Wie puzzelt mee
DE DOLLE MU
ZATERDAG 30 JANUARI 1954
DE LEIDSE COURANT
DERDE BI AD PAGINA 2
d
2
3
4
5
M
6.
7
8
9
40
li
12
13
14
15
16
17
15
■19
20
21
22
24
25
26
27
23
29
30
31
32
33
H
35
36
37
■34
39
4o
42
42
4:3
44
45
46
41
4 a
49
50
56
51
53
54
55
57
5<?
59
éo
61
Aetherklanken
Horizontaal: 1. uitroep, 3. speel
goed, 6. bijwoord, 8. bosneger in Su
riname, 10, vloerbedekking, 12. Ja
vaanse huisvogel, 14. bekende afkor
ting, 15. boom, 16. gem. in Gronin
gen, 19. wiersoort, 21. bekende af
korting, 22. grasland, 23. stad in N.-
Italië a. h. meer van die naam, 25.
tijdrekening, 27. afkorting voor se
lenium, 28. vervoerondememing, 29.
jongensnaam, 31. rivier op Java, 34.
muziekstuk, 36. wandversiering 37.
dorp op Ameland, 38. afkorting voor
neon, 40. kledingstuk, 42. zitplaats in
een theater, 44. meisjesnaam, 46. ge
luid van een ezel, 48. bedeksel, 49.
sluitrede, 51. voorvoegsel, 52. voeg
woord, 54. voertuig, 55. verdieping
van een huis, 57. met uiterst kleine
openingen. 59. volksnaam v. d. kauw,
60. zwemvogel, 61. hevig, sterk.
Verticaal: 1. dorp in Z.H. a. d. Lek,
2. lidwoord, 3. familielid, 4. vreemde
munt 5. platboomd vaartuig, 7. ja
pon, 8. insectje, 9. bijwoord, 10. huis
dieren, 11. afkorting van zekere
godsdienst, 12. niet zichtbaar, 13.
eer, 17. vordering, 18. beweging,
drukte, 20. soort onderwijs, 22. eet-
kraam (Mal), 24. oud Nederl. kope
ren muntje van twee duiten. 26. ge
zwind, 28. in het jaar onzes Heren
(afk. Lat.), 30. bijwoord, 32. hetzelf
de, 33. de naam van Jezus in de Ko
ran, 35. spil van een wiel, 39. plech
tige gelofte, 41. buikriem van een
paard, 42. muzieknoot, 43. muzikaal-
toneelspel, 44. papegaai, 45. oninge
wijde, 47. onheilaanbrengende go
din, 48. iemand met grote aanleg, 50.
bijl met lange steel, 5L water in N.-
Brab., 53. troefkaart, 56. zijden stof,
58. klein kind.
Oplossingen kunnen tot en met
Donderdag 4 Februari aan ons bu
reau gestuurd worden.
Als prijzen zijn een taart, een sie
raad en een boek beschikbaar ge
steld.
OPLOSSING VORIGE WEEK.
Horizontaal: 1. Jacob, 4. niobe 7.
Ali, 8. wen, 9. dos, 10. Eef, 11. fen,
13. citer, 15. sas, 17. rebbe, 19. teems,
22. ets, 24. salet, 26. eer, 27. Eli. 28.
rabat, 30. gek, 32. priel, 35. zedig. 37.
Oka, 39. boort, 40. top, 42. Mei. 43.
Ria, 44. Leo, 45. eed, 46. slaaf, 47.
eiker.
Verticaal: 1. Jan, 2. ceder, 3. basis,
4. niets, 5. offer, 6. elf, 8. wicht, 12.
noest, 14. toe, 16. ant, 18. bel, 20. eva,
21, set, 22. erg, 23. sek, 24. sip, 25. ere,
28. rozet, 29. bad, 31. eik, 33. ido, 34.
lotto, 36. gamma, 37. ogief, 38. aarde,
39. braak, 41. pas, 44. lor.
De prijswinnaars van deze week
zijn: de sigarettenkoker: J. A. Bier-
laagh, Lange Mare 63, Leiden; het
sieraad: Th. C. de Wagenaar, School
straat 7, Rijnsaterwoude en het boek:
A. Bakker, Raamstraat 8, Leiden.
HILVERSUM I. 402 M.
