Leidse Universiteit heeft weer klokken
VANDAAG 379ste DIES NATALIS
Pastoor L. A. J. M* Beune f
H.M. Koningin Juliana was
Zondag onder de reünisten
„Geloof en Natuurwetenschap"
in de Christen Studentenraad
Rector magnificus
over „Universiteit
hield dies-rede
en Strafrecht
Vermindering van het strafleed
ïn de nieuwe klokken blijven de
oude symbolisch voortleven
Goede propaganda-avond voor
t.b.c.-bestrijding in Leiden
MAANDAG 8 FEBRUARI 1954
DE LEIDSE COURANT
EERSTE BLAD PAGINA 2
\7ANDAAG VIERT DE LEIDSE UNIVERSITEIT haar 379ste verjaardag.
Voor deze Dies is door de commissie wederom een zeer uitvoerig pro
gramma samengesteld, waarvan wij Vrijdag en Zaterdag reeds verslagen
brachten ("toneel en tentoonstellingen). Zaterdag werd in verschillende
zalen een groot aantal colleges gehouden, waarvoor zowel de studenten als
de talrijke reünisten, die dezer dagen in Leiden vertoeven, grote belang
stelling toonden. Onder de reünisten bevond zich gisteren H.M. Koningin
Juliana, die om 12 uur bij de Zuiderkerk aan de Lammenschansweg arri
veerde, om zoals gebruikelijk de bijeenkomst van de Christen Studen
tenraad bij te wonen. Na afloop hiervan begaf H. M. die in de kerk gewoon
tussen de reünisten had plaats genomen en niet persoonlijk verwelkomd
was zich, vergezeld van enige jaar-genoten, wandelend door de stad
naar De Doelen aan het Rapenburg, waar de lunch gebruikt werd. Na afloop
hiervan woonde H. M. in de stadsgehoorzaal het studium generale van prof.
dr. J. L. van Ilolk bij. Daarna vertrok de Koningin weer per auto naar
Soestdijk. Vandaag de eigenlijke dag beperkte het program zich tot
dt Dies-rede van de rector magnificus, hedenmiddag om twee uur in de
Stadsgehoorzaal, en tot een bijzondere plechtigheid, die hedenmorgen om
half elf op het Academieplein plaats vond: inwijding van de twee nieuwe
klokken, die na de thans aan de gang zijnde restauratie van de Academie
toren, de in 1943 door de Duitsers geroofde klokken zullen vervangen.
Traditie-getrouw heeft de Christen
Studenten Raad tijdens de Dies-vie
ring weer een bijeenkomst gehouden
in de Zuiderkerk, die gistermiddag
om 12 uur geopend werd door de
praeses, de heer A. W. Cramer. Na
orgelspel van de heer A. Vroegop
kwam eerst prof. dr. G. J. Sizoo
(Leiden) aan het woord om het the
ma „Geloof en Natuurwetenschap"
van protestantse zijde te belichten.
Vervolgens sprak prof. dr. H. J. Lam-
mers (Nijmegen), die er zijn katho
lieke visie op gaf.
Prof. Sizoo betoogde, dat er zon
der openbaring geen geloof van de
kant der mensen mogelijk is en dat
Het hoogtepunt van de Dies-vie- j godsdienst, enz. Deze erkenning en
ring is ieder jaar de Dies-rede van J het streven naar gelijkheid der men
de rector-magnificus die hedenmid- sen wordt voortdurend doorbroken
door de verschillen, die er tussen de
mensen bestaan. Bovendien ontstaan
er botsingen door het streven van
de mens naar vrijheid van denken
en overtuiging en ook naar de deugd.
Uit deze conflicten en verschillen
vloeit de criminaliteit met wetma
tigheid voort.
