'n Mysterieuze kracht hield het
schip in ijzeren greep gevangen
Paasfeest
velden
in de sneeuw-
van Canada
HOE MARIA SCHIEDAM ALS GENADE OORD VERKOOS
LIDWINA
MET EEN
KROONDE HET BEELD
WONDERBARE KRANS
Groninger politie maakte
wilde jacht op auto-dief
Het Paasei
ZATERLrtG 17 APRIL 1954
DE LEIÜSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA J
JN DE TIJD DAT SCHIEDAM NOG GEEN uit de wallen gegroeid stadje
was en regelmatig lag uitgecirkeld in het vredig polderlandschap, na
derde een beeldbouwer, die een Mariabeeld met zich voerde, haar poorten.
De avond viel reeds en de contouren van de torens en molens van het stad
je schenen zich schrap te zetten in het wijkende avondlicht. De beeldhou
wer was zeer vermoeid. De hele dag had hij gelopen en hij verlangde naar
een korte rust. Morgen immers zou de reis, met als einddoel Antwerpen,
weer verder gaan. Op de jaarmarkt in de Hanzenstad wilde de beeldhouwer
pogen zijn schepping aan de man te brengen. De tocht over land duurde te
lang en was te vermoeiend, zodat hij besloten had de rest van de tocht per
schip te maken.
rVE VOLGENDE DAG
begaf hij zich met
enige kooplieden aan boord
van het vaartuig. Zijn
'beeld liet hij voorzichtig
in het ruim opstellen, zo
dat het door niets of door
niemand beschadigd kon
worden. Terwijl de zeilen
gehesen werden, dromde
op de kade het volk van
elle dag samen. In die da
gen was elke zeereis een
onderneming waarvoor ge
paste eerbied in acht werd
genomen en de kade da
verde dan ook van oprech
te zeemanshulde toen de
kapitein het anker liet
lichten. De zachte Oosten
bries stak zyn vuist in de
zeilen en deed het hout
werk kraken. De stuur
man hield met triomfan
telijke blik het roer om
klemd. Er gebeurde echter
niets. Het schip bleef
roerloos liggen. Het was
alsof de balken van de
scheepskiel wortel gescho
ten hadden in de modderi
ge bodem van de Schie.
Commando's klonken over
'het water, waarop klei
ne windkopjes naar zee schenen te
lopen. Extra zeilen schoten bol, ste
vige handen grepen de riemen en
dreven kolkende kringen in het wa
ter. Geen be weging 1
De wind liep tevergeefs storm in
de zeilen en de driftig 6laande rie
men vonden steeds weer dezelfde
kolk in het opgezweepte water.
Slechts een lichte huivering door
trilde het vaartuig.
Als in het nauw gedreven
ratten.
vende handen der afscheidne-
menden moe omlaag. Er klonken
verbaasde uitroepen. De lanterfanters
schoten overeind en porden elkaar vol
leedvermaak in de ribben. Zij roken
lont voor een rel, waarmee zij mis
schien hun nietsnutterig bestaan zou
den kunnen rechtvaardigen. Hun
schimpscheuten knalden als zweep
slagen over de ruggen van de hard
werkende bemanning. Nog feller sloe
gen de riemen in het weerbarstige
water en bogen als strohalmen die
door een strooppot getrokken wor
den De dollen piepten als een troep
in het nauw gedreven ratten. De vol
wind gevreten zeilbuiken zonden
koortstrillingen door het geterg
de schip. Maar de hatelijke kade week
niet van haar zijde. Een peillood
schoot overboord. Genoeg water om
het schip om zijn lengte as te laten
wentelen. De passagiers groepten
druk sticulerend om de kapitein. Zo
kwamen zij immers nooit in Antwer
pen en de jaarmarkt wachtte niet
op hen. De beeldhouwer stond rustig
aan de reling en staarde naar de mo
lens en torens van het stadje. Hoog
boven alles uit schreef de torenspits
van de grote St. Janskerk een stenen
gebed in de zuiveren voorjaarslucht.
