Kerkhoven van atoomindustrie zijn bedreiging voor toekomst IN DE WOESTIJNEN VAN AMERIKA Als de mens te hoog wil grijpen ZATERDAG 19 JUNI 1954 DE LE1DSE COURANT TWEEDE BLAD - PAGINA I UET LAND VAN MACHT EN ONMACHT heeft men Amerika wel eens genoemd. Beiden zijn aanwezig in dat uitgestrekte gebied aan de ander zijde van de oceaan, maar het laatste treedt waarschijnlijk minder sterk op de voorgrond. Onmacht in Amerika! Daaraan moet men denken, als commerciële instellingen toeristen pogen te trekken met „De magische Stad van het Westen driemaal zoveel neonbuizen per hoofd van de be volking als welke plaats ook!" Maar sterker nog doet deze onmacht zich gevoelen, wanneer men de adembenemende technische ontwikkeling van dit werelddeel heeft gevolgd en dan plotseling in aanraking komt met de keerzijde van deze „wonder bare" medaille. Met de eindeloze reeksen problemen, die in deze atoom eeuw juist daar binnenrukken, waar men schijnbaar alles vermag, en er een toestand scheppen, welke de ridders van het vernuft nog maar nauwelijks baas kunnen. Zelfs de mensen van „nooit stilstaan, altijd voorwaarts" wor den er bleek van om de neus en terwijl zij veiligheidsmaatregelen treffen voor het ogenblik, gaan hun gedachten uit naar de toekomst, die minder veilig is. Wat daar van terecht moet komen weet niemand, maar niettemin blijven de atoomovens branden en dreunen de machines hun monotone zang. Het schuitje vaart en men zit er in! IN de DROGE, ONVRUCHTBARE WOESTIJN van de staat Washing ton, hoog in het Noordwesten van de U.S.A., ver van de bewoonde we reld, werd een gebied van bijna dui zend vierkante kilometer met een schutting omgeven. De stad Richland ligt op een afstand van 15 kilometer van deze omheining en ongeveer 40 kilometer van de er zich binnen be vindende grauwe, vensterloze klom pen beton, waar men op een onzalige dag begonnen is met de omvorming van uraniumerts tot het kunstmatige element plutonium. Wanneer men het afgesloten gebied betreedt, dan ziet men kilometers ver niets dan dorre grond en hier en daar een woestijnkonijntje. Daarna komen de fabrieken, die door soldaten be waakt worden en tenslote, ver aan de 5orizon, de metalen schoorstenen, zo dun als een potlood, met vale camou- flagekleuren beschilderd. BESMETTING. IN DE FABRIEKEN werken men- sen. Op weg naar hun arbeid ko men zij verschillende malen langs grote borden met „Zwijgen betekent veiligheid". Als zij echter binnen de fabriek zijn, kunnen ze geen stap meer doen zonder een waarschuwingsbord of plakkaat te zien. Alle mededelingen beginnen met „Gevaarlijk!" En dan volgen de toelichtingen, in een ein deloze rij: „Vloer sterk besmet", „Ra dio-actieve straal", „Zware neutro- nenstroom, „Vergeet Uw handschoe nen niet! Heet gebied!", „Maskers vastmaken! Lucht onzuiver!" of „Als er iets instort: Adem inhouden!" In 1942 waren de Amerikaanse Het is een kwestie van drukknoppen en handles. De controleur kan via luidsprekers horen, wat zich in de radio-actieve ruimten afspeelt. i in het Oak Ridge National Laboratorium. De hele dag de maskers op. atoomdeskundigen nog van mening, dat het onmogelijk zou zijn, de arbei ders in een eventuele atoom industrie te beveiligen tegen de stralingen, die bij de verbrijzeling van de atoomkern ontstaan. Totdusver was er op de wereld alles bijeen slechts drie pond radium in het bezit van de mens ge weest. Nu zouden er als gevolg van de atoomverbrijzeling millioenen pon- de radio-actief materiaal worden voortgebracht. De geleerden begrepen, dat er enorme hoeveelheden levensgevaar lijke stralen als bij- of afvalproduct geproduceerd zouden worden. Er wa ren veiligheidsmaatregelen nodig van een omvang en pijnlijke strengheid, zoals ze bij de bescherming van de gezondheid in de industrie nog nim mer bij benadering nodig waren ge weest. ONDER CONTROLE. 