Vele sterrenkijkers plukten de sterren
Dai vergeet Jopie nooit meer
UITSLAG PAASWEDSTRIJD
Koningin Emma, Elsie, Mia, en Louis Braille favoriet
LJ'WS jr.
•%K Nfcg
mf---:;z
r'i
£ied aan deze tijd
FLAT
ZATERDAG 8 MEI 1954
ÜE LEIDSE COURAN I
TWEEDE BI.AD - PAGINA 2
In de afgelopen weken hebben we
heel* wat brieven gekregen van
„Sterrenkijkertjes", die tijdens de
Paasvacantie zijn gaan sterrenpluk-
ken. Vooral de lezertjes beneden de
11 jaar hebben reuze hun best ge
daan en daarom zullen we hen niet
langer in spanning houden. Nadat
we eerlijk geloot hebben, is de auto
ped gewonnen door Peter Paassen,
Leidseweg. 179, Voorschoten en gaan
de troostprijzen naar Anneke Strijk,
Geverstr. 51, Oegstgeest; Tineke
Stal, Buijs Ballotstr. 74, Leiden; Ma-
rietje Knijnenburg, Dr. v. Noortstr.
61, Stompwijk; Hanneke v. d. Wey-
den, Brink 1, Noordwijkerhout; Jan
v, d. Kroft, Meidoornstr. 4, Leider
dorp; Nellie van Mastwijk, Hogedijk
2, NieuwVeen, die allen een spel
thuisgestuurd krijgen.
Wat de oplossingen van de inzen-
dertjes boven 11 jaar betreft, moeten
we zeggen, dat deze ons- een klein
beetje teleurgesteld hebben. Niet al
leen waren er veel minder inzendin
gen, dan beneden 11 jaar, maar ook
hadden vele inzendertjes erg weinig
zorg aan hun opstel besteed. Toch
zijn er gelukkig nog genoeg, die keu
rig werk gemaakt hebben en er zijn
er zelfs, die hun opstel prachtig ver
sierd hebben met mooie tekeningen,
zodat het ons nog heel veel moeite
gekost heeft, om de beste eruit te
nalen.
Na lang wikken en wegen, hebben
we ten slotte besloten om de 11-jarige
Jozef van Oudenhoven, Kamerling
Onneslaan, 23, Leiden, de mecanodoos
te laten winnen, omdat hij met weinig
woorden zo mooi wist te zeggen,
waarom hij Louis Braille tot zijn ster
koos.
Jozef schreef:
Louis Braille vind ik geweldig,
want nu kunnen de blinden men
sen lezen en hebben ze dus weer
vreugde in hun leven.
Mijn oom is ook blind geworden
en die kan ook veer lezer» en daar
om is hij niet zo erg verdrietig. Zo
zijn alle blinde mensen meneer
Braille dankbaar en daarom vind
ik hem zo gev/eldig.
Mia v. d. Kallen.
Het beste opstel, dat hierop volgt,
Is van Joke Duivenvoorden, Nieuwe
Duinstraat 66. Noordwijkerhout, die
vertelde, waarom zij Mia van der Kal
len gekozen had:
Ik heb Mia uitgekozen, omdat zij
zoveel gedaan heeft voor de meisjes
in de fabrieken. Hoevele meisjes
zouden niet op het slechte pad af
gedwaald zijn, wanneer Mia hun
niet zo stil weg haar voorbeeld
had gegeven. Bij Mia waren wei
nig woorden het beste middel, daar
zy door haar voorbeeld alleen al
een goede leerschool gaf aan de
meisjes. Dus een eresaluut voor
Mia!
De 13-jarige Joke heeft met dit op
stel een spel verdiend.
Een dapper voorbeeld.