Het rumoer op de kade ging langs de
beeldhouwer heen. Hij dacht aan zijn
beeld en een vaag verdriet vervulde
hem. Over enige dagen zou hij zijn
schepping, waarin hij zijn ziel had
gelegd, moeten verkopen. Een stuk
van zichzelf zou opgeslagen worden
in een donkere kelder van een kunst
handelaar. In het gunstigste geval
zou het prijken in de donkere nis van
een kleine provinciekerk in het verre
Vlaanderen.
Overbodig anker.
DLOTSELING SCHROK HIJ' OP
uit zjjn overpeinzing, 't was vTeemd
stil geworden. Od de kade groepten
de mensen angstig samen, er gebeur
de hier iets dat zij niet konden be
grijpen. Enkelen sloegen verstolen
een kruis. De kapitein had een bevel
geschreeuwd. De riemen zakten weg
in het roerloze water. De roeiers wis
ten het zweet van het voorhoofd en
betastten met pijnlijke gezichten hun
gezwollen spieren. De kooplieden ga
ven het echter niet op. Hun koop
waar werd door dit oponthoud waar
deloos. Zij dreigden het schip te
zullen verlaten, als de kapitein niet
onmiddellijk zee liet kiezen. De zee
man spuwde voor hen op de grond
en wendde zich van hen af. Het
anker plonsde als een afdoend ant
woord in het water. De verborgen
woede legde een echo in zijn stem
toen de kapitein zijn mannen bevel
gaf de lading van boord te halen. De
kooplieden kozen de wijste partij en
gingen zachtjes voor zich heen schel
dend aan land. Alleen de beeldhou
wer bleef achter, om toezicht te hou
den op het vrijmaken van zijn beeld.
Hij gaf de mannen aanwijzingen en
maande hen herhaaldelijk tot voor
zichtigheid. Eindelijk waren de grote
stukken opzij geschoven. Het Maria
beeld lag er juist, zoals het neerge
legd was. Toen de mannen zich ech
ter bukten, om het op te tillen be
duidde de beeldhouwer hen op zij te
gaan. Zelf zou hij zijn schepping van
boord dragen.
Geworteld in Schiedam.
UÜ TRACHTTE HET BEELD OP
te lichten, maar zijn krachten
schoten tekort. De mannen duwden
hem grinnekend op zij en bekeken
minachtend zijn schrale gestalte. In
de ogen van de kunstenaar lag echter
een vreemd vuur, alsof de zon er in
weerkaatst werd. Hij deinsde achter
uit en keek sprakeloos toe, hoe de
mannen zich bukten, hun handen on
der het beeld ineenvouwden en de
aderen op hun armen zwollen als
kabeltouwen. Het beeld dat door een
man aan boord gedragen was lag
bewegingloos, alsof het door het schip
met de aarde was vergroeid. De va
rensgezellen richtten zich hijgend op.
In hun blik lag een angstige verba
zing. Bijna schichtig keken zij de
beeldhouwer aan. Deze was door zijn
knieën gezakt en had het hoofd ge
bogen. Toen begrepen de matrozen
ineens waarom hun schip niet gerea
geerd had up de krachten der natuur.
De H. Maagd wilde door dit wonder
te kennen geven dat zij Schiedam als
woonplaats voor haar beeltenis had
uitverkoren. Snel deed de mare van
deze gebeurtenis haar ronde door de
stad. Het volk stroomde naar de kade
en keek met grote ogen naar het
schip, dat nu als bevrijd aan de an
kerkabels rukte. De kerkmeester van
de grote Sint Janskerk kochten het
beeld van de kunstenaar ver bene
den de prijs. Niemand zou immers
voor het uitverkoren beeld winst
durven maken. Toen de koop geslo
ten was leek het of de aarde zijn
greep op het beeld verloor. Het liet
zich weer makkelijk optillen en iv
processie voerde men het naar dv
kerk waar het in het koor werd op
gesteld.
Onheilspellend visioen.