8.00 VARA. 12.00 AVRO. 17.00 VARA
18.30 VPRO. 19.00 IKOR. 20.00—21.00
Nationaal program.
VARA: 8.00 Nws. en weerber. 8.18
Gram. 8.45 Sportmeded. 8.50
ongebaande wegen". 9.05 Gram. 9.10
„Geestelijk leven", caus. 9.25 Met en
zonder omslag. 9.55 Gram. 10.45 „Een
late zon voor Hugo", hoorsp. 11.20
Promenade ork., klein koor en sol.
AVRO: 12.00 Sportspiegel. 12.05
Amus. muz. 12.35 Even afrekenen,
Heren! 12.45 Lichte muz. 13.00 Nws.
13.05 Meded. en gram. 13.15 Comm.
uit Berlijn. 13.20 Amus. muz. 14.00
Boekbespr. 14.20 Bariton en piano.
15.05 Filmpraatje. 15.20 Orgelconc.
15.45 Disco-caus. 16.30 Sportrevue.
VARA: 17.00 Strijksextet 17.30 Voor
de jeugd. 17.50 Sportjournaal. 18.15
Nws. en sportuitsl. VPRO: 18.30 Kor
te Kerkdienst. IKOR: 19.00 Luister
clubs, opgelet! 19.35 Gesprekken om
de Bijbel. Nationaal progr.: 20.00
Nws. 20.05 Felicitatie. 20.10 Groot
koor. 20.20 Prinses Beatrix op school
en thuis. 20.30 Studenten-ork. en
solist 20.55 Het jonge drieman
schap", hoorsp. 21.55 Omr.-ork. 22.25
Is dat al 16 jaar geleden? 22.35 Kon.
Mil. kapel. 23.00 Nws. 23.15 Metro-
pole ork. en sol. 23.5024.00 Dag
sluiting.
HILVERSUM II. 298 M.
8.00 KRO. 9.30 NCRV. 12.15 KRO.
17.00 IKOR. 19.00 NCRV. 19.45 KRO.
20.0024.00 Nat. programma.
KRO: 8.00 Nws. 8.15 Gram. 8.25
Pléchtige Hoogmis. NCRV: 9.30 Nws.
en waterst. 9.45 Vocaal ens. 10.00
Bapt. Kerkdienst. 11.30 Gram. 11.45
Orgel en sopr. KRO: 12.15 Gram.
12.20 Apologie. 12.40 Hammondorgel
en piano. 12.55 Zonnewijzer. 13.00'
Nws. en kath. Nws. 13.10 Gevar. muz.
13.40 Boekbespr. 13.55 Gram. 14.00
Voor de jeugd. 14.30 Concertgebouw-
ork. en soliste. (15.1015.30 „Op de
paden van het nabije Oosten" caus.
en gram.). 16.40 Kath. Thuisfront
overal! 16.45 Gram. IKOR: 17.00
Oecumenische jeugddienst 18.00
Zangdienst. 18.45 Pastorale rubr.
NCRV: 19.00 Nws. uit de Kerken.
19.05 Koorzang. 19.15 Orgelconc. 19.30
„Weg en werk der Kerkhervormers",
caus. KRO: 19.45 Gram. Nationaal
progr. 20.0024.00 Zie progr. Hil
versum I.
MAANDAG
HILVERSUM I. 402 M.
7.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20—24.00
VARA:
VARA: 7.00 Herdenkingswoord
van Z.Exc. Mr. J. Algera. 7.15 Nws.
7.30 Gram. 8.00 Herdenkingswoord
van Z. Exc. Mx\ J. Algera. 8.15 Nws.
8.30 Gram. 9.00 Gym. 9.10 Gram. 9.30
Waterst 9.35 Orgelconc. VPRO: 10.00
,.Voor de oude dag". 10.05 Morgen
wijding. VARA: 10.20 Hobo en piano.
10.32 Voor de zieken. 11.05 Gram.
11.40 Voordr. 12.00 Orgel en cello.
12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33
Voor het platteland. 12.38 Gram.
12.45 Nederland herdenkt. 13.00 Nws.
13.10 „Na één jaar". 13.30 Pianore
cital. 14.00 Voor de vrouw. 14.15 Cla-
vecimbelrecital. 14.40 Gram. 15.00
Gevar. prog. 16.00 Gram. 16.45 Vra-
genbeantw. 17.15 Gram. 18.00 Nws.
en comm. 18.20 Gram. 18.45 Pari.
pverz. 19.00 Voor de kinderen. 19.10
Kamerkoor. 19.30 Nederland her
denkt. 20.00 Requiem. 21.15 „De
ramp de redding", klankb. 22.30
„Pensioenen op de helling", caus.
