P*fisdeshag! Wordt de robot in de toekomst alleenheerser in het luchtruim GEVAARLIIKE ONTWIKKELING van de week Moeder keerde terug ZATERDAG 27 FEBRUARI 1954 DE LElDSfc COURAN l TWEEDE BLAD - PAGINA 1 In een nacht van Mel 1927 vloog er een vliegtuig boven de Atlantische Oceaan. Gedurende enkele uren speelde een flinke storm met het be trekkelijke kleine toestel, dat zich op één motor in de richting van Euro pa boorde. De jongeman, die in de stuurhut een benauwd plaatsje had tussen de benzinetanks, stak af en toe zijn hand uit een raampje, om een indruk te krijgen van de windkracht. Dan boog hij zich weer over zijn kaart. Hij vloog op gegist bestek. Er was geen andere mogelijkheid dan te schatten, hoever het toestel uit de koers werd gedreven en op die schat ting de kompasnaald bij te stellen. Als hij naar beneden keek, zag hij niets dan de ondoordringbare duister nis van de nacht, die zich had uitge spreid over het enorme wateropper vlak. Hij wist, dat één mankement aan de motor het einde zou beteke nen. Na ruim 25 jaar kunnen wij het verhaal van de eerste transatlantische vlucht door Charles Lindbergh niet lezen, zonder de bekoring te onder gaan van de moed of noem het overmoed waarmede een jeugdige vlieger bewees, dat de continenten dichter bij elkaar lagen dan men ver moedde. Het opstijgen met een over belast toestel was een groot risico, maar dit zinkt geheel weg tegen de gedachte, dat een eenzaam mens an derhalf etmaal boven de oceaan vloog vechtend tegen de slaap met als enige proviand vijf boter hammen en een veldfles met water. Op deze vlucht naar het Oosten zal Lindbergh misschien gedacht hebben aan zijn voorvaderen, die op hun trek naar het Westen, de rijkdommen van Amerika ontdekten. Zij waren pio niers en hij hun nazaat was ook een pionier. Hij veroverde het lucht ruim boven de oceaan. Toen Lindbergh met een brede glimlacht op zijn vermoeid gelaat voet op Parijse bodem zette, moest hij duizenden handen drukken. Van diplomaten, die overliepen van na tionale trots; van handelslieden, die begrepen, dat een nieuw tijdperk was ingeluid, waarin iets te verdienen viel; van kleine mensen, die niets be grepen, maar wel voelden, dat de jonge vlieger een grote persoonlijke prestatie had geleverd. 20 Jaar later. Precies twintig jaar en vier maan den later, in September 1947, daalde er op het vliegveld van Brize Norton aan de Engelse kust een Douglas C 54 Skymaster. Een glimlachende kolonel Gillespie stapte uit de cabine en on derging de handdrukken van diplo maten en handelslieden. De kleine man was niet vertegenwoordigd. Ko lonel Gillespie imponeerde hem niet, en terecht! Want de kolonel had niets gedaan. In zijn plaats had men even goed een geit of een kanarie in het toestel kunnen zetten. Ergens op Newfoundland was de kolonel in het toestel gestapt, waar van alle onderdelen der stuurinrich ting verzegeld waren. Toen hij op zijn gemak was gaan zitten en een praat je had aangeknoopt met de onderge schikten, die hem gezelschap zouden houden, drukte er iemand op een knopje. Heb was een ingenieur die op honderden meters afstand van het toestel in een kamertje zat. Nauwe lijks had hij de handeling verricht, of de vier motoren van.de machine zet ten zich brullend in beweging. Het toestel rolde over de startbaan, maak te zich los van de grond en meteen werd het landingsgestel ingetrokken door een onzichtbare hand. Een be klemmende aanblik! Gashandles wor den teruggeschoven, de stuurknuppel trilt, een magische macht leidt het vliegtuig naar Engeland. Iedere af wijking van de koers door wind of iets dergelijks wordt ogenblikkelijk gecorrigeerd. Zeer nauwkeurig volgt het toestel de vastgestelde route. Als kolonel Gillespie voet op Engelse bo dem zet, heeft naast de mens thans ook de robot het luchtruim veroverd. Vliegende automaat. Rolf Strehl geeft in zijn boek „Her sens zonder ziel" (Uitgave Pax, Den Haag) interessante bijzonderheden over deze transatlantische vlucht. Het „lichaam" van deze automati sche vliegtuigbestuurder nam een vierde van de anders voor passa giers beschikbare ruimte in en al leen het „brein" woog reeds 350 kilo. Op een oppervlak van 60 bij 120 cen timeter werden de schakelaars voor de vlucht over de oceaan ingesteld. Het indrukken van één enkel knopje veroorzaakte een verbijsterende reeks van technische processen: de moto ren sloegen aan, de schroeven begon nen steeds sneller te draaien, het toe stel startte, het landingsgestel werd ingetrokken, het stuur hield de vast gestelde koers. Nadat de knop was ingedrukt, heerste aan boord het me chanische „brein". Toen de Skymaster. Engeland na derde werd haar radiopeilstraal, die de koers bepaalde in dit geval de golflengte van de Home Service van de B.B.C. overgenomen door een station van dë gronddienst van de Engelse luchtmacht. Zodra de kust lijn gepasseerd was, veranderde het toestel zijn koers. Het begon in grote kringen rond te cirkelen, de gebrui kelijke manoeuvre, wanneer het vliegveld van de plaats van aan komst een landingsverbod geeft. Daarna landde de Skymaster zonder dat een menselijke hand een instru ment aanraakte. Vroeger ook reeds. Op zich zijn de robotvliegtuigen niets nieuws. Reeds in 1929 zijn En gelse technici erin geslaagd een vlieg tuig enkele honderden kilometers automatisch in evenwicht en in de vastgesteld koers te houden. Ook in Duitsland en Amerika deed men aan dit draadloos besturen, maar altijd waren,het slechts zeer lichte toestel len en met een beperkte actie-radius. In de laatste oorlog heeft men op nieuw grote aandacht besteed aan de robot-vliegtuigen en er druk mee ge- experimenteerd. De vliegzekerheid bleef echter zeer begrensd en het ge beurde vaak, dat de vijand de stuur - golflengte stoorde of zelfs overnam en het toestel dan tegenbevelen gaf. Bij de atoornbomproeven had men de pilootloze vliegtuigen ook nodig, om in de explosiewolk luchtmonsters te nemen, foto's te maken en metin gen te verrichten. Toch is de tocht van de Skymaster van vérstrekkende betekenis, want daarmede werd voor het eerst bewe zen de absolute veiligheid en vlieg zekerheid van de robot-machine. Grote tragiek. Men is misschien op het eerste ge zicht geneigd, om deze nieuwe mijl paal in de geschiedenis van de lucht vaart als een aardig nieuwtje naast zich neër te leggen. Want de dwin gende noodzaak van pilootloze toe stellen is hiermede nog niet zonder meer duidelijk. Heeft de robot werkelijk het lucht ruim veroverd? Kan de mens, constructeur en gees telijke vader var\ het vliegtuig, de machine niet beter zelf besturen? Zou dat niet veel veiliger zijn? Bij de beantwoording van deze vragen treed de tragiek van de tech nische ontwikkeling eerst goed in het licht. Men rolt van de ene uitvinding naar de andere en terwijl men nog steeds de technische vooruitgang toe juicht, zijn wij de grens genaderd, waar de mensen niet meer in staat zullen zijn, om de machines door henzelf gemaakt te beheersen. Toen Lindbergh ruim 25 jaar ge leden over de oceaan vloog, was hij in staat zijn machine alleen te bedie nen. Sindsdien is er veel veranderd. De moderne monstervliegtuigen ver eisen zo'n groot aantal controle-ap paraten, dat een mens er niet tegen opgewassen is. De Boeing-stratosfeer- kruiser 377 b.v. bezit een instrumen- terabord met 598 verschillende klok ken, schakelaars en controlelampen. Slechts een talrijke bemanning is in staat een dergelijk schakelbord te be dienen. Mens onbetrouwbaar. Bij dit alles komt nog, dat een snelheidsgrens gaat naderen, waarbo ven het menselijke brein onbetrouw baar wordt. Zo is bij experimenten op de Amerikaanse militaire lucht- vaartschool te Randoph Field in Texas de sensationele ontdekking ge daan,, dat de nieuwste vliegtuigtypen Nevenstaande foto's ge ven een duidelijk beeld van de geweldige ontwik keling, welké de lucht vaart in betrekkelijk kor te tijd heeft doorgemaakt. Begonnen werd met pri mitieve toestelletjes, die althans voor de mens van deze tijd een bij zonder genoeglijke aan blik leverden. Er zit iets in van de amateur-uitvin der, die met een heleboel stangen en platen iets ge construeerd heeft, waar aan hij zelf niet kan ge loven. Toch was dit het begin van de luchtvaart. Bet andere toestel