CCHIEDAM WERD EEN drukbe-
zochte bedevaartsoord. Van hein
de en ver stroomde het volk naar de
stad om bij het wonderbare beeld te
bidden. Onder de vele kinderen die
dagelijks in de kerk te vinden waren,
bevond zich ook Lidwina. Zij was in
1330 geboren en voelde zich in haar
kleuterjaren reeds sterk tot het beeld
aangetrokken. Meer dan eens ge
beurde het, dat wanneer zij tussen de
middag haar broers eten moest bren
gen zij even de kerk binnen wipte
Ook toen Lidwina de lange weg naar
het martelaarschap was ingeslagen,
bleven haar gedachten uitgaan naar
het wonderbare beeld in de St. Jans
kerk. Hartstochtelijk heeft zij ver
langd het nog eenmaal te mogen zien.
In een visioen werd haar tenslotte
beloofd dat haar wens in vervulling
zou gaan.
De brand van Schiedam.
IN DE NACHT VAN 18 JULI 1428
richtten en:ge schippers, voordat
zij de frisse zeewind het stóf weer
uit de neusgaten zouden laten blazen
een afscheidsmaaltijd aan voor bloed
verwante landrotten. Het werd een
daverend feest, waaraan men zelfs
zonder de noodlottige bijkomstighe
den nog lang zou terug kunnen den
ken Nadat de pannen tot op het
ijzer geledigd en de laatste druppels
uit de flessen gezogen waren, begaf
men zich duizelig, van de slaap, ter
ruste. Lang echter voor de katers
beslag konden leggen op de ontwa
kende lieden, gebeurde er iets waar
aan de feestvierenden in het geheel
niet gedacht hadden. Het vuur onder
potten en pannen laaide, toen de
feestvreugde reeds lang gedoofd was,
nog eens hoog op. Er waren weinig
voorzorgsmaatregelen genomen, zo
dat weldra het schippershuis in lich
ter laaie stond. Het vuur liet zich niet
beperken en vrat zich een weg dooi
de houten huizenzee van Schiedam.
Hele wijken gingen in vlamen op.
Ook de St. Janskerk moest het vuur
binnen haar poorten laten. De vlam
men lekten aan het dak en vonden
weldra de weg terug naar de buiten
lucht. Van de kerk bleef niets over
dan vier zwartgeblakerde muren.
Het Mariabeeld kon echter bijtijds
gered worden.
Vingerwijzing Gods.
'TEMIDDEN VAN AL DIE RUINES
stond slechts een huis ongerept,
als een oase in de woestijn; het huis
van Lidwina, Gods wijsvinger had
wederom op haar woonplaats gerust
en men haastte zich het beeld naar het
Goede vangst
Gisteravond liet een automobilist
tc Nieuw Weerdingen benzine tanken
en betaalde met een cheque. De ga-
hele politie-apparaat in werking ge
steld en nadat men nog van een kap.
per gehoord had, dat daar de maj
eveneens geweest was, had men spoe
dig het goede spoor te pakken.
Toen de bewuste auto in zich;
uitverkoren huik over 'te brengen. Zo w^'eVKf" zSuTon' ^nr'drmanetwMéVez?ch0edn1etatl
kwam het dat Lidwina het vurig p' I wonnen geven.
De politie-auto's die soms mee:
vereerde voorwerp van haar jeugd i waar de chèque vandaan kwam.
nog eenmaal kreeg terug te zien.
De St. Janskerk werd in haar oude
luister hersteld en na enige tijd kon
het beeld weer zijn oude plaats "in het
koor innemen In de nacht van de 13e
November 1428 ontving Lidwina uit
de handen van Maria een geheimzin
nige krans, die op verzoek van de
Martelares door haar biechtvader om
het hoofd van het beeld gelegd werd.
Moker en witkwast.
17AN DE VERDERE geschiedenis
van O. L. Vrouw van Schiedam is
ons weinig bekend. Het is echter
waarschijnlijk, dat het beeld in het
noodlottige jaar 1572, toen de geuzen
na de verovering van de Briel ook
Schiedam onder de voet liepen, ver
niel} werd. Het gepeupel, dat altijd
van noodtoestanden misbruik maakt
om haar hartstocht te koelen, ver
nietigde alles was breekbaar was. te staan.