22.45 Luitspel. 23.00 Nws. 23.10
24.00 Radio Philharm. orkest.
HILVERSUM II. 298 M.
7.00—24.00 NCRV.
NCRV: 7.00 Herdenkingswoord v.
Z.Exc. Mr. J. Algera. 7.15 Nws. 7.20
Gym. 7.30 Gram. 7.33 Gewijde muz.
7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Her
denkingswoord v. Z. Exc. Mr. J. Al
gera. 8.10 Nws. en weerber. 8.20
Sportuitsl. 8.25 Gram. 8.30 „Tot Uw
dienst". 8.35 Gram. 9.00 Voor de zie
ken. 9.30 Voor de huisvr. 9.35 Gram.
10.30 Morgendienst. 11.00 Gram.
12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33
Voor boer en tuinder. 12.38 Gram.
12.45 Nederland herdenkt. 13.00 Nws.
13.10 „Na één jaar". 13.30 Orgelconc.
14.00 Schoolradio. 14.30 Gram. 14.45
Voor de vrouw. 15.15 Gram. 15.30
Tenor en piano. 16.00 Bijbelover
denking. 16.30 Pianorecital. 17.00
Voor de kleuters. 17.15 Voor de jeugd
17.45 Regeringsuitz.: E. Schul: „De
Laatste hindernis. Hij: I
dat alles en nog veel meer zal ik je 1
geven."
Zij„Maar zullen al die bontman-1
tels, juwelen en dienstmeisjes niet
een geweldige bres slaan in je sala
ris van zestig gulden per week?"
Angst. „Ik heb altijd gehoord,
dat Hendriks ontzettend lui was en
nu vertelde me gisteren iemand dat
de man zich bijna geen nachtrust
gunt".
„Oh, dat klopt! Sinds hij enige tijd
geleden gedroomd heeft, dat hij
werkte durft hij uit angst niet meer
naar be^.
Ervaring. Jonge kellner: „Be
grijp jij, waarom die mijnheer sinds
Nederlandse immigranten in Austra-
I lië". 18.00 Meisjeskoor. 18.20 Sport.
I 18.30 Huismuz. 18.45 Engelse les.
19.00 Nws. en weerber. 19.10 Strijk-
i kwart, en gitaar. 19.30 Nederland
i herdenkt. 20.00 Requiem. 21.15 „De
ramp de redding", klankb. 22.00
Gram. 22.30 Orgelconc. 22.45 Avond
overdenking. 23.00 Nws. en S.O.S.-
ber.23.15 Gram. 23.30—24.00 Gram.
hij rijk is, zulke kleine fooien geeft,
terwijl hy vroeger in zijn slecht
ste jaren altijd erg gul was?"
Oude kellner: „Dat is geen pro
bleem. Toen hij veel gaf, wilde hij
niet laten merken, dat hij arm was;
nu wil hij niet weten, dat hij rijk is."
Ernstig. Een jonge dokter werd
opgebeld door zijn collega's om te
komen bridgen.
„Moet je nu alweer weg?", vroeg
zijn vrouw.
„Ja, ja", antwoordde de dokter ge
jaagd. „Een ernstig geval denk ik,
want er zijn al drie andere dokters
bij."
Vermoeid. Verdediger: „Bent
U er dus zeker van, dat mijn cliënt
Uw auto gestolen heeft?"
Getuige: „Ach mijnheer, na Uw
kruisverhoor begin ik er zelfs aan
te twijfelen, of ik wel ooit een auto
heb gehad".
Betrapt. Grootmoeder: „Ik heb ge
zien, dat jij die jongeman kuste!"
„Ach grootmoeder, zijn oom is
dood en nu had ik zo'n medelijden
met hem".
Grootmoeder: Nou, ik heb je al
meer gade geslagen en uit je verkla
ring leid ik af, dat de hele familie
van de jongeman binnen een maand
gestorven is".
Moeilijk. „Zeg baas is er hier
soms gelegenheid voor een energie
ke jongeman om onderaan te begin
nen en zich flink op te werken".
