Uermaqeifert
Britse bommenwerper in hart van Rotterdam
Na noodlanding voor poffertjeskraam
ging vlieger te voet naar resultaat zien
van de week
Daar stond hij met zijn belegde broodjes
£ied aan deze t$d
Oceaan
liefde
ZATERDAG 10 JULI 1954 -
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 3
Op zoek naar een knipogende zeeman
en een wat angstige winkelier
Dertien jaar nadat hij als squadronleader bij de Royal Air Force zijn *1
brand geschoten Bristol Blenheim bommenwerper midden in het puin van
Rotterdam moest neerzetten, zonder geld in het door de Duitsers bezette
Nederland een tocht ondernam om te pogen Engeland weer te bereiken,
maar toch ondanks veel hulp in handen van de Hitlertrawanten viel
dertien jaar later dus ls de toen 28-jarige Sydney Smith, nu correspondent
van de Daily Express, op zoek naar een knipogende zeeman en een wat
angstige maar tenslotte toch behulpzame winkelier, onder meer met het
doel terug te betalen wat zij hem leenden. Ook zoekt hij naar iemand, die
destijds een foto maakte van zijn neergekomen vliegtuig.
Dertien jaar speling
Op 16 Juli 1941 werd Sidney als
leider van een groep van zes vlieg
tuigen aangewezen om deel uit te
maken van een eskader van 36 Bris
tol Blenheim tweemotorige bommen
werpers, die een aanval moesten on
dernemen de grootste die er tot nu
toe was geweest op in de Rotter
damse haven liggende Duitse sche
pen. Het was zijn 36e tocht.
De aanval geschiedde van het Zui
den uit. Men vloog in de richting van
de Maashaven, zo laag. dat de men
sen op het veld angstig bukten, la
ger zelfs dan de kranen en scheeps
masten, die men slechts met handige
manoeuvres kon ontwijken.
In de monding van de Maashaven
zag Smith een schip, dat juist aan
het draaien was. Dit koos hij zelf als
doelwit. Snel wierp hij zijn bommen
af en trok direct daarna zijn machine
omhoog, maar kwam op dat moment
juist in het schootsveld van Duitse
luchtdoelartillerie, welke op een
schip was opgesteld.
Bijna op spits gedreven.
Plotseling vloog zijn linker motor
in brand, de machine was dus ge
raakt. Smith schrok er van en raakte
het eerste ogenblik zo in verwarring,
dat hij bijna vergat een spitse toren
te ontwijken, die hij tegenkwam, de
toren van de kerk op de Westzeedijk.
Spoedig ontdekte hij echter een
open terrein, midden in de bin
nenstad van Rotterdam. Hij
slaagde erin een noodlanding te
maken, ongeveer ter hoogte van
de poffertjeskraam „De Gastro
noom" op de Kruiskade.
Waar de mensen zo gauw van
daan kwamen was hem een raad
sel, maar aan de andere kant was
het zijn geluk. Binnen 'n minuut
zag het zwart van de mensen
rondom zijn machine. De waarne
mer en de boordschutter waren
gewond, maar konden gered wor
den en in een ziekenhuis worden
opgenomen. In de drukte kon
Smith nu gemakkelijk wegwan
delen, want niemand lette op
hem. Het was bovendien een
Charles de Foucauld
Charles de Foucauld is een van
die mannen, die eerst alle pretjes
van het leven proberen en ten
slotte tot de ontdekking komen,
dat het enige doei van het leven
God en de Hemel moet zijn.
Daarom is Charles voor ons een
ster, die we zo erg goed kunnen
begrijpen, want als iemand al als
klein kind erg braaf 'en gods
vruchtig is, dan voelen we ons
zo erg ver van hem afstaan. Nu,
Charles de Foucauld was hele
maal niet braaf en vroom als
kleine jongen; hij was door zijn
grootvader erg verwend en over-
al waar een pretje te beleven
viel, kon je Charles vinden. Hij
werd officier in het Franse leger,
maar daar maakte hij het zo
bont, dat zelfs zijn commandan
ten geen raad met hem wisten
en in 1880 hij was toen 22 jaar
werd hij voor straf na8r Afri
ka gestuurd, omdat ze hem niet
langer in Frankrijk hebben wil
den. Charles kwam daar hele
maal niet van onder de indruk;
hij vond 't zelfs nog wel een
beetje fijn, want in Afrika was
hij veel vrijer, dan in Frankrijk.
