Schepsels, die bij hun geboorte aan de
schoot der aarde worden toevertrouwd
k-s
Insecten» een fantastische wereld
Verliefdheidwaarbij men
letterlijk het hoofd verliest
Als de maan er niet geweest was
van de week
ZATERDAG 10 APRIL 1954
DF LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD - PAGINA 1
DE MEESTE MENSEN BEZITTEN zoveel verbeeldingskracht, dat wan
neer zij slechts over Insecten horen reppen, de neiging reeds in zich
voelen opkomen de nagels eens stevig in het vel te zetten. Want de dieren
zonder enige terughoudendheid te lijf kunnen gaan, is de mens be-
schavingshalve verboden; zodat hem niets anders over blijft dan de kwel
ling in ledigheid te verduren.
Dan zijn er anderen, die weer liever niet over het wriemelend volkje
horen spreken, omdat zij bang zijn dat de nijverheid, dit deel van de schep
ping eigen, hun verwijtend als voorbeeld wordt gesteld. Een gelukkig nog
kleine groep tenslotte herkent het krioelend tuig als de stoffering van
nachten waaraan slechts een verschrikkelijke kater een einde kan maken.
Om al deze reden is er over de werkelijke meestal ondergrondse activi
teiten maar weinig algemeen bekend.
Wij herinneren ons nog sterk hoe een bezoek aan een, met het drie Octo-
herleest samenhangend, vlooientheater ons met de mysterieuze krachten
van deze schichtige springers in kennis bracht. Zij sjouwden met halters heen
cn weer, sprongen touwtje, lieten zich tenslotte gevieren voor 'n postkoets
spannen en renden, terwijl er een bazig op de bok had plaats genomen, met
een ijver een betere zaak waardig de piste rond.
Natuurlijk kregen de beestjes honger en dit gaf de vlooien-baas gelegen
heid zijn tent te ontruimen. Hij lichtte namelijk de glasplaat, die ervoor
zorgde, dat de vlooien niet te hoge sprongen konden maken, voorzichtig1
op, greep een springertje en bood met een nobel gebaar, Van der Werff
waardig, zijn eigen arm als consumptie aan. Op dit punt van de handeling
gekomen, rende iedereen kokhalzend naar buiten en kon een nieuwe voor
stelling beginnen.
Een steekmug op de huid van eenom de weg terug te vinden. Menig-
flitspuithanteerder, klaar om bij te een heeft, wanneer hij zich in het
gras had uitgestrekt, zyn gezelschap
verrast door een schijnbaar ongemo
tiveerd krachtig bewegen en een bij
passende kreet.
Inderdaad meent de rode mier zyn
gif wel eens in een mens te moeten
verstoppen, maar meestal gebruikt
hij het nuttiger. Het is namelijk zeer
waarschijnlijk, dat hij, net als klein
duimpje, om later de weg naar huis
terug te vinden een spoor van dit gif
achter zich aan trekt.
gaantjes. Men zou de hele structuur
het beste kunnen vergelijken met ge
brandschilderd glas in lood. Uit foto's
met lenzen in de vorm van dit oog
genomen is vast komen te staan, dat
het insect de dingen maar zeer vaag
kan waarnemen. Voorzover zij grond
werk verrichten is dit zo erg niet,
maar de beestjes die boven de aarde
aan de kost moeten komen levert
deze bijziendheid wel eens moeilijk
heden op. De libel bijvoorbeeld zal
alleen een vliegje kunnen vangen als
het opvliegt. Alleen de in beweging
zijnde prooi wordt opgemerkt en ver
schalkt. Wat dit aangaat toont de libel
zich dus een gedwongen sportieve ja
ger. Om de zelfde reden zal een vlieg
nauwelijks onder de indruk komen
van een op hem neersuizende mep
per; tussen de vingers zal zij echter
meestal gemakkelijk gevangen kun
nen worden.
De weg terug.
BEN afgevraagd hoe het moge
lijk is dat een mier, die gepakt en
gezakt over de tuinpaden slentert,
ooit de weg naar huis terugvindt. Af
en toe ziet men weliswaar zo'n nede
rig beestje een grasspriet beklim
men, maar het is toch moeilijk voor
te stellen dat het van uit die positie
het ondergrondse nest kan waarne-
Een oplettende toeschouwer zal
Schnorkel en straalmotor.
