Onder een bedstee in Stompwijk vond deurwaarder een ondergedoken kapelaan Koninklijke onderscheiding voor 50 jaar trouwe dienst m - sterling WOENSDAG 1 SEPTEMBER 1954 DE LE1DSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 2 «JUCCESVOLLE MISSIE BEHIELD ZOETERWOUDE voor het Katholi- cism e. Hoe komt het dat de geloofspreiding, het percentage Katholie ken zo varieert voor verschillende gebieden van ons vaderland? Deze vraag dringt zich op als men bedenkt dat (bijv.) de bevolking van Zoeterwoude voor 75 procent Katholiek is, terwijl in het nabijgelegen Benthuizen, dat percentage practisch nul is. Men kan over dit eigenaardige verschijnsel de meest uiteenlopende theorieën horen verkondigen. Zo wordt wel beweerd, dat de oorzaak van het gering percentage katholieken in een bepaalde plaats de apostasie van een pastoor js en hoewel de geloofsafval van een zieleher- der wel invloed gehad zal hebben op de godsdienstige constellatie, is door prof. Rozier echter aangetoond, dat de hoofdoorzaak is gelegen in het slagen of mislukken van de Hollandse Missie tijdens de contra-reformatie. Ja, nog sterker, of in een bepaalde plaats de Hollandse Missie de zielzorg actief ter hand genomen heeft of niet, dat is uiteindelijk beslissend geweest voor de percentages van de godsdienst in zo'n plaats. Strijd strijdbare Christian us Vermeulen, bekend onder de Latijnse naam Mo lina, zet het werk van zijn voorgan ger met grote ijver en buitengewone welsprekendheid voort. Hij kent de streek op zijn duimpje, want hij was een tijdlang assistent geweest van pastoor van Velden in de grote pa rochie tussen Leiden en Gouda. De protestanten waren zo verbolgen over het succes van Vermeulens mis- sioneringswerk, dat Sebastiaan Francken, deurwaarder uit Den Haag, in 1643 naar Stompwijk komt om te zien of Molina niet te betrap pen is op het overtreden van de plak katen, die door het Hof van Holland tegen de Katholieken zijn ingesteld. Het verslag van dit onderzoek geeft een treffend beeld van de omstan digheden, waaronder pastoor en ge lovigen hun geloof konden beleven. Er blijkt uit dat in de pastorie van Stompwijk drie klopjes wonen, die Molina behulpzaam zijn met het aan kondigen van de H. Diensten, het ge ven van catechismuslessen. In de buurt wonen twee kleermakers die als klopbroeders pastoor Vermeulen ook helpen met het geven van cate chismuslessen en de oprichters zyn van geestelijke verenigingen voor „jonge ende oude luyde". Francken scheen nog net een van Vermeulen, die zich verborg in het vertrek waar de H. Mis gelezen werd voor de Stomp wij kse gelovi gen. De deur naar dit vertrek wordt opengebroken en dan vindt de deur waarder onder de bedstede in een hoek van de kamer de kapelaan, die om behoud van het geloof Omstreeks 1600 was het gebrek aan priesters zo groot, dat uitgestrekte gebieden verstoken bleven van de zo nodige herderlijke leiding en dit leidde er toe, dat de scheuring in de christenheid in Nederland zo'n cata- strophale omvang aannam. Sasbout Vosmeer, de eerst apostolisch-vicaris en grondlegger van de Hollandse Missie vestigde zich te Delft en van uit deze plaats verspreidden zich de missionarissen. Op de kaart die de godsdienstige samenstelling van de bevolking weergeeft naar de tellin gen van 1830, dus vóór de grote bin nenlandse migratie, die de oorspron kelijke godsdienstige constellatie ver stoort, is de heilzame invloed, uitge gaan van dit centrum, nog goed te bespeuren. Phillipus Rovenius, Sas- bout's opvolger, werkte volgens het zelfde plan en tijdens diens bewind, treedt als eerste pastoor na de her vorming in de contreien van Zoeter woude op de missionaris primaris Martinus van Velden. NA VIJFTIG JAAR. Vijftig jaar had Zoeterwoude geen x zielzorger gehad en de gelovigen S*imP gez*en te hebben van Johan moesten gedurende die periode naar Y311 fïff56!'