Uermaqeifert Britse bommenwerper in hart van Rotterdam Na noodlanding voor poffertjeskraam ging vlieger te voet naar resultaat zien van de week Daar stond hij met zijn belegde broodjes £ied aan deze t$d Oceaan liefde ZATERDAG 10 JULI 1954 - DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 3 Op zoek naar een knipogende zeeman en een wat angstige winkelier Dertien jaar nadat hij als squadronleader bij de Royal Air Force zijn *1 brand geschoten Bristol Blenheim bommenwerper midden in het puin van Rotterdam moest neerzetten, zonder geld in het door de Duitsers bezette Nederland een tocht ondernam om te pogen Engeland weer te bereiken, maar toch ondanks veel hulp in handen van de Hitlertrawanten viel dertien jaar later dus ls de toen 28-jarige Sydney Smith, nu correspondent van de Daily Express, op zoek naar een knipogende zeeman en een wat angstige maar tenslotte toch behulpzame winkelier, onder meer met het doel terug te betalen wat zij hem leenden. Ook zoekt hij naar iemand, die destijds een foto maakte van zijn neergekomen vliegtuig. Dertien jaar speling Op 16 Juli 1941 werd Sidney als leider van een groep van zes vlieg tuigen aangewezen om deel uit te maken van een eskader van 36 Bris tol Blenheim tweemotorige bommen werpers, die een aanval moesten on dernemen de grootste die er tot nu toe was geweest op in de Rotter damse haven liggende Duitse sche pen. Het was zijn 36e tocht. De aanval geschiedde van het Zui den uit. Men vloog in de richting van de Maashaven, zo laag. dat de men sen op het veld angstig bukten, la ger zelfs dan de kranen en scheeps masten, die men slechts met handige manoeuvres kon ontwijken. In de monding van de Maashaven zag Smith een schip, dat juist aan het draaien was. Dit koos hij zelf als doelwit. Snel wierp hij zijn bommen af en trok direct daarna zijn machine omhoog, maar kwam op dat moment juist in het schootsveld van Duitse luchtdoelartillerie, welke op een schip was opgesteld. Bijna op spits gedreven. Plotseling vloog zijn linker motor in brand, de machine was dus ge raakt. Smith schrok er van en raakte het eerste ogenblik zo in verwarring, dat hij bijna vergat een spitse toren te ontwijken, die hij tegenkwam, de toren van de kerk op de Westzeedijk. Spoedig ontdekte hij echter een open terrein, midden in de bin nenstad van Rotterdam. Hij slaagde erin een noodlanding te maken, ongeveer ter hoogte van de poffertjeskraam „De Gastro noom" op de Kruiskade. Waar de mensen zo gauw van daan kwamen was hem een raad sel, maar aan de andere kant was het zijn geluk. Binnen 'n minuut zag het zwart van de mensen rondom zijn machine. De waarne mer en de boordschutter waren gewond, maar konden gered wor den en in een ziekenhuis worden opgenomen. In de drukte kon Smith nu gemakkelijk wegwan delen, want niemand lette op hem. Het was bovendien een Charles de Foucauld Charles de Foucauld is een van die mannen, die eerst alle pretjes van het leven proberen en ten slotte tot de ontdekking komen, dat het enige doei van het leven God en de Hemel moet zijn. Daarom is Charles voor ons een ster, die we zo erg goed kunnen begrijpen, want als iemand al als klein kind erg braaf 'en gods vruchtig is, dan voelen we ons zo erg ver van hem afstaan. Nu, Charles de Foucauld was hele maal niet braaf en vroom als kleine jongen; hij was door zijn grootvader erg verwend en over- al waar een pretje te beleven viel, kon je Charles vinden. Hij werd officier in het Franse leger, maar daar maakte hij het zo bont, dat zelfs zijn commandan ten geen raad met hem wisten en in 1880 hij was toen 22 jaar werd hij voor straf na8r Afri ka gestuurd, omdat ze hem niet langer in Frankrijk hebben wil den. Charles kwam daar hele maal niet van onder de indruk; hij vond 't zelfs nog wel een beetje fijn, want in Afrika was hij veel vrijer, dan in Frankrijk. Hij vocht dapper bij Algiers en op zekere dag ging hij een grote zwerftocht maken in het uitge strekte gebergte. Daar, alleen in die hoge bergen, kreeg Charles eindelijk