Oase van rust en verkwikking
in 'n nerveus jachtende wereld
„Allen je portemonnaie open1
Achter onze boerderij
HET WOORD IS AAN OUD APE)
ONS KLEINE DORPJE OUD-ADE
„De beste mop van m'n leven"
Prettig en dankbaar werk"
Schooljeugd zette beste beentje voor
ZATERDAG 5 JUNI 1954
DE LEIDSE COURANT
l wccuc BLAD
PAGINA 1
Oud-Ade is zeker een van de mooiste parochies van Nederland: polders,
molens, vaarten en plassen overal en daartussen een ijverige hardwerkende
bevolking: veehouders en kaasmakers van de bovenste plank.
Dit is niet het voornaamste. Zij zijn allen oer-rooms van geslacht op
geslacht: in de tijd van de Hervorming door de onovertreffelijke Pastoor
A. van der Plaat gevormd; geen een verwaarloost zijn plichten: alle ge
zinnen katholiek en kerngezond. Een geluk is het hier te mogen werken en
zoals een van mijn voorgangers zeide: Ik woon in de Blijverspolder: ik blijft
J. H. v. d. POEL IS EEN VAN DE
VELE veehouders en kaasmakers van
de bovenste plank, waarover de pas
toor schreef. Wij hebben eens horen
vertellen, dat hij ieder jaar met de
traditionele lammetjesmarkt een wa-
genvol kinderen meeneemt naar Lei
den. Even traditioneel als de markt
zelf is bij aankomst in de stad het
gezegde van v. d. Poel: „En nu alle
maal je portemonnaie open!"
Bij het controleren van de inhoud
worden de minst gespekte beurzen
„bijgevuld", zodat de jeugd bij de
ijstentjes ongeveer over dezelfde
koopkracht beschikt.
Waarschijnlijk door deze weten
schap zijn we juist naar de heer v. d.
Poel gestapt, want eerlijk gezegd
je behoeft er niet heen te gaan,
omdat zijn huis zo gemakkelijk te be
reiken is. De bedreven Oud Adenaar
weigert systematisch om damhekjes
open te maken. Bij ieder obstakel
neemt hij de fiets onder de arm en
DE PRIJSWINNAARS
Wie zijn de gelukkigen in de
teken- en opstelwedstrijd?
SJAAK v. d. GEEST Pzn.
TRUDIE v. d. HULST.
DORA v. LEEUWEN.
Op een andere pagina staat
daar nog het een en ander over.
gaat langs het hek/ met als enig hou
vast een paaltje, over de sloot. Ten
slotte kan je er hooguit invallen.
Maar als men deze toer een keer of
zes volbracht heeft staat men mid
den in de landelijke rust, die nog
steeds de voorkeur verdient boven
een comfortabele wolkenkrabber met
liften, ijskasten en heet watertoestel
len.
Een ideaal oord, ook tijdens de oor
log. Voor het huis van v. d. Poel
staat tenminste een grote bloemen-
bak, die aangeboden werd door de
onderduikers. Helaas vermeldt de in
scriptie niet, hoeveel er geweest zijn.
De boer zelf weet het ook niet meer.
Hij had een paar „vaste" onderdui
kers, maar de „losse" zijn niet te
schatten. Er zijn wel dagen geweest,
dat er 30 schepen in de vaarten rond
het huis een toevlucht hadden ge
zocht.
Het liefst praat v. d. Poel over zijn
bedrijf. In de weiden lummelen de
koeien rond in de hitte en in de stal
len zoeken de varkens verkwikking
in hun eigen nattigheid.
„Als je hier geweest ben, moet je
niet direct aan een flinke carbonade
beginnen", grinnikt v. d. Poel. „Na
een uurtje smaakt ie weer veel
beter!"
De gemiddelde levensduur van een
varken is tegenwoordig maar een
jaar. Dan is het rijp voor de slager.
Op zo'n afgelegen boerderij is men
volkomen op de hoogte van het menu
der stedelingen. Vet is niet meer zo
erg in trek en er wordt weer veel
minder spek gegeten. Voor de export
gelden echter andere regels.
Het verschil tussen een kip en een
krielkip blijkt niet alleen in de
lichaamsafmeting te zitten. De heer
v. d. Poel kan een flinke uiteenzet
ting geven over het sterke sociale
gevoel van een krielkip. Als haar
kuikens groot genoeg zijn, kan je ze
wegnemen en er meteen weer een
partijtje eendagskuikens voor in de
plaats zetten. Moeder Krielkip zal ze
niet verstoten. Als ze 's avonds naar
bed gegaan is met acht kinderen,
verbaast zij er zich niet over als ze
de andere dag wakker wordt met
vijftien andere, die een beetje kleiner
zijn. Met dezelfde moedertrots zal ze
er mee rondstappen.
„En dit is de afdeling van onze
logé's", zegt v. d. Poel en trekt
meteen een staldeur open. Overal
zwaluwnestjes en de vogels vliegen
er rond of ze thuis zijn. In zekere
zin zijn ze dat ook, want ieder jaar
keren zij terug, pleisteren hun nestjes
wat bij en gaan er gezellig bij zitten
broeden.