..,™331"?. kapelaan Leiden, om daar een schuilkerk te bezoeken, hoewel er soms een rei zende priester de H. Mis opgedragen zal hebben aan het altaartje, dat op gesteld was in de boerderij nu be woond door W. van der Salm, welk altaar nu geëxposeerd staat achter in de kerk van de Zuidbuurt. Martinus van Velden kwam in 1627 naar de contreien van Zoeterwoude en ves tigde zich te Stompwijk in een huis, dat gelegen was op de hoek van de Meerlaan, tegenover café „Het Blesse Paard". Hij was 'pastoor over Stomp wijk, Vilsveen, Sluiswijk, Zegwaard, Zoetermeer, Zoeterwoude. Randen- burg en Middelburg (bij Gouda). Zijn polemische vaardigheid, in die tijd waren godsdienstige twistge sprekken aan de orde van de dag, joeg velen tegen hem in harnas. Die vijandige stemming is zo erg geworden, dat hij op Zondag Quin quagesima, 6 Maart 1639, in de ka pel te Middelburg tijdens de H. Mis overvallen is door een bende ge wa penden onder aanvoering van Nico- laas Vermeyde. Hij werd zo zwaar aan het hoofd gewond, dat zijn albe door het bloed gekleurd werd. Via Gouda werd hij naar Den Haag op gebracht. Tegen een grote som gelds gelukte het zijn ouders, door voorspraak van invloedrijke personen, hem op vrije voeten te krijgen. Hij werd verban nen, maar mocht spoedig weer in het ouderlijk huis terugkeren. De hoofdwond was echter zo slecht behandeld tijdens zijn nachtelijk ver blijf in de gevangenis van Gouda, dat pastoor van Velden 6 April 1639 aan de gevolgen hiervan overleed. Hij werd begraven in de St. Pie terskerk, zijn graf is echter niet meer te vinden. De gemoederen van zijn tegenstanders waren zo verhit, dat tijdens de begrafenis de lijkbaar met stenen bekogeld werd. NIET TE VANGEN. Gelukkig was Phillipus Rovenius, ondanks het gebrek aan priesters, in staat om een opvolger te benoemen voor de statie in Stompwijk. De echter beweert voor zyn plezier een paar dagen in Stompwijk te verblij ven, maar geen „verblijfsvergunning" heeft als priester en daarom onder gedoken is. Francken gelooft dit ver haal en daarmede loopt dit onder zoek goed af, want de activiteiten van de pastoor blijken binnen de per ken gebleven te zijn die door de plakkaten werden voorgeschreven. HET LAND UIT. In 1654 wordt Molina aangeklaagd bij het Hollandse Hof door de oud schepen en enig protestant in Stomp wijk, Pieter Jansz. van Becken en door een Zoetermeerse schoolmees ter. Als daar nog bijkomt dat Molina 2 Juni 1655 een openbaar twistge sprek voert met ds Petrus Cabbeljou uit Leiden, en dat gesprek ten voor dele van de pastoor verloopt, dan is de maat vol en wordt Christianus Vermeulen wegens „paapsche stou tigheden" uit het land verbannen. Dit twistgesprek, dat op uitnodiging van Cabbeljau plaats vond, omdat Molina tegen protestanten gezegd had. dat de katholieke eredienst niet strijdig was met de H. Schrift, werd voor Vermeulen de aanleiding het apologetische boekje te schrijven, dat de weinig irenische titel draagt: „Den oprechten schriftuurlij eken Rooms Catholieken Mondtstopper" ofwel, „Het Mondstoppertje", dat lange tijd zeer populair was en in 1745 zijn 15e druk beleefde. Molina hoopte in het geheim naar Stompwijk terug te kunnen keren en daarom aanvaardde hij niet het pastoraat in Leeuwarden dat hem in 1656 aangeboden