De volgende winnares is de 14-jarl-
ge Annie van de Pouw-Kraan, Kerk
straat 83 Hoogmade. Anmie stuurde,
haar opstel prachtig versierd met
mooie bloementekeningen en had ook
Mia van der Kallen als ster gekozen:
Mia was een dapper meisje, heel
eenvoudig en braaf. Ze had veel ge
leerd en veel diploma's behaald.
Toen zij uitgeleerd was, zocht ze
geen goede betrekking, maar ze
ging op een chocoladefabriek wer
ken. Ze deed het niet voor haar
plezier, maar voor andere meisjes,
die ook op die fabriek werkten en
die niet zo erg braaf waren en dik
wijls snoepten van de chocolaadjes.
Toen Mia er een poosje was, be
gonnen ze allemaal van haar te
houden, niet omdat ze zo vroom
was en nooit meesnoepte, maar.
omdat ze altijd behulpzaam was
voor hen. Ja.... ze gingen zelfs
zoveel van haar houden, dat ze
ook niet meer snoepten en weer al
tijd braaf wilden gaan leven. Zo
werd Mia het voorbeeld voor alle
meisjes, waar zij bij werkte. Zo
dapper wil ik ook worden en altijd
zo'n goed voorbeeld geven, net als
Mia van der Kallen.
Florence Nightingale.
Zoals nog enkele andere inzender
tjes, heeft ook de 13-jarige Cobi van
der Tuin, Witte Rozenstraat 38, Lel
den, een ster gekozen, die nog niet
in de krant gestaan heeft. Dit was
feitelijk niet de bedoeling, want in
de prijsvraag stond duidelijk, dat je
een ster moest kiezer», die we al in
de sterrenkijker gehad hadden. Maar
omdat het opstel over Florence
Nightingale erg goed geschreven is,
hebben we besloten Cobi toch maar
een spel te laten winnen:
Ik denk, dat ik miss Nightingale
wel het meest van alle helden en
heldinnen uit mijn sterrenalbum
bewonder.
Is het niet prachtig, dat een rijk
meisje, dat alles kan krijgen, wat
haar hartje begeert, als verpleeg
ster in een ziekenhuis gaat wer
ken?
En is het geen ontzettend groot
offer, om zieke en gewonde sol
daten, die een ruw leven hebben,
te verplegen?
Dat zij haar werk goed en met
grote liefde deed, blijkt wel uit het
feit, dat bange, opstandige soldaten
moedig en kalm werden, als miss
Nightingale een poosje met ze ge
praat had en dat stervende mannen
haar hun laatste boodschappen aan
thuis toevertrouwden.
Miss Nightingale heeft ook veel
gedaan voor de ziekenhuizen. Wat
zouden die zonder verpleegsters
moeten beginnen?
Zij is ongetwijfeld van groot be
lang geweest voor de zieken van
vroeger, nu en in de toekomst.
Antoine de Saint Exupéry.
De laatste prijswinnaar, Kees Vree
burg, Dorpsstraat 257, Hazerswoude,
(Dorp) heeft bijna het spel langs zijn
neus voorbij zien gaan, want Kees
heeft vergeten te vertellen hoe oud
hij is en dat moest er toch bij. Maar
evenals bij Cobi van der Tuin, heb
ben we ook bij Kees maar even door
de vingers gekeken en dus is hij, met
zyn opstel over Antoine de Sant Exu-
péry onze laatste prijswinnaar:
Boven de dertien andere sterren
verkies ik de ster Antoine de Saint
Exupéry.
Ik neem hem boven al de andere
sterren, omdat hij, toen hij langs
de straat slenterde, zich voornam
daarmee uit te scheiden en om te
gaan leren voor vliegenier.
Ook mag ik hem graag, omdat hij
zo dapper was, toen hij tussen de
bergtoppen vloog om de verbinding
van Buenos Aires naar Patagonië
te maken, en toen hij in een storm
geraakte en probeerde zijn vlieg
tuig in evenwicht te houden, wat
zeer gevaarlijk was.