Twee zonen van v. d. Poel zijn de
oceaan overgestoken. Ze hebben een
grote foto meegekregen van de
ouderlijke woning, waar zij als het
niet zou bevallen altijd weer weer
welkom zijn.
„Blijf er niet zitten, als het je niet
zint", heeft v. d. Poel bij het afscheid
gezegd. Maar het zint er hun best.
Veehouders en kaasmakers van de
bovenste plankschreef de pas
toor. Die zullen ze in Nieuw Zeeland
best kunnen gebruiken.
Op een heerlijk plekje,
daarbij de poldersloot
daar hoor je merels fluiten
en vogels klein en groot.
Onder de grote plompen
in deze waterplas.
daar leeft een heel leuk volkje.
En loop je over 't gras,
dan springen al die kikkertjes
weer heel vlug in die plas.
TRUDIE v. d. HULST.
12 jaar.
Een opstel over Oud-Ade is gauw klaar zult U denken, maar het is best de
moeite waard om er aan te beginnen. Ons dorp is zo klein; als je een mi
nuut je ogen dicht doet, ben je er door gefietst. Wij hebben een mooi kerkje,
dat gezien mag worden. Er is ook een bakker, een kruidenier en nog een
winkel in manufacturen. Midden in het dorp is een brug, als je daar over
heen bent krijg je de Zwarteweg, een smal weggetje met hier en daar een
boerderij en wat huisjes en bosjes. Het is daar een prachtig stukje natuur
schoon, je hoeft heus geen eind te fietsen om wat moois te zien. Als je er
oog voor hebt is het in eigen omgeving ook mooi. Van het dorp uit krijg je
de Venne-molen, die is al zo dikwijls geschilderd en gefotografeerd, dat
iedereen die wel zal kennen. Van daar loopt een weg die voert naar de Ze
venhuizen, ook een stukje van Oud-Ade. Het is groter dan het dorp zelf.
En wereldje apart zou je het kunnen noemen. Dan gaan we verder het lage
land in, een echte polderweg met aan beide kanten het weiland met z'n
grazende koeien. Als je op een mooie avond in de zomer er door fietst, komt
de rust je tegemoet. Enkele boerderijen liggen een eindje van de weg, maar
de meeste liggen aan de weg, die naar Leiden gaat. En zo komen we dan aan
het Vennemeer, een mooi rond meertje, in de zomer fijn om te zwemmen,
vissen enz. en in de winter om te schaatsen. Het is er gauw sterk ijs en dik
wijls uit de wind. Verder is er nog de Lange-brug, dat is een hoogte als je
uit de polder komt. Je mag dan wel een boterham meer eten, maar je komt
er over hoor. Dan nog boerderij „Voorzorg" met een ophaalbrug er voor.
Die is ook de moeite waard om eens rustig te bekijken. Zo kom ik langza-
menhand aan het einde, ik zal nog wel wat vergeten zijn. maar het is het
beste er zelf maar eens te gaan kijken.
DORA VAN LEEUWEN.
(12 jaar).
Onder de indruk van zoveel no
belheid heeft de pastoor toen een
kwartje uit zijn zak gediept en ge
zegd: „Hier, dat heb je verdiend!"
„Dat was een beste avond", zegt
Verhaar. „Een borreltje kostte toen
vijf centen. Vijf voor een kwartje en
nog een vanwege die weddenschap
met Hoogeveen".
„Ik heb in 33 jaar maar 3 bazen
gehad! Dat is niet veel hè? En van
de oprichting af ben ik lid geweest
van St. Deus Dedit. Maar nu word
ik een dagje ouder", vindt Verhaar.
En terwijl hij weer aan zijn karretje
gaat trekken, vervolgt hij: „Daar is
maar één middel tegen. Aan de gang
blijven. Als je gaat niksen, is het zo
met je gebeurd. Gelukkig heb ik nog
een aardig tuintje!"
Toen jan verhaar van
HOOGMADE NAAR OUD-ADE
kwam, was de toestand anders dan te
genwoordig. Er stonden vijf huizen
leeg, zodat hij kon kiezen. Verhaar
piekerde er niet lang over en koos
een huisje aan de Akkerslootkade.
Vermoedelijk heeft hij zijn keuze
nooit betreurd, want hij woont nu al
meer dan vijftig jaar onder hetzelf
de dak. Wij kwamen hem tegen, toen
hij met zijn karretje aan het schillen
ophalen was. Hij is 74 jaar en be
hoort tot de gezellige vertellers.
„Is er in de loop van de jaren veel
veranderd in Oud Ade?'
„Nou en of!4', grinnikt Verhaar.
„De huishuur bij voorbeeld. Toen ik
hier kwam wonen, betaalde ik ƒ1,
per week!"
Meteen zaten we midden in de
loonkwesties.
Vroeger verdiende een landarbei
der 7,50 in de week. Het leven was
goedkoper, maar je kon er geen bok
kensprongen van maken.
