Maria's verschijning te Lourdes
's Werelds grootste bedevaartplaats
HET DOGMA DER ONBEVLEKTE ONTVANGENIS IN 1858 BEVESTIGD
MENING GEVRAAGD
De „Ster" van de week
ZATERDAG 30 JANUARI 1954
DE LE1DSK CQURANT
TWEEDE BI AD - PAGINA 1
RAUWELIJKS vier jaar nadat de
H. Kerk in 1854 de Onbevlekte
Ontvangenis van Maria tot dogma
verklaard had en daarmede de katho
lieke wereld voorhield, dat de Moe
der van God zonder zonde was ont
vangen, vond in het dorpje Lourdes,
midden in de ruige Pyreneeën, de
verschijning plaats, waarvan de mare
zich over heel de wereld verbreidde.
Het was alsof de Hemel een godde
lijke bevestiging wilde geven van het
veel omstreden dogma, toen Maria
verscheen aan Bernadette en het een
voudige herderinnetje mededeelde:
„Ik ben de Onbevlekte Ontvange
nis". Een boodschap, die het meisje
nauwelijks begreep, maar toch letter
lijk overbracht aan haar talrijke on
dervragers. Het was de oorsprong
van een wereldomvattende verering
van Maria als de Onbevlekt Ontvan-
gene, die in de loop van bijna hon
derd jaar talloze millioenen naar
Lourdes getrokken heeft, dat het
grootste genade-oord ter wereld
werd. Waar ter wereld men ook j
komt, overal is Lourdes bekend. En j
ontelbaren zien het als de vervulling
van hun grootste levenswens eens te
mogen knielen bij de grot van Mas-1
sabielle, de heilige plaats, die nadien j
nog herhaaldelijk getuige is ge-
weest van wonderbare genezingen,
nieuwe bevestigingen van Maria's
Onbevlekte Ontvangenis.
tholieke wereld in 1954 viert, krijgt
de datum van 11 Februari bijzondere
glans. Meer dan andere jaren zal men
in gedachten even stilstaan bij de
verschijning van Maria in Lourdes
(1858) en zich opnieuw de geschiede
nis herinneren van Bernadette Soubi- j
rous, de begenadigde zienster. Op
vele plaatsen zal het feest van Lour
des dit jaar bijzonder gevierd wor
den, in Leiden met een mooie Lour-
des-avond op Maandag 15 Februari
in het St. Antonius Clubhuis aan de
Mare. Het is zowel om de verschij
ning te Lourdes als om deze her
denkingsbijeenkomst, dat wij in
twee artikelen de aandacht vragen
voor deze gebeurtenis, waarvan in
1958 het eeuwfeest zal worden ge
vierd. Vandaag beperken wij ons tot
het onopgesmukte verhaal van de
verschijningen. Volgende week Zater
dag hopen wij een reportage te pu
bliceren met persoonlijke indrukken,
die een onzer redacteuren bij zijn be
zoek aan Lourdes opdeed. Mogen bei
de artikelen bijdragen tot een bij
zondere beleving van het feest en tot
grote belangstelling voor de bijeen
komst van 15 Februari.
BIJ DE FOTO'S
Links ziet men een landschap in
de woeste Pyreneeën. In de da
len tussen hoge bergen, die
schaars begroeid zijn. slingeren
zich bochtige wegen, waaraan
hier en daar enige huisjes zijn
gebouwd. Rechts ziet men het
beeld van Maria in de rots, zo
als Bernadette de verschijning
zag. De foto onder is een blik op
de stad Lourdes met de paro
chiekerk niet de basiliek
in het centrum.
(Foto's: „De Leidse Courant")
HET WAS OP Donderdagmorgen 11 Februari
1858, toen Bernadette met haar zusje en een
vriendinnetje hout sprokkelde aan de oever van'
de Gave. Het meisje stamde van arme ouders,
zó arm dat zij hun huis moesten verlaten en
tenslotte nergens anders onderdak konden vin
den dan in een vervallen gevangenis, die zelfs
voor boeven geen menswaardig onderdak meer
bood.
De meisjes volgden het pad, dat naar de rivier
leidde, en kwamen tenslotte bij een rots met een
natuurlijke grot, die Massabielle genoemd werd.
Daar bevond zich een slootje met weinig water
en twee van de meisjes waadden óndanks het
gure Februari-weer door het koude water. Ber
nadette echter aarzelde, maar tenslotte begon ook
zij haar kousen uit te trekken. Haar zusje en
vriendinnetje waren reeds voorgegaan.
Plotseling hoorde zij een krachtige stormwind,
terwijl toch alles rustig bleef en niets bewoog.