Vooral ook mag ik hem, omdat
hij, toen er oorlog was, met zijn
vliegtuig de soldaten ging helpen.
De generaal had groot gelijk,
toen hij zei: „Antoine de Saint
Exupéry is voor alle soldaten een
voorbeeld van plicht en offerzin".
Troostprijs.
Ten slotte hadden we alle prijzen al
uitgedeeld, toen er nog een brief
kwam uit Oegstgeest, waarin de va
der van een onzer sterrenkijkertjes
vertelde, dat het opstel van zijn zoon
tje op tijd geschreven was, maar door
hem te laat verstuurd was. Niet van
wege dit briefje, maar omdat de 10-
jarige Hans Weyermans, Kempenaer-
straat 44, Oegstgeest, werkelijk een
buitengewoon aardig opstel over Her
man Boerhaave geschreven heeft,
hebben we besloten om hem een
troostprijs in de vorm van een boek
te laten winnen. Hans schreef:
Herman Boerhaave moet wel heel
erg beroemd geweest zijn, dat Czaar
Peter de Groote hem kwam opzoe
ken. De meester op school heeft ons
eens verteld, dat uit China brieven
kwamen met niets anders op het
adres dan „Boerhaave, Europa".
Wat was hij altijd vroeg op. Ik
sta zelf ook wel graag vroeg op. In
Leiden staat een heel mooi stand
beeld van Boerhaave. Ik ben er
dikwijls langs geweest. Boerhaave
is geboren in Voorhout. Ik geloof,
dat hij gestorven is in Leiden. Ik
vind het toch wel heel mooi, dat
Boerhaave vooral ook de arme
mensen zo hielp. Daarom hebben
ze natuurlijk in een hete boel plaat
sen straten en lanen naar hem ge
noemd. Hoe kon Boerhaave die
6.000 kruiden uit elkaar houden?
Ik snap het niet. Maar daarom was
hij natuurlijk zo geleerd. Omdat hij
zoveel goed gedaan heeft, zal hij
wel in de hemel zijn.
Wie de andere kijkertje^
plukten.
En zo zijn we dan weer aan het
einde van onze Paaspuzzel gekomen.
Nu zijn jullie misschien nog nieuws
gierig, welke sterren er zoals door de
„sterrenplukkertjes" gekozen zijn en
daarom zullen we dit nog even ver
tellen.
Koningin Emma kreeg de meeste
opstellen; zij werd verkozen door
Rietje Schrama, Wassenaar; Ria Dui-
vevoorden, Noordwijkerhout; Lenie
Lagerberg, Leiden; Truus Blom, Lei
den; Thea Zonderdop, Leiden; Ludy
van der Meer, Leiden; Nel v. d. Geer",
Voorhout; Sjaan de Jong, Roelof-
arendsveen; Ida Kraan, Koudekerk
aan de Rijn.
Negen sterrenkijkertjes kozen Elsie
Fey: Toni Toussaint, Leiden; Rinie
Vroonhof, Noorden; Beppie van der
Berg, Noordwijkerhout! Plonie van
Tongeren, Warmond; Agatha Hart
veld, Rijnsaterwoude; Janny Duiven
voorden, Noordwijkerhout; Corrie
Obdijn, Leimuiden; Willie Menken,
Hazerswoude; Annie Rotteveel, Ryp-
wetering.
Mia van der Kallen werd gekozen
door: Rietje van der Valk, Voorscho
ten; Annie v. d. Pauw-Kraan, Hoog
made; Corrie Keyzer, Langeraar; Jo
ke Duivenvoorden, Noordwijkerhout;
Gerrie Geerlings, Noordwijkerhout en
Bep Otte, Roelofarendsveen.
