Professor Coccejus, strijdvaardig theoloog,
speelde twee maal een rol in het verzet
Geheime plaats voor grootzegel en pedelstaven
Hij streed in zeventiende eeuw tegen de Voetianen
en in de laatste oorlog tegen de Duitse bezetters
Een eindje om
Atoomkracht
voor vliegtuigen
ZATERDAG 17 JULI 1954
DE LEIDSE COURANT
DERDE BLAD PAGINA 1
In het Zuid-transept van de Pieters
kerk ligt een grote grafsteen, waarop
als simpele aanduiding geschreven
staa.t J. H. Coccejus. Hieronder ligt
het gebeente van de omstreden Leid-
se professor; hieronder lagen ook in
oorlogstijd voorwerpen, die de Duit
sers niet in handen mochten krijgen,
verborgen.
(Foto: Leidse Courant)
ridische faculteit deze rede uit te
spreken, waarin hij krachtig stelling
zou kunnen nemen tegen de beslui
ten van de Rijkscommissaris van het
bezette Nederlands gebied, de beslui
ten, waarvan wij nu allen de ver
strekkende mensonterende gevolgen
kennen.
Het protest groeide uit tot een
spontane demonstratie.
Als cifgesproken stonden de stu
denten als één man op en zongen uit
volle borst het eerste en zesde cou
plet van het Wilhelmus.
Direct na de afloop van deze rede
gingen posten naar de collegezalen
en laboratoria om hen, die nog on-»
kundig waren door een inderhaast
opgesteld stakingsparool van college-
bezoek af te houden. Dit kostte wei
nig moeite: de algemene staking leek
bijna iedere student het enig juiste
antwoord.
Kunsten en Wetenschappen ontvan
gen brief van de volgend e inhoud."
De hoogleraar las hierna het schrij
ven voor, dat in typisch hoog-nazi
stijl het ontslag in opdracht van de
Rijkscommissaris van het niet-Arisch
personeel van de Universiteit aan
kondigde.
„Ik geef U dit bericht in zijn naak
te kaalheid", zo vervolgde prof. Cle-
veringa, met een stem, die even tril
de van tevergeefs bedwongen ont
roering. „Ik vrees, dat de woorden,
die ik zou kunnen vinden te ver ten
achter zouden blyven bij de smarte
lijke en wrange gevoelens, die het
bij mij en mijn ambtgenoten heeft
opgeroepen. Had ik geen ander doel
dan de accentuering van onze stem
ming, ik zou, aldus professor Cleve-
ringa, geen beter middel te baat
kunnen nemen, dan hier eindigen
en u over te laten aan de ijzige be
klemming van een huiveringwekken
de stilte, die dan terstond om ons
heen zou hangen. Evenmin, zo ver
volgde hij, zal ik met mijn woorden
uw gedachten proberen te leiden
naar hen, van wie het schrijven, van
welks inhoud ik U verslag heb ge
daan, is uitgegaan. Hun daad quali-
ceert zich zelf."
Luide bijvalsbetuigingen van de
aanwezige studenden volgden op deze
woorden. Het waren de eerste kreten
van verzet van de Leidse Alma Ma
ter tegen de toenemende bemoeizucht
van de Duitse bezetter.
Met klem had prof. Telders gevraagd
om het uitspreken van een protest
tegen deze ontslagmaatregel van hem
over te mogen nemen, daar hij niet
de zorg van vrouw en kinderen had
en een arrestatie dus hem alleen zou
treffen.
Professor Cleveringa had er echter
op aangedrongen als decaan der ju-
FNE VOLGENDE DAG werd de uni-
U versiteit gesloten. Het verzet was
geboren. Prof Telders werd gearres
teerd. Na een gevangenschap van
ruim 4 jaar, is hij even vóór de be
vrijding in Bergen Belsen overleden.
De N.S.B. noemde het Leidse ver-
zetcentrum een „horzelnest" dat uit
gebrand moest worden.
Het. illegale blad „De Geus onder
de Studenten" oefende weldra een
grote invloed uit op de mening der stu
denten, aanvankelijk vooral in Lei
den, later over het gehele land. Vele
pogingen hebben de Duitsers gedaan
om de redactie van dit blad te ach
terhalen, doch verder dan tot de we
tenschap dat deze werd gevormd
door de gebroeders De Jong (schuil
naam voor Drion) zijn zij niet geko
men. Het „einfluszreichestes Hetze-
blatt der Studenten" is tot het eind
van de oorolg verschenen.
De raad van negen als interacade
miale organisatie van overleg inzake
het verzet heeft in onze vaderlandse
illegaliteit een belangrijke rol ge
speeld. Namen als A. A. Schoon en
Jan Mulders zullen in verband hier
mede voor altijd in herinnering blij
ven. Beiden zijn in de strijd geval
len.
