Wie puzzelt mee DE DOLLE MU ZATERDAG 30 JANUARI 1954 DE LEIDSE COURANT DERDE BI AD PAGINA 2 d 2 3 4 5 M 6. 7 8 9 40 li 12 13 14 15 16 17 15 ■19 20 21 22 24 25 26 27 23 29 30 31 32 33 H 35 36 37 ■34 39 4o 42 42 4:3 44 45 46 41 4 a 49 50 56 51 53 54 55 57 5<? 59 éo 61 Aetherklanken Horizontaal: 1. uitroep, 3. speel goed, 6. bijwoord, 8. bosneger in Su riname, 10, vloerbedekking, 12. Ja vaanse huisvogel, 14. bekende afkor ting, 15. boom, 16. gem. in Gronin gen, 19. wiersoort, 21. bekende af korting, 22. grasland, 23. stad in N.- Italië a. h. meer van die naam, 25. tijdrekening, 27. afkorting voor se lenium, 28. vervoerondememing, 29. jongensnaam, 31. rivier op Java, 34. muziekstuk, 36. wandversiering 37. dorp op Ameland, 38. afkorting voor neon, 40. kledingstuk, 42. zitplaats in een theater, 44. meisjesnaam, 46. ge luid van een ezel, 48. bedeksel, 49. sluitrede, 51. voorvoegsel, 52. voeg woord, 54. voertuig, 55. verdieping van een huis, 57. met uiterst kleine openingen. 59. volksnaam v. d. kauw, 60. zwemvogel, 61. hevig, sterk. Verticaal: 1. dorp in Z.H. a. d. Lek, 2. lidwoord, 3. familielid, 4. vreemde munt 5. platboomd vaartuig, 7. ja pon, 8. insectje, 9. bijwoord, 10. huis dieren, 11. afkorting van zekere godsdienst, 12. niet zichtbaar, 13. eer, 17. vordering, 18. beweging, drukte, 20. soort onderwijs, 22. eet- kraam (Mal), 24. oud Nederl. kope ren muntje van twee duiten. 26. ge zwind, 28. in het jaar onzes Heren (afk. Lat.), 30. bijwoord, 32. hetzelf de, 33. de naam van Jezus in de Ko ran, 35. spil van een wiel, 39. plech tige gelofte, 41. buikriem van een paard, 42. muzieknoot, 43. muzikaal- toneelspel, 44. papegaai, 45. oninge wijde, 47. onheilaanbrengende go din, 48. iemand met grote aanleg, 50. bijl met lange steel, 5L water in N.- Brab., 53. troefkaart, 56. zijden stof, 58. klein kind. Oplossingen kunnen tot en met Donderdag 4 Februari aan ons bu reau gestuurd worden. Als prijzen zijn een taart, een sie raad en een boek beschikbaar ge steld. OPLOSSING VORIGE WEEK. Horizontaal: 1. Jacob, 4. niobe 7. Ali, 8. wen, 9. dos, 10. Eef, 11. fen, 13. citer, 15. sas, 17. rebbe, 19. teems, 22. ets, 24. salet, 26. eer, 27. Eli. 28. rabat, 30. gek, 32. priel, 35. zedig. 37. Oka, 39. boort, 40. top, 42. Mei. 43. Ria, 44. Leo, 45. eed, 46. slaaf, 47. eiker. Verticaal: 1. Jan, 2. ceder, 3. basis, 4. niets, 5. offer, 6. elf, 8. wicht, 12. noest, 14. toe, 16. ant, 18. bel, 20. eva, 21, set, 22. erg, 23. sek, 24. sip, 25. ere, 28. rozet, 29. bad, 31. eik, 33. ido, 34. lotto, 36. gamma, 37. ogief, 38. aarde, 39. braak, 41. pas, 44. lor. De prijswinnaars van deze week zijn: de sigarettenkoker: J. A. Bier- laagh, Lange Mare 63, Leiden; het sieraad: Th. C. de Wagenaar, School straat 7, Rijnsaterwoude en het boek: A. Bakker, Raamstraat 8, Leiden. HILVERSUM I. 402 M. 8.00 VARA. 12.00 AVRO. 17.00 VARA 18.30 VPRO. 19.00 IKOR. 20.00—21.00 Nationaal program. VARA: 8.00 Nws. en weerber. 8.18 Gram. 8.45 Sportmeded. 8.50 ongebaande wegen". 