Herman Boerhaave kozen Jan
Toussaint, Leiden; Kees Colijn, Hoog
made; Greet v. d. Hulst, Voorhout;
Piet Verdegaal, Voorhout; Herman
Wallaart, Leiden; Tin us Rijgersberg,
Abbenes; Henk Wieringen, Noordwij
kerhout; T. v. Velzen, Leiden en
Hans Weyermans, Oegstgeest tot hun
ster.
De volgende sterrenkijkertjes von
den Louis Braille de beste ster: Jozef
v. Oudenhoven, Leiden; Wim van
Schaik, Boskoop; Theo van der We
reld, Roelofarendsveen; Theo Witte,
Leiden; Martha Zwetsloot, Warmond;
Annie Juffermans, Leiden; Jos Zon-
derop, Leiden en Martin Plasmeyer,
De Kwakel.
De dappere Poolreiziger Roald
Amundsen werd gekozen door: An-
dré van Nobelen. Sassenheim; Frans
Diergaarde, Leiden en Aad Vrees
wijk. Stompwijk.
Antoine de Saint Exupéry was de
grootste ster bij Kees Vreeburg, Ha
zerswoude (Dorp), Theo Zwetsloot,
Abbenes, Leo Hoogervorst, Ter Aar.
Ten slotte kozen Ria v. d. Raadt
en Sjors Jansen, Leiden, Enrico
Caruso; Jan Koek, Zoeterwoude,
George Jansen, Hoogmade en Hansje
Laken, Leiderdorp, Kar,el Doorman:
Jan Zwetsloot, Abbenes en Henmie
van Rijn, Noordwijk-Binnen, Kim
Ki Chong en Gerard Kouwenhoven,
De Kwakel -Buziau. Dan. waren er nog
enkele inzendertjes, die een ster
gekozen hadden, die nog niet in de
krant gestaan heeft: Janny van Kem-
ipen, Voorhout en Cobi van der Tuin,
Leiden, kozen Florence Nightingale;
Jozef van der Meer, Oude Wetering,
Thomas Edison; Tonny Homan. Sas
senheim, Doris Rijkers en Jan van
I Nobelen, Sassenheim, Jan Robert.
Heus mijnheer, dit ls de moeilijk
ste plaats in ons elftal. Ik moet zor
gen, dat de bal niet in het putje rolt!
(S.E.P.)
MEB JE DE BRIEF gepost, die ik
je gisteren gaf, Frank?"
Frank keek op naar zijn vader.
„Brief? Mijn hemel, paps, die heb ik
[helemaal vergeten. Hij zit nog in mijn
zak".
„Maar Frank, wat scheelt je? Het
was een heel belangrijke brief. Hij
had beslist gepost moeten worden".
„Het spijt me, paps, ik vergat het".
„Je schijnt alles te vergeten', zei
vader boos.
„Ik zei toch, dat het me spijt", zei
Frank verongelijkt. Er was geen en
kele reden voor paps om boos te
zijn. Iedereen kon wel eens wat ver
geten. Het leek, of hy het met opzet
gedaan had.
EEN BEETJE EROMMEND stapte
hij naar school, maar toen hij
halverwege was, herinnerde hij zich
plotseling, dat hij moeder beloofd
had, hout uit het schuurtje te ha
len.
Hij wilde teruggaan, maar was te
bang om te laat on school te komen.
Als hij terugging, zou hij beslist te
laat op school komen en dan zwaaide
er wat! Daarbij was paps misschien
nog kwaad op hem over die brief.
Het best wat hij doen kon was ge
woon naar school te gaan.
Moeder zou toch het hout niet zelf
uit de schuur behoeven te halen,
want vader was thuis en die zou het
wel voor haar doen.
De morgen scheen eindeloos lang
te duren en ook aan de middag kwam
geen einde; Frank had net het gevoel
alsof de dag nooit om wilde komen.
En hy verlangde er zo naar, dat het
morgen zou worden, want morgen
zou hij met paps en Betty een grote
tocht gaan maken in paps' auto.