„Als ik met mijn loon thuis kwam",
vertelde Verhaar, „legde de vrouw
het geld op hoopjes, voor iedere leve
rancier één. En dan bleef er niet veel
over. Als ik een broek nodig had,
dan stapte ik niet naar de winkel. Ik
tikte wel een tweedehandse op de
kop bij een soldaat. Dat werd toen
veel gedaan".
„En wat is nou de beste mop, die
U ooit hebt meegemaakt?"
„Daar behoef ik geen twee minu
ten over na te denken", lacht Ver
haar. „We hebben hier vroeger eens
een pastoor gehad, die er twee hon
den op na hield. Nou kom ik met de
avond naar huis en daar ontmoet ik
de ouwe Piet Hoogeveen. „Jan", zegt
ie tegen me, „je kan een borreltje
krijgen, als je zo'n hond van de pas
toor in het water durft te gooien!"
Ik denk nog bij mezelf: Dat is gauw
verdiend en meteen pak ik een van
de honden en gooi hem in het water.
En die Hoogeveen maar lachen. Wat
is nou het geval? De pastoor staat
achter de heg te kijken! Hoogeveen
had hem gezien, maar ik niet, want
Er WORDT WEL EENS LAAT
DUNKEND gesproken over de
„plattelandsschool" maar dat ge
schiedt meestal ten onrechte. Reeds
dikwijls hebben wij kunnen vaststel
len, dat de scholen van de dorpen in
Erf van Rode Polder door JAC. v. d. GEEST Pz. (12 jaar).
alle opzichten een vergelijking met
de stad kunnen doorstaan. Ook in
Oud-Ade hebben wij deze ervaring
weer opgedaan.
De heer Ponsioen, hoofd van de
R.K. school ontving ons in het
nieuwe gedeelte, dat bij de invoering
van het achtste leerjaar moest wor
den bijgebouwd. Men heeft er de be
schikking over de modernste leer
middelen. Deze nieuwbouw bleek een
goede voorziening, vooral voor de
meisjes, die thans door naai- en knip-
lessen reeds op haar huishoudelijke
taak voorbereid kunnen worden.
Ongeveer 16 jaar geleden kwam de
heer Ponsioen naar Oud Ade en het
bevalt hem er goed. De gehele jeugd
heeft hier van huis uit een goede op
voeding; zij hebben leren gehoorza
men. Dank zij dit feit valt het ook
niet moeilijk, om met gecombineerde
klassen te werken.
Na schooltijd ziet men ook geen
jongens langs de straten zwalken.
Thuis op de boerderij moet een
handje geholpen worden en daarom
is er geen tijd voor geslenter en bal
dadigheid.
De heer Ponsioen staat op het
standpunt, dat het onderwijs tot in
de puntjes verzorgd moet zijn. Dit
klemt temeer, omdat er weinig pers
pectief is in het boerenbedrijf. Vaak
moet er in de stad een bestaan wor
den gezocht; een jongen moet een
zaak kunnen opbouwen. Daar komt
tegenwoordig heel veel voor kijken
en in verband daarmede moet de
schoolopleiding goed zijn.
Een hartewens is ook hier: Een
kleuterschool. Deze is zeer hard no
dig. Op het ogenblik wordt er in re
geringskringen druk van gedachten
gewisseld over het kleuteronderwijs.
In Oud Ade vraagt men zich met
spanning af, hoe de overheid voor de
dag zal komen.
WANDAAG IS HET WOORD AAN OUD-ADE, een van de verrukkelijkste
oorden uit deze omgeving. Wij hebben er een middag rondgewandeld
met de camera. Wie voor de lens kwam, werd „geknipt". Overigens hebben
wij het daarbij niet gelaten. Bij het plaatje kwam ook het praatje. Geen we
reldschokkende dingen hoort U in Oude-Ade. Het gaat er zeer rustig naar
toe. Maar juist in een tijd van atoom-splits-manies, uitzichtloze internationale
conferenties en waaghalzerij in straaljagers, is het goed in dat dorpje te
vertoeven, waar men zelfs zijn fiets niet op slot behoeft te zetten. Tenslotte
nog iets belangrijks! De jeugd van Oud-Ade heeft ook haar bijdrage gele
verd. Het regende tekeningen en opstellen op ons redactiebureau. De jury
had het niet gemakkelijk, maar toch hopen wij de beste tekening en het
mooiste opstel te hebben uitgekozen. Over de wedstrijd leest U meer elders
in dit blad.
anders was ik wel met mijn handen
van die hond afgebleven. Want net
lag het beest in het water, of dadr
kwam de pastoor aan. „Waarom gooi
jij die hond in het water, Jan?"
Terwijl Verhaar die vraag van de
voormalige herder herhaalt, ver
schijnt er een brede grijns op zijn
gezicht.
„Stond ik er even mooi op!", lacht
hij. „Maar ik ben er best van afge
komen. Mijnheer pastoor", zeg ik,
„die hond stond zo te schurken, dat
hij wel vlooien moet hebben. En die
is ie nou mooi kwijt geraakt in het
water!"