werd. Hij kwam ook werkelijk terug, werd spoedig verraden. Gerechtsdienaren kwamen hem zoeken en hij werd haast nog gewond, toen de rakkers met degens de boeken doorstaken waarachter hij zich verborgen hield; met een grote losprijs werd hij losgekocht, maar moest binnen acht dagen het land verlaten hebben. Hij liet zich in 1658 in Kevelaer als oratoriaan inschrij ven en werd pastoor in Rees bij Kleef. In de geschiedenis van pas toor Vermeulen zien we nog de treu- Het altaar uit de schuilkerk werd teruggevonden op een rommelzolder en in ere hersteld. Het staat thans in de dekenale kerk. rige staat van de Katholieken, ook nog na de vrede van Munster. OVERLOPER. Na het vertrek van Vermeulen wordt de grote parochie met 3000 zielen, in drieën gedeeld: Zoeter meer, Zoeterwoude en Stompwijk. Vermeulen's kapelaan Willem Ype- laer wordt pastoor in Zoeterwoude; ook deze pastoor muntte uit in wel sprekendheid. Of de druk der tijden hem vrees inboezemden voor ballingschap en gevangenis, of dat hij niet in staat was het coelibaat te onderhouden of verstrikt is geraakt in Calvinistische theologieën: na tien jaar ambtsver vulling verlaat hij in 1668 de dolen de schapen van Zoeterwoude en hangt de Calvinistische leer aan. Dank zij de prediking van Vermeu len en Van Velden was -'t katholieke volk al zo zelfstandig geworden in het bepalen van haar houding, dat deze droevige passage voor de statie in Zoeterwoude geen catastropnale gevolgen heeft gehad. De apostolisch vicaris Joannes van Neercassel be noemde tot pastoor te Zoeterwoude zijn persoonlijke vriend Johan Vosch, die voorheen kapelaan was geweest bij Ypelaer. Pastoor Vosch was ook orde-geestelijke van het ora torium; hij had de geestelijke eigen schappen van de strenge richting in de orde. Hij moet een verstorven as ceet geweest zijn met een duidelijke voorkeur voor het beschouwende le ven. Johan Vosch bleef maar twee twee jaar in Zoeterwoude, toen werd hij benoemd tot superior van he"t col lege voor priesterstudenten dat Neercassel in Huissen opgericht had. Die twee jaren zullen echter na het dèbacle rond Ypelaer zeer heilzaam geweest zijn voor de Zoeterwoudse parochie. Na Johan Vosch, die op late leeftijd Karthuizer werd in Genaa, kwam Johannes Dobbius als pastoor in Zoeterwoude. P ASTO OR-TIMMERMAN. De 30-jarige pastoor Dobbe had ln 1670 al een bewogen leven achter de rug. Geboren uit Armeniaanse ouders was hij als 20-jarige timmer mansknecht in aanraking gekomen met de Haagse pastoor Caesareus tij dens herstelwerkzaamheden aan diens pastorie. Dit contact leidde tot zijn bekering; hij ging in Leuven voor priester studeren en werd na zijn wyding kapelaan by zijn eerste geestelijke leidsman. Tot 1676 leidde hij de parochie te Zoeterwoude met lof; daarna werd hij pastoor in „he^ Kacheltje" te Leiden (op de hoek van de Hoegwoerd en de St. Joris- steeg). Na een pastoraat in Zwolle trad hij in bij de Karthuizers te Wed- deren bij Munster en stierf in 1711 als prior van de abdij te Xanten. Als zesde pastoor na de Hervor ming komt Gerrit Pelt, die door zijn ruime geldelijke middelen in staat was het oude en bouwvallige schuur- kerkje te vervangen voor een, naar die dagen geoordeeld, fraaie kerk en een ruime pastorie. Volgens het rapport van de aarts bisschop van Mechelen uit 1716 heeft pastoor Pelt in onberispelijke levens wandel en herderlijke ijver de pa rochie geleid. In 1701 dreigde het ge vaar van het Jansenisme. De grote verdienste van deze pastoor is dat hij het gevaar van deze leer inzag en weerde. Hij stelde met 22 andere geestelijken, meest allen uit de buurt, een rapport op waarin de Btij- j gen de invloed van het Jansenisme in Holland geméld werd aan de H. Stoel. Vele Franse Jansenistische kopstukken waren naar Nederland j gevlucht en werden met open armen ontvangen door ap.