„Nee, jonge, dat is hier onmogelijk.
We graven alleen putten.
Pech. „Vorige week werd mijn
fiets gestolen en nu heb ik mijn por-
temonnaie verloren".
„Kop op, kerel. Gisteren kocht ik
een pak met twee pantalons en van
daag brandde ik een gat in het jasje"
Zo vader.... Onderwijzer: „En
wat wil jij later worden, Jantje?"
Zoon van inbreker: „Ach, ik denk,
dat ik maar in de vingerafdrukken
van mijn vader zal treden".
Rekenen. „Als je drie guldens
hebt en je verliïst er een, hoeveel
houd je er dan nog over?"
Miesje: „Je houdt niets over, mijn
heer. Je komt er een tekort".
Idee. Hij: „Ik kan maar geen
goed idee krijgen voor je verjaardag"
Zij: „Ik wil absoluut niets heb
ben!"
Hij: „Oh, maar dat is een reuze
idee".
Toch goed. Gast (die met de
maaltijd bezig is): „Zeg ober, weet
je nog. wat ik besteld had?"
Ober: „Ja zeker, mijnheer! Kalfs
lever".
Gast: „Dan schijnt het toch goed
te zijn. Ik was bang, dat je kalfsleder
verstaan had".
van twee weesjes
(Vervolgverhaal)
Niek scheen niet eens geschrokken, hij
stapte naar de deur, pakte zelfs één van
de witte gedaanten bij de arm en fluis
terde wat in zijn oor.
Rinus hield zich weer achter een
boom, heel kleintjes in de schaduw. Hij
snapte van de hele poppenkast niets. Bij
het zien van Niek bleven de witte ge
daanten staan en toen ontdekte Rinus
met een zucht van verlichting dat het
Siem en Lex waren die zich verkleed
hadden. Waarom was dat allemaal? Nu
dat zou hij gauw horen.
„Is de auto startklaar?" vroeg Niek.
„Alles is in orde en we boffen want
het is aarde donker", zei Lex.
„Uitstekend, jullie gaan de weg langs
het dorp, dan rijd ik met vol gas de
andere kant op en over een uurtje heb
ben we het zaakje over de grens".
Nog snapte Rinus er niet veel van,
maar toen hoorde hij de wit verklede
mannen tegen elkaar zeggen: „Wat zul
len we weer lachen als de veldwachter
hals over kop de vlucht neemt. Ik denk
dat vanavond geen mens bulten de deur
komt. We maken maar wat kabaal met
de kleppers en je zult zien dan zijn ze
als de dood zo bang en dan komt de
auto met smokkelwaar veilig over de
grens".
Ja, ja, nu werd alles duidelijk. De
witte gedaanten moesten de mensen
bang maken, zodat niemand buiten
durfde komen en intussen reed de auto
met verboden spullen veilig de grens
over. Handig bedacht, dacht Rinus. Nu
was hij helemaal niet bang meer. Als
ze nu maar opschoten, dan kon hij naar
binnen om te zien of Hannie daar was.
De mannen waren nu alle vier weg en
de deur deden ze nooit op slot. Einde
lijk hoor, daar gingen ze. Nu liepen ze
nog naast elkaar te fluisteren, maar in
de nabijheid van de huizen zouden ze
met de slippen gaan fladderen en met
de kleppers lawaai gaan maken. Rinus
hoorde de motor aanzetten en even later
was alles donker en stil. Rinus voelde
naar de klink van de deur en ging naar
binnen, rechtuit naar het kleine ka
mertje, waar Hannie vroeger geslapen
had.
„Hannie, ben je hier?" vroeg hij
zachtjes. Geen antwoord.
„Hannie, Hannie!" drong hij nu wat
harder aan. „Ik ben Rinus, en kom je
halen!"
Hoorde hij iets bewegen? Nog eens
luider riep hij haar naam en toen hoor
de hij: „O Rinus, -ik ben zo blij, dat je
er bent". Tranen rolden over haar wan
gen. „Niet huilen Hannie, kleed je vlug
aan, onderweg zal ik je alles wel ver
tellen".
„Waar gaan we heen?" vroeg ze.
Ja, dat wist Rinus zelf niet, maar zeker
weg van hier en ook niet naar tante
Jeanne, want die hielp de smokkelaars.