Paps zou hem en Betty ophalen
van school en dan zouden ze naar
een kennis van paps toerijden, die
heel ver weg woonde; morgen zou
een geweldige dag worden.
PRANK STOND NA VIEREN op
het schoolplein en vertelde zijn
vriendjes hoever hij morgen wel zou
rijden. Plotseling kwam Betty aan
gelopen.
„Frank", zei ze boos, „waarom heb
je de brief niet afgegeven bij Mary
Henderson, die ik je twee dagen ge
leden gegeven heb? Je beloofde me,
dat je het doen zou. Het waren alle
maal jaartallen, die Mary niet had,
omdat ze ziek geweest is. Nu kon
Mary vanmiddag haar proefwerk niet
maken".
Betty hield buiten adem op. ,Het
is jouw schuld, als Mary straks een
j tri
„Dag jongen", zei moeder vrien
delijk.
Vader keek op van zijn krant: „Zo
vent, ben je daar?"
Niemand zei iets over de brief,
het brandhout of de jaartallen. Ze
hadden hem dus blijkbaar alweer
vergeven, dat hij zo vergeetachtig
was. Nu ja, Frank kon zich dat ook
u-el voorstellen, zo belangrijk was
het ook niet!
1"\E VOLGENDE MORGEN stopte
Frank haastig zijn ontbijt naar
binnen. Hij nam zijn broodtrommel
tje mee voor tussen de middag,
zwaaide zijn moeder en zusje goe
dendag en riep naar zijn vader: „Tot
vanmiddag, paps".
Misschien had hij te weinig aan
het ontbijt gegeten, of misschien
kwam het, omdat hij de hele weg
van huis naar school had lopen dan
sen, in ieder geval had Frank erge
honger, toen hij tussen de middag
naar zijn broodtrommeltje greep.
Haastig opende hij het trommel
tje.... het was leeg!
Hij nam zijn thermosfles.... ook
leeg!
Hy keek ongelovig voor zich uit
Waar had zijn moeder haar ge
dachten gehad, toen ze de brood-
trommeljes voor hem en Betty klaar
maakte. Wat moest hij nu in hemels
onvoldoende voor geschiedenis op
haar rapport* haalt. Wat ben je toch
een nare jongen, dat je alles ver
geet".
„Het spijt me, Betty", zei Frank,
„ik deed het niet met opzet. Mary
kan haar punt nog wel een andere
keer ophalen".
„Oh, Frank, met jou is niets te be
ginnen", zei Betty, „je denkt, dat
niets belangrijk genoeg is om te ont
houden".
Ze draaide zich kwaad om en ren
de het schoolplein over.
Frank keek haar na: „Meisjes", zei
'hij, „winden zich nu altijd over klei-
nighoHon on".
I Hij ging weer verder met zyn
l vriendjes, die nog vol spanning op
jhet vervolg van de avonturen wacht
ten, die Frank morgen allemaal zou
igaan beleven.
Frank ging een beetje langzaam
lopen, toen hij bijna thuis was. Paps
zou nog wel eens kwaad kunnen zijn
over de brief. En dan was er nog het
brandhout, dat hij vanmorgen had
moeten halen. En natuurlijk zou
Betty al alles verteld hebben over
die stomme jaartallen, die hij verge
ten was.
Hij besloot maar ineens door de
zure appel heen te by'ten en stapte
fluitend de huiskamer binnen.
Wij wonen niet meer in een huis,
wy wonen in een flat
met gas en electricitelt
en lixten, jé van het.
Twee kamers en een keukentje,
een echte bloemenbak
met gras en een geranium
en uitzicht op het dak.
Wij wonen niet meer in een huis,
wij wonen in een schuur
zes hoog en aan de achterkant
ei^bovendien nog duur.
Mph: ja, wij hebben een balcon,
al is het ook wat zwak,
zodat er maar één mens op mag
en w* hebben óók een dak.