-vicaris Petrus Codde en door enige pastoors gastvrij opgenomen. Het rapport had succes, want ondanks een tegen-rapport van de Jansenistische geestelijkheid ten gunste van Codde, werd de vicaris die aangetast was door het rigoristi- sche Jansenisme afgezet door paus Clemens XI. SCHILD DES GELOOFS. Een tweede maal, ln 1718 deed pas toor Pelt zich kennen als een schild des geloofs. Hij voelde de oude dag naderen en deed daarom zijn uiterste best om Antonius Dierhout, pastoor LEIDERDORP De cantine van de N.V. Verenigde I van samenwerking, welke tussen de •- t&iuO..' V.ÜB&tl MSI v t mmm Touwfabrieken te Leiderdorp was I gisteren fraai door de heer Gips met bloemen versierd voor de huldiging j van de heer L. Dijkxhoorn, die het heuglijke feit herdacht, dat hij een halve eeuw geleden in dienst van dit concern trad. De jubilaris, die vergezeld was van zijn echtgenote, dochter, schoonzoon en kleinkind, werd allereerst toege sproken door de directeur, de heer J. van Deventer. Spr. memoreerde de werkzaamheden van de jubilaris ge durende het vijftig-jarig dienstver band. De heer Van Deventer prees het vakmanschap van de heer Dijkx hoorn, die van de grote vaart kwam, om dienst te nemen als machinist, later als hoofd van de bankwerkerij i nde fabriek te Edam. In alle fa brieken, welke tot het concern be horen, zowel in het binnen- als in het buitenland, heeft de jubilaris fewerkt; de laatste twintig jaren als aas in de fabriek te Leiderdorp. De directeur bracht hem namens de hoofd-directie, in het bijzonder namens de heer W. Hoos, dank voor het vele, moeilijke en verantwoorde lijke werk, dat hij heeft verricht. Het deed spr. dan ook goed, hem naast het gouden V.T.-eremetaal, een gra tificatie en een gouden horloge te kunnen aanbieden. Mevrouw Dijkx- hoorn-Zijlstra deelde met een fraaie ruiker anjers in de hulde. Koninklijke onderscheiding. Aan de burgemeester van Leider dorp, de heer K. van Diepeningen, was het bekend, dat de heer Dijkx hoorn pleizier in zijn werk heeft. Dit heeft niet iedereen en daarom wilde spr. dit extra beklemtonen. Een hal ve eeuw bij één werkgever is een prestatie. Hieruit spreekt de sfeer leiding en haar medewerkers be staat. Het was de burgemeester een genoegen op de dag. welke voor de jubilaris van zo'n buitengewoon gro te betekenis is, te kunnen medede len, dat het H. M. de Koningin had behaagd de heer Dijkxhoorn de me daille in zilver verbonden aan de Orde van Oranje Nassau te verlenen. Hierna spelde de burgemeester de ju bilaris onder applaus van de aanwe zigen de versierselen op. De rij van sprekers werd voortge zet door de heer P. J. G. Polhuys, wiens eerste samenwerking met de jubilaris dateert van 1923. Hij prees de uitstekende samenwerking. Met de beste wensen voor de toekomst bood spr. namens het personeel der bankwerkerij een grote kist sigaren en een barnstenen sigarenpijpje aan. De chef der weverij, de heer A. Kluvers, bood met enkele toepasse lijke woorden namens het kantoor en technisch personeel der afdeling een groot bloemstuk aan. De heer A. de Kruiff, baas in de weverij, die ook al twintig jaren met de jubilaris heeft samengewerkt, roemde de uitstekende verstandhou ding. Namens ba-zen en personeel der weverij bood de heer De Kruiff een fraaie koperen electrische klok aan. Mevrouw