Er is steeds een vrij vast percen
tage debielen en intellectueel min
der begaafden, die 4 a 5 maal meer
kans hebben crimineel te worden
dan andere mensen. Ook op moreel
gebied zijn ér debielen en minder
begaafden. Evenals over het intel-
ligentie-quotient zou men dus ook
over het moraliteitsquotient kunnen
spreken, dat echter thans nog slechts
gebrekkig gemeten kan worden. Van
mensen met een moraliteitsquotient
beneden het normale mag men geen
moraliteit verwachten ais van een
normaal mens.
dag in de grote stadsgehoorzaal werd
uitgesproken door prof. mr. J. M.
van Bemmelen over „Universiteit
en Strafrecht".
In 1594 leverden enige Leidse
hoogleraren de eerste universitaire
bijdrage tot vorming van het straf
recht, aldus prof. Van Bemmelen,
door advies aan het Hof van Hol
land uit te brengen over de ondeug
delijkheid van de waterproef in hek
senprocessen. Voor het strafrecht
was dit zeer belangrijk, want reeds
in 1610 kwamen er, mede door dit
advies, in Holland geen heksenpro
cessen meer voor. Het vertrouwen in
de strafwetgever en rechter werden
er door geschokt, omdat wat eerst
een ernstig misdrijf was, nu slechts
in de fantasie bleek te bestaan. Dit
leidde tot de vraag of het kwaad
wel in werkelijkheid bestaat, niet
slechts een schijnbeeld is. In diep
ste wezen ging het om het geloof
aan goed en kwaad. Wat blijft er
van het fundament van het straf
recht over wanneer er voor. God
geen kwaad bestaat en de duivel
geen macht heert?
Stilstand
De vooruitgang van het strafrecht
en de misdaadbestrijding heeft in
Nederland meer dan een eeuw stil
gelegen, omdat de Calvinisten, die
aan heksen en duivel geloofden, het
wonnen van de Remonstranten, bij
welke strijd de Leidse Universiteit
in het centrum van de belangstel
ling heeft gestaan.
Door de philosophie van Descartes
en Spinoza werd het vraagstuk van
de oorsprong van zonde en misdaad
opnieuw acuut, maar aan de univer
siteiten werd het verkondigen van
hun leerstellingen verboden. Pas
door de benoeming van Modderman
in 1870 kreeg net strafrecht
eigen plaats in het universitair be
stel. Overigens heeft het strafrecht
zich verder ontwikkeld zonder zich
iets aan de oplossing van het vraag
stuk van zonde en misdaad gelegen
te laten liggen.
Heden en toekomst
Prof. Van Bemmelen vroeg zich
vervolgens af hoe de strafrechtge-
leerde van heden staat tegenover de
oorsprong van zonde en misdaad en
de daarmee samenhangende vragen
óver determinisme, vrije wil en het
al of niet verantwoordelijk zijn voor
goede en verkeerde daden. Hij stel
de voorop, dat goed en kwaad rea
liteiten zijn in de menselijke geest
en dat het goede o.a. bestaat uit
naastenliefde, waaruit voortvloeit
het erkennen van de gelijkwaardig
heid van de mensen, ondanks alle
verschillen in intellect, moraal, ras,
Studium Generale
over aspecten van
Tijd en Eeuwigheid
Tijdens het studium generale, dat
prof. dr. J. L. van Holk gistermid
dag in de Stadsgehoorzaal hield, be
handelde hij enige aspecten van de
moeilijke wijsgerige problemen rond
de begrippen tijd en eeuw'gheid. In
het bijzonder behandelde spr. het
geen men onder tijd dient te ver
staan de onweerhoudbare, onom
keerbare, meetbare cosmische tijd
en hoe de godsdienst tegenover de
tyd staat met betrekking tot begrip
pen als bekering, berouw na de zon
de en vergiffenis.