Angstig keek Bernadette rond zich heen. Haar
blik viel op de rots, waarin een wilde struik
door de storm heftig heen en weer bewogen
werd.
Boven de struik bevond zich een opening,
waaruit een goudglanzend licht straalde. In dat
licht zag Bernadette hoe zich langzaam een vrou
wenfiguur aftekende van onbeschrijfelijke
schoonheid. Het meisje dacht, dat zij droomde,
maar de verschijning wenkte haar naderbij te
komen.
Toen zag Bernadette haar goed; het was een
meisje van omstreeks 17 jaar, groot en slank,
met blauwe ogen en bruin haar, dat in lokken
langs het blanke voorhoofd hing. Zij droeg een
kleed, dat witter was dan sneeuw, een witte
hoofddoek die op de schouders afhing, een cein
tuur van hemelsblauw en een rozenkrans met
gouden snoer. Gbuden rozen lagen aan haar
voeten.
PLOTSELING voelde Bernadette geen angst
meer; zij haalde snel haar rozenkrans te
voorschijn en begon te bidden- De verschijning
deed hetzelfde. Haar zusje en vriendinnetje
kwamen naderbij en op dat moment verbleekte
het licht van de verschijning.
Bernadette vertelde wat haar overkomen was,
maar de meisjes lachten haar uit. Reeds 's avonds
had het verhaal zijn ronde gedaan in het dorp
en iedereen lachte er om.
Pas op Zondagmiddag mocht zij weer naar
Massabielle toe; een grote groep vriendinnetjes
vergezelde haar. Nauwelijks zag Bernadette de
grot, of zij riep uit: „Ja, daar is zij. Ze zegt
me goede dag". Zij sprenkelde_ wijwater in de
rotsspleet, terwijl de verschijning haar handen
uitstrekte. Weer knielde Bernadette neer; alle
kleur week van haar gezicht; het was of zij ver
stard was.
Angstig holden de meisjes, die de verschijning
niet zagen, naar huis terug en tenslotte droeg
vader Soubirous, terwijl hij mopperde, dat Ber
nadette haar familie ten schane maakte, het
meisje naar huis terug.
Donderdagmorgen zag Bernadette de verschij
ning voor de derde keer. Het meisje bood haar
pen en schrijfpapier aan om haar naam op te
schrijven; zij deed het echter niet en beant
woordde ook niet de vraag van Bernadette hoe
zij heette. Wel verzocht de verschijning aan Ber
nadette veertien dagen naar de grot te komen.
Een latere keer beloofde zij Bernadette gelukkig
te zullen maken, maar in een andere wereld.
In het vervolg werd het meisje door de steeds
meer belangstellenden gevolgd, die evenals Ber
nadette brandende kaarsen droegen. Iedere keer
verloor Bernadette zich in extase en wekte de
indruk dood te zijn, zó stil en bleek lag zij er
neergeknield. Zwijgend keek de menigte toe. Eens
leerde de verschijning Bernadette een gebed,
waarvan zij -het geheim moest bewaren, het
geen zij ondanks alle aandrang ook steeds
gedaan heeft.
DE GEESTELIJKHEID van Lourdes hield zich
aanvankelijk geheel afzijdig; de burgerlijke
overheid moest echter maatregelen nemen. Op
zekere ochtend ging de dokter van het dorp mee
naar de grot en beschreef nadien in een rapport
hoe Bernadette langzaam buiten zichzelf geraak
te Zij werd zo wit als marmer en hield haar
ogen onafgebroken op de rots gevestigd. De dok
ter controleerde ondertussen haar pols en de
reflex der ogen. Alles was normaal. Zij was ook
niet bewusteloos, want wanneer haar kaars uit
waaide, reikte zij die zonder iets te zien
achterwaarts, opdat men haar weer vuur zou
geven. „Bid toch voor de zondaars", zei de ver
schijning haar bij die gelegenheid.
Op 23 Februari duurde de verschijning langer
dan anders; zij vertrouwde Bernadette drie ge
heimen toe, waarover het meisje nooit heeft wil
len spreken. De volgende dag toonde Bernadette
bij de verschijning een betraand gezicht en
smeekte de talloze omstanders boete te doen, zo
als de verschijning haar had opgedragen. Ook
werd Bernadette door de verschijning naar de
priesters gezonden om te zeggen, dat er op de
plaats van de verschijning een kapel gebouwd
moest worden en dat men in processie nbar de
grot moest trekken.
De deken van de stad wees het meisje echter
terug. Hij geloofde niet aan de verschijning en
zei Bernadette, dat zij de dame dan maar eens
om geld moest vragen voor de kapel.