9.05 Gram. 9.10 „Geestelijk leven", caus. 9.25 Met en zonder omslag. 9.55 Gram. 10.45 „Een late zon voor Hugo", hoorsp. 11.20 Promenade ork., klein koor en sol. AVRO: 12.00 Sportspiegel. 12.05 Amus. muz. 12.35 Even afrekenen, Heren! 12.45 Lichte muz. 13.00 Nws. 13.05 Meded. en gram. 13.15 Comm. uit Berlijn. 13.20 Amus. muz. 14.00 Boekbespr. 14.20 Bariton en piano. 15.05 Filmpraatje. 15.20 Orgelconc. 15.45 Disco-caus. 16.30 Sportrevue. VARA: 17.00 Strijksextet 17.30 Voor de jeugd. 17.50 Sportjournaal. 18.15 Nws. en sportuitsl. VPRO: 18.30 Kor te Kerkdienst. IKOR: 19.00 Luister clubs, opgelet! 19.35 Gesprekken om de Bijbel. Nationaal progr.: 20.00 Nws. 20.05 Felicitatie. 20.10 Groot koor. 20.20 Prinses Beatrix op school en thuis. 20.30 Studenten-ork. en solist 20.55 Het jonge drieman schap", hoorsp. 21.55 Omr.-ork. 22.25 Is dat al 16 jaar geleden? 22.35 Kon. Mil. kapel. 23.00 Nws. 23.15 Metro- pole ork. en sol. 23.5024.00 Dag sluiting. HILVERSUM II. 298 M. 8.00 KRO. 9.30 NCRV. 12.15 KRO. 17.00 IKOR. 19.00 NCRV. 19.45 KRO. 20.0024.00 Nat. programma. KRO: 8.00 Nws. 8.15 Gram. 8.25 Pléchtige Hoogmis. NCRV: 9.30 Nws. en waterst. 9.45 Vocaal ens. 10.00 Bapt. Kerkdienst. 11.30 Gram. 11.45 Orgel en sopr. KRO: 12.15 Gram. 12.20 Apologie. 12.40 Hammondorgel en piano. 12.55 Zonnewijzer. 13.00' Nws. en kath. Nws. 13.10 Gevar. muz. 13.40 Boekbespr. 13.55 Gram. 14.00 Voor de jeugd. 14.30 Concertgebouw- ork. en soliste. (15.1015.30 „Op de paden van het nabije Oosten" caus. en gram.). 16.40 Kath. Thuisfront overal! 16.45 Gram. IKOR: 17.00 Oecumenische jeugddienst 18.00 Zangdienst. 18.45 Pastorale rubr. NCRV: 19.00 Nws. uit de Kerken. 19.05 Koorzang. 19.15 Orgelconc. 19.30 „Weg en werk der Kerkhervormers", caus. KRO: 19.45 Gram. Nationaal progr. 20.0024.00 Zie progr. Hil versum I. MAANDAG HILVERSUM I. 402 M. 7.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20—24.00 VARA: VARA: 7.00 Herdenkingswoord van Z.Exc. Mr. J. Algera. 7.15 Nws. 7.30 Gram. 8.00 Herdenkingswoord van Z. Exc. Mx\ J. Algera. 8.15 Nws. 8.30 Gram. 9.00 Gym. 9.10 Gram. 9.30 Waterst 9.35 Orgelconc. VPRO: 10.00 ,.Voor de oude dag". 10.05 Morgen wijding. VARA: 10.20 Hobo en piano. 10.32 Voor de zieken. 11.05 Gram. 11.40 Voordr. 12.00 Orgel en cello. 12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33 Voor het platteland. 12.38 Gram. 12.45 Nederland herdenkt. 13.00 Nws. 13.10 „Na één jaar". 13.30 Pianore cital. 14.00 Voor de vrouw. 14.15 Cla- vecimbelrecital. 14.40 Gram. 15.00 Gevar. prog. 16.00 Gram. 16.45 Vra- genbeantw. 17.15 Gram. 18.00 Nws. en comm. 18.20 Gram. 18.45 Pari. pverz. 19.00 Voor de kinderen. 19.10 Kamerkoor. 19.30 Nederland her denkt. 20.00 Requiem. 21.15 „De ramp de redding", klankb. 22.30 „Pensioenen op de helling", caus. 22.45 Luitspel. 23.00 Nws. 23.10 24.00 Radio Philharm. orkest. HILVERSUM II. 298 M. 7.00—24.00 NCRV. NCRV: 7.00 Herdenkingswoord v. Z.Exc. Mr. J. Algera. 7.15 Nws. 7.20 Gym. 7.30 Gram. 7.33 Gewijde muz. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Her denkingswoord v. Z. Exc. Mr. J. Al gera. 8.10 Nws. en weerber. 8.20 Sportuitsl. 8.25 Gram. 8.30 „Tot Uw dienst". 8.35 Gram. 9.00 Voor de zie ken. 9.30 Voor de huisvr. 9.35 Gram. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gram. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Voor boer en tuinder. 12.38 Gram. 12.45 Nederland herdenkt. 13.00 Nws. 13.10 „Na één jaar". 13.30 Orgelconc. 14.00 Schoolradio. 14.30 Gram. 14.45 Voor de vrouw. 15.15 Gram. 15.30 Tenor en piano. 16.00 Bijbelover denking. 16.30 Pianorecital. 17.00 Voor de kleuters. 17.15 Voor de jeugd 17.45 Regeringsuitz.: E. Schul: „De Laatste hindernis. Hij: I dat alles en nog veel meer zal ik je 1 geven." Zij„Maar zullen al die bontman-1 tels, juwelen en dienstmeisjes niet een geweldige bres slaan in je sala ris van zestig gulden per week?" Angst. „Ik heb altijd gehoord, dat Hendriks ontzettend lui was en nu vertelde me gisteren iemand dat de man zich bijna geen nachtrust gunt". „Oh, dat klopt! Sinds hij enige tijd geleden gedroomd heeft, dat hij werkte durft hij uit angst niet meer naar be^. Ervaring. Jonge kellner: „Be grijp jij, waarom die mijnheer sinds Nederlandse immigranten in Austra- I lië". 18.00 Meisjeskoor. 18.20 Sport. I 18.30 Huismuz. 18.45 Engelse les. 19.00 Nws. en weerber. 19.10 Strijk- i kwart, en gitaar. 19.30 Nederland i herdenkt. 20.00 Requiem. 21.15 „De ramp de redding", klankb. 22.00 Gram. 22.30 Orgelconc. 22.45 Avond overdenking. 23.00 Nws. en S.O.S.- ber.23.15 Gram. 23.30—24.00 Gram. hij rijk is, zulke kleine fooien geeft, terwijl hy vroeger in zijn slecht ste jaren altijd erg gul was?" Oude kellner: „Dat is geen pro bleem. Toen hij veel gaf, wilde hij niet laten merken, dat hij arm was; nu wil hij niet weten, dat hij rijk is." Ernstig. Een jonge dokter werd opgebeld door zijn collega's om te komen bridgen. „Moet je nu alweer weg?", vroeg zijn vrouw. „Ja, ja", antwoordde de dokter ge jaagd. „Een ernstig geval denk ik, want er zijn al drie andere dokters bij." Vermoeid. Verdediger: „Bent U er dus zeker van, dat mijn cliënt Uw auto gestolen heeft?" Getuige: „Ach mijnheer, na Uw kruisverhoor begin ik er zelfs aan te twijfelen, of ik wel ooit een auto heb gehad". Betrapt. Grootmoeder: „Ik heb ge zien, dat jij die jongeman kuste!" „Ach grootmoeder, zijn oom is dood en nu had ik zo'n medelijden met hem". Grootmoeder: Nou, ik heb je al meer gade geslagen en uit je verkla ring leid ik af, dat de hele familie van de jongeman binnen een maand gestorven is". Moeilijk. „Zeg baas is er hier soms gelegenheid voor een energie ke jongeman om onderaan te begin nen en zich flink op te werken". „Nee, jonge, dat is hier onmogelijk. We graven alleen putten. Pech. „Vorige week werd mijn fiets gestolen en nu heb ik mijn por- temonnaie verloren". „Kop op, kerel. Gisteren kocht ik een pak met twee pantalons en van daag brandde ik een gat in het jasje" Zo vader.... Onderwijzer: „En wat wil jij later