Op zoek naar een „blanke God" voer een Noor 2000 mijl over de oeeaan ALLEEN OP EEN VLOT VAN BALKEN Thor Heyerdahl ontsloot het geheim van Kon-Tiki Met een caravan door Australië ZATERDAG 10 JULI 1954 DE LEIDSE COURANT DERDE BLAD PAGINA 1 ^ES SCANDINAVIëRS staan op wat bijeengebonden boomstammen mid- den in de Grote Oeeaan onder de gloeiende zweepslag van de tropische aon en staren met kalme ogen naar de eindeloze horizon. Peru is 2000 mijlen en 50 dagen achter hen, de Polynesische eilanden op dezelfde afstand vooruit. De balken kruipen over de rusteloos golvende oneindigheid met een traagte van twee mijlen per uur. Niemand kan zeggen of de menselijke last ooit het land zal bereiken of dat de woedende elementen de avontu riers van het vlot in de gulzige kaken zullen slingeren van zee-monsters. Wat is het doel van dit handjevol takkenbossen als een handschoen in een uitdaging aan de natuur op zee geworpen? Wat willen deze bezielde fanatici, die dit plantaardige, drijvende eiland verkozen hebben boven een comfortabele fauteuil? aan een ernstige studie onderwerpen. En hij vond een hoogst interessante overeenkomst. Hoge stenen beelden met lange oren. Pyramiden met ste nen treden. Reusachtige poorten en terrassen, alle gemaakte van enorme stenen blokken. Dezelfde bouwkun dige vormen als op de eilanden in de Stille Zuidzee gevonden werden. Wie hadden dit alles gebouwd? Niet de Inca Indianen. Zij hadden aan Cortez verteld, dat deze machtige beelden in De Kon-Tiki legende pi DE ALLEREERSTE TUD van het mensdom was het de practi- sche sterveling, die de ontdekkingen deed. Bij zijn poging om zware stuk ken steen te vervoeren ontdekte hij, dat een gevallen tak of boom hem van dienst kon zijn. Hij kwam tot koken, omdat hij eerst geëxperimenteerd had met stuk jes vlees in het vuur. Later pas vond men de theorieën, die de ont dekkingen in lijnen en getallen vast legden. De geleerde van vandaag heeft dik wijls de practijik aan de kant gezet. Hij bedenkt nieuwe theorieën uit, die op andere gebaseerd zijn. We reldomvattende voorspellingen wor den gedaan als resultaat van een al- gebra-som. De innerlijke structuur van de na tuur wordt op papier bloot gelegd. Maar de man, die de tekenstift of pen hanteert doet zelden iets, dat veel spannender is dan een kruiden hoekje in de tuin zaaien. Met Thor Heyerdahl, de„ Noorse ethnograaf en archeoloog, was het anders. Zijn geschiedenis ving aan op het tijdstip, dat hij begon te pein zen over de Kon-Tild legende. Ter wijl hij aan het oostelijk strand van Fatuhiva zat, zag hij de witte kam men van de golven van de Grote Oceaan, die na een hongerige reis van 4.300 mijl in het smakelijke brok je eiland hapten. Niet het geringste stukje land had de gang van de gol ven van 't Oosten naar Westen van Peru tot dit eiland onderbroken. Legende of werkelijkheid /"ONVERANDERLIJK WORDT DE- ZE LEGENDE op alle Zuid-Zee eilanden herhaald: de vaders van de vaders van hun vaderen waren geko men uit de richting van de zonsop gang, van het grote land achter de morgen-horizon. Maar géén geleerde wilde dit verhaal ernstig nemen. Deze mensen hadden immers nooit deze enorme afstand met 'n kano ai kunnen leggen. Er was niets, dat er wees, dat zij een zeewaardig zeilvaar- tuig zouden hebben kunnen maken. De bevolking van deze eilanden moest gekomen zijn van gebieden dichterbij, zoals Malakka, India of China. Sommige experts meenden dat de volksstammen over land van Egypte of zelfs van Europa naar Oost-Azië waren gekomen om zich vandaar over de eilanden te versprei den. Alle geleerden waren het er echter over eens, dat deze volkeren zich later gevestigd hadden, géén oor spronkelijke inboorlingen waren. Zij moesten gekomen zijn, zo rede neerde men, van een land waar een ontwikkeld volk had gewoond. Oud heidkundige vondsen op de Polyne sische eilanden vertoonden een hoge graad van beschaving. Er waren daar geen dingen gevonden, die op de langzame groei van een bescha ving wezen. Een volk kan onmoge lijk ineens