Spr. besloot zijn voordracht met
het formuleren van de mening, dat
de goddelijke eeuwigheid inderdaad
de mens bevrijden kan van de ban
van de tijd in die zin, dat de tijdma-
tigheid tot heil bevrijd kan worden
door het eeuwigheidsleven. Elemen
ten voor die gedachte kan men in
velerlei wijsgerige beschouwingen
door de eeuwen heen terugvinden.
Het is de uiteindelijke consequentie
van de door God gegeven vernieu
wing van het leven.
Uit genoemde wetmatigheid vJoeit
echter geen opheffing van de ver
antwoordelijkheid van de mens
voort, evenmin als de zinloosheid
van beloning en straf.
In den loop der laatste eeuwen
worden steeds grotere groepen van
kinderen, jeugdigen, psychopathen
en andere geesteszieken via maat
regelen en voorwaardelijke veroor
delingen aan het eigenlijke straf-
leer onttrokken, omdat men is gaan
inzien, dat zy tot hun verkeerde da
den gebracht worden door oorzaken
waaraan zijn niets kunnen doen.
Door het ontdekken van meer oor
zaken der criminaliteit zullen er in
de toekomst steeds grotere groepen
aan het strafleed onttrokken worden,
zonder echter de menselijke verant
woordelijkheid geheel uit te schake
len.
de natuur als openbaring van God
ook het voorwerp van 's mensen on
derzoek is. De bestudering van de
natuur kan de mens brengen t.ot het
vermoeden van een opperwezen, niet
verder. De Schrift echter openbaart
de persoonlijke God.
Via Plato, Aristoteles en de 19e
eeuwse worstelaars met dit probleem
kwam spr. tot de moderne probleem
stelling. De 19e eeuw leed aan over
schatting van het natuur-wetenschap
pelijk denken. Dat deze overschatting
thans ook door de natuur-weten-
schappelijk denkenden wordt inge
zien, bewijst de onmogelijkheid om
dit denken te hanteren als bewijs
voor het geloof, omdat onze door de
zonde geschonden natuur de kosmos
niet kan doorzien. De grootste zon
de van de wetenschappelijke denkers
noemde spr. de zelfverheffing en zelf
handhaving. De zekerheid van het
geloof moet bewaard worden door
een zich telkens weer gevangen ge-
ven aan God. Dit geldt voor alle ge
lovigen, maar voor de natuur-onder-
zoekers in veel dringender mate.
Het geloof kan ook door zijn in
houd een positief element in de na-
tuur-studie zijn. Spr. noemde enige
eigenschappen, die de natuurvorser
daarbij moet hebben, o.a. een grote
eerbied voor de werkelijkheid en een
eerlijke erkenning van eigen be
grensdheid. Aldus zijn geloof en na
tuur-wetenschap wel degelijk ver
enigbaar.
Van object naar subject.
Prof. Lammers betoogde, dat met
het verminderen van de spanning
tussen geloof en wetenschap in de
laatste decennia, het probleem zich
verlegd heeft van object naar sub
ject. De onzekerheid van de mo
derne mens is een facet van de pro
blematiek en stelde vervolgens, dat
door de verminderde spanningen de
persoonlijke spanningen niet opgehe-
van zijn. Men ontkomt er niet aan 'n
wijsgerig standpunt in te nemen; van
daar de veelheid van wijsgerige me
ningen. Maar ook de wijsbegeerte
kan geen antwoord geven op de laat
ste vragen; dat kan alleen het geloof.
Spr. zette het katholieke standpunt
ten aanzien van dit thema uiteen en
wees op de spanningen, die ten aan
zien van het aanvaarden van gezag,
geloof en openbaring, van theologie
en wijsbegeerte optreden.
In de natuur-wetenschap komt dit
probleem nog sterker naar voren
door de speciale eisen die deze we
tenschap stelt. Een van de grootste
gevaren is de strophie van de ge
loofskennis. Geloofskennis'is welis
waar geen conditio sine qua non voor
geloofsbeleving, maar het ontbreken
van het eerste brengt wel gevaren
voor verarming van het laatste mee.
nieuwe klokken geworpen, zodat de
oude klokken symbolisch blijven
voortleven.