Dijkxhoorn ontving een bouquet anjers. De heer B. Kisman, lid van de Ondernemingsraad, sloot zich bij de woorden van de vorige spreker aan. Van de bedrijfsleider, de heer P. Kuiper ,die buitenlands vertoeft, ont ving de jubilaris een kist sigaren en een felicitatiebrief. De heer W. J. de Koning, voorzit ter van de Ver. van Kantoor- en Technisch personeel, bood met vrien delijke woorden, \yaarbij hij de ju bilaris gaarne als voorbeeld stelde, namens deze vereniging een bloem- stukje aan. MET EEN te Noorwijkerhout, als zijn opvolger benoemd te krijgen. Dat deed hij om zekerheid te hebben dat de parochie geleid zou worden door een herder die zuiver in de leer was. Pastoor Pelt was, evenals zijn voorgangers van Velden, Vermeulen en Vosch oratoriaan. De Franse oratorianen hadden een eigen spiritualiteit die sterk beïnvloed was door het Janse nisme en men mag dan ook gevoege lijk aannemen dat de saeculiere priesters van de Hollandse Zending, waarvan er zeer vele oratorianen waren, o.a. de vicarissen Vosmeer, Rovenius, Neercassel en Codde, zij het niet dogmatisch dan toch wel door hun levensstijd vertegenwoor digers v/aren van de pessimitische natuur-opvatting. Dit had een vroomheidsrichting tot gevolg die in de zielzorg werd toegepast en leidde tot het alleen in uitzonderingen toe staan van de veelvuldige H. Com munie en grote terughoudendheid met het geven van de absolutie. Vele aanhangers van deze „strenge richting verwierpen echter het dog matische Jansenisme. Vooral aposto lisch Vicaris Neercassel had een, van Jansenistische motieven doordrenk- Johannes Vos, de Zoeterwoudse pas te, geloofsopvatting en zijn vriend toor zal deze ideeën ook wel in prak tijk gebracht hebben te Zoeterwoude. Petrus Codde een latere aposto lisch vicaris dreef deze praktijk meer en meer op de spits en gaf zelfs ver dreven Jansenisten uit Frankrijk plaatsen in de Hollandse missie. Na de rapporten van de Jezuieten, de Franciscanen en de 22 saeculiere priesters, waaronder Pelt, werd hij te Rome ontboden en wegens dog matische afwykende opvattingen ge schorst. Ondanks deze veroordeling heeft het nog twee eeuwen geduurd voor dat de Jansenistische invloed teniet gedaan is. Pas met het decreet van Pi us X over de veelvuldige H. Com munie is een eind gemaakt aan deze rigoristische geloofspraktijk. Aetherklanken DONDERDAG. HILVERSUM I, 402 M. 7.00 AVRO, 7.50 VPRO, 8.00—24.00 AVRO. AVRO: 7.00 Nws. 7.10 Gram. VP RO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nws. 8.15 Gram. 9.00 Morgenwij ding. 9.15 Gram. 9.30 v. d. huisvr. 9.35 Waterst. 9.40 Gram. 10.50 v. d. kleuters. 11.00 Gram. 11.05 Gevar. muz. 12.00 Twee piano's. 12.25 „In 't spionnetje". 12.30 Land- en tuinb.- meded. 12.33 Lichte muziek. 12.50 „Uit het bedrijfsleven", caus. 13.00 Nws. 13.15 Meded. of gram. 13.20 Dansmuz. - 13.50 Filmprogr. 14.30 Viool en piano. 15.00 v. d. zieken. 15.45 Gram. 16.15 Voordr. 16.30 Gram. 17.00 v. d. jeugd. 17.30 Euro pese zwemkampioenschappen te Tu rijn. 17.45 Regeringsuitz.: Klankb.: „Nieuw Guinea leeft en werkt", door N. van Vliet. 18.00 Nws. 18.15 Marinierskapel. 18.45 v. d jeugd. 19.00 Lichte muz. 19,40 „Het Delta plan, klankb. 20.00 Nws. 20.05 Ka- merork. en solist. 21.15 Meded. 21.20 „Rechter Thomas", hoorsp. 22.25 Gram. 22.45 Sportact. 23.00 Nws. 23.15—24.00 Gram. HILVERSUM II, 298 M. 7.00 KRO, 10.00 NCRV, 11.00 KRO, 14.00—24.00 NCRV. WRO: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gram. 7.45 Morgengebed en lit. kal.. 8.00 Nws. en weerber. 8.15 Gram. 9.00 v. d. huisvrouw. NCRV: 10.00 Gram. 10.30 Morgen dienst. KRO: 11.00 v. d. zieken. 