voldoende kunstzinnige en mechanische kennis hebben om stenen beelden te maken van 12 me ter hoog en deze over kilometers ruwe, oneffen grond transporteren, IJET MYSTERIE van deze reuzen- beelden met hun lange oren en verbazingwekkende pruiken van ro de steen vond geen oplossing. Zo gauw een geleerde een theorie hier over had opgesteld werd deze door een rivaal ontzenuwd. Het ging hier om het verschijnen van een compleet ras op de keten van eilanden in het midden van de Grote Oceaan. Het moest 1.500 jaar gele den ige/beurd zijn. Toen Thor Heyerdahl zich met dit probleem ging bezig houden had hij om hem te helpen hij het ontwarren van dit geheim niets anders dan de schaduw van een legende. „Kon-Tiki, de zoon van de zon, kwam van het oosten, terwijl hij lei ding gaf aan ons voorgeslacht", mom pelden de laatste overlevenden van het verdwijnende ras op deze eilan den. Heyerdahl besloot voor de veran dering aan deze legende geloof te hechten. Het eeuwenoude verhaal sprak van een verhuizing van het oosten naar het westen. Het sprak van een ras van bleekhuiden met een rode haar dos. Alle uitspraken over migratie van Europa en Azië terzijde zettend, nam hjj het besluit tot zijn eerste stap: hij zou de beschaving in Zuid-Amerika uit de tijd van deze volksverhuizing ten te weerhouden. „Men kan op zee niet in leven blij ven", werd gezegd. „De stammen zul len tussen twee golven als lucifers houtjes doorbreken". „Zij zullen van water doortrokken worden en zinken" Maar de mannen gunden zich de tijd niet naar deze raadgevingen te luisteren. Naar historische gegevens bouwden zij zich een vlot. MEGEN BALKEN VAN BALSA- HOUT van ongeveer 13 meter lengte werden naast elkaar gelegd. Acht kleinere stammen, eveneens van balsahout werden daar kruislings overheen gelegd. Tussen de spleten in de balken werden wiggen geslagen om het vlot de nodige stabiliteit te geven. Twee palen, aan beide zijden op gericht en op de plaats waar zij el kaar kruisten bijeen gehouden, vorm den tezamen een driehoekige mast van ongeveer acht en een halve me ter hoog. Hieraan konden twee vier kante zeilen bevestigd worden. Vlak vóór de mast stond een hut van 4 bij 2^ meter. Het dak van bamboe en blaren van de bananen boom gemaakt. Spijkers noch draad werden bij de constructie van dit De zeereizigers kwamen ook in con tact met de vele monsters die de wereldzeeën bevolken. Verschillende malen draaiden gigantische walvis sen rond het vaartuig om een kijkje te nemen. Als de nieuwsgierigheid bevredigd was, puften zij weg als een ouderwetse veerpont. De horizon scheen onbeweeglijk, maar iedere dag signaleerde de sex tant vooruitgang. De theorie na derde de waarheid. Land in zicht 1MEGENTIG dagen waren voorbij- gegaan, dagen, die nu eens storm, dan weer hitte brachten, maar Kon- Tiki was nog steeds in uitstekende conditie. Op een morgen werd de at- mospheer van volkomen afzondering doorbroken. De wereld daarbuiten bracht een eerste boodsohap. Land vogels krijsten een onwelluidend welkom; het klonk de mannen als muziek in de oren. Aan de horizon lag een dunne, zilveren lijn: land! Het doel was echter nog niet be reikt. Een stevige zijstroom trok het vlot te ver naar het noorden. Zij za gen het eiland rechts voorbij glij den. De simpele bouw van Kon-Tiki stond geen terugkeer op de afgelegde weg toe. De wind en de stromingen begon nen in het zicht van het doel een spelletje met het drijvende eiland te spelen. Op de morgen van de hon derdste dag werd ook Kon-Tiki even als de bemanning gegrepen door het algemene gevoel van machteloosheid. Haar anders zo voorbeeldige voort beweging werd ongeregeld. Om half acht kwam het Raroia Rif in zicht. Tevergeefs probeerde de bemanning het vaartuig voorbij het rif te sturen. Iedereen was er op voorbereid dat het vlot gekraakt zou worden. Alles wat van enige waarde was, had men in waterdichte zakken opgeborgen. De mannen konden het lawaai van de brekende golven op het rif ho ren. „Blijf op het vlot", was het bevel van kapitein