INTUSSEN MAAKTEN in die woeli-
ge Novemberdagen allen, die dit
aanging in de Universiteitswereld
zich zorgen over enige waardevolle
attributen welke zich nog in Univer
siteit bevonden en die onder geen be
ding in handen van de Duitsers
mochten vallen. Immers men vrees
de, dat de bezetting de universiteit
in Duitse geest zou voortzetten, dat
er aan de eeuwenoude academie pro
moties in de N.S.B.-trant zouden
plaats vinden en dat hierbij het
grootzegel van de Universiteit, waar
merk van iedere legale bul, gehand-
vlekt zou worden.
Daarom bedacht men een plan,
dat in het holst van de nacht werd
uitgevoerd en waarbij de koster van
de Pieterskerk Rameau en zijn zoon
en de oude strijdvaardige prof Coc
cejus de handlangers waren.
Het graf van Coccejus
E'EN DAG NA DE BEROEMDE
rede van prof. Cleveringa kreeg
de koster bezoek van mr P. J. Iden-
burg, prof. dr J. N. Bakhuizen van
den Brink, archivaris van de Uni
versiteit en de heer W. Hoogstraten,
secretaris van het college van cura
toren. De bezoekers toonden zich
ernstig bezorgt over de gang van za
ken. Zij voelden dat de bezetter van
de universiteit een onrechtmatig ge
bruik zou gaan maken. Om dat te
voorkomen hebben zij het grootzegel
van de universiteit, zonder welke
geen doktersbul uitgereikt kan wor
den, weggehaald en de beide pedel
staven. Zij di-oegen deze academische
attributen in een groot pak bij zich
en vroegen de koster of er ergens in
de kerk geen geheim plaatsje voor
te vinden zou zijn.
Het was een geheimzinnige missie,
die de oude koster veel hoofdbrekens
bezorgde. Wat te doen met dit pak?
Er lag in de Pieterskerk in die da
gen al een kiem van het ondergronds
verzet, een kiem, die later zou uit
groeien tot georganiseerd illegaal
werk: dertig onderduikers werden
onder het plankier bij de dertiende
en veertiende eeuwse graven ver
borgen gehouden, er was een depót
van valse kaarten en „Ausweisen";
er werden vergaderingen van het
Leidse verzet gehouden, waarbij de
zoon van de koster Chris Rameau les
gaf in het gebruik van stenguns.
Als het ooit uitgelekt zou zijn, dat
de tekenen van waardigheid van de
universteit in de Pieterskerk verbor
gen lagen, zou de Duitser met een
fijn kammetje de kerk dooi'zocht
hebben. Maar Rameau vond een plek,
die zelfs bij onderzoek met een fijne
kam nog onaangeroerd gebleven zou
De muurtafel, die in 1712 in de Pie
terskerk werd onthuld en grote ver
bolgenheid bij de Voetianen veroor
zaakte. Hierop staan beknopt de ver
diensten van Coccejus omschreven.
(Foto: Leidse Courant)
zijn: hij dacht aan het graf van pro
fessor Coccejus, op welke zerk pre
cies een paal stond van een uitge
breid steigerwerk. Hieronder zou
den de Duitsers niets vermoeden.
Alle graven van de Pieterskerk lig
gen onder het houten plankier, dat
over de gehele breedte van het mid
denschip is aangebracht. Bij de
preekstoel maakten de koster en de
hoogleraren wat planken los. Zij
daalden af in de gewelven onder de
kerk en zochten zich een weg in de
richting van het graf van Coccejus
over de talloze graven, die hier staan
opgesteld. Het was een voortdurend
klimmen over de muren van oude
graven en stappen over gebeenten
in het graf en dit alles in gebukte
houding.
Aan het einde van de weg wachtte
Coccejus. Er zijn er, die zeggen, dat
er een fluisterende stem geweest is,
die in de holte van de gewelven een
galmende goedkeuring liet klinken.
Zeker is dat Coccejus een trouwe
wachter over deze voorwerpen van
de academie is geweest. Na de oorlog
werd een en ander weer op zijn
plaats gebracht. Driehonderd jaar na
zijn dood heeft Coccejus, zelf een
verzetsman bij uitnemendheid, ge
holpen aan het verzet.
Coccejus, de vechter tegen de Voe
tianen, Coccejus, de strijder tegen de
Duitse overheersers!
Hoogleraar werd in de Pieterskerk begraven
f gen door de lucht zullen klieven,
zullen toch nog een poosje geduld
moeten hebben, want zoals de zaken
momenteel staan, zijn wij zeker nog
niet zover.
„O, wat een heerlijk zonnetje,
„En in het poppen wagentje
naar buiten!", zei Margré.
gaan alle poppen mee.