De volgende dag kreeg Bernadette bevel van
de verschijning: „Ga naar de bron en was u met
het water er van". Bernadette begreep het niet
en de verschijning verduidelijkte, dat Bernadette
eerst moest eten van het onkruid, dat in de grot
groeide.
Bernadette deed dit, hoewel het bitter smaakte,
en tastte toen met haar handen over de bodem,
op zoek naar de onbekende bron. Zij woelde in
de grond en voelde die vochig worden. Vervol
gens nam Bernadette een beetje van de modder,
smeerde er haar gezicht mee in en stak de rest
in haar mond, waarop zij begon te braken. Te
leurgesteld keerden de mensen zich af; dit meisje
moest haar geestvermogens wel verloren hebben.
Toen Bernadette de volgende dag terugkwam,
was de grond van de grot vochtig. Dezelfde mid
dag nog vloeide er water uit de grot naar de
Molenbeek en wel zóveel, dat arbeiders zich
moesten haasten het stromende water in te dam
men. De andere dag reeds stroomde er niet min
der dan 120.000 liter water uit de grot.
DE VERSCHIJNINGEN hielden aan en vele
autoriteiten vergezelden Bernadette. Er ge
beurde echter verder niets bijzonders, behalve dat
een blinde steenhouwer, die aan ongeneeslijke
staar leed, zijn gezichtsvermogen terugkreeg door
zich te wassen met het water van de bron. De
eerste wonderbare genezing in Lourdes!
Op 25 Maart, het feest van Maria Boodschap,
noemde de verschijning eindelijk haar naam.
„Que soyer Immaculada Concepciou", sprak zij in
het dialect van de streek. „Ik ben de Onbevlekte
Ontvangenis".
Ondertussen was er uit Parijs het bevel geko
men een einde te maken aan de „tonelen in Lour
des, die het aanzien van het katholicisme zou
den kunnen schaden". De autoriteiten verboden
Bernadette weer naar de grot te gaan.
Op 7 April had Bernadette weer een verschij
ning en weer was de dokter bij haar. Hij zag, dat
de kaars, die Bernadette droeg, zóver opgebrand
was, dat de vlam om de vingers van het meisje
danste. Bernadette echter voelde niets. De dok
ter zag hoe de vingers geblakerd werden; pas na
tien minuten viel de kaars uit haar handen. Na
dien onderzocht de dokter de vingers; hij consta
teerde echter geen spoor van verbranding. Bij
wijze van proef hield hij Bernadette toen een
kaars onder de vingers, maar onmiddellijk trok
het meisje haar hand weg. „U brandt me", riep
ze uit.
DE TOELOOP tot de grot werd tenslotte zó erg,
dat men toen besloot de omgeving af te slui
ten. Ondertussen werd het water uit de bron on
derzocht; het bleek gewoon water te zijn, zoals
in de hele streek voorkwam, geschikt als drink
water, maar zonder bepaalde geneeskundige
eigenschappen.
Op 16 Juli, feest van O. L. Vrouw van de Berg
Karmel, had Bernadette zich naar de overkant
van de rivier begeven, om vanuit de verte de
afgesloten rots te kunnen zien. Het zou de laat
ste verschijning worden. Terwijl de gendarmes
haar trachtten terug te houden, zag Bernadette
hoe uit de grot een hemelse glans straalde en
hoe de verschijning uit de nis trad, tot vlak aan
de oever van de rivier. Pas toen de avond viel,
verdween het licht, als loste het zich op in de
duisternis. t
De grot bleef afgesloten, maar steeds feller
werd het verzet er tegen. Keizer Napoleon in gaf
tenslotte opdracht de grot weer toegankelijk te
maken. Ondertussen stelde de bisschop van Tar-
bes een commissie van onderzoek samen, die
ruiitt drie jaar bezig geweest is het wonder te
onderhoeken. In 1862 verklaarde de bisschop, dat
men mocht aannemen, dat Maria inderdaad aan
Bernadette was verschenen.
Tot nu toe heeft een groot aantal lezers ons hun mening ge
geven over „het roken door vrouwen". Het is echter opmerkelijk
te moeten constateren, dat er slechts weinige voorstanders van
deze vorm van vermaak van het zwakke geslacht blijken te zijn.
Voor zover dit „rookgerechtigde" heren zijn, is deze afwijzing
nog wel te billijken, maar dat ook zoveel dames van hun algehele
afkeuring blijk gaven, stemt op zijn minst toch wel tot enig nadenken.
Het begint er dan ook op te lijken dat de tientallen dames, die in
rookwolken gehuld door het leven gaan, deze activiteit angstig ach
ter 't rookgordijn verbergen, óf een eventuele aanslag op hun rechten,
met de inmiddels klassiek geworden zinsnede „niet op reageren
Lena" afwimpelen.