eens de tijd om rustig na te denken. Hij ontdekte, dat alle pretjes toch feitelijk nooit echt plezier gebracht hadden en toen dacht hij ineens aan God. Hij kwam tot de ontdekking, dat het gehele leven enorm zinloos zou zijn, als er geen God zou zijn, die op het eind van dat le ven op de mensen zou wachten. Toen Charles eenmaal er over nagedacht had, nam hij zijn be sluit. En niet maar zo'n half be sluitje van: „ik zal eens beter mijn best doen", of zoiets, nee, Charles deed het meteen goed; hij nam ontslag uit het leger en zocht de strengste kloosterorde op, die hij vinden kon. Zo kwam hij bij de Trappisten terecht, maar toen hij daar een paar jaar bij was, ontdekte hij, dat hij zich nog veel meer vernederen kon door knecht bij een Clarissen klooster te worden. Na een paar jaar, zei de overste hem, dat hij priester moest worden en Char les gehoorzaamde; in 1901 werd hij priester gewijd. Toen voelde Charles zich sterk genoeg, om de wereld geheel te verlaten. Hij trok alleen de woestijn in, bouw de daar een hutje en leefde er als verlaten kluizenaar, die al zijn tijd besteedde met het den ken aan God. Spoedig kwamen veel mensen naar het hutje toe om met de kluizenaar te spre ken en hem om raad te vragen; Charles werd een toevlucht en troost voor honderden. Geheel onverwacht kwam op 1 Decem ber 1916 zijn dood. Er was in Afrika een opstand uitgebroken en de Franse soldaten, die heel dikwijls van Charles raad gekre gen hadden, wilden de kluis be schermen. Tijdens een overval werd Charles de Foucauld door het hoofd geschoten en stierf. Maar de mensen bleven naar het hutje komen, om de dappere kluizèpaar te vereren en op dit ogenblik zijn geleerde mensen btzig aan zy'n Zaligverklaring. STERRENKIJKER. snikhete dag en daarom had hij zijn uniformjas reeds in zijn bom menwerper uitgedaan. Do you speak English. Lopende in de richting van een bioscoop, zag hij naast zich plotse ling een burger die knipoogde en vroeg: „do you speak English". Smith was zo verrast, dat hij even zijn pas inhield, maar de man maande hem aan niet te blijven staan: „doorlopen en doen alsof er niets aan de hand is", zei hij. In de loop van het gesprek, cat nu volgde, kwam uit dat Smith met een zeeman te doen had, die voor de oorlog op de RotterdamLonden lijn gevaren had. Hij gaf Smith het weinige geld dat hij bij zich had en nam opongemerkt afscheid. Maar.wie was die man? Smith zou nu gaarne met hem in contact komen. Het gekregen geld stelde Smith in staat op een tram te stappen, die in de richting van de haven ging, ver moedelijk lijn 15 of lijn 5. Daarmee kwam hy, of het zo wezen moest, weer langs de Kruiskade waar zijn vliegtuig lag. Hij kon er de Duitsers zien, die inmiddels waren gearri veerd en het terrein hadden afgezet. Verkeerde voorlichting. Nieuwsgierigheid dreef Smit naar het havenkwartier. Hij wilde in de eerste plaats de resultaten van zijn aanvaL zien en voorts trachten naar Engeland terug te keren. Na de tram verlaten te hebben ging hij aan het dwalen. Op de hoek van een of andere straat zag hij een winkel. Zijn indruk was dat er kle ding verkocht werd. Op de ruit stond geschilderd: English spoken. Smith waagde het er op en stapte naar binnen. De winkelier stond er met een klant te praten. Zodra deze verdwenen was trad Smith naar vo ren en zei „good evening". Daarop vertelde hij wie hij was. De man schrok wel een beetje en zei: „ga asjeblieft mijn winkel uit, anders krijg ik grote last. Iedereen heeft u zien binnenkomen". In ruikende toestand. Dit was maar een veronderstelling, aldus Smith, want er was bijna geen mens op straat, maar hij kon de angst van de man begrijpen. „Het enige dat ik wil is enig geld, om België of Frankrijk te kunnen bereiken" zei Smith vervolgens. „Dat lukt u niet", meende de man achter de toonbank. ,,'m Sorry", repliceerde Smith, „maar ik zou toch graag wat geld hebben". Dit heeft de winkelier ten slot te gaarne gegeven en Smith is daarop heengegaan, maar wie is die winkelier? Smith Is met