1MAAR PRECIES TWAALF JAAR nadat de wetenschap het nog voor onmogelijk hield, draait de plu- toniumfabriek op volle toeren en trekken de arbeiders in dag- en nachtploegen naar hun „gevaarlijk karwei". Bij het betreden van de fabriek krijgt hij twee dosimeters, die eruit zien als vulpenhouders en de eigen schap bezitten om van kleur te ver anderen, zodra de drager ervan aan de inwerking van de onzichtbare stralen wordt blootgesteld. Als groen in geel verandert moet men oppas sen; wanneer geel echter overgaat in oranje is het de hoogste tijd om de plaats, waar men bezig is,te verla ten. Er zijn broches met films, die bij gevaar donker worden; ringen met lichte stenen, die van kleur veran deren en overal in de ruimten staan mechanische snuivers opgesteld, die beginnen te krijsen, zodra de lucht teveel met schadelijke stralen in aan raking komt. Scherpe chemische zeep bindt de strijd aan tegen stralingsoverblijfse len op de huid en niemand weet, of dit afdoende is. Mogelijk zullen jaren later de schadelijke gevolgen zich pas doen kennen. Iedere arbeider wordt maandelijks zeer uitgebreid onderzocht, terwijl eens per half jaar nog een bijzonder onderzoek plaats heeft. Daarnaast hebben alle arbeiders nog een spe ciale man van de medische controle rond zich. Deze gezondheidsbewaker houdt de gehele dag een oogje in het zeil en heeft de bevoegdheid een ar beider voor een of meer dagen naar huis te sturen, indien hij van mening is, dat de man te veel aan stralingen heeft blootgestaan. GOEDE MORGEN, BAAS! Als de atoomarbeider bij aankomst in de fabriek zijn do simeters heeft ontvangen, gaat hij eerst naar de cantine, om zijn pro viand op te bergen, dat hij uit Rich land heeft meegebracht. Hoewel de eetzaal ver van de atoomovens in een zuiver gebied ligt, worden de tafels toch om het half uur met geigertel lers op eventuele schadelijke stralen onderzocht. De ervaring heeft reeds geleerd, dat de meest gevreesde soort vergiftiging ontstaat door het binnen dringen van kleine deeltjes in de maag en darmen bij het eten van voedsel. Vervolgens begeeft de ar beider zich naar de kleedkamer, waar hij zijn eigen kleren moet ach- WITTE MAN In Richland spelen de kinderen op straat, zoals in alle landen en werelddelen kinderen op straat spelen. Maar één ding wordt die kinderen van Richland met meer hardnekkigheid dan waar ook ingepeperd: „Raap nooit iets op, wat je op straat of in het veld ziet liggen!" In ons land bestaat de ge woonte, om aan een waarschu wing vaak een griezel-verhaal tje te verbinden, waarvan een praeventieve werking uitgaat. De moeders in Richland hebben een dergelijk verhaaltje niet no dig. Zij vertellen hun kinderen de geschiedenis van de man, die in Mei 1951 een stuk gereedschap vond en het mee naar huis nam. De andere dag bemerkte hij, dat zijn handen door stralen waren aangetast. Er kwamen mannen met witte pakken en rubber mas kers. Niet alleen de man, maar zijn hele gezin moest naar een hospitaal. De woning werd ver brand met alles, wat er in was. Toen de man terugkeerde in Richland wilde geen winkelier hem meer toelaten in zijn zaak. Zó bang zijn de mensen voor stralen. De man is naar een an dere stad gegaan en zijn naam heeft men veranderd, want an ders zou hij overal als een me laatse behandeld zijn. terlaten en in een stalen kast alles schoon vindt tot ondergoed en sok ken toe, alsmede een nauwsluitend hoofddeksel, in cellophaan verpakte handschoenen en een speciale bril. Met deze kledingstukken aan ver laat hij de zuivere zóne en betreedt de tussenzone, waar hij aan het eind van de werkdag zijn werkkleding moet uittrekken, om naakt naar de met desinfecterende zeep voorziene douche te gaan. Uit deze tussenzone gaat hij 's morgens naar het „hete gebied", waar de medische man, de H.I.-man genoemd, de eerste con- tróle-meting op hem verricht. Als dit gebeurd is, kan hij het werk van zijn maat uit de nachtploeg overnemen met dien verstande, dat het ten strengste verboden is met een schou derklopje of een andere aanraking een soort groet te brengen. HACHELIJK KARWEI. LIET WERK VAN DE ARBEIDER bestaat uitsluitend in het regel matig opnemen van de controle-ap paraten, het overhalen van handles en het indrukken van knoppen. Wat er allemaal gebeurt, ziet hij niet. Hij hoort het wel. Vlak bij hem staat een luidspreker en in de ovens han gen microfoons. De geluiden kan hij dus volgen. Aan deze geluiden kan men o.m. merken, of alles naar wens gaat. Is dit niet het geval, dan wordt ogen blikkelijk het werk op de gehele af deling stilgelegd. Voor alle zekerheid wordt het noodstation in Richland gewaarschuwd, dat in geval van een explosie het reddingswerk zal moeten leiden. Wanneer er nu bij voorbeeld een onderdeel kapot is, en er dus een re paratie moet