Het bleek, dat zijn argwaan nietl^an kilometei reden
ongegrond was, want het chèque- ,mai? ,m te. sluiten> ™aar telken;
boek was gestolen. Onmiddellyk wlst h« te °nt™<>PPen. Eerst toen de
werd de politie gewaarschuwd, die
uit het nummer van de auto opmaak
te, dat de wagen uit Utrecht gesto
len was. Onmiddellijk werd het ge-
Alsof dit nog niet genoeg was eisten
de gereformeerde predikanten de
laatste resten van de paapse stoutig
heden te verwijderen.
Ondanks een moedig protest van de
meesters van het O. L. Vrouwegilde
en de kerkmeesters sloten moker en
witkwast een tijderk voor Schiedam
af. Voor hoe lang?? Wij weten het
niet. Langzaam maar zeker komt ech
ter de verering van Maria van Schie
dam met die van Lidwina, weer in
het middelpunt van de belangstelling
Club van Vrije Vrijdenkers
XIV
FVE Kerk is door Jezus op aarde
achtergelaten als getuige van zijn
verrijzenis, als uitdraagster van de
•weg, de waarheid, en het leven, en
'het is Jezus' wens, dat iedereen in
Zijn Kerk wordt ingelijfd door doop
sel en genade opdat het worde één
schaapstal en een Herder.
Stem: Maar is de Roomse Katho
lieke Kerk dan de alleen-zaligma
kende kerk?
Antwoord: Kortweg: ja. Evenals
Jezus alleen-zaligmakend is, is het
ook Zijn Kerk als mystieke voort
zetting in de tijd van Zijn verlos
sende, zaligmakende aanwezigheid.
Maar evenals Jezus kwam niet al
leen voor het weerbarstige uitverko
ren volk, maar voor de gehele mens
heid, zo staat daar ook de Kerk als
énig teken der verlossing, niet alleen
voor de bij haar ingelijfden, maar
voor alle mensen, die het goede, ieder
op hun manier, nastreven.
IEZUS is als mens onder de mensen
ter wereld gekomen en menselijk)
hij te ontsnappen. Eerst toen ds
politie met revolvers begon te drei
gen, achtte de man het maar bete:
zich over te geven.
De politie bleek geen vergeefst
moeite gedaan te hebben, want be
halve de diefstal van het chèque-
boek en de auto uit Utrecht, had dt
man ook nog een auto uit Amsterdam
gestolen, die hij echter in Laren ach
ter moest laten, toen de eigenaar zijn
karretje herkende.
De man is ingesloten en zal eet
reisje gaan maken langs al de steden
waar hij zijn wandaden gepleegc
heeft.
Dit rijdt in Nederland
Volgens berekeningen van de K.K.
A.C. bedroeg het aantal motorrijtui
gen per 1 April 1954:
202.300 (187.608) personenauto';
(inclusief 6.500 taxi's); 6.580 (6295)
autobussen; 87.750 (82.355) vracht
auto's en bestelauto's; 3.950 (3.727
trekkers met oplegger; 5.000 (4.382
speciale voertuigen; 131.700 (127.104)
motorrijwielen (inclusief driewieler;
en scooters) en 320.000 (283.023)
bromfietsen.
Het totaal aantal motorrijtuigec
(inclusief de bromfietsen) per 1 April
1954 zal dus 757.000 (694.706) stuk;
bedragen.
De tussen haakjes geplaatste cij
fers zijn de laatst bekende door het
C.B.S. gepubliceerde gegevens, per U
Augustus 1953.