enige politieman- (Advertentie) nen deze week op stap gegaan, maar is er niet in geslaagd de bewuste winkel te ontdekken. Al dwalende arriveerde destijds Smith bij de Nieuwe Maas. Daar nam hij een rivierbootje en zag tot zijn vreugde, dat het schip, dat hij gebombardeerd had, in zinkende liestand verkeerde. Gewillige „helpers". Aan de zuidelijke over gekomen vervolgde hij zijn wandeltocht. Op een gegeven moment stond hij voor de Barendrechtse brug. Die wilde hij ever, denkende ten onrechte, zo als later zou blijken in de richting van België te stappen. Vermoedelijk was de brug echter door Duitsers be zet, daarom verzocht hij aan twee personen, die ergens met een auto stonden, hem over de brug te helpen, maar zij beweerden dat dit niet mo gelijk was. Een poosje bleef Smith in de om geving rondhangen. Toen had hij een ontmoeting met twee rijwielagenten, die Engels verstonden, „Hoe kom ik aan de overkant?" informeerde Smith, zeggende dat hij in de richting van België wilde. Zij lieten hem toen een kaart zien en zo kwam hij er achter, dat hij beter deed de Barendrechtse brug maar rechts te laten liggen. Smith heeft nog de indruk, dat de politiemannen hem gaarne wilden helpen, maar zij maakten het voor behoud: „als we maar geen Duitser tegenkomen, in dat geval moeten wij u uitleveren". Waar is de fotograaf? Het ongeluk wilde, dat na een kleine gezamenlijke wandeling, die nodig was om Smith op de goede weg ee helpen, de agenten niet anders konden doen dan Smit aan de Duit sers overgeven. Hij kwam terecht in 'een kleine basis van de Deutsche Luftwaffe. En hiermee is eigenlijk het ver haal ten einde. Smith heeft vier jaar in een Duitse gevangenis doorge bracht. Na de oorlog heeft hij echter nog meer „oorlog" meegemaakt tij dens wat men de vrede noemt. Hij heeft n.l. nog een belangrijke staat van dienst bij de Royal Air Forse, opererend in verschillende ge bieden. „O ja", zei Smith, toen hij klaar was met zijn relaas. „Ik vermoed dat iemand onder de toeschouwers op de Kruiskade een foto heeft genomen van het wrak van mijn machine. Heeft hij die nog? Ik zou er graag ANWB WAARSCHUWT. Bromfiets moet twee remmen hebben Reeds van 1 Augustus 1953 af, toen de nieuwe bromfietsrege'ing is inge gaan, dienen bromfietsers voorzien te zijn van twee remmen, één op elk wiel. Dat mogen geen handremmen zijn. Het is gebleken, aldus de ANWB dat het publiek van dit voorschrift slecht op de hoogte is. Wel is, mede op verzoek van de ANWB, door de politie aanvankelijk buitengewoon soepel opgetreden, doch thans heeft men de controle op dit veiligheidsvoorschrift met kracht ter hand genomen, met als gevolg, dat in de laatste weken honderden bromfietsers zijn bekeurd, die nog steeds verzuimd hadden de vereiste voorzieningen te laten aanbrengen. Vooral degenen, die een hulpmo tortje op een gewone fiets hebben gemonteerd, zullen vaak in overtre ding blijken, daar zij dikwijls alleen maar een zgn. terugtraprem op hun bromfiets hebben. In dat geval dient men dan óók in het voorwiel een trommelrem, schijfrem of remnaaf te laten aanbrengen, dan wel een ge wone velgrem, welke laatste de goedkoopste oplossing is. De ANWB wijst er overigens nog op, dat met ingang van 1 Januari 1956 ten minste een van de twee nu reeds verplichte remmen op een bromfiets een trommel- of schijfrem zal moe ten zijn. De Harder in Haagse prof-club De ex-internationaal en vroegere links buiten van VUC, Bertus de Harder, die de afgelopen vijf seizoenen als beroeps speler op diezelfde plaats grote triomfen heeft gevierd bij Bordeaux, is gisteren gecontracteerd door de N.V. Beroeps- voetbalclub Den Haag. De Harder komt nu binnenkort weer in Den Haag wonen. ATHLET1EK BENGT NISSON VERBETERT RECORD HOOGSPRINGEN. Met een sprong van 2.05 meter heeft de Zweed Bengt Nisson tijdens wedstrij den te Stockholm het Europees record hoogspringen verbeterd. Het oude record stond sedert 1 September 1936 met 2.04 meter op naam van de Fin Kaliva Kotkas. WATERPOLO Ter gelegenheid van