Mevr. J. W. de Vos van Steenwijk
Van Royen doopte hierna de grote
klok (uurslag), die de naam „Liber-
tas" (Vrijheid) draagt, met cham
pagne uit de Pocol, de Alexander-
beker van het Leids Studentencorps.
Vervolgens doopte de echtgenote van
de rector magnificus, mevr. C. A. D.
van BemmelenKluit, de kleinè
klok „Scienta" (Wetenschap). Bei
de dames sloegen met een houten ha
mer o-p de klokken om de omstanders
het geluid te laten horen. Bing-bang,
klonk het over het met sneeuw ge
tooide Rapenburg. Als over enige
maanden de restauratie van de Aca
demie-toren teneinde is, zullen de
klokken opgehangen worden en de
stem van Leidens Universiteit weer
over de stad laten klinken.
Het Leidse Studenten Zangkoor
luisterde de plechtigheid op met een
8-stemmige canon van Bach, uitge
voerd onder leiding van de heer J.
Seyffert.
Zaterdagavond om half zeven is in
de Mariastichting te Haarlem over
leden de zeereerwaarde heer L. A. J.
M. Beune, pastoor van de parochie
der Allerheiligste Drieëenheid te
Bloemendaal. Op Kerstmis van het
vorig jaar kreeg pastoor Beune een
hartaandoening, waarna hij kort
daarop in de Mariastichting te Haar
lem werd opgenomen. Bij een twee
de aanval werd hij van de Sacramen
ten der Stervenden voorzien, maar
langzaam kwam er wel enige kente
ring ten goede.
Gedreven door een ontembare
werklust liet hij zich tien dagen ge
leden nog met een taxi naar Bloe
mendaal vervoeren om zich op de
hoogte te stellen van de bouw van
zijn nieuwe kerk. Zaterdagavond ech
ter kwam er plotseling een nieuwe
hartaandoening en dat betekende het
einde.
Vele katholieken uit Leiden en om
geving zullen met weemoed de dood
vernomen hebben van deze pastoor,
die voor hen nog steeds is „rector
Beune". Ruim twaalf jaar immers
heeft pastoor Beune in Leiden ge
werkt, waar in zijn rectoraat aan de
Zoeterwoudsesingel de centrale was
gevestigd van de nationale K.J.M.V.
Pastoor Beune werd geboren in
Amsterdam op 18 April 1896 en prie:
ter gewijd op 21 Mei 1921. Zijn eer
ste priesterlijke werkzaamheden ge.
schiedde reeds in de omgeving van
Leiden, want op 13 Augustus 1921
werd hij benoemd tot kapelaan van
de St. Willibrord-parochie te Oegst-
geest. Daar ontwikkelde hij reeds een
grote activiteit en node zagen de
parochianen van KerkWerve hem na
bijna vier jaren weer gaan, toen hij
op 21 Maart 1925 benoemd werd in
de parochie van Onze Lieve Vrouw
Visitatie (thans H. Liduina) te Schie
dam. Daarna was pastoor Beune nog
kapelaan te Amsterdam (H. Nicolaas
en Barbara) en te Haarlem (H. Li
duina), maar op 29 December 1934
werd hij benoemd tot rector van het
St. Liduina-huis aan de Zoeterwoud
sesingel te Leiden.
In die functie hebben Zusters en
kinderen van het huis de rector le
ren kennen als een hartelijk zielzor
ger, die bij alle drukke werkzaamhe
den huitenshuis alle zorg wijdde aan
de belangen van de bewoners van
het huis.
De „buitenwereld" en vooral de
jongeren hebben rector Beune echter
vooral leren kennen als de nationaal
moderator van de K.J.M.V., met wel
ke functie hij eveneens in 1934 be
last werd. Het is moeilijk om in kort
bestek weer te geven, welke enorme
verdiensten moderator Beune zich
voor de K.J.M.V. heeft verworven.