Maar waar dan wel naar toe? Rinus
bad nu tot zijn Engelbewaarder om hen
te helpen. O, hij zou weer graag naar
tante Truus terug willen, al was die nog
zo dikwijls boos geweest Wat had hij
nu een spijt dat hij weggelopen was. Hoe
lang was dat wel geleden? Laat eens
zien; vier dagen bij de houthakkers en
twee dagen bij tante Jeanne, dus bijna
een week. Je merkte gewoon niet of het
Zondag was of niet Hier in het bos
was elke dag hetzelfde.
Zo Hannie was klaar en leunde tegen
Rinus aan want haar voet was nog lang
niét beter.
„Zal ik je dragen?" vroeg Rinus als
een grote sterke jongen.
„Nee hoor, het gaat best Ik geef je
een arm en dan steun ik op je".
Gelukkig zag Rinus niet het pijnlijke
witte, slaperige gezichtje; telkens als ze
een stap deed priemde de pijn.
Nu ging het langzaam vooruit, dezelfde
weg die de witte mannen genomen had
den, want daar zouden immers de hui
zen zijn.
Opeens kwam daar uit de schaduw
van een dikke boom een oude man naar
hen toe.
„Gaan jullie gauw naar huis kinde
ren, hier spookt het in het bos, ik heb
het zelf gezien; twee witte gedaanten
vlogen langs de bomen".
Heel ontdaan stond de man daar en
keek de beide kinderen bang aan.
Nu werd Rinus opeens flink. Hij ging
op zijn tenen staan om wat groter te
lijken en zei toen: „Niks van waar, alle
maal poppenkast, ik ken die mannen.
Die willen jullie bang maken en in huis
houden en terwijl een auto met smok
kelwaar over de weg ryden, waar ze
dan veilig zijn".
Met open mond stond de arme
dat alles aan te horen. De dikke knup
pel, die hij in zijn hand had, om
spoken te lijf te gaan, liet. hij nu vallen.
.Maar als dat allemaal waar is, wat
jij daar zegt jongetje, dan moet de po
litie dat weten. Kom mee, achter me
aan, dan gaan we dadelijk naar het
bureau, al is het midden in de nacht.
„Ja, maar", zei Rinus, „mijn zusje kan
niet goed lopen, die heeft een
stuikte voet".
„Wel dan doen we zó", en meteen
pakte hij een stevige tak van de grond
en gaf die Rinus in de handen, terwijl
hij het andere einde beetpakte. Nu zette
hij Hannie op de tak en vooruit ging
het nu. Hannie zat heerlijk, ze kon nu
weer lachen en Rinus dacht; „nu wordt
alles weer goed".
Met de handen op de schouders van
Rinus en de vreemde man, begon Han
nie warempel te zingen van: „Schom
melen, schommelen heen en weer".
„Stil joh, als Lex en Siem ons horen
pakken ze ons weer mee", zei Rinus
bang.
,Nou, maar ik ben er ook nog", zei
de vreemde nu moedig, „toch moet je
maar een beetje kalm doen. Nog een
goede tien minuten en we zijn er. Als we
eerst maar op de grote weg zijn, dan
kunnen we beter opschieten".
„Als we daar de spoken maar niet
tegenkomen", zei Hannie helemaal niet
bang meer.
„Ja, we moeten alle drie goed uit
kijken, maar ik denk dat zij eerst langs
de huizen en toen de andere weg terug
gegaan zijn".
Al gauw .liepen ze op de grote weg
en schoten nu goed op, de eerste huizen
aren al in zicht.
Wordt vervolgd.
DOOR EEN VERGISSING
zijn nog steeds de oplossingen van onze
Kerstwedstrijd niet geplaatst en ver
schillende kinderen vroegen mij er om,
om te zien of ze de woorden goed had
den. Hier volgen ze dan. Voor de kleinen
was de oplossing: Kerstversiering. Alle
maal hadden ze het goed. Voor de gro
ten waren het deze woorden: Een boom:
esp. Een slaapplaats: bed. Een ambacht:
smid. Thans: nu. Laten zien: tonen. Een
lidwoord: het. Een jongensnaam: Ad. Een
lengtemaat: el. Een lichaamsdeel: darm.