het 25-jarig be staan van de Speeltuinvereniging ..Oos terkwartier" werd Vrijdagavond een waterpolotournooi georganiseerd, die door de deelname alsmede de flinke be langstelling zeker is geslaagd. Midvoor Koos Prevoor was deze avond de held in dit tournooi en wist met de meeste doelpunten zijn club tot de uit eindelijke overwinning te brengen. Volgen wij de wedstrijden met de diverse uitslagen: De Zijl I—DWR I (dames) 0—5. Zowel voor- als na rust wisten de Leidse dames geen tegenstand te bieden en ver loren met grote cijfers. DWR I—De Zijl I (heren) 0—4. In deze wedstrijd bleef Prevoo weer de grote overwinnaar, want na goed samen spel met zijn medespelers bracht hij bij de rust reeds een 0—3 voorsprong. In de tweede helft ging het iets min der en ondank6 stug verdedigen van DWR kon v. d. Wijngaard de stand toch op 04 brengen. DWR—DVZ (dames) 0—2. DVZ was in deze ontmoeting sterker maar ook veel sneller Ondanks sterk tegen spel bleef het bij rust 00, maar in de tweede helft deed DVZ het veel beter en kon met twee goede doelpunten de overwinning behalen. DJK I—DWR I (heren) 30. Een snelle en enthousiaste wedstrijd, door sneller zwemmen van DJK verdiend ge wonnen. Spoedig ging een DWR-speler naar de kant en deze grote meerderheid kon DJK in een doelpunt uitdrukken 10. DWR had geen geluk met schiet kansen en zag de rust met een 20 voorsprong ingaan. Door stug doorzetten wist DJK in de tweede helft toch de eindstand op 30 te brengen. DVZ IDe Zijl I (dames) 20. In deze ontmoeting deden de Leidse dames het veel beter en slechts door enkele fouten werd deze wedstrijd verloren. Vrij spoedig werd het 10, maar in de tweede helft ging een DVZ-speelster naar de kant. werd de strafworp gemist en zag de thuisclub geen kans deze nu merieke meerderheid in doelpunten om te zetten. Het werd zelfs 20. Dc Zfjl I—DJK I 4—0. Dit was en bleef een wedstrijd van Koos Prevoo, want ondanks de meest zware bewape ning wist hij toch bij rust zijn club reeds een 3—0 voorsprong te geven. Een woord van lof voor keeper T. Plezier die zijn doel op uitnemende wijze ver dedigde. Uiteindelijk werd het door v. d. Wijngaard 40. Voorzitter J. v. Hoven sprak namens ..Oosterkwartier" woorden van dank tot de organisatoren, de Zwemvereniging „De Zijl" en zeker tot de deelnemende ploe gen. Bij de dames was de uitslag: 1. DVZ (beken; 2. DWR (beker); 3. De Zijl (lauwertak). De uitslag voor de heren was: 1. De Zijl (beker); 2. DJK (beker); 3. DWR (lauwertak). Uitslagen Leidse Watervrienden: LWV I—NHTM 5—1; LWV II—KVS II 1—0. Een doorzichtig verhaal Tien maanden met aftrek van het voorarrest en met de bepaling, dat van het resterende gedeelte 6 maan den voorwaardelijk zullen worden opgelegd onder toezicht van de re classering. heeft de officier van justi tie bij de Amsterdamse Rechtbank gisteren geëist tegen de gedetineer de 34-jarige grondwerker Van B. uit Amsterdam, die met een door de offi cier overigens erg doorzichtig ver haal een Amsterdamse koffiehuishou der had opgelicht. In Maart j.l. was de verdachte met zijn echtgenote het koffiehuis binnen gekomen en had de eigenaar verteld, dat hij voorman was bij Philips. Er moest werk in de hoofdstad worden verricht en hij moest nu voor 23 man onderdak zoeken. Begin April zou den 150 mannen per trein bij het Am- stel-station arriveren. Verdachte had daarop de eigenaar van het koffiehuis een premie van 150 beloofd, indien hij onderdak voor deze arbeiders tij dig zou hebben gearrangeerd. Boven dien zegde hij hem de verzorging der koffiemaaltijden toe. Intussen had de z.g'. voorman per vergissing geen geld bij zich. Dat zou later wel in orde komen. De koffie huishouder leende hem een tientje en schreef de intussen geconsumeerde maaltijd alvast op de rekening: 23. Erger was, dat hij een groots op gezette adverentiecampagne in aller lei Amsterdamse dagbladen begon om onderdak voor de mannen te vinden. Dat kostte hem 270. Pas toen de gedupeerde op de grote dag in April, toen de mannen per trein zouden