heeft niets meer van deze ge noeglijkheid. Het is een product, dat de koude be geerte van „als we maar weer verder gaan met onze snelheid" duidelijk weerspiegelt. Het gemoe delijke is er af. Hier is een wedloop gaande, die niets of niemand ontziet. reeds een snelheid bereiken, waarbij de functies van zien en denken in gebreke blijven. De veranderde bloedtoevoer naar de hersenen samen met uitzonderlijke atmosferische om standigheden veroorzaken wat men in Amerika heeft gedoopt met de naam „kortsluitingsreactie". Zo zijn we dus gekomen aan de drempel van een periode, waarin de vliegtuigen, door de mens gemaakt, niet meer door de mens bestuurd kunnen worden. De snelheid gaat zijn vermogens uitschakelen en de Ogen en het verstand van de mens zullen dus waarschijnlijk overgenomen wor den door „electronen-ogen" en „een mechanisch brein". Op een Amerikaanse luchtbasis voor straaljagers .schreven de leer lingen in hun dictaatschrift: „Het menselijke lichaam is fout van con structie". Iedereen nam dit zonder meer. Toen men Einstein eens vroeg, hoe hij dacht dat de volgende oorlog zou worden uitgevochten, antwoordde hij: „De volgende oorlog weet ik niet, maar die daarop volgt weer met knotsen". Zóver zijn we met onze technische ontwikkeling gekomen. Op bepaalde terreinen betekent iedere stap voor waarts honderd stappen achteruit. Eve Lavallière De jeugd van Eve Lavallière is nu niet direct een succes te noe men. Ze had thuis een erg droe vig leven, want haar vader en moeder waren dikwijls dron ken en keken practisch niet ■naar haar om. Toen Eve 18 jaar oud was, werd ze naaister op een mode-atiier, waar ze precies ge noeg verdiende om eten en kle ren te kunnen kopen. In haar vrije tijd speelde ze met andere meisjes op een zolder toneel en dit beviel haar zo goed, dat ze op zékere dag haar koffertje pakte en naar Parijs trok om te pro beren toneelspeelster te wor den. In Parijs, de grote hoofdstad van Frankrijk, zijn enorm veel theaters en daar speelden hon derd jaren geleden de beroemd ste toneelspeelsters van de gehe le wereld. Een van de schouw burg-directeuren wilde het met haar proberen en het werd de eerste de beste avond al zo'n succes, dat Eve spoedig de be roemdste toneelspeelster va» heel Parijs werd. Nu was er een einde gekomen aan haar armoe de; ze verdiende geld als ilvater, kocht prachtige kleren en leefde als een prinses. Maar toen ze beroemd en rijk geworden was, vergat ze Onze Lieve Heer; ze deed precies, waar ze zin in had, zonder zich om God of om haar medemensen te bekommeren;-' Dit hield ze 16 jare^ vol. Haar roem werd ieder jaap gro ter, maar zelf werd ze een gril lige, trotse, onvriendelijke vrouw, die alleen maar aan zichzelf dacht. Toen ze 34 jaar oud was, op het toppunt van haar roem, werd ze heel erg ziek. En terwijl ze eenzaam op haar kamer lag, veel pijn had en hoorde, dat ze mis schien nooit meer beter zou wor den, dacht ze eens na over haar gehele leven. Ze vond, dat ze er niet zo heel erg veel van ge maakt had, want al was ze dan een beroemde toneelspeelster, ze leefde alleen maar voor zichzelf en had zowel God als haar mede mensen vergeten. Toen bedacht ze, dat God nooit boos blijft, wanneer de mensen maar berouw hebben en nederig bad ze Onze Lieve Heer om ver giffenis. Daarna werd ze erg rustig; het was weer goed tussen God en haar en tegen alle verwachting in, werd Eve weer gezond. Maar ze ging niet meer terug naar het toneel. In een klein Frans plaatsje, waar ze naar toe ging om goed aan te sterken, ont moette ze de pastoor en had een lang en ernstig gesprek met hem. De priester gaf haar de levens geschiedenis van Maria Magda- lena, die zich ook eerst niet aan God stoorde, totdat ze Jezus ontmoette en Zijn beste vriendin werd. Eve besloot ook een vriendin van Jezus te worden. Al het geld, dat ze bezat, gaf ze aan de armen en ze hielp en verzrogde hen zoveel zij kon. Steeds zocht ze moeilijker werk op om Jezus te laten zien, dat ze alles voor Hem wilde doen en zo kwam ze ten slotte in Afrika terecsht, waar vreselijk arme mensen wonen, die de af schuwelijkste ziekten hebben. Ruim 