Leidse Universiteit heeft weer klokken VANDAAG 379ste DIES NATALIS Pastoor L. A. J. M* Beune f H.M. Koningin Juliana was Zondag onder de reünisten „Geloof en Natuurwetenschap" in de Christen Studentenraad Rector magnificus over „Universiteit hield dies-rede en Strafrecht Vermindering van het strafleed ïn de nieuwe klokken blijven de oude symbolisch voortleven Goede propaganda-avond voor t.b.c.-bestrijding in Leiden MAANDAG 8 FEBRUARI 1954 DE LEIDSE COURANT EERSTE BLAD PAGINA 2 \7ANDAAG VIERT DE LEIDSE UNIVERSITEIT haar 379ste verjaardag. Voor deze Dies is door de commissie wederom een zeer uitvoerig pro gramma samengesteld, waarvan wij Vrijdag en Zaterdag reeds verslagen brachten ("toneel en tentoonstellingen). Zaterdag werd in verschillende zalen een groot aantal colleges gehouden, waarvoor zowel de studenten als de talrijke reünisten, die dezer dagen in Leiden vertoeven, grote belang stelling toonden. Onder de reünisten bevond zich gisteren H.M. Koningin Juliana, die om 12 uur bij de Zuiderkerk aan de Lammenschansweg arri veerde, om zoals gebruikelijk de bijeenkomst van de Christen Studen tenraad bij te wonen. Na afloop hiervan begaf H. M. die in de kerk gewoon tussen de reünisten had plaats genomen en niet persoonlijk verwelkomd was zich, vergezeld van enige jaar-genoten, wandelend door de stad naar De Doelen aan het Rapenburg, waar de lunch gebruikt werd. Na afloop hiervan woonde H. M. in de stadsgehoorzaal het studium generale van prof. dr. J. L. van Ilolk bij. Daarna vertrok de Koningin weer per auto naar Soestdijk. Vandaag de eigenlijke dag beperkte het program zich tot dt Dies-rede van de rector magnificus, hedenmiddag om twee uur in de Stadsgehoorzaal, en tot een bijzondere plechtigheid, die hedenmorgen om half elf op het Academieplein plaats vond: inwijding van de twee nieuwe klokken, die na de thans aan de gang zijnde restauratie van de Academie toren, de in 1943 door de Duitsers geroofde klokken zullen vervangen. Traditie-getrouw heeft de Christen Studenten Raad tijdens de Dies-vie ring weer een bijeenkomst gehouden in de Zuiderkerk, die gistermiddag om 12 uur geopend werd door de praeses, de heer A. W. Cramer. Na orgelspel van de heer A. Vroegop kwam eerst prof. dr. G. J. Sizoo (Leiden) aan het woord om het the ma „Geloof en Natuurwetenschap" van protestantse zijde te belichten. Vervolgens sprak prof. dr. H. J. Lam- mers (Nijmegen), die er zijn katho lieke visie op gaf. Prof. Sizoo betoogde, dat er zon der openbaring geen geloof van de kant der mensen mogelijk is en dat Het hoogtepunt van de Dies-vie- j godsdienst, enz. Deze erkenning en ring is ieder jaar de Dies-rede van J het streven naar gelijkheid der men de rector-magnificus die hedenmid- sen wordt voortdurend doorbroken door de verschillen, die er tussen de mensen bestaan. Bovendien ontstaan er botsingen door het streven van de mens naar vrijheid van denken en overtuiging en ook naar de deugd. Uit deze conflicten en verschillen vloeit de criminaliteit met wetma tigheid voort. Er is steeds een vrij vast percen tage debielen en intellectueel min der begaafden, die 4 a 5 maal meer kans hebben crimineel te worden dan andere mensen. Ook op moreel gebied zijn ér debielen en minder begaafden. Evenals over het intel- ligentie-quotient zou men dus ook over het moraliteitsquotient kunnen spreken, dat echter thans nog slechts gebrekkig gemeten kan worden. Van mensen met een moraliteitsquotient beneden het normale mag men geen moraliteit verwachten ais van een normaal mens. dag in de grote stadsgehoorzaal werd uitgesproken door prof. mr. J. M. van Bemmelen over „Universiteit en Strafrecht". In 1594 leverden enige Leidse hoogleraren de eerste universitaire bijdrage tot vorming van het straf recht, aldus