Hij vocht dapper bij Algiers en
op zekere dag ging hij een grote
zwerftocht maken in het uitge
strekte gebergte. Daar, alleen in
die hoge bergen, kreeg Charles
eindelijk eens de tijd om rustig
na te denken. Hij ontdekte, dat
alle pretjes toch feitelijk nooit
echt plezier gebracht hadden en
toen dacht hij ineens aan God.
Hij kwam tot de ontdekking, dat
het gehele leven enorm zinloos
zou zijn, als er geen God zou
zijn, die op het eind van dat le
ven op de mensen zou wachten.
Toen Charles eenmaal er over
nagedacht had, nam hij zijn be
sluit. En niet maar zo'n half be
sluitje van: „ik zal eens beter
mijn best doen", of zoiets, nee,
Charles deed het meteen goed;
hij nam ontslag uit het leger en
zocht de strengste kloosterorde
op, die hij vinden kon. Zo kwam
hij bij de Trappisten terecht,
maar toen hij daar een paar jaar
bij was, ontdekte hij, dat hij zich
nog veel meer vernederen kon
door knecht bij een Clarissen
klooster te worden. Na een paar
jaar, zei de overste hem, dat hij
priester moest worden en Char
les gehoorzaamde; in 1901 werd
hij priester gewijd. Toen voelde
Charles zich sterk genoeg, om de
wereld geheel te verlaten. Hij
trok alleen de woestijn in, bouw
de daar een hutje en leefde er
als verlaten kluizenaar, die al
zijn tijd besteedde met het den
ken aan God. Spoedig kwamen
veel mensen naar het hutje toe
om met de kluizenaar te spre
ken en hem om raad te vragen;
Charles werd een toevlucht en
troost voor honderden. Geheel
onverwacht kwam op 1 Decem
ber 1916 zijn dood. Er was in
Afrika een opstand uitgebroken
en de Franse soldaten, die heel
dikwijls van Charles raad gekre
gen hadden, wilden de kluis be
schermen. Tijdens een overval
werd Charles de Foucauld door
het hoofd geschoten en stierf.
Maar de mensen bleven naar het
hutje komen, om de dappere
kluizèpaar te vereren en op dit
ogenblik zijn geleerde mensen
btzig aan zy'n Zaligverklaring.
STERRENKIJKER.
snikhete dag en daarom had hij
zijn uniformjas reeds in zijn bom
menwerper uitgedaan.
Do you speak English.
Lopende in de richting van een
bioscoop, zag hij naast zich plotse
ling een burger die knipoogde en
vroeg: „do you speak English". Smith
was zo verrast, dat hij even zijn pas
inhield, maar de man maande hem
aan niet te blijven staan: „doorlopen
en doen alsof er niets aan de hand
is", zei hij. In de loop van het gesprek,
cat nu volgde, kwam uit dat Smith
met een zeeman te doen had, die voor
de oorlog op de RotterdamLonden
lijn gevaren had.
Hij gaf Smith het weinige geld dat
hij bij zich had en nam opongemerkt
afscheid. Maar.wie was die man?
Smith zou nu gaarne met hem in
contact komen.
Het gekregen geld stelde Smith in
staat op een tram te stappen, die in
de richting van de haven ging, ver
moedelijk lijn 15 of lijn 5. Daarmee
kwam hy, of het zo wezen moest,
weer langs de Kruiskade waar zijn
vliegtuig lag. Hij kon er de Duitsers
zien, die inmiddels waren gearri
veerd en het terrein hadden afgezet.
Verkeerde voorlichting.
Nieuwsgierigheid dreef Smit naar
het havenkwartier. Hij wilde in de
eerste plaats de resultaten van zijn
aanvaL zien en voorts trachten naar
Engeland terug te keren.