Vooruit, we gaan de duinen in."
De poppen vonden 't fijn.
„Is het niet heerlijk?" zeiden ze,
„om er eens uit te zijn?"
Maar boven op een heuveltje
hoorden ze: wef, wef, waf.
Een grote zwarte herdershond
kwam blaffend op ze af.
Ze liet van schrik haar wagentje
met alles poppen los.
Dat hobbelde de heuvel af.
en stond pas stil in 't bos.
Toen liet Margré haar kindertjes
uit bangheid in de steek.
Gelukkig was die herdershond
zo kwaad niet als hij leek.
Want toen Margreetjes vader
kwam,
wie had dat nou gedacht?
toen zat die zwarte herdershond
by 't wagentje op wacht.
De kindertjes was niets gebeurd,
daar zorgde hij wel voor.
Hij wachtte tot hun moeder kwam
en haar liet hij er door.
Zie je Margré met 't wagentje,
dan loopt wees niet verbaasd
die grote zwarte herdershond
er voortaan altijd naast
Mies Bouhuys.
QP EEN VAN DE GRAFZERKEN in de Pieterskerk staat J. H. Coccejus.
Sinds het jaar 1669, toen de professor in de theologie Coccejus aan de
.Leidse Universiteit stierf als één van de vele slachtoffers van een boosaar
dige epidemie in Leiden, zijn er heel wat voeten over deze steen gegaan.
Slechts zelden vindt een voetenpaar rust voor de simpele aankondiging en
overdenkt de aanschouwer het strijdvaardige bestaan van een theoloog, die
de universiteit van Leiden en de Nederlandse godgeleerden in een fel, ge
nadeloos stijdperk zond.
Nog minder zal deze gedenker van Coccejus vermoeden, dat deze geleerde
van Duitse oorsprong (maar in de loop van de jaren Nederlander geworden
in denken en handelen) belangrijke medewerking heeft verleend aan het
verzet van Leiden tegen de Duitse bezetters in de laatste oorlog.
Interieur van de Pieterskerk bij het graf van Coccejus.
Nog niet, maar het komt
De practische toepassing van
atoomenergie voor het vervoer is
een onderwerp van studie voor de
gehele wereld. In het westen werden
verschillende afspraken gemaakt,
opdat men niet „naast elkaar" zou
werken bij dit moeilijke en uiter
mate kostbare onderzoek. Daarom
hebben de Engelsen zich vooral toe
gelegd op het ontwerpen van een
atoommotor voor de scheepvaart,
terwijl" de Amerikanen vrijwel al
hun energie concentreerden op de
bouw van een vliegtuigmotor.
Er is nu inmiddels geruime tijd
verstreken en het schip met atoom
motor is er. De motor werd gecon
strueerd en een onderzeeër werd ver
vaardigd, die met deze motor uitge
rust is.
De Amerikaanse commissie voor
atoomonderzoek heeft indertijd haar
traditionele zwijgzaamheid verbro
ken met een verklaring over de
vliegtuigmotor. Het eerste stadium
van technische voorbereiding zou
reeds voltooid zijn. Uiteraard is alles
zo „top secret", dat er zeer weinig
over losgelaten wordt. Er werd ver
teld, dat de wereld er geen idee van
had, hoever men gevorderd was met
dit moeilijke procédé, waaraan de al
lerknapste ingenieurs werkzaam
zijn. Inderdaad laat het zich aanzien,
dat een en ander geen bluf is. Trou
wens in de laboratoria en tekenka
mers is lang genoeg gewerkt, opdat
er wat constructiefs voor de dag kan
komen.
Bescherming.
De grote moeilijkheid was nog
steeds de afscherming van de motor
in een vliegtuig. By de bouw van
een schip is niet zo erg moeilijk. Het
materiaal om de gevaarlijke uitstra
ling tegen te houden, zodat de be
manning veilig zit, blijkt in de prak
tijk nogal erg zwaar te zijn. Bij de
scheepvaart kwam de zwaarte van
het materiaal er niet op aan en heeft
men beschermende wanden kunnen
bouwen, maar bij een vliegtuig ligt
de zaak iets anders.
Deskundigen menen, dat men zo
ver is gevorderd, dat licht materiaal
is gevonden, dat voldoende bescher
ming biedt en dat geschikt is voor
montering in een vliegtuig.
Inmiddels hoort men weinig of
niets meer over dit project en het
vermoeden is gewettigd, dat er zich
nieuwe moeilijkheden hebben voor
gedaan, die een uitvoering van dit
plan voor de naaste toekomst onmo
gelijk maken.
Wij komen hierdoor tot de conclu
sie, dat het nog wel enige tijd zal
duren, alvorens men zover is, dat
atoomkracht kan worden gebruikt
om een vliegtuig voort te stuwen.