prof. Van Bemmelen, door advies aan het Hof van Hol land uit te brengen over de ondeug delijkheid van de waterproef in hek senprocessen. Voor het strafrecht was dit zeer belangrijk, want reeds in 1610 kwamen er, mede door dit advies, in Holland geen heksenpro cessen meer voor. Het vertrouwen in de strafwetgever en rechter werden er door geschokt, omdat wat eerst een ernstig misdrijf was, nu slechts in de fantasie bleek te bestaan. Dit leidde tot de vraag of het kwaad wel in werkelijkheid bestaat, niet slechts een schijnbeeld is. In diep ste wezen ging het om het geloof aan goed en kwaad. Wat blijft er van het fundament van het straf recht over wanneer er voor. God geen kwaad bestaat en de duivel geen macht heert? Stilstand De vooruitgang van het strafrecht en de misdaadbestrijding heeft in Nederland meer dan een eeuw stil gelegen, omdat de Calvinisten, die aan heksen en duivel geloofden, het wonnen van de Remonstranten, bij welke strijd de Leidse Universiteit in het centrum van de belangstel ling heeft gestaan. Door de philosophie van Descartes en Spinoza werd het vraagstuk van de oorsprong van zonde en misdaad opnieuw acuut, maar aan de univer siteiten werd het verkondigen van hun leerstellingen verboden. Pas door de benoeming van Modderman in 1870 kreeg net strafrecht eigen plaats in het universitair be stel. Overigens heeft het strafrecht zich verder ontwikkeld zonder zich iets aan de oplossing van het vraag stuk van zonde en misdaad gelegen te laten liggen. Heden en toekomst Prof. Van Bemmelen vroeg zich vervolgens af hoe de strafrechtge- leerde van heden staat tegenover de oorsprong van zonde en misdaad en de daarmee samenhangende vragen óver determinisme, vrije wil en het al of niet verantwoordelijk zijn voor goede en verkeerde daden. Hij stel de voorop, dat goed en kwaad rea liteiten zijn in de menselijke geest en dat het goede o.a. bestaat uit naastenliefde, waaruit voortvloeit het erkennen van de gelijkwaardig heid van de mensen, ondanks alle verschillen in intellect, moraal, ras, Studium Generale over aspecten van Tijd en Eeuwigheid Tijdens het studium generale, dat prof. dr. J. L. van Holk gistermid dag in de Stadsgehoorzaal hield, be handelde hij enige aspecten van de moeilijke wijsgerige problemen rond de begrippen tijd en eeuw'gheid. In het bijzonder behandelde spr. het geen men onder tijd dient te ver staan de onweerhoudbare, onom keerbare, meetbare cosmische tijd en hoe de godsdienst tegenover de tyd staat met betrekking tot begrip pen als bekering, berouw na de zon de en vergiffenis. Spr. besloot zijn voordracht met het formuleren van de mening, dat de goddelijke eeuwigheid inderdaad de mens bevrijden kan van de ban van de tijd in die zin, dat de tijdma- tigheid tot heil bevrijd kan worden door het eeuwigheidsleven. Elemen ten voor die gedachte kan men in velerlei wijsgerige beschouwingen door de eeuwen heen terugvinden. Het is de uiteindelijke consequentie van de door God gegeven vernieu wing van het leven. Uit genoemde wetmatigheid vJoeit echter geen opheffing van de ver antwoordelijkheid van de mens voort, evenmin als de zinloosheid van beloning en straf. In den loop der laatste eeuwen worden steeds grotere groepen van kinderen, jeugdigen, psychopathen en andere geesteszieken via maat regelen en voorwaardelijke veroor delingen aan het eigenlijke straf- leer onttrokken, omdat men is gaan inzien, dat zy tot hun verkeerde da den gebracht worden door oorzaken waaraan zijn niets kunnen doen. Door het ontdekken van meer oor zaken der criminaliteit zullen er in de toekomst steeds grotere groepen aan het strafleed onttrokken worden, zonder echter de menselijke verant woordelijkheid geheel uit te schake len. de natuur als openbaring van God ook