Heyerdahl. „Vertrouw op Kon-Tiki." De radio-operateur zond een laatst bericht uit: ,,Als u gedurende 36 uur niets meer van ons gehoord heeft, zend dan hulp". Maar hulp is niet nodig geweest Toen Kon-Tiki het rif naderde werd hij door een grote golf opgelicht en op het koraal gesmeten. De mannen werden omspoeld door een brullende chaos. Iedere nieuwe golf duwde het vaartuig met nieuwe kracht op het bloerode eiland. De kleine hut v/erd weggeslagen, de masten knapten of, maar de mannen bleven zich aan Kon-Tiki vastklam pen. Het zag er naar uit dat Kon-Tiki en zijn vrienden deze bestraffen van de natuur niet langer zouden kun nen dragen Maar eindelijk lieten de lllelke handen lumchtten deze geheimzinnige maóhetó Eeuwenlang hadden de ontdekkingsreizigers gefaald het mysterie van deze godenbeelden te onthullen. Welke reeds lang stil gevallen handen hadden deze vreemde maskers gewrocht? Peru geweest waren, zolang zij zich heugen konden. Volgens de Inca's waren zij opgericht door grote wezens met een bleke huidskleur en rood haar, die oorspronkelijk uit het noor den waren gekomen en die later van Peru verdwenen waren. Een idee werd geboren LIET HOOGTEPUNT NADERDE. Om de waarheid te achterhalen groef Heyerdahl steeds dieper in de legende. Waar gingen deze witte goden heen, toen zij van Peru ver dwenen waren? Het antwoord vond hij in een andere legende der Inca's: Kon-Tiki", zo werd gezegd, „was de hogepriester en zonnekoning, die aan de oevers van het meer Titicaca, machtige bouwvallen achterliet. Hij en zijn volgelingen werden overwon nen door de aanvoerder Cari. Bijna al Kon-Tiki's volgelingen werden bloedig vermoord, alleen Kon-Tiki zelf en zijn naaste vertrouwelingen wisten te ontsnappen. Zij vluchtten naar de kust, vanwaar zij uiteindelijk in westelijke richting verdwenen. „Nonsens", zeiden de geleerden „Uw theorie verzinkt in de Oceaan". Deze volkeren hadden in die tijd alléén vlotten. Als U denkt, dat zij die afstand op vlotten zouden hebben kunnen afleggen, probeert U dat dan zelf maar eens. „PROBEER HET ZELF", Heyer dahl bleef hierover denken. Waarom niet? Als Kon-Tiki's ras zulke fabel achtige monumenten kon oprichten met enkel stenen bijlen, waarom zouden zij dan niet op vlotten over de oceaan hebben kunnen zeilen. Zo kwam er een dag, dat er ergens bij de haven van Lijna, de hoofdstad van Peru, negen stammen lagen van balsahout. Kunt u zich de veront waardigde gezichten van scheepsbou wers voorstellen, toen zij vernamen, dat het de bedoeling was een trans- oceanisch vaartuig te maken van enkel plantaardige producten? Uit de gehele wereld bereikten Thor Heyerdahl en zijn vijf begelei ders goed-bedoeld waarschuwingen die hen van hun onderneming tracht vlot gebruikt. De dag van vertrek kwam. Dui zenden stonden aan de haven van Callao. De camera's van de wereld pers waren links en rechts opgesteld. Het werk in de havens werd stilge legd. Eminente persoonlijkheden met medailles en hun waardigheid be hangen kwamen vaarwel zeggen. 50 mijl ver trok een marinesleepboot deze lompe last. Dan viel er zonder veel ceremonieel een afscheid. Geen weg terug r\E ZES MAN EN EEN PAPEGAAI waren alleen op hun drijvende eiland. Een ruivering doorvoer hen allen bij de onuitgesproken gedach te van de wereld afgesneden te zijn. Maar er bleef hun weinig tijd voor overpeinzingen. De wind nam in kracht toe en Kon-Tiki vroeg de vol le aandacht. Het zeil vulde zich met wind en de stompe prauw begon zijn spannende strijd meteen stille tegen stander: de afstand. Een vliegende storm werd door het vlot met gemak genomen. Het voldeed in alles aan de ver wachtingen van Heyerdahl. De ge- leerden werden zeelieden. Van lie verlee voelden de mannen zich één met de natuur. Van de eerste dag af was de provi- siekist vol met vis. Vliegende vissen waren de niet-verwachte maar zeer welkome bezoekers van het vlot. En als het menu wat al te eentonig werd konden de vissen altijd inge wisseld worden voor een smakelijker en voedzamer exemplaar; de vlie gende