Inderdaad, deze rups
ontpopte zich met
één April als een
levensgrote rioolrag-
ger. Het beestje was
echter zo ontdaan
door deze kwalifica
tie, dat het van hou
ding veranderde en
nu als een diessel-
trein uit een donkere
tunnel op de lezer
af schijnt te komen.
De eigenaardig, op
één April zelfs schrik
aanjagende, tekening
op rug en kop dient,
om vraatzuchtige vo
gels af te schrikken,
die het beestje in zijn
groei willen belem
meren. De foto's voor
I dit artikel zijn, even-
r\IT SPROOKJE IS DUS ONT-
y LEEND aan de dierenwereld Er de eKevens ont.
zyn trouwens meer vindingen, die
reeds van de schepping af met sue- J leend aan het boek
ces door redeloze wezens zyn toege- j „Insecten, een fan
tastische wereld" van
Albro Gaul; uitgege
ven bij Nijgh Van
Ditmar, Den Haag;
de prijs is 8.50).
Het schnorkelapparaat dat
maakt dat men gerust gedurende eni
ge dagen onder water kan blijven,
zonder er schade van te ondervin
den in een duikboot dan altijd
is door de waterschorpioen al dui
zenden jaren in gebruik. Een andere
geruchtmakende vinding, de straal- j
motor, waarbij men dus voortbewe- i
ging verkrijgt door uitstoting van sa- J geholde boomstammen experimen- waterlating als blik zouden zijn in-
men-gedrukte lucht, was voor de wa- - teerden, als larf reeds naar de sloot- 1 i»«.
terbewoners nauwelijks een nieuw- j bodem af. Zij vervaardigen hiervoor
tje. Ten tijde van Adam en Eva oogst
ten Libellenlarven reeds menig open
doekje, voor een manier van vooruit
gang, die sterk verwant is aan dit
principe. Zij slikken namelyk onbe
hoorlijke hoeveelheden water in en
stoten deze, na er bovendien de no-
dige voedingsstoffen uitgehaald te j ê'en 'stjen of wortel vast en betrekt
hebben, van achter weer krachtig uit. het Wanneer het insect volwassen
echter hebben opgemerkt dat de mier Ook op het land weten zij zich in I verlaat het zijn woning en drijft
nu en dan even stilstaat. Het opont-1 gevaar door middel van deze water-1 „^aj. waterspiegel; het is dan on-
houd wordt evenwel, evenals bij de straal snel uit de voeten te maken.middel tot vliegen instaat.
van zandkorrels, stokjes en blade
ren, versterkt met zelf geproduceer
de zijde, ijzersterke kokertjes.
Het duikerklokje wordt altijd mee
gedragen. Als de verpoppingsperiode
aanbreekt, hecht de larf met vooruit
zichten, het kokertje onder water aan
padvinders, niet voor rust gebruikt.
De mier oriënteert zich hierin na
melijk op de zon, en omdat het mie
renoog veel weg heeft van gebrand
schilderd glas kan dit ongestraft zon-
der zonnebrilletje geschieden. Mocht
de zon echter verstek laten gaan, dan
heeft de mier nog een ander middel
Dit kan dan natuurlijk maar een keer
gebeuren en de nood moet dan ook
wel heel groot zijn wil de nymph zich
middel tot vliegen instaat.
Verstekelingen.
zelf „wegspuiten". Het diepzee-on- |NSECTEN HEBBEN REEDS onnoe-
derzoek wordt sinds enige jaren be- .1
oefend met speciaal geconstrueerde „me,1,!klivee,1 fch*d.e '«-gebracht «n
.no.r.tm, ei» ird,»rl,,tf»T-. dolden allerlei handelsartikelen. Vooral
apparaten. De kokerjuffers daalden
toen onze voorouders nog met uit-
I ALS DE MAAN NOG EEN DEEL VAN DE
"OUDEN DE LANDE"
'EER ZO UIT ZIEN
SoviehUnie 0
'v
f'"3' /J**»
is\'
STILLE OCEAAN
|gga-'
I De Wereldgeschiedenis
Kanonnen of flitspuiten.