het voorwerp van 's mensen on derzoek is. De bestudering van de natuur kan de mens brengen t.ot het vermoeden van een opperwezen, niet verder. De Schrift echter openbaart de persoonlijke God. Via Plato, Aristoteles en de 19e eeuwse worstelaars met dit probleem kwam spr. tot de moderne probleem stelling. De 19e eeuw leed aan over schatting van het natuur-wetenschap pelijk denken. Dat deze overschatting thans ook door de natuur-weten- schappelijk denkenden wordt inge zien, bewijst de onmogelijkheid om dit denken te hanteren als bewijs voor het geloof, omdat onze door de zonde geschonden natuur de kosmos niet kan doorzien. De grootste zon de van de wetenschappelijke denkers noemde spr. de zelfverheffing en zelf handhaving. De zekerheid van het geloof moet bewaard worden door een zich telkens weer gevangen ge- ven aan God. Dit geldt voor alle ge lovigen, maar voor de natuur-onder- zoekers in veel dringender mate. Het geloof kan ook door zijn in houd een positief element in de na- tuur-studie zijn. Spr. noemde enige eigenschappen, die de natuurvorser daarbij moet hebben, o.a. een grote eerbied voor de werkelijkheid en een eerlijke erkenning van eigen be grensdheid. Aldus zijn geloof en na tuur-wetenschap wel degelijk ver enigbaar. Van object naar subject. Prof. Lammers betoogde, dat met het verminderen van de spanning tussen geloof en wetenschap in de laatste decennia, het probleem zich verlegd heeft van object naar sub ject. De onzekerheid van de mo derne mens is een facet van de pro blematiek en stelde vervolgens, dat door de verminderde spanningen de persoonlijke spanningen niet opgehe- van zijn. Men ontkomt er niet aan 'n wijsgerig standpunt in te nemen; van daar de veelheid van wijsgerige me ningen. Maar ook de wijsbegeerte kan geen antwoord geven op de laat ste vragen; dat kan alleen het geloof. Spr. zette het katholieke standpunt ten aanzien van dit thema uiteen en wees op de spanningen, die ten aan zien van het aanvaarden van gezag, geloof en openbaring, van theologie en wijsbegeerte optreden. In de natuur-wetenschap komt dit probleem nog sterker naar voren door de speciale eisen die deze we tenschap stelt. Een van de grootste gevaren is de strophie van de ge loofskennis. Geloofskennis'is welis waar geen conditio sine qua non voor geloofsbeleving, maar het ontbreken van het eerste brengt wel gevaren voor verarming van het laatste mee. nieuwe klokken geworpen, zodat de oude klokken symbolisch blijven voortleven. Mevr. J. W. de Vos van Steenwijk Van Royen doopte hierna de grote klok (uurslag), die de naam „Liber- tas" (Vrijheid) draagt, met cham pagne uit de Pocol, de Alexander- beker van het Leids Studentencorps. Vervolgens doopte de echtgenote van de rector magnificus, mevr. C. A. D. van BemmelenKluit, de kleinè klok „Scienta" (Wetenschap). Bei de dames sloegen met een houten ha mer o-p de klokken om de omstanders het geluid te laten horen. Bing-bang, klonk het over het met sneeuw ge tooide Rapenburg. Als over enige maanden de restauratie van de Aca demie-toren teneinde is, zullen de klokken opgehangen worden en de stem van Leidens Universiteit weer over de stad laten klinken. Het Leidse Studenten Zangkoor luisterde de plechtigheid op met een 8-stemmige canon van Bach, uitge voerd onder leiding van de heer J. Seyffert. Zaterdagavond om half zeven is in de Mariastichting te Haarlem over leden de zeereerwaarde heer L. A. J. M. Beune, pastoor van de parochie der Allerheiligste Drieëenheid te Bloemendaal. Op Kerstmis van het vorig jaar kreeg pastoor Beune een hartaandoening, waarna hij kort daarop in de Mariastichting te Haar lem werd opgenomen. Bij een twee de aanval werd hij van de Sacramen ten der Stervenden voorzien, maar langzaam kwam er wel enige kente