De moeilijkheden schijnen groter te
zijn, dan men had bevroed.
De snelheid.
Dit houdt tevens in, dat de snel
heden die men heden ten dage met
een vliegtuig kan bereiken, voorlo
pig niet noemenswaard groter zullen
worden. O ja, zij zullen nog wel stij
gen, maar niet die hoogte bereiken,
die men verwacht van vliegtuigen
aangedreven door atoomkracht.
De grotere wrijving die hierbij zal
ontstaan, zal ook een grote handicap
betekenen, want de materialen die
wij momenteel kunnen gebruiken,
zullen hieraan geen weerstand kun
nen bieden.
Inderdaad gaat de technische ont
wikkeling met zeer grote sprongen
vooruit, maar de optimisten, die me
nen, dat wij binnen koi'te tyd met
buitengewoon snelle atoomvliegtui-
Coccejus contra Voetius
IOHANNES COCCEJUS zoon van
Timan Koek, werd op 9 Augustus
1603 in Bremen geboren. Hij werd
hoogleraar aan de illustere school al
daar en vervolgens verroepen naar
Franeker, vanwaar hij na een veer-
tienjaars verblijf in 1650 naar Leiden
ging. Aan deze academie bleef zijn
rechtzinnigheid onbesproken tot hy
in 1658 met zijn ambtgenoot Heida-
nius de mening verkondigde, dat de
instelling van de sabbat een ceremo
nie en geenszins een gebod genoemd
moest worden. Dit was het begin van
een tachtigjarige oorlog in de her
vormde kerk en dë godgeleerden.
De tegenpartij verklaarde in hef
tige bewoordingen dit een ketters
geloof en beschuldigde hem wegens
deze verdachte nieuwigheid van vele
verkeerde bedoelingen. De Staten
van Holland gelastten, oiriwille van
de vrede de Leidse professoren over
het geschil van de sabbat het zwijgen
te bewaren.
Aan de Academie van Groningen
en Leiden echter veroorzaakte deze
kwestie een hevig gekrakeel.
In 1665 trad de grote kampioen
Voetius naar voren met zijn grieven
tegen de gevoelens van Coccejus
(o.m. ook over zondenvergeving) on
der luide toejuichingen van zijn
aanhangers, die voortaan de partij
naam Voetianen kregen.
Maakte Coccejus aanvankelijk wei
nig opgang, zodat zijn gehoor op de
colleges gering was, mettertijd kreeg
hij meer aanhangers onder de stude
rende jongelingschap en vanuit de
Academie drongen zijn geloofsinzich
ten tot de gemeente door. Hoe meer
dit zichtbaar werd des te minder
schroomde men de Coccejanen met
allerlei middelen, zelfs volksopruiïng,
afbreuk te doen.
Coccejus zelf heeft slechts een en-
kéle bittere voorproef gehad van de
kerkelijke opscshudding, die een be
gin nam met dit offensief verbond
van zijn tegenpartij. Hij behoorde tot
de vele slachtoffers van een boos
aardige epidemie, die Leiden in 1669
met rouw vervulde en stierf de 5e
November. De staatkundige toestand
in die dagen gaf een bedenkelijk aan
zien aan de godsdienstige geschillen.
Om de kloof nog wijder te maken
werd zoals gewoonlijk de poli
tiek in deze zaken gemengd. De Coc
cejanen stonden in de gunst van de
raadspensionaris Johan de "Witt als
voorstanders van rust en verdraag
zaamheid. De gruwelijke moord op
de gebroeders De Witt was één van
de gevolgen van deze godsdienst
strijd.
Coccejus werd begraven in het
Zuid-transept van de Pieterskerk. In
J712 werd in de Pieterskerk een ge
denksteen voor hem opgericht, een
marmeren muurtafel, waarover de
Voetianen zich zeer gegriefd toonden.
270 jaren rust het stoffelijk over
schot van de beroemde professor on
der zijn eenvoudige zerk in de Pie
terskerk. Tijdeloos, onbewogen. Tot
een andere bewogen tijd aan zijn rust
een einde maakte.
Onrust in
de Leidse Universiteit
QP 26 NOVEMBER 1940 was het
Groot Auditorium van de Leidse
Universiteit tot de laatste plaats ge
vuld met studenten. In de zaal heer
ste een beklemmende stilte, die eerst
gebroken werd, toen prof. Cleveringa
het spreekgestoelte betrad en met een
vlakke stem de eerst e woorden van
een gedenkwaardige rede uitsprak.
„Ik treed vandaag voor u, op een
uur, aldus prof. Cleveringa, waarop
gij gewoon waart een ander vóór u
te zien: uw en mijn leermeester
Meyers. De oorzaak er van is een
door hem hedenochtend rechtstreeks
van het Departement van Onderwijs,