ÖEEDS DE OUDE EGYPTENAREN
gaven blijk van bijzondere be
langstelling door de insecten in steen
gegrift te vereeuwigen. Men zal zich
nauwelijks over deze interesse ver
wonderen als men bedenkt, dat van
de honderduizenden insectensoorten
95% nuttig of tenminste neutraal zijn
voor de mens.
Ook hier is het, juist als dikwijls
bij de mensen, de opvallende minder
heid, die het kruipend gedierte een
slechte naam geeft en de mens naar
de flitspuit doet grijpen. Het zou ech
ter bijvoorbeeld Napoleon, bij zfjn
veldtocsht in Egypte, heel wat waard
geweest zijn, als hij inplaats van
kanonnen een aantal behoorlijke
flitspuiten bezeten had; want het was
uiteindelijk de pest overbrengende
vloo die aan zijn opmars een einde
maakte. Verder was het de malaria
mug, die bij de aanleg van de Pana
ma-spoorweg voor elke dwarsligger
het leven van 'n man vergde. Aan
de andere kant zou de aarde het aan
zien van een onafgeruimde tafel heb
ben als de aaskevers zich niet over
de nalatenschap van de tijd zouden
ontfermen.
Bovendien zou nooit iemand met
honing hebben kunnen smeren en zou
Jantje nooit in de verleiding gekomen
zijn eens pruimpjes te plukken, wan
neer niet bijen en werpen voor de be
stuiving van boom en plant zórg
droegen.
Bedenkelijke voorkeur.
AL DEZE BILLIOENEN INSEC-
TEN moeten echter te eten heb
ben. Op dit gebied zijn zij minder
veeleisend dan de mens. Tiendui
zend insecten kunnen namelijk op
een vierkante meter grond in hun
onderhoud voorzien. Nu gedragen zij
zich echter bij de voedselkeuze nogal
schonkig en schrikken er niet voor
terug een belendend insectje in hun
menu op te nemen, iets waar de
mens over het algemeen niets van
hebben moet.
Toch zijn bijvoorbeeld de Indianen
gek op geroosterde sprinkhanen. Om
de beestjes te bemachtigen graven
zij kuilen en leggen op de bodem hete
stenen. De sprinkhanen, die in deze
kuilen terecht komen, wordt de grond
al gauw te heet onder de voeten. Om
dezelfde reden durven zij echter niet
af te zetten en vallen zo, alvast voor
verwarmd, de smulpapen in handen.
In hetzelfde Amerika, waar men soms
meer moeite heeft om nuttige en
schadelijke figuren uit elkaar te hou
den, geniet de bidsprinkhaan een hei
lig ontzag. Bijna iedereen meent dat
het een uitermate nuttig insect is,
omdat hij schadelijke insecten tussen
zijn sermoenen door verorbert. De
werkelijkheid is echter geheel anders.
De bidsprinkhaan heeft zijn naam
weliswaar te danken aan zijn ingeto
gen houding, die hem echter niet
belet zo af en toe de gemeenste plan
nen uit te broeden. Zo gaat meneer
bij voorkeur voor een bijenkorf zitten
en grijpt de nijvere niets vermoe
dende beestjes bij het in- en uitgaan.
Men ziet dus dat de insecten zich
over het algemeen naar buiten
slecht uiten en onder namen ge
bukt gaan, die hun uit onwetend
heid zijn aangewreven en waaraan
zij door hun aard moeilijk kunnen
voldoen. Aangezien er niets zo erg
is en zoveel verplichtingen mee
brengt als voor beter gehouden te
worden dan men in werkelijkheid
is, lijkt ons een nadere kennisma- Enige bruine bonen, die door snuitkevertjes uit consumptie overwegingen
king met de gewoonte en leefwijze j druk doorwandeld zijn.
van het krioelende volkje zeer de
moeite waard. De gelegenheid
hiervoor geeft ons het boek „In
secten" van Allra Gaul, waaraan
wij de gegevens voor deze repor
tage ontlenen.
Tegen kopzorgen.