Wij wonen niet meer in een huis,
wij wonen in de lucht,
een muurtje links een muurtje rechts
en overal gerucht
De muren zijn er dubbel dun,
wat wankel en wat slecht
en 's nachts kan je precies verstaan
wat of je buurman zegt.
Wij wonen niet meer in een huis,
wij wonen in een kist,
een blok-met-gaten en niet meer
èn lelijk, heel beslist
Je klimt je twintig trappen op
en ben je bovenaan,
dan is het ook precies weer tijd
om weer omlaag te gaan.
Wy wonen niet meer in een huis
met serre, tuin en zon,
wij leven netjes opgepakt
als haring in een ton.
Wij wonen in een hok van steen,
gezellig, jé ven het,
wij wonen niet meer in een huis,
wij wonen in een flat.
TROUBADOUR.
naam zonder boterhammen begin
nen?
Hij zocht in zijn zakken en vond
nog precies genoeg geld om naar huis
op te bellen. Hij zou .moeder vertel
len, wat er gebeurd was en mis
schien zou paps dan nog wat komen
brengen.
„U gaf me een leeg trommeltje
mee, vanmorgen", zei Frank door de
telefoon.
Er was een moment stilte. „Wer
kelijk?" de stem van zijn moeder
scheen een beetje grappig te klin
ken, „o, wat erg, ik vergat helemaal
om er boterhammen in te doen".
Frank keek ongelovig naar de te
lefoon: „Wat moet ik nu doen?"
vroeg hij.
„Ja hoor eens Frankie", zei zijn
moeder weer. „dat weet ik heus niet,
hoor".
„Daar behoef je toch niet boos om
te worden, Frank", klonk de stem
van zijn moeder weer door de tele
foon, „ik zei toch, dat het me speet".
Frank hing de telefoon op
de haak. Zijn moeder wilde hem
schijnbaar een lesje geven, dacht hij,
maar hij vond het helemaal niet leuk.
De andere jongens deelden samen
hun boterhammen met hem, maar
het smaakte Frank toch niet zoals
anders. Hij dacht steeds aan de stem
van z'jn moeder, toen ze zei, dat het
haar speet. Die stem had helemaal
niet geklonken alsof het haar wer
kelijk speet.
Ineens moest hij eraan denken, hoe
zijn eigen stem klonk, wanneer hy
zich voor iets verontschuldigde.
Frank was een eèrlijke jongen en hij
ontdekte, dat het hem nooit werke
lijk gespeten had, wanneer hij iets
vergeten was.
Om vier uur rende Frank de klas
uit. Op het plein was nog geen spoor
van Betty te bekennen.
„Meisjes zijn altyd te laat", dacht
Frank ongeduldig, maar natuurlijk
zou paps al om de hoek wachten.
De straat was echter helemaal leeg
en benauwd tuurde hij de weg af,
waar paps toch wel mocht blijven.
Hij zag even later de meisjesschool
uitgaan, maar Betty was er niet bij.
Tenslotte stond hij alleen op het
schoolplein.
Hij stapte de meisjesschool binnen
en vroeg aan Betty's onderwijzeres,
waar zijn zusje was.
„Betty?" zei de juffrouw, „die is
vanmiddag vroeger weggegaan, want
ze moest met haar vader uit.
Frank keek haar even verbaasd
aan: „Oh, dank U wel", zei hjj en
liep op een holletje de school uij.
NATUURLIJK ZIJN ZE NIET zon-
der mij uitgegaan", vertelde
Frank zichzelf, toen hij weer op het
lege schoolplein stond, „als ik maar
genoeg geld bij me had, om even
naar huis op te bellen".
Maar hij had zijn laatste geld van
morgen opgemaakt. Er zat niets an
ders op dan buiten te wachten, tot
paps en Betty zouden komen.
Frank wachtte tot half vijf, maar
nog steeds was er geen spoor van
paps of Betty te bespeuren.