Overigens komt het ons voor dat, wanneer wij sommige inzendin
gen zouden plaatsen, de reacties van het zwakke geslacht sterk zou
den zijn.
Tot en met a.s. Woensdag heeft U nog gelegenheid uw mening over
deze „brandende" kwestie te zeggen. Zaterdag 6 Febuari worden de
prijswinnaars bekend gemaakt en de bekroonde stukjes afgedrukt.
BEJAARDE DAME DOOR GAS
BEDWELMD EN OMGEKOMEN.
De 75-jarige mevrouw J. J. van
der K.S. had in haar woning aan
de Hoefbladlaan in Den Haag een
gasgeysertje afgetapt met het oog op
de vorst. Daarbij is de gaskraan open
gestoten, hetgeen de dame niet heeft
bemerkt. Gistermorgen werd zij dood
in gevonden.
EEN JAAR WEGEN MEINEED.
Gistermorgen heeft de Haarlemse
rechtbank de Amsterdamse bakker
W. F. M. conform de eis tot een jaar
wegens meineed veroordeeld. M. had
in de zaak tegen de inbreker in de
Boerenleenbank te Ruigoord een
valse voorstelling van zaken gege
ven.
Kim K i Chong
IN KOREA, het land bij China,
waar de laatste jaren zo vre
selijk gevochten wordt, ligt een
klein plaatsje Hamhung, dat bij
na geheel verwoest werd, toen
de Amerikanen met de com
munisten aan het vechten wa-
Naast de puinhopen van een
kerk bouwden Amerikaanse sol
daten een kamp en toen ze daar
een tijdje woonden, merkten ze,
dat iedere morgen om 10 uur
een klein jongetje langs kwam,
dat de verwoeste kerk binnen
ging-
De soldaten vonden het Ko
reaanse jongetje een grappig
kereltje en werden na een paar
dagen erg nieuwsgierig, wat het
ventje iedere morgen in die ka
potte kerk ging doen.
Op zekere morgen liepen een
paar soldaten stilletjes het Ko
reaanse jongetje na en toen za
gen ze, dat hij in de kapotge
schoten kerk op zijn knietjes lag
en met Onze Lieve Heer sprak.
Toen het Koreaanse jongetje
na een paar minuten weer weg
wilde gaan, zag hij de soldaten
achter in de kerk staan; hij
lachte eens en zei: „Ik ben Kim
Ki Chong en ik kom hie» met
Jezus praten, want al is de kerk
kapot, Onze Lieve Heer blijft
hier toch wel op me wachten."
Een paar maanden lang kwam
Kim iedere morgen naar de ka
potgeschoten kerk, maar toen
kwamen de boze communisten
weer terug en moesten alle men
sen vluchten.
De soldaten hebben Kim nooit
meer teruggezien en hij zal nu
wel ei'gens in Korea rondzwer
ven, zoals zovele Koreaanse kin
dertjes, zonder vader en moeder,
zonder huis tn soms zonder
eten. Maar waar Kim ook te
recht zal komen en hoe slecht
hij het ook mag. hebben, hij
weet, dat Onze Lieve Heer over
al op hem zal wachten en daar
om zal Kim nooit echt verdrietig
zijn. Kim is feitelijk rijker, dan
de meesten van ons, want hij
moet wel een speciaal vriendje
van Jezus zijn.
Een Amerikaanse soldaat, die
Kim iedere dag naar de ver
woeste kerk had zien gaan,
kwam gewond in een hospitaal
terecht en zei eens: „Het was
zo'n bespottelijk klein kereltje,
die Kim, maar ik denk, dat hij
meer van Onze Lieve Heer wist,
dan wij, lummels, allemaal te
zamen."
De kinderen in Holland, hoe
ven niet, zoals Kim, zonder va
der en moeder rond te zwerven;
zij krijgen op tijd hun boterham,
vinden 's avonds hun warme
bedje en kunnen iedere morgen
naar dezelfde Jezus gaan, die in
de kapotgeschoten kerk van
Hamhung op Kim wachtte en
die nu ergens anders in Korea
met de kleine Kim zal praten.
Als je nu morgen in de kerk
bent, bid dan eens een extra
weesgegroetje voor Kim en voor
al de kindertjes van Korea, die
op het ogenblik zonder vader en
moeder, zonder bedje en dik
wijls zonder boterham, door Ko
rea zwerven en die Onze Lieve
Heer moeten gaan opzoeken in
kapot geschoten kerken.
STERRENKIJKER.