Na de tram verlaten te hebben
ging hij aan het dwalen. Op de hoek
van een of andere straat zag hij een
winkel. Zijn indruk was dat er kle
ding verkocht werd. Op de ruit stond
geschilderd: English spoken.
Smith waagde het er op en stapte
naar binnen. De winkelier stond er
met een klant te praten. Zodra deze
verdwenen was trad Smith naar vo
ren en zei „good evening".
Daarop vertelde hij wie hij was.
De man schrok wel een beetje en
zei: „ga asjeblieft mijn winkel uit,
anders krijg ik grote last. Iedereen
heeft u zien binnenkomen".
In ruikende toestand.
Dit was maar een veronderstelling,
aldus Smith, want er was bijna geen
mens op straat, maar hij kon de angst
van de man begrijpen.
„Het enige dat ik wil is enig geld,
om België of Frankrijk te kunnen
bereiken" zei Smith vervolgens.
„Dat lukt u niet", meende de man
achter de toonbank.
,,'m Sorry", repliceerde Smith,
„maar ik zou toch graag wat geld
hebben".
Dit heeft de winkelier ten slot
te gaarne gegeven en Smith is
daarop heengegaan, maar wie is
die winkelier?
Smith Is met enige politieman-
(Advertentie)
nen deze week op stap gegaan,
maar is er niet in geslaagd de
bewuste winkel te ontdekken.
Al dwalende arriveerde destijds
Smith bij de Nieuwe Maas. Daar
nam hij een rivierbootje en zag
tot zijn vreugde, dat het schip,
dat hij gebombardeerd had, in
zinkende liestand verkeerde.
Gewillige „helpers".
Aan de zuidelijke over gekomen
vervolgde hij zijn wandeltocht. Op
een gegeven moment stond hij voor
de Barendrechtse brug. Die wilde hij
ever, denkende ten onrechte, zo
als later zou blijken in de richting
van België te stappen. Vermoedelijk
was de brug echter door Duitsers be
zet, daarom verzocht hij aan twee
personen, die ergens met een auto
stonden, hem over de brug te helpen,
maar zij beweerden dat dit niet mo
gelijk was.
Een poosje bleef Smith in de om
geving rondhangen. Toen had hij een
ontmoeting met twee rijwielagenten,
die Engels verstonden, „Hoe kom ik
aan de overkant?" informeerde Smith,
zeggende dat hij in de richting van
België wilde. Zij lieten hem toen een
kaart zien en zo kwam hij er achter,
dat hij beter deed de Barendrechtse
brug maar rechts te laten liggen.
Smith heeft nog de indruk, dat de
politiemannen hem gaarne wilden
helpen, maar zij maakten het voor
behoud: „als we maar geen Duitser
tegenkomen, in dat geval moeten wij
u uitleveren".
Waar is de fotograaf?
Het ongeluk wilde, dat na een
kleine gezamenlijke wandeling, die
nodig was om Smith op de goede weg
ee helpen, de agenten niet anders
konden doen dan Smit aan de Duit
sers overgeven. Hij kwam terecht in
'een kleine basis van de Deutsche
Luftwaffe.
En hiermee is eigenlijk het ver
haal ten einde. Smith heeft vier jaar
in een Duitse gevangenis doorge
bracht. Na de oorlog heeft hij echter
nog meer „oorlog" meegemaakt tij
dens wat men de vrede noemt.
Hij heeft n.l. nog een belangrijke
staat van dienst bij de Royal Air
Forse, opererend in verschillende ge
bieden.
„O ja", zei Smith, toen hij klaar
was met zijn relaas. „Ik vermoed dat
iemand onder de toeschouwers op de
Kruiskade een foto heeft genomen
van het wrak van mijn machine.
Heeft hij die nog? Ik zou er graag
ANWB WAARSCHUWT.
Bromfiets moet twee
remmen hebben
Reeds van 1 Augustus 1953 af, toen
de nieuwe bromfietsrege'ing is inge
gaan, dienen bromfietsers voorzien te
zijn van twee remmen, één op elk
wiel. Dat mogen geen handremmen
zijn. Het is gebleken, aldus de ANWB
dat het publiek van dit voorschrift
slecht op de hoogte is.