worden, Jantje?" Zoon van inbreker: „Ach, ik denk, dat ik maar in de vingerafdrukken van mijn vader zal treden". Rekenen. „Als je drie guldens hebt en je verliïst er een, hoeveel houd je er dan nog over?" Miesje: „Je houdt niets over, mijn heer. Je komt er een tekort". Idee. Hij: „Ik kan maar geen goed idee krijgen voor je verjaardag" Zij: „Ik wil absoluut niets heb ben!" Hij: „Oh, maar dat is een reuze idee". Toch goed. Gast (die met de maaltijd bezig is): „Zeg ober, weet je nog. wat ik besteld had?" Ober: „Ja zeker, mijnheer! Kalfs lever". Gast: „Dan schijnt het toch goed te zijn. Ik was bang, dat je kalfsleder verstaan had". van twee weesjes (Vervolgverhaal) Niek scheen niet eens geschrokken, hij stapte naar de deur, pakte zelfs één van de witte gedaanten bij de arm en fluis terde wat in zijn oor. Rinus hield zich weer achter een boom, heel kleintjes in de schaduw. Hij snapte van de hele poppenkast niets. Bij het zien van Niek bleven de witte ge daanten staan en toen ontdekte Rinus met een zucht van verlichting dat het Siem en Lex waren die zich verkleed hadden. Waarom was dat allemaal? Nu dat zou hij gauw horen. „Is de auto startklaar?" vroeg Niek. „Alles is in orde en we boffen want het is aarde donker", zei Lex. „Uitstekend, jullie gaan de weg langs het dorp, dan rijd ik met vol gas de andere kant op en over een uurtje heb ben we het zaakje over de grens". Nog snapte Rinus er niet veel van, maar toen hoorde hij de wit verklede mannen tegen elkaar zeggen: „Wat zul len we weer lachen als de veldwachter hals over kop de vlucht neemt. Ik denk dat vanavond geen mens bulten de deur komt. We maken maar wat kabaal met de kleppers en je zult zien dan zijn ze als de dood zo bang en dan komt de auto met smokkelwaar veilig over de grens". Ja, ja, nu werd alles duidelijk. De witte gedaanten moesten de mensen bang maken, zodat niemand buiten durfde komen en intussen reed de auto met verboden spullen veilig de grens over. Handig bedacht, dacht Rinus. Nu was hij helemaal niet bang meer. Als ze nu maar opschoten, dan kon hij naar binnen om te zien of Hannie daar was. De mannen waren nu alle vier weg en de deur deden ze nooit op slot. Einde lijk hoor, daar gingen ze. Nu liepen ze nog naast elkaar te fluisteren, maar in de nabijheid van de huizen zouden ze met de slippen gaan fladderen en met de kleppers lawaai gaan maken. Rinus hoorde de motor aanzetten en even later was alles donker en stil. Rinus voelde naar de klink van de deur en ging naar binnen, rechtuit naar het kleine ka mertje, waar Hannie vroeger geslapen had. „Hannie, ben je hier?" vroeg hij zachtjes. Geen antwoord. „Hannie, Hannie!" drong hij nu wat harder aan. „Ik ben Rinus, en kom je halen!" Hoorde hij iets bewegen? Nog eens luider riep hij haar naam en toen hoor de hij: „O Rinus, -ik ben zo blij, dat je er bent". Tranen rolden over haar wan gen. „Niet huilen Hannie, kleed je vlug aan, onderweg zal ik je alles wel ver tellen". „Waar gaan we heen?" vroeg ze. Ja, dat