Hij was de stimulerende en de active
rende priester, die moeite noch tijd
spaarde om de K.J.M.V. tot bloei te
brengen. Hij was er zich van bewust,
dat de Katholieke jonge middenstan
ders een geheel eigen groepering vor
men, maar hij vond de juiste toon om
deze mensen samen te bundelen. De
periode van moderator Beune viel
samen met de roemruchte jaren van
„De Keten", en het is bekend, hoe
zwaar het hem aan het hart ging,
toen in de bezettingstijd de Duitsers
ook de K.J.M.V. met één slag ver
nietigden. Het had er alle schijn van,
dat al die tochten, al die speeches, al
die acties geen resultaat hadden op
geleverd, maar de moderator ging in
stilte door. Het rectoraat in de Sleu
telstad werd het centrum van her
nieuwde activiteit, met een kern van
oude getrouwen werd het werk
voortgezet; dank zij vele godsdiensti
ge activiteiten werd de onderlinge
band bewaard en insiders weten, wat
daarbij de steun van moderator Beu
ne betekend heeft.
Rector Beune werkte tevens aan
de heropbouw van de jongerenbewe-
Brandend Maagzuur
dat schrijnt
tot hoog in do hooi
kunt U blussen in de kiem. Neem
simpelweg een of twee Rennies
langzaam laten smelten op de tong
en het leed is bezworen. Onmid
dellijk! Geen wonder dat U voor en
na mensen ontmoet die steevast Ren
nies bij zich hebben praktisch en
hygiënisch verpakt. En onopgemerkt
in te nemen, zonder water of wat
ook.
(Advertentie).
Een klein gezelschap van genodig
den had zich hedenmorgen om half
elf op het Academieplein verzameld
rond de twee klokken, die in met
groen versierde stellages waren op
gehangen. De president-curator van
de Leidse Universiteit, dr. J. E. baron
De Vos van Steenwijk hield een kor
te toespraak, waarin hij herinnerde
aan de klokkenroof in 1943.
Hoewel de oude klokken door He-
mony gegoten waren, vielen zy toch
niet onder de uitzonderingen wegens
historische waarde. Bovendien was
het onmogelijk de grote klokken te
Mevr. De Vos van Steenwijk (links)
slaat met een houten hamer op de
grote klok. Rechts de president cura
tor. (Foto: „De Leidse Courant")
laten onderduiken. Er zat dus niets
anders op, dan de Duitsers hun gang
te laten gaan. De klokken moesten in
de toren eerst stuk geslagen worden
alvorens zij omlaag gebracht konden
worden. Daarbij zijn enige stukjes
gered kunnen worden. Een ligt er in
het Academisch museum, een ander
werd door prof. Bakhuizen van den
Brink in de klokkenspijs van de
„Hoewel wij er ons over verblij
den, dat het sterftecijfer van aan T.
B.C. lijdende patiënten dalende is
en Nederland, na Denemarken, het
laagste T.B.C.-sterftecijfer in Europa
noteert, moeten wij er rekening me
de houden, dat nog jaarlijks in ons
land 14 a 15.000 nieuwe gevallen
worden geconstateerd. Ondanks het
feit, dat tal van nieuwe geneesmid
delen worden aangewend en men ook
al tot opereren overgaat, is onze strijd
tegen deze ziekte nog lang niet ten
einde".
Aldus sprak Zaterdag de bondsse-
cretaris van de Vereniging tot behar
tiging der belangen van T.B.C.-pa-
tiënten in Nederland, de heer C. A.
Bergh, op de in het St. Antonius-
Clubhuis gehouden propaganda-feest-
avond van de afdeling Leiden.