ring ten goede. Gedreven door een ontembare werklust liet hij zich tien dagen ge leden nog met een taxi naar Bloe mendaal vervoeren om zich op de hoogte te stellen van de bouw van zijn nieuwe kerk. Zaterdagavond ech ter kwam er plotseling een nieuwe hartaandoening en dat betekende het einde. Vele katholieken uit Leiden en om geving zullen met weemoed de dood vernomen hebben van deze pastoor, die voor hen nog steeds is „rector Beune". Ruim twaalf jaar immers heeft pastoor Beune in Leiden ge werkt, waar in zijn rectoraat aan de Zoeterwoudsesingel de centrale was gevestigd van de nationale K.J.M.V. Pastoor Beune werd geboren in Amsterdam op 18 April 1896 en prie: ter gewijd op 21 Mei 1921. Zijn eer ste priesterlijke werkzaamheden ge. schiedde reeds in de omgeving van Leiden, want op 13 Augustus 1921 werd hij benoemd tot kapelaan van de St. Willibrord-parochie te Oegst- geest. Daar ontwikkelde hij reeds een grote activiteit en node zagen de parochianen van KerkWerve hem na bijna vier jaren weer gaan, toen hij op 21 Maart 1925 benoemd werd in de parochie van Onze Lieve Vrouw Visitatie (thans H. Liduina) te Schie dam. Daarna was pastoor Beune nog kapelaan te Amsterdam (H. Nicolaas en Barbara) en te Haarlem (H. Li duina), maar op 29 December 1934 werd hij benoemd tot rector van het St. Liduina-huis aan de Zoeterwoud sesingel te Leiden. In die functie hebben Zusters en kinderen van het huis de rector le ren kennen als een hartelijk zielzor ger, die bij alle drukke werkzaamhe den huitenshuis alle zorg wijdde aan de belangen van de bewoners van het huis. De „buitenwereld" en vooral de jongeren hebben rector Beune echter vooral leren kennen als de nationaal moderator van de K.J.M.V., met wel ke functie hij eveneens in 1934 be last werd. Het is moeilijk om in kort bestek weer te geven, welke enorme verdiensten moderator Beune zich voor de K.J.M.V. heeft verworven. Hij was de stimulerende en de active rende priester, die moeite noch tijd spaarde om de K.J.M.V. tot bloei te brengen. Hij was er zich van bewust, dat de Katholieke jonge middenstan ders een geheel eigen groepering vor men, maar hij vond de juiste toon om deze mensen samen te bundelen. De periode van moderator Beune viel samen met de roemruchte jaren van „De Keten", en het is bekend, hoe zwaar het hem aan het hart ging, toen in de bezettingstijd de Duitsers ook de K.J.M.V. met één slag ver nietigden. Het had er alle schijn van, dat al die tochten, al die speeches, al die acties geen resultaat hadden op geleverd, maar de moderator ging in stilte door. Het rectoraat in de Sleu telstad werd het centrum van her nieuwde activiteit, met een kern van oude getrouwen werd het werk voortgezet; dank zij vele godsdiensti ge activiteiten werd de onderlinge band bewaard en insiders weten, wat daarbij de steun van moderator Beu ne betekend heeft. Rector Beune werkte tevens aan de heropbouw van de jongerenbewe- Brandend Maagzuur dat schrijnt tot hoog in do hooi kunt U blussen in de kiem. Neem simpelweg een of twee Rennies langzaam laten smelten op de tong en het leed is bezworen. Onmid dellijk! Geen wonder dat U voor en na mensen ontmoet die steevast Ren nies bij zich hebben praktisch en hygiënisch verpakt. En onopgemerkt in te nemen, zonder water of wat ook. (Advertentie). Een klein gezelschap van genodig den had zich hedenmorgen om half elf op het Academieplein verzameld rond de twee klokken, die in met groen versierde stellages waren op gehangen. De president-curator van de Leidse Universiteit, dr. J. E. baron De Vos van Steenwijk hield een kor te toespraak, waarin hij herinnerde aan de klokkenroof in 1943. Hoewel de oude klokken door He- mony gegoten waren, vielen zy toch niet onder de uitzonderingen wegens historische