wist Rinus zelf niet, maar zeker weg van hier en ook niet naar tante Jeanne, want die hielp de smokkelaars. Maar waar dan wel naar toe? Rinus bad nu tot zijn Engelbewaarder om hen te helpen. O, hij zou weer graag naar tante Truus terug willen, al was die nog zo dikwijls boos geweest Wat had hij nu een spijt dat hij weggelopen was. Hoe lang was dat wel geleden? Laat eens zien; vier dagen bij de houthakkers en twee dagen bij tante Jeanne, dus bijna een week. Je merkte gewoon niet of het Zondag was of niet Hier in het bos was elke dag hetzelfde. Zo Hannie was klaar en leunde tegen Rinus aan want haar voet was nog lang niét beter. „Zal ik je dragen?" vroeg Rinus als een grote sterke jongen. „Nee hoor, het gaat best Ik geef je een arm en dan steun ik op je". Gelukkig zag Rinus niet het pijnlijke witte, slaperige gezichtje; telkens als ze een stap deed priemde de pijn. Nu ging het langzaam vooruit, dezelfde weg die de witte mannen genomen had den, want daar zouden immers de hui zen zijn. Opeens kwam daar uit de schaduw van een dikke boom een oude man naar hen toe. „Gaan jullie gauw naar huis kinde ren, hier spookt het in het bos, ik heb het zelf gezien; twee witte gedaanten vlogen langs de bomen". Heel ontdaan stond de man daar en keek de beide kinderen bang aan. Nu werd Rinus opeens flink. Hij ging op zijn tenen staan om wat groter te lijken en zei toen: „Niks van waar, alle maal poppenkast, ik ken die mannen. Die willen jullie bang maken en in huis houden en terwijl een auto met smok kelwaar over de weg ryden, waar ze dan veilig zijn". Met open mond stond de arme dat alles aan te horen. De dikke knup pel, die hij in zijn hand had, om spoken te lijf te gaan, liet. hij nu vallen. .Maar als dat allemaal waar is, wat jij daar zegt jongetje, dan moet de po litie dat weten. Kom mee, achter me aan, dan gaan we dadelijk naar het bureau, al is het midden in de nacht. „Ja, maar", zei Rinus, „mijn zusje kan niet goed lopen, die heeft een stuikte voet". „Wel dan doen we zó", en meteen pakte hij een stevige tak van de grond en gaf die Rinus in de handen, terwijl hij het andere einde beetpakte. Nu zette hij Hannie op de tak en vooruit ging het nu. Hannie zat heerlijk, ze kon nu weer lachen en Rinus dacht; „nu wordt alles weer goed". Met de handen op de schouders van Rinus en de vreemde man, begon Han nie warempel te zingen van: „Schom melen, schommelen heen en weer". „Stil joh, als Lex en Siem ons horen pakken ze ons weer mee", zei Rinus bang. ,Nou, maar ik ben er ook nog", zei de vreemde nu moedig, „toch moet je maar een beetje kalm doen. Nog een goede tien minuten en we zijn er. Als we eerst maar op de grote weg zijn, dan kunnen we beter opschieten". „Als we daar de spoken maar niet tegenkomen", zei Hannie helemaal niet bang meer. „Ja, we moeten alle drie goed uit kijken, maar ik denk dat zij eerst langs de huizen en toen de andere weg terug gegaan zijn". Al gauw .liepen ze op de grote weg en schoten nu goed op, de eerste