Spreker, die verder uitweide over
de grote bedragen, welke jaarlijks in
ons land (plm. 100 millioen gulden)
aan de verpleging en verzorging van
T.B.C.-patiënten en de bestrijding
van deze ziekte worden uitgegeven,
wees er o.m. op, dat het sterftecijfer
aan T.B.C.-patiënten in Nederland
per jaar vier maal zo hoog is als aan
patiënten lijdende aan een of andere
besmettelijke ziekte. Over de gehele
wereld wordt het aantal T.B.C.-pa
tiënten op circa 50 millioen geschat.
Velen van hen mogen niet in hun
oude beroep terugkeren of zien hun
plaats in het arbeidsproces door an
deren bezet. Ook zij moeten, b.v. door
herscholing, geholpen worden.
Tenslotte we kte spr. op als lid toe
te treden. Aldus levert men niet en
kel zijn bijdrage in de strijd tegen
de T.B.C.-bestrijding, doch ontvangt
men bij opname in een sanatorium
een suppletie van 2.per daj
de verpleegprijs..
De avond, onder leiding van voor
zitter J. Ober, werd afgewisseld door
het optreden van het Banjo-ensemble
„De Gibama's" uit Den Haag. Na af
loop volgde nog een gezellig samen
zijn, dat werd opgeluisterd door „The
Travelling Brothers" o.l.v. de heer
H. v. d. Berg.
Telefoon
in de nabijheid.
ging, direct na de oorlog, en bij de
voorbereiding daarvan vormde Lei
den het centrum. Toen de oorlog
voorbij was, stond hij weer meteen
op het eerste plan en wij herinneren
ons de eerste contact-bijeenkomst,
gehouden in de zaal van het SJF.L.
aan de Nieuwstraat, waar bleek, dat
moderator Beune zich er terdege re
kenschap van gaf, dat de voor-oorlog-
se tijd had afgedaan en dat nieuwe
wegen moesten worden ingeslagen.
Daaraan heeft hij niet zoveel meer
kunnen doen, want op 5 Januari 1946
kwam geheel onverwacht het bericht,
dat hij benoemd was tot pastoor te
Bloemendaal als opvolger van wij
len pastoor mgr. L. J. Willenborg.
afscheidsavond in de Leidse
Schouwburg bewees wel, dat men on
gaarne de rector liet gaan, die ook
vele malen beluisterd werd als predi
kant bij vele kerkelijke feesten in de
verschillende parochies van Leiden en
omgeving.
Maar met datzelfde enthousiasme
van zyn Leidse tijd begon pastoor
Beune met zijn werk in Bloemen
daal. Daar wachtte hem geen eenvou
dige taak, maar hij achtte het een
eer, dat zijn kerk tevens de Prima
Primaria-kerk was van^het Wereld-
ziekenapostolaat. Met veel ijver orga
niseerde hij de bekende ziekentriduaA,
en met voortvarendheid maakte hij'
plannen voor de bouw van een nieu
we kerk. Zijn organisatorische talen*
ten kwamen hem goed van pas en
thans is de beuw reeds zover gevor
derd, dat de nieuwe Prima Primaria-
kerk vermoedelijk in Juni van dit
jaar geconsacreerd zal worden door
mgr. J. P. Huibers.
Pastoor Beune zal dit niet meer
mogen beleven. Het laatste jaar voor
al heeft hem grote zorgen gebracht,
want niet alleen moesten hij en zijn
twee kapelaans de eigen parochie
kerk bedienen, maar ook een hulp
kerk, terwijl de geestelijke verzor
ging van het Provinciaal Ziekenhuis
te Santpoort onder deze parochie
valt. Door de ziekte en het overlij
den van zijn kapelaan C. van Gein,
in December 1953, werd het werk
nog moeilijker en thans is hij zelf
naar een beter leven overgegaan.