Het aantal in Nederland gefabri
ceerde en geassembleerde personen-
aie in 1 jaar tijds met ongeveer 60 pet
toegenomen (1952: 6.500, J953: 10.400)
en bedraagt ongeveer 50 pet. van de
nieuwe personenauto's welke in 1953
in Nederland beschikbaar kwamen.
verrijzenis „van alle vlees" op de wonderbare gebedsverhoringen zijn
achtergrond schuift, de vóór-verry- zoals wij reeds eerder uitlegden B„assemnl„.rnP
zems van de Moeder van Jezus (op uitzonderingen op de regel van autQ. de KNAC meedeelt
grond van haar uitverkiezing als Gods algemene Voorzienigheid, die
Moeder van God) benadrukt, is het in het bloedzwetend voetspoor van
■de Heilige Geest, die ons inprent de Zoon Gods, door lijden en dood
deze geheimzinige schepping, welke heen de mens loutert tot eeuwige
vervuid is van de huh er ener onbe- j heerlijkheid, tot deelgenootschap in
kende werkelijkheid, niet al te stof- de goddelijke bestaansvreugde.
lelijk op te vatten, als een scheikun- Hoe nederiger wij geloven, hoe
dig vraagstuk, maar de komst van de j/.ohter bij Jezus, hoe dichter bij
Heer Jezus te blijven verwachten. God.
„die ons sterfelijk lichaam zal om- j
vormen tot het lichaam Zijner heer- i
lijkheid. npoEN van de Canadese man, die
in sneeuwvelden door wolven
j werd verslonden, zijn lichaam zo was
RyjENSELIJK, godmenselijk is de toegetakeld, dat het aan de tanden-
Kerk, een echte Kerk voor men- J knarsende wetten der natuur be-
sen d.w.z. voor zielelichamen, waar-1 zw'eek, is h\j de occulte, onzichtbare
is ook Zijn Kerk. Zijn Heiige Geest dat Gods genade gegeven wordt langs
van de ziel met de stof is vereend, j heerlijkheid des Heren binnenge-
in haar navolging van Jezus om tot gaan.
de geest door te dringen door mid- J De wolven hebben smakkend zijn
del van de zintuigen. vlees gegeten, zijn beenderen ge-
De sacramenten zijn stoffelijk waar- j kraakt en in de rood-geverfde
neembare tekens van genade-uitstor- sneeuw lagen zijn rozenkrans en won
ting. derbare medaille. Deze menselijke te-
Het is helemaal niet noodzakelijk, kenen van hemelse bescherming, daar
woont er in een vaak vermoeide en
soms weerbarstige gemeenschap van
zondige mensen, waarvan zelfs de
meest begenadigden de heiligen
zich aLs de meest zondigen hebben
beschouwd.
Dat is een goed kenmerk. Wan
neer er één duidelijk teken is van uit
verkiezing, dan is het wel de nede
righeid.
*7UIVER goddelijk is de Kerk al-
leen in haar uitdragen der waar
heid. Wanneer zij, in een tijd, welke
de verrijzenis Van Christus en de
waarneembare v/eg zij wordt ook
kwistig zonder sacrament geschon
ken maar het is wèl overeenkom
stig de natuur van de tot verrijzenis
voorbestemde gehele mens.
Aansluitend bij de wijze waarop
Jezus zijn wonderen deed
meestal door uiterlijke tekenen, maar
soms niet schenkt ook de Kerk
uiterlijk haar zegen (met gewijd wa
ter) smeekt zij om bescherming
(door haar voorspraak, verbonden
aan gewijde voorwerpen), roept zij
hadden de wolven niet veel aan.
Maar de Canadees was gered. Zalig
immers zijn de eenvoudigen van
geest „want hun behoort het Rijk der
Hemelen".
Wij hopen en bidden allen met
heel ons hart, niet door wolven te
worden opgegeten of op andere wijze
veel lijden te moeten doorstaan.