11.45 Kamerkoor. 12.00 Angelus. 12.03 Amus. ork. 12.30 Land- en tuinb,meded. 12.33 „Wij van het land". 12.40 Gram. 12.50 Europese zwemkamp. te Turijn. 13.00 Nws. en Kath. nws. 13.20 Sopr. en piano. 13.50 Gram. NCRV: 14.00 Gram. 14.45 v. d. vrouw. 15.15 Amus. ork. 15.45 Gram. 10.00 Bijbellezing. 16.30 Pianorecital. 17.00 v. d. jeugd. 17.20 Franse volksliedjes. 17.45 Gram. 18.05 Amus. muz. 18.30 Gram. 18.40 Een goed woord voor een goede zaak. 18.45 Gram. 19.00 Nws. en weerber. 19.10 Lichte muz. 19.30 Gram. 20.00 Radiokrant. 20.20 Amus. muz. 21.00 Wonderlijke wetens waardigheden, 21.15 Gram. 22.00 Ra dio feuilleton. 22.15 Orgelconc. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nws. en SOS-ber. 23.15 Tweede assemblée v. d. Werelraad v. Kerken te Evan- ston. 23.2524.00 Gram. Door O. Straminoff 4) Mackay, jij wilt zo vriendelijk zijn een en ander in de juiste juridische vorm te gieten, en de bedragen, wel ke als inzet der weddenschap be stemd zijn, in de overeenkomst te vermelden. Het personeel gaat een jaar met vacantie met behoud var. salaris. De naam, die ik gedurende het jaar van mijn afwezigheid zal dragen, blijft geheim, evenals dc plaats of het land, waar ik vertoef. Jij stelt eveneens mijn vader op de hoogte van het feit, dat zijn enige spruit weer een van zijn bekende „dolle streken" heeft uitgehaald, een streek overigens, die hem, Francis P. ditmaal het voordeeltje oplevert, dat hij gedurende de tijd van een jaar zijn chèque-boekje rustig in het laad- je van zijn schrijfbureau kan laten liggen. Dat is alles." Ifet was laat in de nacht, toen de vrienden scheiden. De massieve to ren der Westminster-abdy deed vier zware slagen horen, toen e ndelijk de grote, eiken deuren van het sta tige flatgebouw zich opnieuw open den en de zes vrienden, nog altijd mïi of meer onder de indruk van het sensationele slot van deze avond, hun wagens opzochten. In stilte had ieder voor zich geprotesteerd. Maar allen waren zij sportief genoeg aan gelegd om geen blijk te geven van hetgeen er werkelijk in hen omg'ng. Bij een fles champagne en ender vrolijke kout, was de overeenkomst opgemaakt, en in het bijzijn van al len ondertekend. John P. ging zijn eerste daad in. het leven volbregen. Het mocht dm naar de opvatting van allen een dolzimige daad zijn, het was en bleef niettemin een daad. Maarwat allen het meest be treurden was het feit, dat zij nu ge durende de tijd van een jaar het amgename gezelschap van een opge wekte levenslustige kameraad zou den moeten missen. Echterwie ter wereld ken er iets aan verande ren, wanneer een Norman eenmaal een besluit genomen had?! De antieke staande klok ;n de prachtige hall van Regents Palace wees precies tien minuten voor twaalf aan, toen een sober geklede jongemm de hand legde op de knop van de zware, eiken deuren, die de wereld van. zorgeloosheid scheidden van het oord, waar de strijd van vraag en aanlbod in al zijn onver biddelijke hevigheid gevoerd werd. Hij keek de papieren in, die hem zo juist gebracht waren en welke bij zijn portret vermeldden: Ben Mor ris. Zorgvuldig stak hij ze in zijn binnenzak. Voor de laatste maal wierp de jonge man een blik door de stijlvolle hal. Zijn oog gleed over da wit-mar- meren vloeren, waarop uitgezochte perzische tapijten lagen, over de zeldzame gobelins, die de wanden sierden, het massieve, soliede meu bilair en de wapenrustingen, die aan weerszijden van de brede, met zware iopers belegde trap stonden. Toen draaide hij zich resoluut om, opende de deur en trad