vis werd aan een haak in het water terug gegooid! Verse heerlijke vissen zwommen in de rij om de maaltijd voor deze avonturiers te mo gen zijn. En mocht er.geen vis meer zijn (wat gedurende de gehele reis niet voorgekomen is) de zee bevatte altijd nog een rijke reserve aan voedsel met het plankton, de dui zenden soorten van primitieve orga nismen, waarvan direct of indirect iedere vis leeft. De plankton werd be machtigd met een zijden net. Op de juiste wyze bereid smaakt het als caviaar. Mijn „Castle" is mijn caravan (Van onze correspondent in Australië). Zo juist ben ik op een nachtelijk uur teruggekeerd van „caravaning" door een stuk of is het een stuk je? van dit onmetelijke land. In Bülli was een enkel shirt nog téveel kleding voor de hitte en drie dagen later waren al mijn winterkleren niet voldoende om mij tegen de kou de in Wagga Wagga te beschermen. Van de romantische beach-kust, waar het goudgele zand harmonieert met de groen begroeide bergen en het diep blauwe zeewater, trek je door kilometers dorre vlakten waar duizenden schapen het schaarse voedsel zoeken. In de laagste ver snelling hijgt de motor, wanneer naar steile en smalle bergpassen wordt geklommen. Toeren door Au stralië betekent van de ene verras sing in de andere vallen! Met zoiets van drie millioen mo torvoertuigen in Australië, waarvan de meeste iedere dag ergens op de weg verschijnen, is het begrijpelijk dat „de auto" in Australië iets heeft te betekenen. Om het eenvoudiger te zeggen, met op elke drie inwoners van dit land een motorvoertuig, zijn er wei nig lieden die niet geïnteresseerd zijn bij een auto of motor. Door laatstgenoemd cijfer, volgt Australië in record dat van Amerika met een motorvoertuig op iedere 2 Yi inwoner. Dus is de auto en wat dies meer zij zoiets van een nationaal verschijn sel. Hetgeen mede de belangstelling verklaart voor die voertuigen en al hetgeen daarmee samenhangt. Betrouwbaarbeidsrit. Hoe van iets heel gewoons, iets bij zonders kan groeien! Heel gewoon zette enkele jaren geleden de reclame-man van „Re- dex" een onderneming die motor olie verkoopt een „betrouwheidsrit" op touw. Zonder dat men er soms iets van af weet of zelfs denkt aan olie. praat iedereen nu over de „Redex-tour" alsof het een nationaal gebeuren is. En dat is het eigenlijk ook. Want al zijn het in de eerste plaats degenen die direct „contact hebben met een auto en zoals ik U voor rekende, zijn dat er héél wat ook de overige Australiërs leven mee met de steeds kleiner, vermoeider enzwarter wordende groep van hen die „vreten" aan de veertien- duizend kilometers dwars door dit afwisselende, eindeloze, harde land. Tienduizend mijl langs de prach tige kust; door doodse vlakten waar bij duizenden de schapen als wolkjes over het land plekken; je kijkt recht omhoog ep ziet je voorgangers met hun wagen over de bergruggen kron kelen en later tuur je in de diepte naar de achterkomers. De wagens moeten over wegen, die geen wegen zijn doch slechts „tracks" een aaneenschakeling van kuilen en rotsblokken. Het is een „betrouwbaarheidsrit" voor auto en bestuurder. Het rollend huis. Een hael apart plaatsje neemt de caravan in Australië in. De caravan is voor honderdduizen den in dit land: hun huis. Vandaar danook dat practisch alle caravans voorzien zijn niet alleen van een ijs kast, doch tenminste óók van goot steen, diverse kasten en kastjes; kookgelegenheid enz. In dit opzicht kan men de meest vernuftige vin- grote stammen van de Jungle van Peru los van het rif en gleden hel der rustig water binnen Even later kwam Non-Tiki tot rust. Op wapkele benen, maar met hun hart vol dankbaarheid betraden de jonge blanke goden van de landen der middernachtzon het strand van de kusten van Polynesië. Zij hadden Kon-Tiki en een theorie tot leven gebracht. dingen bewonderen! Om een cijfer te geven; in dit sei zoen waren alleen op de wegen van de State New South Wales ruim 15.000 caravans, die plm. vijftigdui zend mensen op vacantietocht voer den. Daarnaast zijn