waarde. Bovendien was het onmogelijk de grote klokken te Mevr. De Vos van Steenwijk (links) slaat met een houten hamer op de grote klok. Rechts de president cura tor. (Foto: „De Leidse Courant") laten onderduiken. Er zat dus niets anders op, dan de Duitsers hun gang te laten gaan. De klokken moesten in de toren eerst stuk geslagen worden alvorens zij omlaag gebracht konden worden. Daarbij zijn enige stukjes gered kunnen worden. Een ligt er in het Academisch museum, een ander werd door prof. Bakhuizen van den Brink in de klokkenspijs van de „Hoewel wij er ons over verblij den, dat het sterftecijfer van aan T. B.C. lijdende patiënten dalende is en Nederland, na Denemarken, het laagste T.B.C.-sterftecijfer in Europa noteert, moeten wij er rekening me de houden, dat nog jaarlijks in ons land 14 a 15.000 nieuwe gevallen worden geconstateerd. Ondanks het feit, dat tal van nieuwe geneesmid delen worden aangewend en men ook al tot opereren overgaat, is onze strijd tegen deze ziekte nog lang niet ten einde". Aldus sprak Zaterdag de bondsse- cretaris van de Vereniging tot behar tiging der belangen van T.B.C.-pa- tiënten in Nederland, de heer C. A. Bergh, op de in het St. Antonius- Clubhuis gehouden propaganda-feest- avond van de afdeling Leiden. Spreker, die verder uitweide over de grote bedragen, welke jaarlijks in ons land (plm. 100 millioen gulden) aan de verpleging en verzorging van T.B.C.-patiënten en de bestrijding van deze ziekte worden uitgegeven, wees er o.m. op, dat het sterftecijfer aan T.B.C.-patiënten in Nederland per jaar vier maal zo hoog is als aan patiënten lijdende aan een of andere besmettelijke ziekte. Over de gehele wereld wordt het aantal T.B.C.-pa tiënten op circa 50 millioen geschat. Velen van hen mogen niet in hun oude beroep terugkeren of zien hun plaats in het arbeidsproces door an deren bezet. Ook zij moeten, b.v. door herscholing, geholpen worden. Tenslotte we kte spr. op als lid toe te treden. Aldus levert men niet en kel zijn bijdrage in de strijd tegen de T.B.C.-bestrijding, doch ontvangt men bij opname in een sanatorium een suppletie van 2.per daj de verpleegprijs.. De avond, onder leiding van voor zitter J. Ober, werd afgewisseld door het optreden van het Banjo-ensemble „De Gibama's" uit Den Haag. Na af loop volgde nog een gezellig samen zijn, dat werd opgeluisterd door „The Travelling Brothers" o.l.v. de heer H. v. d. Berg. Telefoon in de nabijheid. ging, direct na de oorlog, en bij de voorbereiding daarvan vormde Lei den het centrum. Toen de oorlog voorbij was, stond hij weer meteen op het eerste plan en wij herinneren ons de eerste contact-bijeenkomst, gehouden in de zaal van het SJF.L. aan de Nieuwstraat, waar bleek, dat moderator Beune zich er terdege re kenschap van gaf, dat de voor-oorlog- se tijd had afgedaan en dat nieuwe wegen moesten worden ingeslagen. Daaraan heeft hij niet zoveel meer kunnen doen, want op 5 Januari 1946 kwam geheel onverwacht het bericht, dat hij benoemd was tot pastoor te Bloemendaal als opvolger van wij len pastoor mgr. L. J. Willenborg. afscheidsavond in de Leidse Schouwburg bewees wel, dat men on gaarne de rector liet gaan, die ook vele malen beluisterd werd als predi kant bij vele kerkelijke feesten in de verschillende parochies van Leiden en omgeving. Maar met datzelfde enthousiasme van zyn Leidse tijd begon pastoor Beune met zijn werk in Bloemen daal. Daar wachtte hem geen eenvou dige taak, maar hij achtte het een eer, dat zijn kerk tevens de Prima Primaria-kerk was van^het Wereld- ziekenapostolaat. Met veel ijver orga niseerde hij de bekende ziekentriduaA, en met voortvarendheid maakte hij' plannen voor de bouw van een nieu we kerk. Zijn organisatorische talen* ten kwamen hem goed van pas en thans is