20 jaren werkte Eve in deze ontzettende wereld van ar moede en ziekte, terwijl ze even arm was als de mensen, die ze hielp, want ze bezat niet meer, dan een klein handkoffertje met wat kleren. Eve stierf 25 ia ren geleden in 1929, toen ze 63 jaar oud was. Het eerste deel van haar leven maakte haar tot een sterretje van de wereld, maar in het twee de deel werd ze een sterretje voor Jezus, een sterretie, dat al les, wat ze bezat aan Hem gege ven had, om er een stralend ziel tje voor in de olaats te krijgen. STERRENKIJKER. In het Zwitserse maandblad „Kani- sius-stimmen" werd 11 November 1948 het volgende relaas opgenomen van abbé Labutte, die' voor de waar heid ervan met zijn erewoord van priester instond. IN A., een der grootste parochies van N., woon ik samen met mijn pas toor en vier collega's; wij vormen een echte, broederlijke gemeenschap, allen met hetzelfde ideaal bezield. Onze parochie telt 33.000 zielen: on mogelijk dus ze alle te kennen. Eens had ik een uitzonderlijk zwa re dag gehad: om zes uur Mis gele zen, daarna een huwelijk en een be grafenis, catechismusles, ziekenbe zoek, biechten, doopsels. Vervolgens patronaat, studiekring voor de jeugd, bezoek op bezoek, minstens tien per sonen met allerlei moeilijkheden. Ik was doodmoe. Toen ik tegen middernacht met mijn brevier klaar kwam, werd er plots zo hevig aan de huisbel ge rukt dat ik er van schrok. Ik hoor de het dienstmeisje haar raam open trekken, om te zien wie zich zo laat nog aanmeldde. Vermoedend dat het voor een zieke zou zijn,ging ik zelf naar benedën om open tc doen. Op de drempel stond een vrouw van ongeveer 40 jaar. Met samengevou wen handen smeekte ze: „Eerwaar de, kom gauw. Het is voor een jon geman, die gaat sterven!" „Ja, mevrouw, morgen vroeg, vóór de Mis van zes uur zal ik komen!" „Eer waarde, dan zal het te laat zijn: ik bid u, ga nu dadelijk!" „Goed! Schrijf hier in mijn agenda uw adres, naam, straat, nummer en verdieping". De vrouw ging door het voorportaal: ik zag haar in het volle licht. Over haar gezicht lag een smartvolle trek. Zij schreef: 37 rue Descartes, 2e éta ge". Ik stelde haar gerust: „U kunt er Op rekenen, mevrouw, over twin tig minuten ben ik er!" Met zachte stem bedankte ze mii: „Moge God uw naastenliefde vergelden, want u bent moe; Hii bescherme u in het uur van gevaar!" Toen verdween zij in de donkere nacht. IK nam mijn jas, al het nodige voor het toedienen der laatste Sacra menten, en ging on weg door de stille duistere straten. Telkens als een pa trouille op mij af kwam en haar electrische lamp op mij richtte, toon de ik miin nachtpas en staDte vlug verder. Onderweg bedacht Ik, dat ik naar eeri onbekende familie trok: de naam door de vrouw opgegeven, zei me niets; en dat haarzelf betrof, ik meende mij vaag te herinneren, haar, een drietal jaren geleden gezien te hebben. Weer voelde ik scherp de piin, niet al mijn parochianen persoonlijk te kennen. Niet zonder moeite ontdekt ik nr. 37 van de rue Descartes: een groot huurhuis met vijf verdiepingen. Uit een apartement drong gedempte ra- diomuziek door. De huisdeur was ge lukkig niet op slot. Bij het licht van mijn zaklantaarn klom ik de trap op. en op de 2e verdieDing belde ik hard aan, als iemand die verwacht werd. Ik hoorde stapoen: een lichtstraal kwam onder de deur uit, een grendel knarste, en de deur ging ooen. Een jonge man van rond de twintig be zag me eerbiedig en verwonderd. „Ik kom bi.i een zieke in stervens gevaar", zei ik. „Dat is hier toch?" „Neen, kapelaan, dat zal een ver gissing zijn". „Wel neen! Men heeft me gezegd: nr. 37 van de rue Des cartes. tweede verdieoing!" ..Hier is inderdaad nr. 37 van die straat, twee de verdieping en ik ben een jonge man: maar stervend ben ik toch nog met", zei hij lachend. Inmiddels had ik miin agenda uit mijn zak gehaald, en hield ze hem voor. „Een vrouw van rond de veer tig jaar is mij komen waarschuwen", verklaarde ik verder. „Zij zelf heeft dit adres er in geschreven". ..Inder daad, kapelaan, dat schrift lijkt mij niet vreemd: het lijkt sprekend on dat van mijn.maar neen dat is te vreemd. Ik woon