naar buiten. Het was een mistige morgen, een dier grauwe ochtenden, zoals alleen Londen ze kent. Dikke, wazige sluiers kronkelden zich om de da ken en hulden de toppen der bomen in een welhaast spookachtige tint. Een ogenblik Dleef de jongeman op het bordes van zijn wening staan. Waarheen zou hij zijn schreden rich ten, links of rechts? Hij peinsde een ogenblik, doch kwam tot geen oplos sing. Ten 'laatste besloot hij nog links, nog rechts te gaan, maar stapte hij de brede trappen van het bordes af, en liep Regents Park in. Eerst nu merkte hij, dat het virnig koud was. Hij zette de kraag van zyn jas op en trok de pet wat dieper over zijn voorhoofd. Een venijnige Noord westenwind drong hem door merg en been. Alle mensen schenen haast te hebben en voor de eerste maal ven zijn leven bemerkte hij, dat ie der een doel had, 'behalve hij. Behalve hij? Wis en waarachtig had hij een doel. Zijn-doel was van af dit ogenblik zichzelf een weg te maken door het leven en om dat te bereiken moest hij zich vooral niet te leng op een mistige morgen in December in een Londens park op houden. Want afgezien van het feit, dat overpeinzingen hem op het mo ment niets opbrachten, voelde hij de kou door al zijn ledematen snijden. Zo snel mogelijk verliet hij 't plant soen derhalve weer en liep Bucking ham Palace, dat als een grijze sil houet tegen de grauwe lucht afstak, voorbij. Een seconde hield hij de pas in om te kijken naar de statige schildwachten met hun enorme be renmutsen op, die onbewegelijk voor hun huisjes stonden, toen snel de hij verder. Hij had een doel, een doel. Die gedachte alleen reeds deed het b'oed sneller in zijn aderen strpmen. Hoe vreemd zag Londen eruit op dit uur van. de dag. Enhoe vol van beloften. Eensklaps bleef hij met een ruk staan. Hij bevond zich voor een der grootste hotels van de wereldstad, een dier weelderige paleizen, waar hij vaak met zijn vrienden had gedi neerd, en schitterende partijen had gegeven. Zonder zich te bedenken stapte hij de draaideur door, de pret tig verwarmde hall binnen. Onmid dellijk kwam een rijk gegalonneer de portierop hem tocgestapt, die hem van het hoofd tot de voeten op nam. Toen fronste hij de wenkbrau wen en met een dreigende uitdruk king op het gelaat kwam hij op de jongeman toe. „Wat moet jij hier? Wil je eens gauw maken, dat je wegkomt!" John P. herinnerde zich op dat ogenblik heel goed, hoe de zelfde portier hem nog slechts enkele da gen geleden met een diepe buiging r.aar zijn auto had gebracht, nadat hij deze na een vrolijk diner een pond sterling in de vingers had ge stopt. Bij de wagen had de man zijn pet nog afgenomen bovendien, en was als een verstard beeld in bui gende houding op de stoep blijven staan, tot ziji two-seater verdwenen was. En nu! „Vriendje", zei John P„vertel jij me eens gauw waar ik d" chef van het nersrneel kan vinden!" „Vriendje?" siste de beledigde portier, terwijl hij haast, stikte in zijn woorden, „als jij hier komt om te solliciteren, dan moet je dat toch zeker niet od die marner doen. Voor lui als jij hebben we hier een dienst ingang. Maar vlegels zoals jii er een bent, kunnen we hier niet gebruiken. Er uit!" En meteen duwde de man hem met zijn dikke buik naar de draaideur. John P. voelde even het verlangen n zich opkomen die buik volgens alle regelen der bokskunst te be werken. doch op het allerlaatste ogenblik bedacht hy zich. Dat was toch niet de manier om zijn 'ntrede te doen in een wereld, waar de men sen een doel hebben. (Wordt vei 1)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 6