Maar als het zo mocht zijn> is -het
een goddelijke genade van gerust
stelling te leven in de Kerk van het
Kruis;
in een menselijke Kerk, want Je-
tot inkeer (bestrooiïng met as), tot' zus, de goede, beste vriend der men-
gebed (klokgelui, rozenkrans)dringt j sen, is haar denken eh haar doen,
zij er bij ieder van haar getrouwen haar eten en haar drinken
op aan telkenmale, herhaalde malen
per dag het teken der verlossing op
hun lichaam uit te tekenen (reeds in
de tweede eeuw in gebruik) en
vereert zij als heilbrengend en eer
biedwaardig de stoffelijke resten van
Jezus' vrienden, de heiligen, zoals
reeds de eerste christenen deden,
toen zij aan zieken ter genezing de
zakdoeken van Paulus oplegden en
de zieken zelfs langs de weg legden,
opdat de schaduw van Paulus over
hen zou heen gaan.
Geheel in aansluiting daarmede
heeft de Moeder des Heren in de
jongste tijd bij haar onloochenbaar-
echte verschijningen (maar inder
daad „verschijningen") o.a. te Parijs,
te Lourdes en te Fatima Haar hoge
bescherming verbonden aan het ge
bruik van stoffelijke dingen (won
derbare medaille, water, rozen
krans).
Talrijk zijn de gunsten door de
voorspraak van Maria of de Kerk
verleend aan de eenvoudigen en ne-
derigen van harte.
Men hoede zich daarbij voor ver
metel vertrouwen, want wónderen en
in een moederlijke Kerk, want Je
zus' Moeder is er de zorgende lieve
vrouw, die het wereld-huis des ho
gen Vaders met zachte hand bestie
ren mag;
in een goddelijke Kerk, die, op
deze omgewoelde aarde neergedaald
als een openbaring van Gods wil en
wens, de voorbereiding is van het
gelukkig koninkrijk, van het nieuwe
vaderland, dat bij de wederkomst des
Heren aan de gelouterde mens het
goddelijk burgerrecht verleent.
Daarom wees vreugdevol ge
stemd op deze Paasdag, ook gij, die
te ziek zijt om het leven te waar
deren, ook gij, die in sombere wol
ken van zorgen het zonlicht moet
ontberen. Went achter de wolken van
dit kortstondig leven schijnt de Zon.
Open op deze Paasdag de deuren
van winterse behuizingen en wandel
als vrije mensen naar buiten, de ho
rizon tegemoet, waar het aardse en
het hemelse samenvloeien. Waarlijk,
Christus is verrezen als eersteling
van alle mensen. Zijn Pasen zal ook
ons Pasen zijn. Alleluja!
MARIU^
NIEUWE KERKEN.
Het diocesaan fonds voor nieuw
kerken heeft in 1953 in hét bisdom
Roermond een totaal bedrag van
ƒ1.122.923 ontvangen.
Ruim drie kwart van dit bedrag,
namelijk 825.589 kwam via de zo
genaamde kwartjesactie, een weke
lijkse bijdrage van 25 cent, binnen.
Aan kerkcollecten ontving het fond?
ƒ236.693, terwijl het resterende be
drag van kloosters en andere instan
ties afkomstig is.
Ik zag de dag vóór Pasen
't was ergens in een wei
opeens wel honderd hazen
aan 't dansen om een ei.
Dat Paasei was een wonder,
zoiets zag ik nog nooit:
van bovenaan tot onder
met goud en lint getooid.
Eén haas stapte naar voren,
misschien de Paashaas wel
hij flapte met zijn oren;
er rinkelde eei bel.
De merels en de mussen
hieven een feestlied aan;
de haas was ondertussen
bij 't grote ei gaan staan.
Eerst liep hij heel gewichtig
een paar keer er omheen,
toen knoopte hij voorzichtig
het lint om 't ei uitéén.
Er sprong een deurtje open:
één ei en nog een ei,
toen rolden hele hope
paaseieren in de wei.
Terwijl de ene telde
nam de and're haas een mand
en als die vol was snelde
elk naar een and're kant.
Waar gingen ze ze leggen,
die eieren, nou waar?
In tuinen en in heggen
en zelfs op het troittoir.
En vind jtf met de Pasen
zo'n prachtig ei misschien,
dan komt dat van de hazen
die ik daar heb gezien.
Mies Bouh uv-