QOK BIJ DE INSECTEN is de lief-
de een uitermate belangrijke
zaak. Evenals de mensen, beschou
wen de muggen het dansen als een
welkome gelegenheid om met elkaar
in contact te komen.
De mannetjes begeven zich daartoe
echter in de kring en dansen in een
dikke zwerm op en neer. De vrouw
tjes kijken dit gedoe een tijdje cri-
tisch aan, haken dan even in en ko
men met een levensgezel uit de
zwerm te voorschijn. Dit „levensge
zel" moet men zich niet te letterlijk
voorstellen, want verliest een man in
de liefde slechts figuurlijk zyn hoofd,
het mannelijk insect brengt dit offer
soms in de meest letterlijke zin. De
vrouwelijke bidsprinkhaan bijt haar
man na' de kennismaking het hoofd
af en bespaart hem daarmee een mas
sa kopzorgen. Het is dan misschien
ook om deze reden dat zowel de eie
ren als de jongen volkomen aan hun
lot overgelaten worden.
De primitiefste insecten komen di
rect als copieën van de ouders te
voorschijn. De andere doorkruipen
verschillende ontwikkelingsvormen
waarvan de larf de meest beschamen
de en de cocon de meest huiselijke is.
De jeugd is voor het insect echter
lang niet de prettigste tijd en uit pië
teit slaan we haar dus maar over.
Een en al smaak.
HET INSECT HEEFT DE beschik- j j
king over acht zintuigen. Ver- j ZOU Q.TXQ.QÏS §€W6€St ZljTl
boord van schepen blijken de beest-
I' jes soms de meset verrassende re
sultaten te bereiken. Menig wakker
zakenman kon, wanneer hij een la
ding van overzee binnenkreeg zijn
1 handel wel aan de wilgen hangen en
'i een flitspuit grijpen om zijn woede
I nog enigszins te koelen op de rond-
bezit genomen en zal haar gaan be- gegeten insecten. Het was echter lang
schillende zijn beter ontwikkeld dan
bij de mens. De insecten behoeven
bijvoorbeeld, om achter diverse din
gen te komen, er niet eens hun neus
in te steken, zo pittig is hun reuk
orgaan ontwikkeld. Als men verder
bedenkt, dat zij over hun gehele
lichaam smaakorganen hebben, dan
zal het duidelijk worden, dat het
spreekwoord .„over smaak valt niet
te twisten" voor de insecten geen pro
bleem vormt. Het gezichtsvermogen
is minder goed ontwikkeld. Het be
staat uit een groot aantal aparte or-
schouwen als een deel van de aarde.
Dan zijn wij eigenlijk precies even
ver als honderden millioenen jaren
geleden. Toen schijnt de maan n.l.
werkelijk tot de aarde te hebben be
hoord. Zij zou er zelf een deel van
geweest zijn.
Toen, in dat gryze verleden was
de wereld nog in een vloeibare toe
stand en slechts een zeer dunne korst
was aanwezig. Alles was nog in een
proces van wording. Geweldige na
tuurkrachten in de aarde en uit het
heelal deden hun werking gelden.
Door de nog niet zo vaste toestand
van de aarde moet onder invloed
van deze natuurkrachten, vooral van
de aantrekkingskracht van de zon
een ontzaglijke „druppel" zijn ge
vormd, die van de aarde werd afge
trokken. Deze druppel werd het
heelal ingeslingerd en bleef door
verschillende oorzóken op een niet
al te grote afstand van de aarde
„hangen".
Op deze oorzaken kunnen wij hier
verder niet ingaan daar zij op zich
al een heel probleem zijn. Deze
druppel die van de aarde werd af
getrokken is onze maan. Hierdoor
kan de wetenschap verklaren dat de
maan uit de lichtere delen van de
aardkost zal bestaan. Immers de
zwaardere stoffen van onze aarde
lagen om het middelpunt. Terwijl
aan de oppervlakte de lichtere delen
lagen. Men neemt dan ook aan dat
de maan practisch zo goed als ge
heel uit steen bestaat.