Wel is, mede op verzoek van de
ANWB, door de politie aanvankelijk
buitengewoon soepel opgetreden,
doch thans heeft men de controle op
dit veiligheidsvoorschrift met kracht
ter hand genomen, met als gevolg,
dat in de laatste weken honderden
bromfietsers zijn bekeurd, die nog
steeds verzuimd hadden de vereiste
voorzieningen te laten aanbrengen.
Vooral degenen, die een hulpmo
tortje op een gewone fiets hebben
gemonteerd, zullen vaak in overtre
ding blijken, daar zij dikwijls alleen
maar een zgn. terugtraprem op hun
bromfiets hebben. In dat geval dient
men dan óók in het voorwiel een
trommelrem, schijfrem of remnaaf te
laten aanbrengen, dan wel een ge
wone velgrem, welke laatste de
goedkoopste oplossing is.
De ANWB wijst er overigens nog
op, dat met ingang van 1 Januari 1956
ten minste een van de twee nu reeds
verplichte remmen op een bromfiets
een trommel- of schijfrem zal moe
ten zijn.
De Harder in
Haagse prof-club
De ex-internationaal en vroegere links
buiten van VUC, Bertus de Harder, die
de afgelopen vijf seizoenen als beroeps
speler op diezelfde plaats grote triomfen
heeft gevierd bij Bordeaux, is gisteren
gecontracteerd door de N.V. Beroeps-
voetbalclub Den Haag. De Harder komt
nu binnenkort weer in Den Haag
wonen.
ATHLET1EK
BENGT NISSON VERBETERT
RECORD HOOGSPRINGEN.
Met een sprong van 2.05 meter heeft
de Zweed Bengt Nisson tijdens wedstrij
den te Stockholm het Europees record
hoogspringen verbeterd. Het oude record
stond sedert 1 September 1936 met 2.04
meter op naam van de Fin Kaliva
Kotkas.
WATERPOLO
Ter gelegenheid van het 25-jarig be
staan van de Speeltuinvereniging ..Oos
terkwartier" werd Vrijdagavond een
waterpolotournooi georganiseerd, die
door de deelname alsmede de flinke be
langstelling zeker is geslaagd.
Midvoor Koos Prevoor was deze avond
de held in dit tournooi en wist met de
meeste doelpunten zijn club tot de uit
eindelijke overwinning te brengen.
Volgen wij de wedstrijden met de
diverse uitslagen:
De Zijl I—DWR I (dames) 0—5.
Zowel voor- als na rust wisten de Leidse
dames geen tegenstand te bieden en ver
loren met grote cijfers.
DWR I—De Zijl I (heren) 0—4. In
deze wedstrijd bleef Prevoo weer de
grote overwinnaar, want na goed samen
spel met zijn medespelers bracht hij bij
de rust reeds een 0—3 voorsprong.
In de tweede helft ging het iets min
der en ondank6 stug verdedigen van
DWR kon v. d. Wijngaard de stand toch
op 04 brengen.
DWR—DVZ (dames) 0—2. DVZ
was in deze ontmoeting sterker maar
ook veel sneller Ondanks sterk tegen
spel bleef het bij rust 00, maar in de
tweede helft deed DVZ het veel beter
en kon met twee goede doelpunten de
overwinning behalen.
DJK I—DWR I (heren) 30. Een
snelle en enthousiaste wedstrijd, door
sneller zwemmen van DJK verdiend ge
wonnen. Spoedig ging een DWR-speler
naar de kant en deze grote meerderheid
kon DJK in een doelpunt uitdrukken
10. DWR had geen geluk met schiet
kansen en zag de rust met een 20
voorsprong ingaan. Door stug doorzetten
wist DJK in de tweede helft toch de
eindstand op 30 te brengen.
DVZ IDe Zijl I (dames) 20. In
deze ontmoeting deden de Leidse dames
het veel beter en slechts door enkele
fouten werd deze wedstrijd verloren.
Vrij spoedig werd het 10, maar in
de tweede helft ging een DVZ-speelster
naar de kant. werd de strafworp gemist
en zag de thuisclub geen kans deze nu
merieke meerderheid in doelpunten om
te zetten. Het werd zelfs 20.