Tenslotte liep hij langzaam naar
buis.
Thuis vond hy weer niemand; op
de tafel lag een brief van moeder:
„Een op bezoek bij grootmoeder.
Kom om zes uur weer thuis".
Frank ging bedroefd in de lege ka
mer zitten. Nog nooit had hij zich
zo eenzaam gevoeld. Hij keek, hoe de
wyzers van de klok hc1 langzaam
vooruitgingen.
/"\M ACHT UUR hoorde hij de auto
van paps; hij sprong op en rende
naar buiten.
„Waar zijn jullie geweest?" riep
hy, „ik heb een hele lange tijd op het
schoolplein gewacht en niemand
kwam me afhalen".
„Mijn hemel", zei paps, „ik vergat
je te vertellen, dat we eerder weg
zouden gaan".
Hij keerde zich naar Betty: „Heb
jij het Frank dan niet verteld?"
„Ik ben het helemaal vergeten",
zei Betty, „het spijt me erg".
Frank keek van de een naar de
ander. Plotseling zag hij zijn moeder
staan.
„Bent U dan ook meegeweest?"
vroeg hij.
„Ja, Frankie", zei moeder, „vader
is me bij grootmoeder op komen ha
len. Ik vergat helemaal dat op het
briefje erbij te zetten".
Het bloed steeg Frank naar het
hoofd. Al de stemmen, zowel van paps
als van Betty en moeder klonken net
als zijn eigen stem, wanneer hij iets
vergeten was: vriendelijk, zonder een
spoortje van spijt.
OIJ KEEK NAAR ZIJN FAMILIE
en plotseling zag hij kans om te
grinniken.
„Ik heb al zo dikwijls iets verge
ten, dat ik moeilijk nu kwaad kan
worden", zei Frank, „maar dit geef
ik jullie op een briefje de dag van
vandaag zal ik nooit vergeten".
En plotseling lachte iedereen.
„Laten we maar vlug gaan eten,
zei moeder, „dat ben ik niet vergeten
klaar te maken".
„Oh, ja", zei vader even later aan
tafel, „voor ik het vergeet je te ver
tellen: die meneer, waar we heen
zouden gaan, was niet thuis en daar-
iOm kom ik je morgen weer van
'school halen, want we zullen er mor
gen heengaan. Denk je, dat je dat
onthouden kunt?"
Paps lachte zachtjes en Frank
lachte terug; „Ik denk het wel", zei
hij, „Ik denk, dat ik voortaan overal
aan zal denken, want vanmiddag heb
ik geleerd, dat er altijd mensen zijn,
die verdriet hebben, als een ander
wat vergeet".
De
domme
Er kropen op een dag in Mei
zes kleine spreeuwtjes uit het ei.
Die voelden zich al heel gauw thuis,
hoog in de dakgoot van ons huis.
Geen wonder, want hun vader
vloog,
omlaag, omhoog, omlaag, omhoog
met lekk're hapjes heen en weer
al vroegen ze ook altijd meer.
Hun moeder vond ze nog te klein
om er alleen op uit te zyn,
maar eentje dacht: ik ben al groot
en wipte zo maar uit de goot.
Hy fladdert je ons tuintje in;
wat ging dat mooi in het begin!
Hy vond een vette rups, een mug,
kom, dacht hij toen, ik ga eens
terug.
Maar hoe hij met zijn vleugels sloeg,
ze waren nog niet lang genoeg.
Al deed hij ook alsof hij vloog,
geen meter zelfs kwam hij omhoog.
Toen werd hy bang, zo heel alleen
iedereen liep maar langs hem heen
en't gaf geen steek of hij al riep:
breng mij naar huis terug, piep piep.
Gelukkig kwam mijn vriendje net,
die deed dat spreeuwtje in zijn pet
en langs de dakgoot van ons huis
bracht hy het bij zyn moeder thuL
Mies Bouhuy*-