Het behoeft wel geen nader be
toog dat een dergelijk geweldig ge
beuren als het uit de aarde vallen
van de maan natuurlijk een „litte-
Er is wel geen hemellichaam dat ken" op de aarde heeft achtergela-
de mensheid sinds de oudste tijden ten. De wetenschap is gaan zoeken
meer heeft geboeid dan de maan. en dit „litteken" schijnt men gevon-
Talrijk zijn de boeken die ov*r haa1- den te hebben in de Stille Oceaan,
zijn geschreven en in de fantasie is In de eerst plaats is daor de betrek-
de mens al dikwijls naar de maan kelijk ronde vorm van de Stille
gereisd. En het ziet er thans naar uit I Oceaan. Een vorm die wij als zoda-
dat wij in de toekomst met een ra- nig niet bij de andere oceanen vin-
ket op de maan zullen landen. Als den. In de tweede plaats omvat een
dat is gebeurd zal het ongetwijfeld «r.™ aahoi/» aarHe wan
nog maar een kwestie van tijd zijn
of de mens heeft de maan geheel in
granietlaag onze gehele aarde, van
Noord tot Zuid en van Oost naar
West, behalvein de Stille Oce
aan. In dit hele ontzaglijke gebied
heeft men nog nooit één stukje gra
niet kunnen ontdekken. De aarde
kent de aanwezigheid van lagen in
zijn opbouw. Het graniet is de bo
venste laag. Onder deze laag graniet
vinden wij een tweede laag van
zwaardere steen n.l. het basalt. De
laag graniet rust dus op de laag ba
salt. In de Stille Oceaan nu is het
of een reusachtige hand de gehele
laag graniet heeft weggeveegd en
alleen het basalt heeft moeten laten
liggen. Deze reusachtige hand vol
graniet moet dan de druppel geweest
zyn die onze maan is geworden.
Is het ontstaan van de maan reeds
een gebeuren dat ons van ontzag
voor de natuur moet vervullen, nog
groter wordt dit ontzag als wij tot
ons laten doordringen dat als de
maan nog op de aarde gelegen had
er vermoedelijk geen werelddelen
waren ontstaan. De landkaart had
dan een wereldoceaan te zien gege
ven waar slechts kleine streepjes
land in konden bestaan. Deze oceaan
zou overal ongeveer even diep ge
weest zijn en alle werelddelen had
den dan bestaan uit een verzameling
stroken land gelijk aan het idee van
het tegenwoordig Japan. Zonder de
maan zou de wereldgeschiedenis ge
heel anders geweest zijn.
niet alleen de lading waartoe de ver
stekelingen zich beperkten. Bij een
scheepsmaatschappij stond enkele
jaren geleden een tweetal schepen op
stapel, die toen de champagneflessen
nog maagdelijk in de provisiekast
lagen, reeds door de ratten ijlings
verlaten werden. Alle binten bleken
zodanig door kevers doorkruist te
zijn, dat de scheepswanden bij de te-
gedrukt. De kevertjes hadden het
schip reeds gesloopt, toen het nog in
aanbouw was. Tientallen malen heeft
de rechter uit moeten maken, wie de
schade moest dragen van ue activiteit
van de insecten. Meestal was het las
tig om na te gaan of de beestjes zich
met de lading hadden ingescheept, óf
eerst onder weg aan boord waren ge
komen.
Menigeen zal bij het openen van
een pakje bloem een kolonie snuitke-
vers of meeltorren aan het daglicht
hebben blootgesteld. Hoewel de dier
tjes het gewicht en de smaak van
het product nauwelijks aantasten,
zullen de meeste huisvrouwen er toch
weinig voor voelen, dit gemengde
meel te gebruiken.
De aarde zou waarschijnlijk een
kaal gevreten mierenhoop zijn, als
de insecten, die zich op een vierkante
km. ophouden met dezelfde ambities
als de mens gewapend hun nederig
standpunt innamen. Gelukkig zijn
slechts enkele van de 750.000 insec
tensoorten mededingers van de rede
lijke schepselen, onder wiens voetzo
len zy leven.
In steenkoollagen, die mililoenen
jaren geleden gevormd zijn, vond
men reeds de mummies van kakker
lakken. Het is waarschijnlijk, dat
deze beestjes, die reeds bij hun ge
boorte aan de schoot der aarde wer
den toevertrouwd, eerst met haar
zullen verdwijnen.
