alle jon gens ze konden lezen. Iedereen op school, tenminste uit de klas van Bram, zou er naar toe gaan. Alle kinderen lie pen aan hun moeders om een dubbeltje te zeuren. Dien Woensdagmiddag liep de tuin van Kanters vol kinderen, hier en daar wa ren ook nieuwsgierige moeders meege komen en de meester was ook present. Met een grote beurs in de hand stond Peter bij het tuinhekje het geld op te halen en de anderen liepen te rennen om stoelen of banken voor de groten aan te slepen, de kinderen- konden best in het gras zitten want het was gelukkig stralend zonnig weer. Mevrouw Kanters hielp nog mee om 't toneel te versieren en toen werd het ten hoogste tijd om Bram aan te kleden. Brammetje zelf liep nog in een hoekje van de tuin zijn openingswoordje op te dreunen. Hij was vreselijk zenuwachtig. Het was ook wel moeilijk voor hem om het woordelijk precies zo op te zeggen, zoals meneer Kanters het voor hem had opgesteld. Er waren zoveel vreemde woorden in. Het was nu vijf minuten voor twee en om kwart over twee zou de voorstelling beginnen. Nog steeds kwamen er kinde> ren bij, niet alleen jongens, maar ook meisjes. Ze stonden warempel nog in de rij bij het hek. Wat een geluk dat die tuin zo groot was. Bij Bram in de tuin had het vast niet gegaan. ,Zal ik 't hek nu maar sluiten?" vroeg Peter, toen de hele rij binnen was. „Ja, doe maar. Het is zo ongeveer tijd, dan gaan we beginnen". Met een touw tussen twee palen, had den ze aangegeven tot hoe ver de kin deren mochten komen. Een paar van de brutaalsten probeerden nog onder het touw door te glippen om zodoende nog beter te kunnen zien, maar ze werden door Hans teruggedrongen. Meer aan de kant stond een klein toneeltje, eigenlijk eenpodium. Daar naast op 'n tafeltje een gramofoon. Zo was het net echt. In midden was het touw gespannen waarop Bram zijn toeren zou verrichten. „Jongens, die stoelen zijn voor de groten en de meester", zei Bram tegen paar jongens, die probeerden op de stoelen te gaan zitten. ,Nou mot je niet denken, dat je veel over me te zeggen heb", zei een grotë forse jongen tegen hem, maar Bram deed alsof hij het niet hoorde. Daar kwam de meester al aan en.wie wa ren dat....? Ja hij had het goed gezien. Wim zijn vader en moeder en Hans zijn vader. Hij kon zijn ogen niet geloven. En warempel daar kwam z'n oma ook aan. Nog even vlug naar haar toe gaan, want mevrouw Kanters stond hem al te wenken met het pakje over de arm. „Oma. bent u helemaal komen lopen?" „Nee jongen meneer Kanters kwam me met de- auto halen. ,0, wat leuk hè oma, kom hier zitten, deze plaats is een beetje in de schaduw. Nu kwamen er nog veel meer grote mensen de tuin in, zodat er nog stoelen bijgehaald moesten worden. Wordt vervolgd. PETER VERTELT WAT HIJ VERLEDEN WEEK HEEFT MEEGEMAAKT. Nü zit ik al bijna twee weken op de grote school en ik vind het nog steeds fijn, maar ik zit niet meer naast mijn vriendje. Dat komt zo. We hadden op een morgen de groentenman geholpen met het opduwen van zijn wagen en toen kregen we elk een lekkere appel. We stopten die in onze blouse en renden toen naar school. We kwamen nog net op tijd, juist toen de grote bel luidde en hadden dus geen tijd meer om de appel op te eten. We zaten in de reken les te luisteren naar de sommen die de juffrouw ons leerde. Twee appels en twee appels zijn vier appels. Niets moeilijk hoor! Mijn vriendje en ik dachten toen meteen aan de appels die we gekregen hadden. We haalden ze voorzichtig te voorschijn, bekeken ze nog eens goed en toen begonnen we te ruilen. Net wou ik zijn appel aanpakken toen de juffrouw naast de bank stond en ik van de schrik m'n appel liet rollen over de vloer, 't Was een lawaai want het was juist erg stil in de klas. De juf frouw keek een beetje boos, nam onze appels mee naar de lessenaar en ?ei dat we ze om twaalf uur mee mochten né men, dan moesten we maar even blijven wachten. Gelukkig was de juffrouw niet meer boos, maar toen ze hoorde dat we vriendjes waren moest ik m'n spullen uit mijn kastje halen en ik kreeg een andere plaats. Jammer, 't was juist zo leuk geweest. Nu zit ik naast een jon gen, die altijd op zijn duim zuigt, zijn hele duim is zacht en plat. Telkens geef ik hem een duw en ik hoop maar dat het helpen zal. Hij wordt altijd door zijn moeder naar school gebracht en na schooltijd heeft ze altijd een grote hond bij zich. Die hond likt dan ook aan die duim, dat heb ik zelf gezien. Ik vind het maar vies. Misschien denkt die jon gen er niet bij, daarom moet ik het toch eens zeggen. Zou het helpen? Dat zal ik jullie ook wel eens vertellen. Volgende week verder. Correspondentie Zoals ik de vorige week al beloofd heb. begin ik vandaag met de dikke brief van de kinderen uit Rijpweterlng. wat hebben ze weer hun best ge daan. Op z'n best geschreven en