huizen aren al in zicht. Wordt vervolgd. DOOR EEN VERGISSING zijn nog steeds de oplossingen van onze Kerstwedstrijd niet geplaatst en ver schillende kinderen vroegen mij er om, om te zien of ze de woorden goed had den. Hier volgen ze dan. Voor de kleinen was de oplossing: Kerstversiering. Alle maal hadden ze het goed. Voor de gro ten waren het deze woorden: Een boom: esp. Een slaapplaats: bed. Een ambacht: smid. Thans: nu. Laten zien: tonen. Een lidwoord: het. Een jongensnaam: Ad. Een lengtemaat: el. Een lichaamsdeel: darm. Een bloem: dalia. Een dorp in N. Lim burg: Helden. Gemalin van koning Assuërus: Esther. Een lelijk woord voor mond: smoel. Oude naam voor liter: pint. Voegwoord: en. Zitplaats op mo torfiets: duo. Naaigereedschap: naald. Telwoord: drie. Naam van echtgenoot: man. NIEUWE OPGAVE. Zoek 10 woorden beginnend met sneeuw. Zoek 10 woorden beginnend met ijs. De brieven of kaarten moeten uiterlijk Zaterdag 6 Februari in ons bezit zijn. Onder de goede inzendingen wordt een mooi boek verloot. Denk er om dat je op de adreszijde vermeld: Aan tante Jo en oom Toon Krantentuin van de Leidse Courant, Papengracht 32, Leiden. CORRESPONDENTIE. Van Dorien v. Leeuwen uit Leiden ligt cr nog altijd een verhaaltje over: SNEEUWPRET. komt vast.sneeuw". En moeder had ge lijk. Er kwam een dik pak sneeuw. Mia von het heerlijk, vooral dat glijden. Jammer dat ze zo dikwijls viel. Ook jammer dat ze die middag nog naar school moest, maar gelukkig was die gauw om. Met z'n allen gingen zo nu een fijne baan maken en toen hij heel glad was, viel Mia steeds weer tot grote pret van de anderen. Op 't laatst ging 't glijden vervelen en gingen ze sneeuwballen gooien. Dat was pas leuk! Dat ging nooit vervelen en daarbij gingen ze elkaar ook inwrij ven. Mia was wel 10 maal ingewreven, 't Was zo half zes en ze moesten naar 'mis want 't begon al donker te worden. Iet was een fijne middag geweest. HANS EN JOOP. Op een keer vroeg Hans aan moeder: „Moeder mag ik met Joop gaan vissen?" „Goed", zei moeder, „maar dan om vier ïr thuis". Ze haalden hun visspullen bij elkaar riepen nog heel hard: „Dag moe!" en trokken er toen op uit. Toen ze bij de haven gekomen waren, zochten ze eerst een fijn plaatsje, rolden de hengels af. deden deeg aan het haakje en gooiden die toen in het water. Maar ach, de visjes wilden die middag niet bijten en ze begonnen zich al gauw te vervelen. ..Joop, ga mee wat spelen", zei Hans. Joop vond het best en ze begonnen tegen de graskant te hollen. Het liep uit op een stoeipartij en het was vier uur voor ze er erg in hadden. Ze rol den de hengels weer op en gingen op een draf naar huis. Gé de Guns uit Boskoop maakte voor ons: NAAR SCHOOL. Jantje was vier jaar geworden en mor gen zou hij voor 't eerst naar school gaan. Was dat even een feest. Met een nieuw pakje aan ging hij naar schooL Het begon met spelen op de speelplaats en toen leerde hij al wat kinderen ken nen. Toen de bel ging moesten ze netjes in een rij gaan staan