plaats vinden, wordt er een robot ingeschakld, die bestuurd wordt door een technicus. Via een te levisie-apparaat kan men het inwen dige van de oven bekijken en zodra is vastgesteld, waar de fout schuilt, komt de robot in werking. Deze kan men zó besturen, dat hij het onder deel losschroeft en brengt naar een met loodblokken geïmproviseerde werkplaats, waar een speciaal com- rando de reparatie uitvoert van het sterk radio-actieve onderdeel. Dit commando is voorzien van een zeer speciale kleding en meestal zijn de reparaties nogal tijdrovend. Het plaatsen van een nieuw onderdeel zou eenvoudiger zijn, indien men wist, waar men het radio-actieve onderdeel moest laten. De H.I.-man controleert de werkers en vaak gebeurt het, dat hij iemand op een ogenblik, dat de reparatie nog hooguit enkele minu ten kan kosten, wegzendt. DODELIJK AFVAL. LIET GROOTSTE PROBLEEM in deze industrie vormt het afval. In de omgeving van Richland zijn grote kerkhoven van radio-actieve af val. In de woestijn kan men deze plaatsen herkennen, doordat zij zijn afgebakend met rode paaltjes. Vloei bare afvalstoffen komen via leidin gen rechtstreeks uit de fabriek naar grote ondergrondse reservoirs. Er zijn stoffen bij, die duizenden en ten dele millioenen jaren hun ver. nietigende kracht zullen behouden. De Nederlands-Noorse atoomreactor, die gebouwd werd door een jonge Noorse geleerde. Daarom moeten deze kerkhoven dui delijk worden aangegeven. Wee, in dien de ligging ervan in de loop der tijden onbekend zou raken. Elke eeuw zal het moeilijker wor den de toenemende massa's atoomaf- val onder controle te houden. Men heeft reeds getracht dit probleem op te lossen door inmetseling in cement- kisten van de afvalstoffen en deze kisten in zee te werpen. Maar dit en alle andere middelen faalden. Hoe zal de straling doorwerken in de grond? Men weet het niet. Tot in een straal van 200 kilometer worden dagelijks metingen verricht en overal ziet men schapen in de buurt van Richland. Zij worden de plutonium- vreters genoemd. Zolang zij niet ster ven, zullen wij het ook wel redden. Dat is de leidende gedachte. Alles wat de mens tot nu toe maakte, verging vrij spoedig. Nu ligt er in de Amerikaanse bodem echter een gevaarlijk erfdeel. „Stukken van de hel", worden deze kerkhoven genoemd. Toekomst is reeds begonnen j^Ta „Hersenen zonder ziel" van Rolf Strehl is het werk van Robert Jungk, „De toekomst is reeds begonnen", verschenen. Dit boek, dat uitgegeven is bij Lannoo, Tielt, overtreft alles, wat er tot op heden gepubliceerd is over Amerika, als land van glamour en tech niek, als land ook van een geweldige macht en onmacht. Jungk is een reportage-kunstenaar. Hij bezocht de atoomsteden in de woestijnen, de schoonheidsmarkt van Hollywood, de laborato ria voor robots en hij noteerde vele gesprekken met arbeiders aan de lopende band en met mannen, die electronische breinen bedienen. In het bonte Amerikaanse leven wist hij binnen te dringen en zijn erva ring vindt men in „De toekomst is reeds begonnen." De gegevens voor bijgaand artikel werden aan dit magistrale'boek ontleend. Op meesterlijke wijze weet Jungk zijn lezers de sfeer te doen ondergaan van hetgeen hij heeft gezien en ervaren. Hij is geen man, die aan beschavingspessimisme lijdt, maar nog minder iemand, die opgaat in een naïef geloof in de vooruitgang. Hij tracht duidelijk temaken, dat de moderne mens in Amerika een fatale greep doet nml. een greep naar de hemel, naar het atoom, naar de natuur, naar de mens,, naar de toekomst, men zou bijna zeg gen een greep naar de almacht. Jungk is geen schrijver die de men selijke angst heeft uitgebuit, om een bestseller te schrijven. Zijn werk drukt niet neer, maar is een ernstig beroep op bezinning. De weg, die de wereld thans is ingeslagen, behoeft niet tot het einde te worden gevolgd. Men kan terug! Deze gedachte ademt het boek zeer sterk. Het is een waarschuwing en een beroep op het gezonde verstand. Wie aan dit werk begint, zal het vaak met ontzetting maar steeds geboeid uitlezen en gaan nadenken. Dit laatste nu behoort tot de aangelegenheden, waaraan in dit tijdsbestek de grootste behoefte bestaat. Ingewikkelde machines vraagt de atoomindustrie. Er zijn geweldige kapitalen voor nodig.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 5