er dan de duizen den, die hun „rollend huis" ergens op een speciaal kampeerterrein heb ben neergezet en het zich zo com fortabel mogelijk maken. Hetgeen, gezien de beschikbare ruimte, meestal wel meevalt! Ten minste, zolang het gezin niet té uit gebreid is „Caravaning" betekent in Austra lië dus ook iets anders dan alleen „sport". En ook om dié reden wordt veel aandacht aan de caravan gewijd en is er aanleiding om zowel op be trouwbaarheid als practische inrich ting te testen. Springend over de „bush-tracks" Het Engelse spreekwoord zegt: „My home is my castle", mijn huis is mijn kasteel. Maar hier was mijn „Casle" mijn huis, want ik heb aan de betrouwbaarheidsrit deelgenomen in een „Castle-caravan", van mr Ed Clucas uit Castle Hill. Men kan mij niet verdenken dat ik hier wat verkapte reclame ga ma ken, want al vindt men die „Casle's" nu op vele wegen in Australië, op de Nederlandse wegen zal men ze nog niet tegen komen! Zo langzamerhand heb ik wel iets omtrent de Australische country en zijn „wegen" gezien en ondervon den; doch met een caravan achter de auto is het weer iets anders. Dan mis je niet zo gemakkelijk de ergste gaten in de wegdaar springt het hele geval overheen. Op een gegeven moment bleek de caravan compleet uit z'n veren te zijn gesprongen, hetgeen ik gerust kan vertellen, niet alleen omdat voor de „Castle" in Nederland tóch geen af zetgebied aanwezig is, doch óók, om dat na alle rare sprongen die auto, caravan en wij mét hen maakten, we allen de betrouwbaarheidstest tenvolle hebben doorstaan. Want heus, er komt voor een auto, cara van, maar evenzo voor de „beman ning" nog iets anders kijken bij zulk een betrouwbaarheidsrit, dan waar van men in de Monte Carlo-Rally" zelfs kan dromen! De „trial". Men noemt een dergelijke presta- tierit hier een „trial", juist omdat er zoveel van de auto wordt gevergd. We hadden op tijd „in te klokken", dat wil zeggen, om zoveel minuten na zoveel uur, moesten we ons mel den aan het volgende controlepunt. Dan waren snelheden van 60—70 K.M. per uur over de akeligste der akelige wegen geen zeldzaamheid; je had aan de andere kant van de berg helling in te winnen op verloren tijd bij het langzaam bestijgen van de berg. En dan zoek je de wegen op je kaart maar uit; des navigators harde job! Bij een halfuurtje rust, gauw de caravan in, wat koken en bakken; eten, verder weer. Met al mijn winterse kleren aan en met drie dekens had ik slapeloze nachten van de kou. Ik vrees het Hollandse klimaat ontwend te zijn geraakt.... Maar tot diep in de nacht stonden de Au straliërs aan het controlepunt, de almaar binnen rollende cars mét of zónder aanhang te beturen; kregen de bemanning applausjes en een warme dronk. Kranten en radio zorgen er voor dat men tot in de „diepste diepten" van het land van alle bewegingen der auto-sliert op de hoogte blijft, nadat reeds maanden tevoren er de nodige aandacht voor opgeroepen is. Want, zoals ik zei, de auto cn al hetgeen daarmee samenhangt, is in Australië van nationale betekenis. JAN MAARTEN. DE HONING- TAARTENKOK. „Wat ruik ik?" zei de koning, „wat is er aan de hand? Het rook hier straks naar honing, nu ruikt het aangebrand". Daar gingen de lakeien, de koning zelf vooraan in lange, lange rijen boos op de keuken aan. Hun neuzen opgetrokken die nare brandlucht ook keken ze en ze schrokken: er was alleen maar rook. „Waar is de kok. Jan Maarten?" riep toen de hele stoet, „zijn lekk're honingtaarten zijn zwart, zo zwart als roet". „Stil eens", riep een minister, „stil eens. ik hoor geklop". „Jan Maarten, hé, waar zit je?" „Ik zit in 't kolenhok". De deur is dichtgevallen, een uur al zit ik hier". Ze trokken met z'n allen die deur uit het scharnier. Nog zwarter dan zijn taarten kwam hij weer voor de dag. „Dat geeft niet", zei Jan Maarten, „eerst maak ik nieuw beslag". Mmm, heerlijk", z^i de koning een uurtje later blij. .Nu ruikt het weer naar honing en 't is weer koek en ei". MIES BOUHUYS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 9