en toen gin gen ze de school binnen. De zuster deelde blokken uit om mee te bouwen. Nu dat vond Jan fijn en hij bouwde een hoge toren. Daarna gingen ze tekenen en dat vond hij heel moeilijk, maar de zuster kwam hem wel eens helpen, 't Was ook pas voor de eerste keer. Ze gingen weer wat spelen en toen werd er uit een dik boek een mooi verhaal voorgelezen. Dai vond Jantje nog het mooist van alles. Toen werden ze aan gekleed en was het tijd om naar huls te gaan. Thuis vertelde hij alles aan moeder en vader, 's Middags ging hij wat graag weer naar school en toen mochten ze de tekening van 's morgens kleuren. Ook werd er woer uit dat dikke boek voorgelezen. Voortaan ging Jantje altijd even graag naar schooL Theo Steenbergen uit Leiden stuurde ons: EEN DAGJE UIT. Pieter was een kleine baaa en hij zou met vader en moeder gaan wandelen. Ze zouden heel ver gaan, helemaal naar de Leidse Hout, dus moest de kleine Plet in het blauwe wagentje. De kinderen deden hun jassen aan, maar toen Pieter zijn jasje aan had, wilde hij niet in de wagen. „Toe joch, wees niet zo eigenwijs", zei moe, maar het ventje begon nog harder te huilen. „Vader, kom er eens bij", riep moe. Daar kwam vader al aan. „Wat is er aan de hand?" vroeg hij. „O", zei moe, „ons Pietje is eigenwijs en wil niet in het wagentje". Pa nam Piet beet en zette hem in de wagen. Piet schreeuwde nu nog harder natuurlijk. „Dat gaat wel weer over!" zei hij on duwde de wagen naar buiten. Op strnut zag Piet een grote auto rijden en nu waren de tranen gauw vergeten. Hij wees naar de auto en riep: „da, da!" „Wat een grote auto, hè Piet", zei moe, en ons manneke kraaide van de pret. De gehele weg heeft hij niet meer gehuild, er was ook zoveel te zien. Ook in het Leidse Hout had hij veel pret met zijn bal. Toen we naar huis gingen, viel hij van vermoeidheid in slaap en hij bleef nog doorslapen toen pa hem met jasjo en al aan in zijn bedje legde. „Want", zei pa, „als we hem wakker maken, gaat hij weer huilen, dus laat hem maar slapen tot wc gegeten heb ben, dan kleden we hem straks wel uit". Zo gezegd, zo gedaan. Toen wij met het eten klaar waren, heeft moeder Pieter gehaald, hem eten gegeven en toen in zijn bedje gestopt, alwaar hij tot 's morgens 7 uur doorsliep. Zullen jullie aan de vogeltjes denken, die met deze koude zo weinig eten vin den. Dag kinders tot de volgende week weer. TANTE JO en OQM TTON. tt (•02) OM f(HRB OLL EKE TC CRRN VERLOS SEN EN SliNCERT liCH ONDER DE BRU6 DOOR OM DE WRCHTEBS TE VERSCHRIK EN. fchabolleke weg...!?/!?.. Jeroen ook!!! Wel mag\ er gebeurd T'Jnljg^p^ Er hangeen briefie aan hel kanon!Vlug lezen! beiü ItPtnte, 74 wwt e/i dat je ooi zoudt te men.74 moet altud Mn J~— t- gen en den tem JCua iA ien eftn mt fatten en tefijenoen enjexur lief ii/udrtCweeaewifat, omdcu als dat dluKA ovr zaveei van ten teut. ïdè teUen Aet jfwwn JUi iet in een zej entfovit en -ifl/dn.- ten etmte naj3A%Jit(A. ütewi&tu,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 5