Herman Boerhaave
In 1668 dus bijna 300 jaren
geleden, werd in Voorhout een
jongetje geboren, dat later zo
beroemd zou worden, dat zijn
naam over de gehele wereld be
kend werd.
Reeds als kleine jongen dacht
Herman Boerhaave erover na
hoe droevig het wel was, dat zo
vele mensen ziek waren, terwijl
er zo weinig middelen waren
om hen te genezen. Steeds was
hij daarover aan het piekeren
en ten slotte besloot hij hard te
gaan studeren om die mensen
later te kunnen helpen.
Nu was het vroeger niet zo
heel gemakkelijk om dokter te
worden, want er waren nog geen
apotheken, waar je pilletjes en
drankjes kon krijgen en van
operaties wist men nog hele
maal niets af.
De enige manier om medicij
nen te maken was planten en
kruiden te onderzoeken om te
kijken of zij misschien tegen
een bepaalde ziekte konden hel
pen; als je dan heel knap was,
kon je de goede kruiden vinden.
Boerhaave was niet alleen erg
knap, maar hij werkte ook dag
en nacht door om maar zoveel
mogelijk kruiden te vinden. Hij
kocht in Leiden een hele grote
tuin en 's morgens om 5 uur kon
je hem daar al in zien werken.
Telkens vond hij nieuwe krui
den en ten slotte had hij in zijn
tuin ruim 6000 verschillende
soorten plantjes staan, die alle
maal krachtige medicijnen wa
ren.
Daarbij was hij de eerste dok
ter, die een operatie durfde uit-
voeren en je begrijpt wel, dat
er enorm veel moed voor nodig
was om in een ziek lichaam te
gaan snijden, terwijl dat nog
nooit gebeurd was.
Boerhaave genas zoveel zie
ken, dat hij heel erg beroemd
werd en uit alle delen van de
wereld kwamen de mensen naar
Leiden om door Boerhaave ge
nezen te worden. Een zieke me
neer uit China schreef Boerhaa
ve eens een brief en zette op de
enveloppe alleen: „Boerhaave,
Europa", maar zo bekend was
hij, dat het Chinese postkantoor
precies wist waar de brief heen
moest en zonder vertraging werd
de brief in Leiden bezorgd.
Boerhave werd een rijk man.
Want je begrijpt, dat de men
sen er veel geld voor over had
den om beter te worden. Nu
zou je kunnen denken, dat
Boerhaave 's morgens eerst even
in zijn spreekkamer keek 'of er
soms een rijke meneer zat om
die voor te laten gaan, maar dan
denk je toch verkeerd.
Boerhaave hielp iedereen pre
cies op de beurt en het maakte
voor hem geen enkel verschil of
zijn patiënten rijk of arm waren.
Dit merkte de machtige Tsaar
van Rusland op zekere dag, toen
hij naar Leiden gekomen was
om Boerhaave te spreken. Tsaar
Peter de Groote dacht, dat Boer
haave zo in zijn schik zou zijn
met zo'n hoog bezoek, dat hij
al de andere patiënten naar
huis zou sturen om zich alleen
met hem bezig te houden.
Maar toen de Tsaar bij het
huis van Boerhaave kwam,
moest hij geduldig met de ande
re mensen in de wachtkamer
gaan zitten, tot hij aan de beurt
was.
Boerhaave is bijna 70 jaren
geworden en tot het einde van
zijn leven bleef hij in zijn krui
dentuin werken en mensen ope
reren. Hij stierf in September
1738 op het kasteel Poelgeest
te Oegstgeest, maar thans kent
iedereen nog zijn naam en weet,
dat het voor een groot deel aan
Boerhaave te danken is, dat er
thans apotheken zijn voor me
dicijnen en dat thans de dokt rs
weten hoe zij moeten opereren.
Want als Boerhaave niet zo hard
gewerkt had en niet zoveel moed
gehad had, zouden vele midde
len om de zieken mensen beter
te maken veel later en misschien
wel nooit uitgevonden zijn.
STERRENKIJKER.