De Metten zullen Dinsdagavond in
de parochiekerk gezongen worden;
Woensdagochtend om half tien vol
gen de Lauden, waarna om tien uur
de plechtige uitvaartmis opgedragen
wordt. Daarna geschiedt de begrafe
nis op het St. Adalbertuskerkhof te
Bloemendaal. De lijkrede zal gehou
den worden door rector H. Sondaal.
Tijdens de H.H. Missen in de Bloe-
mendaalse parochiekerk heeft de mo
derator van het Wereldziekenaposto-
laat, kapelaan Roosen, de overleden
pastoor herdacht.
Het heengaan van deze actieve
priester, die zich welbewust was
van eigen menselijke fouten, moge
ook voor vele vrienden in Leiden en
omgeving aanleiding zijn tot een her
denken bij hun gebeden.
Han de Wilde gaat het
amateur-toneel verlaten
Op 13, 18 en 20 Februari a.s. hoopt
de bijna 100-jarige K.V. „Litteris
Sacrum" in de Leidse Schouwburg
op te voeren „De Patriot", een spel
in 9 taferelen van Alfred Neumann.
Met deze opvoering van dit bij
zonder mooie en op historische fei
ten berustende spel, zal de heer H.
de Wilde, die de titelrol zal vervul
len, afscheid nemen van het ama
teurtoneel. Hoewel dit reeds aanlei
ding kan zijn een van de opvoerin
gen te gaan beluisteren en bezien,-
is bovendien het gegeven van der
mate fascinerende aard, dat de toe
schouwer van het begin tot het ein
de de hof-intriges en de samenzwe
ring tegen Tsaar Paul I als het ware
persoonlijk beleeft.
Het stuk speelt omstreeks 1800
aan het Hof van de toenmaals rege
rende Tsaar Paul I. Prachtige cos
tumes, rijke décors, een zeer sterk
toneelwerk en een afscheidsrol van
de heer De Wilde zijn een gang naai
de Schouwburg waard.
In verband met de lengte van het
stuk is het aanvangsuur gesteld op
half acht.
Titus Brandsmaschool op
de gladde ijzers
Zaterdag was het feest van Titus
Brandsma. Dat was aanleiding voor
de leraren van de R.K. Jongens-Ulo
„Titus Brandsma" te Leiden om iets
bijzonders van deze dag te maken.
Op het programma stond eerst een
H. Mis. Daarna waren er schaats
wedstrijden voor juniores en senio
res. De wedstrijden werden gehou
den op de ijsbaan tussen het Schut
tersveld en de Maredijk. Het weer
werkte prachtig mee en de wedstrij
den hadden een vlot verloop. Eerst
werden de kortebaanwedstrijden ge
reden. Bij de seniores was de uit
slag: 1. Th. Vermey, 4B; 2. G. v.
Leeuwen, 4B; 3. A. Bentvelzen, 4A;
4. L. v. d. Geest, 4B. Bij de junio
res: 1. Göbel, IC; 2. Ammerlaan,
1D; 3. Elderhorst, 1D; 4. v. d. Meer,
1D.
Bij de lange afstand was zowel bij
de seniores als bij de juniores een
prachtige strijd te zien. Bij de senio
res ging de strijd hoofdzakelijk tus
sen Vermey en v. Leeuwen.
Vermey, v. Leeuwen en v. d. Plas
waren met z'n drieën uitgelopen,
toen v. d. Plas kwam te vallen en in
de volgende groep rijders terecht
kwam. Toen ging de strijd nog tus
sen Vermey en v. Leeuwen. De laat
ste moest ten slotte in Vermey z'n
meerdere erkennen.
De uitslagen waren bij de Senio
res: 1. Th. Vermey, 4B; 2. G. v.
Leeuwen, 4B; 3. W. v. d. Plas, 4A;
4. Th. Hoogeveen, 3A.
Juniores: 1. v. d. Wereld, 2A; 2.
v. d. Meer, 1D; 3. v. Stade, IC; 4.
v. d. Klugt, 1D.