aankomen, op het per ron gereed stond met een uitgebrei de en goed verzorgde hoeveelheid koffie en belegde broodjes, bleek hem, dat alle energie om de arbei ders een goede ontvangst te bereiden te vergeefs was geweest. De mannen kwamen helemaal niet. Verdachte had het hele verhaal uit zijn duim gezogen. Ter zitting bleek, dat verdachte vroeger ter beschikking van de rege ring is geweest. De uitspraak volgt op 20 Juli a.s. ADVERTENTIES Een winkelier: Een zakenman met flinke zaak wil deze uit gaan breiden vraagt hem met 25 mille voor dat doel te verblijden. De som wordt netjes afgelost op vastgestelde tijden. Een student: Een academisch onderlegd jongmens met veel manieren zoekt kennismaking met een maagd om bruiloft te gaan vieren, liefst blond: als zij bemiddeld is zal hem dit zeer pleizieren. Een handelsman: Op een bekend exportkantoor een plaats vacant gekomen in de directie wordt gevraagd en gaarne opgenomen een heer met werklust en met geld óf met een Suikerome. Een kantoorklerk: Een jongeman met veel talent, die tot vandaag vervulde een ambt, dat hem geheel niet past en waar men hem slechts duldde zoekt een betrekking met een loon van 15.000 gulden. Ik: Een dichter, wonderlijk begaafd, zoekt in gegoede kringen voor 't leven een Maecenas, om hem, zonder af te dingen voor een behoorlijk jaargeld zijn verjaardag te bezingen. TROUBADOUR. 44) Wij konden dus hier verder ook niets doen. De tweede serieuze verdachte was miss Marino...." Gordon 'keek het meisje niet aan en hij sprak iets vlugger, toen hij verder ging: „Zij was die nacht uit haar hut geweest. Al eerder was mijn aandacht op miss Marino gevallen. Ik herinnerde me enkele voorvallen, die haar eniger mate verdacht maakten. Zij be weerde mr O'Connel niet te kennen, doch ik was er getuige van geweest hoe zij hem in de hall ontmoette. Hij herkende haar, doch zij deed alsof zij hem niet kende. Zij wisselden geen woord, doch uit de ibLi'k, waar mee zij hem nakeek sprak haat en hoe kan men iemand haten, als men die persoon niet kent? Het tweede voorval was echter ernstiger. Ik was er, wederom door stom toeval, ge tuige van, dat zij op de avond van de moord bij de hut van mr O'Connell aanklopte. Ik zag echter verder niets. Ook niet dat zij naar binnenging. Bij het eerste verhoor, dat ik haar af nam, ontkende zij de man te kennen en voorts dat zij in zijn hut geweest was. Zij wilde een bezoek aan een kennis brengen en vergiste zich in het nummer. Zij kreeg geen gehoor en bemerkte haar vergissing. Dat was haar verklaring. Op miin twee de vraag, waar zij de avond van de aanslag öp miss Tequita geweest was wenste zij geen antwoord te geven. Dit alles maakte haar hoogst ver dacht. Er kwamen nog meer feiten bij. Zij was verloofd geweest met Pete O'Connell en nadien scheen het tus sen hen niet meer te boteren. Z\j gaf, nadat dit bekend was geworden een deel toe. Zy had mr O'Connell her kend in de hall en had hem willen bezoeken. Toen zij in zijn hut bin nentrad vond zy hem dood op de grond liggen. Uit angst van de moord verdacht te worden, vertelde zij nie mand haar ontdekking. Zy wenste verder niet op te geven, waarom zij hem wilde bezoeken en waar zij de nacht daarop volgend geweest was. Het bleef dus verdacht. Ik stelde een onderzoek in, in haar hut. Ik vond daarin een brief, waar in zij uitgenodigd werd om 's nachts om drie uur op het dek te verschij nen, teneinde een brief in ontvangst te nemen, die uit de nalatenschap van mr O'Connell afkomstig was. Ik kon haar natuurlijk geen verklaring vragen van dit schrijven en kon het- zelf ook niet verklaren. Daarna hield ik zelf een keer de wacht bij miss Tequita's hut die sinds de aanslag op haar nooit meer onbe waakt bleef en betrapte de aanran der. Hij vluchtte echter en rende naar het dek. Daar viel hij mij on verwacht aan en sloeg mij neer. We waren dus nog niets verder geko men. Het volgende speelde zich daarna in enkele dagen af. Miss Ma rino vertelde haar verhaal. Zij gaf toe dat zij Pete haatte. Hij