Dc Zfjl I—DJK I 4—0. Dit was en
bleef een wedstrijd van Koos Prevoo,
want ondanks de meest zware bewape
ning wist hij toch bij rust zijn club
reeds een 3—0 voorsprong te geven. Een
woord van lof voor keeper T. Plezier
die zijn doel op uitnemende wijze ver
dedigde. Uiteindelijk werd het door v. d.
Wijngaard 40.
Voorzitter J. v. Hoven sprak namens
..Oosterkwartier" woorden van dank tot
de organisatoren, de Zwemvereniging „De
Zijl" en zeker tot de deelnemende ploe
gen.
Bij de dames was de uitslag: 1. DVZ
(beken; 2. DWR (beker); 3. De Zijl
(lauwertak).
De uitslag voor de heren was: 1. De
Zijl (beker); 2. DJK (beker); 3. DWR
(lauwertak).
Uitslagen Leidse Watervrienden: LWV
I—NHTM 5—1; LWV II—KVS II 1—0.
Een doorzichtig verhaal
Tien maanden met aftrek van het
voorarrest en met de bepaling, dat
van het resterende gedeelte 6 maan
den voorwaardelijk zullen worden
opgelegd onder toezicht van de re
classering. heeft de officier van justi
tie bij de Amsterdamse Rechtbank
gisteren geëist tegen de gedetineer
de 34-jarige grondwerker Van B. uit
Amsterdam, die met een door de offi
cier overigens erg doorzichtig ver
haal een Amsterdamse koffiehuishou
der had opgelicht.
In Maart j.l. was de verdachte met
zijn echtgenote het koffiehuis binnen
gekomen en had de eigenaar verteld,
dat hij voorman was bij Philips. Er
moest werk in de hoofdstad worden
verricht en hij moest nu voor 23 man
onderdak zoeken. Begin April zou
den 150 mannen per trein bij het Am-
stel-station arriveren. Verdachte had
daarop de eigenaar van het koffiehuis
een premie van 150 beloofd, indien
hij onderdak voor deze arbeiders tij
dig zou hebben gearrangeerd. Boven
dien zegde hij hem de verzorging der
koffiemaaltijden toe.
Intussen had de z.g'. voorman per
vergissing geen geld bij zich. Dat zou
later wel in orde komen. De koffie
huishouder leende hem een tientje en
schreef de intussen geconsumeerde
maaltijd alvast op de rekening: 23.
Erger was, dat hij een groots op
gezette adverentiecampagne in aller
lei Amsterdamse dagbladen begon om
onderdak voor de mannen te vinden.
Dat kostte hem 270.
Pas toen de gedupeerde op de grote
dag in April, toen de mannen per
trein zouden aankomen, op het per
ron gereed stond met een uitgebrei
de en goed verzorgde hoeveelheid
koffie en belegde broodjes, bleek
hem, dat alle energie om de arbei
ders een goede ontvangst te bereiden
te vergeefs was geweest. De mannen
kwamen helemaal niet. Verdachte
had het hele verhaal uit zijn duim
gezogen.
Ter zitting bleek, dat verdachte
vroeger ter beschikking van de rege
ring is geweest.
De uitspraak volgt op 20 Juli a.s.
ADVERTENTIES
Een winkelier:
Een zakenman met flinke zaak
wil deze uit gaan breiden
vraagt hem met 25 mille
voor dat doel te verblijden.
De som wordt netjes afgelost
op vastgestelde tijden.
Een student:
Een academisch onderlegd
jongmens met veel manieren
zoekt kennismaking met een maagd
om bruiloft te gaan vieren,
liefst blond: als zij bemiddeld is
zal hem dit zeer pleizieren.
Een handelsman:
Op een bekend exportkantoor
een plaats vacant gekomen
in de directie wordt gevraagd
en gaarne opgenomen
een heer met werklust en met geld
óf met een Suikerome.
Een kantoorklerk:
Een jongeman met veel talent,
die tot vandaag vervulde
een ambt, dat hem geheel niet past
en waar men hem slechts duldde
zoekt een betrekking met een loon
van 15.000 gulden.