hier alleen met mijn vader, die jui«=t nachtdienst heeft op dc fabriek. Het moet een vergissing zijn. De vrouw heeft zon der twijfel rue Despartes willen schrijven en heeft Descartes geschre ven. Maar. kom toch even binnen kanelaan! U zi.it bevroren: ik zal da- deliik een grog klaarmaken". Ik trad een klein fraai salon bin nen: op de divan lagen Ooen boeken. In een hoek stond een clubfauteuil. „Ik luisterde juist naar Hongaarse muziek, die uit Wenen wordt uitge zonden", zei de jongeman, terwijl hij de knop afzette. En dan: eerwaarde, al twee jaar wenste ik u te spreken en mij aan u bekend te maken, maar ik durfde u niet komen opzoeken." Hij lachte treurig verlegen en beken de onverhoeds: „Ik ben een verloren zoon!" En terwijl hij ou de divan zat en tegen mij aanleunde, vertelde hij me heel zijn levenIk verliet hem, nadat ik hem met God had verzoend. RONDER dralen spoedde ik mij *-* naar de rue Despartes. Onderweg liet de gedachte aan het ongewoon bezoek van zo juist me geen ogenblik los. Maar wij, priesters, geraken aan dergelijke wondervolle feiten ge woon. Op alle klokken en torens der stad sloeg het 1,15 toen ik het Thea terplein overstak. Opeens begonnen de sirenen te loeien. Alarm in de naoht! Ik zetten het op een lopen, maar nr. 37 in de rue Departes be stond niet: de stTaat eindigde met nr. 16. Toen vielen de eerste bommen in het Noorden der stad. Het hels lawaai kwam dichterbij, en ik had nog juist de tijd in een schuilkelder te vluch ten, waar ik .drie angstige kwartier tjes doorbracht. Toen ik weer op straat kwam, was de stad akelig ver licht: op minstens 200 plaatsen stond ze in brand, overal lag puin van uit eengerukte huizen in de straten. Al les vol rook, stof en gekerm van ge troffenen! Zonder tijd te verliezen begaf ik me naar de naaste hulppost. Verschillende honderden doden en gekwetsten waren reeds samenge bracht in een tuin, en altijd door werden andere binnengedragen, vooral vïouwen en kinderen, meestal getroffen aan het voorhoofd. Ik ging van de een naar de andere, gaf de Absolutie en diende het H. Oliesel toe. Opeens moest ik tegen de muur aanleunen. „Wat is er, kapelaan?" vroeg een dokter, die me bleek zag worden en wankelen. „Een familielid van u?" „Neen, een parochiaan". Ik was namelijk met de voet tegen het lijk van een jongeman gestoten, waarin ik die van nr. 37 rue Descar tes herkende. Pas een uur geleden had ik hem nog in volle gezondheid verlaten, blij, omdat ik hem met God had mogen verzoenen. En zijn woor den kwamen me opnieuw voor de geest: „Het moet een vergissing zijn! Kijk, ik ben fris en gezond!" En hij lachte daarbij vrolijk. Toch stond hij aan de rand van de eeuwigheid en hij wist het niet. Gods barmhartig heid had hem tijd gegeven om nog voor het alarm te kunnen biechten. Ik nam zijn portefeuille in de hoop zijn naam er in te vinden: zijn ar beidskaart droeg de naam B. N 21 jaar oud. Bij de inhoud was ook een vergeel de brief en foto's. Eén daarvan stelde een vrouw voor van rond de veertig: ik schrok; het was onmiskenbaar het portret van haar, die rond midder nacht op de pastorie was gekomen, om mij te roepen. Op de rugzijde van het portret las ik dit éne woord „Mama" zijn moeder! Een andere foto stelde haar voor op haar sterf bed, de gevouwen handen met de ro zenkrans omstrengeld, en deze twee jaartallen: 1898-8 April 1934. Ik be keek de verkleurde brief scherper, en tot mijn verrassing leek het hand schrift sprekend op dat wat de onbe kende vrouw in mijn agenda geschre ven had. Nu kunt gij van dit echt gebeurd feit, zo opvallend en zo mysterieus denken wat ge wilt. Voor mij be staat er geen twijfel meer: het was de moeder van de jongeman, die uit de eeuwigheid was teruggekomen. Cursus voor grootmoeders j Het Witte Kruis te Purmerend zal eerstdaags een grootmoeder- cursus organiseren. In Purme- rend is men er namelijk van J overtuigd, dat grootmoeders soms zeer onpaedagogisch tegen haar kleinkinderen kunuen optreden, i Het Witte Kruis zal trachten om j in deze zaken o.m. goede voor- lichting te geven. f

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 7