boven dien nog versierd met tekeningen en bloemen. Een paar kinderen hebben er een versje bijgedaan, dat ze misschien van hun leesboek uit het hoofd kennen, r, 't is wel jammer, zulke versjes komen niet in de krant. Wel een zelf gemaakt versje of verhaaltje. Nu komen de namen: Doortje Koot. Hebben jullie het ver haal van Assepoester al uit? Ton Doleman. Is dat jullie huis op de tekening? Sjani v. d. Berg stuurde een mooie tekening van twee vissers in een bootje die een hele grote vis vangen. Zo'n grote, dat de hengel helemaal krom trekt. Jan Rotteveel. Je had het versje over Pietje een beetje langer moeten maken. Nu weet ik niet waarom Pietje zo stond te gillen. Ria Bakker. Natuurlijk was je blij met het gewonnen boek. Je bent toch maar een bofster. Jopie v. d. Hoorn. Die bloempjes op je briefje vind ik heel mooi, net echt. Marian v. d. Wereld. Ook reuze je best gedaan op je tekening. Trudle Weenink. Zeker een vriendin netje van Marian, ook al zo'n mooie tekening. Dick Oudshoorn. Je hebt zeker wel gelezen wat er staat over versjes uit een leesboekje. Maak zelf eens wat Dick. Corrie Weening vertelt ons een klein verhaaltje. In een sloot tussen de weilanden zwom eens een eend met vijftien kleine eendjes. Een grote zwaan met kleine zwaantjes kwamen er ook naar toe ge zwommen. Toen de zwaan de eend zag, ging hij er op af. Mijn broertje Piet kroop het hok uit en ging naar de zwaan. Maar hij moest goed uitkijken want de zwaan werd kwaad. Mijn moe der had alles gezien. Ze ging er naar toe, pakje Pietje beet en deed hem in het hok. Zo kon Pietje ook naar de zwaan kijken en kon hem niets gebeuren. Theo v. Veen. Je houdt zeker veel van molens Theo? Theo Schakenbos. Ik wed dat jij op je rapport een mooi cijfer voor tekenen hebt. Je hebt zo netjes gekleurd. Mies v. d. Poel. Ik vind het fijn dat je het verhaal van de krantentuin zo mooi vindt en het trouw leest. Je kunt al gezellig briefjes schrijven. Dag Miesje. Corrie Zandvliet stuurt ons ook een klein verhaaltje. Ik heb pas een fiets gehad en ik ging op een Zaterdag fiet sen. Opeens viel ik met de fiets om en toen heb ik mijn arm gebroken. Wij heb ben de dokter laten komen en die zei dat ik naar het ziekenhuis moest. Daar heeft een dokter mijn arm in de gips gedaan. Mijn arm was toen wel heel erg zwaar, maar hij hangt in een doek. Ik moet over vier weken terugkomen. Ik hoop dat mijn arm dan weer gauw beter is. Hoe is het er nu mee Corrie? Het was zeker je linkerarm. Iluub Oudshoorn houdt zeker veel van voetballen, want hij vertelt ons over: Jan, Piet, Klaas en Gerard gingen 's middags uit school voetballen. „Ik heb een bal", zei Gerard. Hij haalde zijn bal en even over half vier begonnen ze. Jan stond in het doel. Piet speelde tegen Gerard. Gerard schoot de bal in Klaas zijn doel, dus stond het 10. Toen gin gen ze verder voetballen en even later schoot Piet in het doel van Jan, dus nu stond het 11. Ze voetbalden steeds har der en opeens schoot de bal in het prik keldraad. Gerard begon hard te huilen, maar Piet huilde niet want het was zijn bal niet. Toen schrokken ze heel erg want de torenklok sloeg half zeven. Ze liepen hard naar huis en afgelopen was het, anders kregen ze thuis straf. Theo "Witteman. Heeft jouw broer een echte zeilboot of een speelgoedbootje. Dat heb je er niet bijgeschreven Theo. Ton Daleman. Voor die mooie teke ning verdien je een pluim Ton. Wim Zoetemelk. Wat een leuke ker mis heb je getekend. Jasper v. d. Meer. Dat was zeker een vuurtoren op je tekening. Robbie Hogeboom maakte een klein versje over: IN DE DIERENTUIN. Hoezee. Dat was een heerlijk feest. Voor kleine Jan en Lien. Ze mochten naar de dierentuin Daar was zoveel te zien. Henk Zandvliet cn Theo Witteman stuurden ons allebei een mooie tekening. Netjes gekleurd en zonder vlekken. Mooi hoor! Ellie Hoogeboom. Ik hoop dat je nog dikwijls zo'n gezellig babbeltje stuurt. Maak eens een verhaaltje Ellie. Gerard van Haastregt. Als ik je een cijfer voor schrijven mocht geven, dan kreeg je vast een heel goed. Je hebt zeker extra je best gedaan. Dik Meijer. Nu weet ik meteen hoe jullie huis en winkel er uit zien. Jan van Zeil. Nou Jan ik moet zeggen dat je reuze goed hebt opgelet en ge keken in de dierentuin. Dat lijstje met een en dertig dierennamen is niet mis. Gerard Strijk. Heb je een leuke ver jaardag gehad Gerard. Zijn alle kinderen uit Rijpwetering nu tevreden? De volgende week krijgen de andere kinderen weer een beurt, ag kinders. TANTE JO en OOM TOON. Ben toch knappe kerel... niet voor met! juffie graag mei lerointie trom/en...heeft geluk... 63 beetie slepen... moet slap hebben...droom rechtstaande van stem... ...beehe me!hem beiiq hou den.. ben ook sptege/y^fn vanleroenties zie../'Z ?\l

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 12