Ik:
Een dichter, wonderlijk begaafd,
zoekt in gegoede kringen
voor 't leven een Maecenas, om
hem, zonder af te dingen
voor een behoorlijk jaargeld zijn
verjaardag te bezingen.
TROUBADOUR.
44)
Wij konden dus hier verder ook niets
doen. De tweede serieuze verdachte
was miss Marino...." Gordon 'keek
het meisje niet aan en hij sprak iets
vlugger, toen hij verder ging: „Zij
was die nacht uit haar hut geweest.
Al eerder was mijn aandacht op miss
Marino gevallen. Ik herinnerde me
enkele voorvallen, die haar eniger
mate verdacht maakten. Zij be
weerde mr O'Connel niet te kennen,
doch ik was er getuige van geweest
hoe zij hem in de hall ontmoette. Hij
herkende haar, doch zij deed alsof
zij hem niet kende. Zij wisselden
geen woord, doch uit de ibLi'k, waar
mee zij hem nakeek sprak haat en
hoe kan men iemand haten, als men
die persoon niet kent? Het tweede
voorval was echter ernstiger. Ik was
er, wederom door stom toeval, ge
tuige van, dat zij op de avond van de
moord bij de hut van mr O'Connell
aanklopte. Ik zag echter verder niets.
Ook niet dat zij naar binnenging. Bij
het eerste verhoor, dat ik haar af
nam, ontkende zij de man te kennen
en voorts dat zij in zijn hut geweest
was. Zij wilde een bezoek aan een
kennis brengen en vergiste zich in
het nummer. Zij kreeg geen gehoor
en bemerkte haar vergissing. Dat
was haar verklaring. Op miin twee
de vraag, waar zij de avond van de
aanslag öp miss Tequita geweest was
wenste zij geen antwoord te geven.
Dit alles maakte haar hoogst ver
dacht.
Er kwamen nog meer feiten bij.
Zij was verloofd geweest met Pete
O'Connell en nadien scheen het tus
sen hen niet meer te boteren. Z\j gaf,
nadat dit bekend was geworden een
deel toe. Zy had mr O'Connell her
kend in de hall en had hem willen
bezoeken. Toen zij in zijn hut bin
nentrad vond zy hem dood op de
grond liggen. Uit angst van de moord
verdacht te worden, vertelde zij nie
mand haar ontdekking. Zy wenste
verder niet op te geven, waarom zij
hem wilde bezoeken en waar zij de
nacht daarop volgend geweest was.
Het bleef dus verdacht.
Ik stelde een onderzoek in, in haar
hut. Ik vond daarin een brief, waar
in zij uitgenodigd werd om 's nachts
om drie uur op het dek te verschij
nen, teneinde een brief in ontvangst
te nemen, die uit de nalatenschap
van mr O'Connell afkomstig was. Ik
kon haar natuurlijk geen verklaring
vragen van dit schrijven en kon het-
zelf ook niet verklaren. Daarna
hield ik zelf een keer de wacht bij
miss Tequita's hut die sinds de
aanslag op haar nooit meer onbe
waakt bleef en betrapte de aanran
der. Hij vluchtte echter en rende
naar het dek. Daar viel hij mij on
verwacht aan en sloeg mij neer. We
waren dus nog niets verder geko
men. Het volgende speelde zich
daarna in enkele dagen af. Miss Ma
rino vertelde haar verhaal. Zij gaf
toe dat zij Pete haatte. Hij had na
melijk een schrijven in zijn bezit,
waarin iemand die haar zeer na is,
een misdaad bekende. O'Connell
perste haar af en miss Marino zag
zich gedwongen te betalen. Zij wilde
die avond de man in zijn hut bezoe
ken en hem vragen, die brief af te
staan voor een bedrag ineens. Zij
vond hem dood. Miss Marino was
eerlijk, dat is nu gebleken. Op het
moment, dat zij dit alles bekende,
maakte zij haar zaak daarmee niet
beter. Zij kon haar beweringen niet
bewijzen.