de beuw reeds zover gevor derd, dat de nieuwe Prima Primaria- kerk vermoedelijk in Juni van dit jaar geconsacreerd zal worden door mgr. J. P. Huibers. Pastoor Beune zal dit niet meer mogen beleven. Het laatste jaar voor al heeft hem grote zorgen gebracht, want niet alleen moesten hij en zijn twee kapelaans de eigen parochie kerk bedienen, maar ook een hulp kerk, terwijl de geestelijke verzor ging van het Provinciaal Ziekenhuis te Santpoort onder deze parochie valt. Door de ziekte en het overlij den van zijn kapelaan C. van Gein, in December 1953, werd het werk nog moeilijker en thans is hij zelf naar een beter leven overgegaan. De Metten zullen Dinsdagavond in de parochiekerk gezongen worden; Woensdagochtend om half tien vol gen de Lauden, waarna om tien uur de plechtige uitvaartmis opgedragen wordt. Daarna geschiedt de begrafe nis op het St. Adalbertuskerkhof te Bloemendaal. De lijkrede zal gehou den worden door rector H. Sondaal. Tijdens de H.H. Missen in de Bloe- mendaalse parochiekerk heeft de mo derator van het Wereldziekenaposto- laat, kapelaan Roosen, de overleden pastoor herdacht. Het heengaan van deze actieve priester, die zich welbewust was van eigen menselijke fouten, moge ook voor vele vrienden in Leiden en omgeving aanleiding zijn tot een her denken bij hun gebeden. Han de Wilde gaat het amateur-toneel verlaten Op 13, 18 en 20 Februari a.s. hoopt de bijna 100-jarige K.V. „Litteris Sacrum" in de Leidse Schouwburg op te voeren „De Patriot", een spel in 9 taferelen van Alfred Neumann. Met deze opvoering van dit bij zonder mooie en op historische fei ten berustende spel, zal de heer H. de Wilde, die de titelrol zal vervul len, afscheid nemen van het ama teurtoneel. Hoewel dit reeds aanlei ding kan zijn een van de opvoerin gen te gaan beluisteren en bezien,- is bovendien het gegeven van der mate fascinerende aard, dat de toe schouwer van het begin tot het ein de de hof-intriges en de samenzwe ring tegen Tsaar Paul I als het ware persoonlijk beleeft. Het stuk speelt omstreeks 1800 aan het Hof van de toenmaals rege rende Tsaar Paul I. Prachtige cos tumes, rijke décors, een zeer sterk toneelwerk en een afscheidsrol van de heer De Wilde zijn een gang naai de Schouwburg waard. In verband met de lengte van het stuk is het aanvangsuur gesteld op half acht. Titus Brandsmaschool op de gladde ijzers Zaterdag was het feest van Titus Brandsma. Dat was aanleiding voor de leraren van de R.K. Jongens-Ulo „Titus Brandsma" te Leiden om iets bijzonders van deze dag te maken. Op het programma stond eerst een H. Mis. Daarna waren er schaats wedstrijden voor juniores en senio res. De wedstrijden werden gehou den op de ijsbaan tussen het Schut tersveld en de Maredijk. Het weer werkte prachtig mee en de wedstrij den hadden een vlot verloop. Eerst werden de kortebaanwedstrijden ge reden. Bij de seniores was de uit slag: 1. Th. Vermey, 4B; 2. G. v. Leeuwen, 4B; 3. A. Bentvelzen, 4A; 4. L. v. d. Geest, 4B. Bij de junio res: 1. Göbel, IC; 2. Ammerlaan, 1D; 3. Elderhorst, 1D; 4. v. d. Meer, 1D. Bij de lange afstand was zowel bij de seniores als bij de juniores een prachtige strijd te zien. Bij de senio res ging de strijd hoofdzakelijk tus sen Vermey en v. Leeuwen. Vermey, v. Leeuwen en v. d. Plas waren met z'n drieën uitgelopen, toen v. d. Plas kwam te vallen en in de volgende groep rijders terecht kwam. Toen ging de strijd nog tus sen Vermey en v. Leeuwen. De laat ste moest ten slotte in Vermey z'n meerdere erkennen. De uitslagen waren bij de Senio res: 1. Th. Vermey, 4B; 2. G. v. Leeuwen, 4B; 3. W. v. d. Plas, 4A; 4. Th. Hoogeveen, 3A. Juniores: 1. v. d. Wereld, 2A; 2. v. d. Meer, 1D; 3. v. Stade, IC; 4. v. d. Klugt, 1D.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 2