had na melijk een schrijven in zijn bezit, waarin iemand die haar zeer na is, een misdaad bekende. O'Connell perste haar af en miss Marino zag zich gedwongen te betalen. Zij wilde die avond de man in zijn hut bezoe ken en hem vragen, die brief af te staan voor een bedrag ineens. Zij vond hem dood. Miss Marino was eerlijk, dat is nu gebleken. Op het moment, dat zij dit alles bekende, maakte zij haar zaak daarmee niet beter. Zij kon haar beweringen niet bewijzen. Ik verzond een telegram naar een vriend van mij in Rome, waarin ik inlichtingen vroeg over Miss Mari no's broer, want. dat was de man die zij wilde beschermen.. Het klop te allemaal precies. De man was ver dacht geweest en leefde thans onder de naam Gerald Smith in de USA. Nu moet ik even overstappen en u een andere gebeurtenis vertellen, die een dag tevoren geschied was. Er werd toen in het ruim tussen de olietanks een verstekeling gevonden. Al onze hoop was op hem gevestigd. Was hij de moordenaar en zou ein delijk de zaak opgelost worden? Hij gaf op, dat zijn naam Gerald Smith was. Verder ontkende hij hardnekkig iets met de moord op mr O'Connell uit te staan hebben. Toen mijn vriend de naam noemde, waaronder miss Lucia's broer in Amerika leefde, dacht ik onmiddellijk aan de verste keling De man bekende zo te he ten. Toen confronteerden wij Lucia met hem. Nog bleef zij ontkennen. Haar broer bekende toen de mis daad bedreven te hebben" Er ontstond enig rumoer in de hut. De halzen rekten zich uit om naar de man te kijken. Giuseppe Marino staarde strak voor zich uit. Alleen de officieren en miss Tequita verroer den zich niet. Gordon stak even zijn hand op. „We zijn er nog niet. Ik moet u nog meer vertellen. Ik heb u al verteld van de brief, die miss Lucia had ontvangen. Zij vertelde mij dat zij wel aan dek was geweest, doch de man niet ontmoet had. Toen kwam miss Tequita ons vertellen, dat er in haar hut ingebroken was. Zij miste enkele sieraden en een pakje brie ven. De dief? Wij wisten het nie.t. Sporen ontbraken weer. Miss Lucia deed toen de ontdekking, dat de sie raden en de brieven zich in haar kast bevonden. Ze meldde dit aan ons. Alles klopte precies. Er ontbrak niets, maar het raadsel werd steeds groter Ik ontving een brief, waarin ik ge waarschuwd werd geen verder on derzoek meer in te stellen. Ik ont dekte toen, dat beide brieven die van Lucia en mij met dezelfde ma chine getypt waren. Inmiddels be trokken wij r.og een persoon in het onderzoek, mr Rodriguez, die zich uit gaf als amateurdetective en ons helpen wou. Hij leek ons betrouw baar en wij deelden hem alles mee. Zijn visie op de zaak was de volgen de: de dader was verrast door Pete O'Connell, toen hij inbrak in diens hut. Hij vermoordde de man en her haalde daarna zijn poging, waarbij miss Tequita op het nippertje ont snapte. Eindelijk voor de derde maal lukte het hem. Het klopte echter niet helemaal. Onze verdenkingen lagen in de richting van miss Marino. Maar als zy de dievegge was, waarom gaf zij dan aan. dat de sieraden en de brieven in haar hut waren? Als ge woonlijk we zagen er geen gat in. Toen vond het meisje weer in haar kast die bewuste brief, waarin haar broer zijn bekentenis deed. Zij toonde die mij. De zaak scheen rond te zijn, toen ontdekt werd, wat ik zo juist al gezegd heb. De broer werd aan boord gevonden en bekende.." „Maar het is niet waar, hij kan dat niet gedaan hebbenHet deze opmerking op schrille toon ge was miss Marino, die half opstaande uit had „Wacht u nog éven, miss Marino" klonk Gordons monotone stem. Hij vermeed het meisje aan te zien. „Hoe alles zich precies afgespeeld heeft, wisten wij niet. Dat moest de politie maar uitozeken. dachten wij. Maar.." Gordon wendde zich tot de kapi tein. Er klonk opwinding in zijn stem. „Maar ik kon niet geloven, dat het waar was, wat we ontdekt had den. U moet mij dat niet kwalijk ne men. sir. maar ik kón het niet ge loven. Alhoewel alles nu duidelijk scheen. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 7