Ik verzond een telegram naar een
vriend van mij in Rome, waarin ik
inlichtingen vroeg over Miss Mari
no's broer, want. dat was de man
die zij wilde beschermen.. Het klop
te allemaal precies. De man was ver
dacht geweest en leefde thans onder
de naam Gerald Smith in de USA.
Nu moet ik even overstappen en u
een andere gebeurtenis vertellen, die
een dag tevoren geschied was. Er
werd toen in het ruim tussen de
olietanks een verstekeling gevonden.
Al onze hoop was op hem gevestigd.
Was hij de moordenaar en zou ein
delijk de zaak opgelost worden? Hij
gaf op, dat zijn naam Gerald Smith
was. Verder ontkende hij hardnekkig
iets met de moord op mr O'Connell
uit te staan hebben. Toen mijn vriend
de naam noemde, waaronder miss
Lucia's broer in Amerika leefde,
dacht ik onmiddellijk aan de verste
keling De man bekende zo te he
ten. Toen confronteerden wij Lucia
met hem. Nog bleef zij ontkennen.
Haar broer bekende toen de mis
daad bedreven te hebben"
Er ontstond enig rumoer in de hut.
De halzen rekten zich uit om naar de
man te kijken. Giuseppe Marino
staarde strak voor zich uit. Alleen de
officieren en miss Tequita verroer
den zich niet. Gordon stak even zijn
hand op. „We zijn er nog niet. Ik
moet u nog meer vertellen. Ik heb
u al verteld van de brief, die miss
Lucia had ontvangen. Zij vertelde mij
dat zij wel aan dek was geweest, doch
de man niet ontmoet had. Toen kwam
miss Tequita ons vertellen, dat er in
haar hut ingebroken was. Zij miste
enkele sieraden en een pakje brie
ven. De dief? Wij wisten het nie.t.
Sporen ontbraken weer. Miss Lucia
deed toen de ontdekking, dat de sie
raden en de brieven zich in haar kast
bevonden. Ze meldde dit aan ons.
Alles klopte precies. Er ontbrak
niets, maar het raadsel werd steeds
groter
Ik ontving een brief, waarin ik ge
waarschuwd werd geen verder on
derzoek meer in te stellen. Ik ont
dekte toen, dat beide brieven die
van Lucia en mij met dezelfde ma
chine getypt waren. Inmiddels be
trokken wij r.og een persoon in het
onderzoek, mr Rodriguez, die zich uit
gaf als amateurdetective en ons
helpen wou. Hij leek ons betrouw
baar en wij deelden hem alles mee.
Zijn visie op de zaak was de volgen
de: de dader was verrast door Pete
O'Connell, toen hij inbrak in diens
hut. Hij vermoordde de man en her
haalde daarna zijn poging, waarbij
miss Tequita op het nippertje ont
snapte. Eindelijk voor de derde maal
lukte het hem. Het klopte echter niet
helemaal. Onze verdenkingen lagen
in de richting van miss Marino. Maar
als zy de dievegge was, waarom gaf
zij dan aan. dat de sieraden en de
brieven in haar hut waren? Als ge
woonlijk we zagen er geen gat
in. Toen vond het meisje weer in
haar kast die bewuste brief, waarin
haar broer zijn bekentenis deed. Zij
toonde die mij. De zaak scheen rond
te zijn, toen ontdekt werd, wat ik zo
juist al gezegd heb. De broer werd
aan boord gevonden en bekende.."
„Maar het is niet waar, hij kan
dat niet gedaan hebbenHet
deze opmerking op schrille toon ge
was miss Marino, die half opstaande
uit had
„Wacht u nog éven, miss Marino"
klonk Gordons monotone stem. Hij
vermeed het meisje aan te zien. „Hoe
alles zich precies afgespeeld heeft,
wisten wij niet. Dat moest de politie
maar uitozeken. dachten wij. Maar.."
Gordon wendde zich tot de kapi
tein. Er klonk opwinding in zijn
stem. „Maar ik kon niet geloven, dat
het waar was, wat we ontdekt had
den. U moet mij dat niet kwalijk ne
men. sir. maar ik kón het niet ge
loven. Alhoewel alles nu duidelijk
scheen.
(Wordt vervolgd)