Een bloem: dalia. Een dorp in N. Lim
burg: Helden. Gemalin van koning
Assuërus: Esther. Een lelijk woord voor
mond: smoel. Oude naam voor liter:
pint. Voegwoord: en. Zitplaats op mo
torfiets: duo. Naaigereedschap: naald.
Telwoord: drie. Naam van echtgenoot:
man.
NIEUWE OPGAVE.
Zoek 10 woorden beginnend met sneeuw.
Zoek 10 woorden beginnend met ijs.
De brieven of kaarten moeten uiterlijk
Zaterdag 6 Februari in ons bezit zijn.
Onder de goede inzendingen wordt een
mooi boek verloot.
Denk er om dat je op de adreszijde
vermeld: Aan tante Jo en oom Toon
Krantentuin van de Leidse Courant,
Papengracht 32, Leiden.
CORRESPONDENTIE.
Van Dorien v. Leeuwen uit Leiden ligt
cr nog altijd een verhaaltje over:
SNEEUWPRET.
komt vast.sneeuw". En moeder had ge
lijk. Er kwam een dik pak sneeuw. Mia
von het heerlijk, vooral dat glijden.
Jammer dat ze zo dikwijls viel. Ook
jammer dat ze die middag nog naar
school moest, maar gelukkig was die
gauw om. Met z'n allen gingen zo nu
een fijne baan maken en toen hij heel
glad was, viel Mia steeds weer tot grote
pret van de anderen.
Op 't laatst ging 't glijden vervelen
en gingen ze sneeuwballen gooien. Dat
was pas leuk! Dat ging nooit vervelen
en daarbij gingen ze elkaar ook inwrij
ven. Mia was wel 10 maal ingewreven,
't Was zo half zes en ze moesten naar
'mis want 't begon al donker te worden.
Iet was een fijne middag geweest.
HANS EN JOOP.
Op een keer vroeg Hans aan moeder:
„Moeder mag ik met Joop gaan vissen?"
„Goed", zei moeder, „maar dan om vier
ïr thuis".
Ze haalden hun visspullen bij elkaar
riepen nog heel hard: „Dag moe!" en
trokken er toen op uit.
Toen ze bij de haven gekomen waren,
zochten ze eerst een fijn plaatsje, rolden
de hengels af. deden deeg aan het
haakje en gooiden die toen in het water.
Maar ach, de visjes wilden die middag
niet bijten en ze begonnen zich al gauw
te vervelen.
..Joop, ga mee wat spelen", zei Hans.
Joop vond het best en ze begonnen
tegen de graskant te hollen. Het liep
uit op een stoeipartij en het was vier
uur voor ze er erg in hadden. Ze rol
den de hengels weer op en gingen op
een draf naar huis.
Gé de Guns uit Boskoop maakte voor
ons:
NAAR SCHOOL.
Jantje was vier jaar geworden en mor
gen zou hij voor 't eerst naar school
gaan. Was dat even een feest. Met een
nieuw pakje aan ging hij naar schooL
Het begon met spelen op de speelplaats
en toen leerde hij al wat kinderen ken
nen. Toen de bel ging moesten ze
netjes in een rij gaan staan en toen gin
gen ze de school binnen. De zuster
deelde blokken uit om mee te bouwen.
Nu dat vond Jan fijn en hij bouwde een
hoge toren. Daarna gingen ze tekenen
en dat vond hij heel moeilijk, maar de
zuster kwam hem wel eens helpen,
't Was ook pas voor de eerste keer. Ze
gingen weer wat spelen en toen werd
er uit een dik boek een mooi verhaal
voorgelezen. Dai vond Jantje nog het
mooist van alles. Toen werden ze aan
gekleed en was het tijd om naar huls
te gaan. Thuis vertelde hij alles aan
moeder en vader, 's Middags ging hij
wat graag weer naar school en toen
mochten ze de tekening van 's morgens
kleuren. Ook werd er woer uit dat dikke
boek voorgelezen. Voortaan ging Jantje
altijd even graag naar schooL
Theo Steenbergen uit Leiden stuurde
ons:
EEN DAGJE UIT.
Pieter was een kleine baaa en hij zou
met vader en moeder gaan wandelen. Ze
zouden heel ver gaan, helemaal naar de
Leidse Hout, dus moest de kleine Plet
in het blauwe wagentje. De kinderen
deden hun jassen aan, maar toen Pieter
zijn jasje aan had, wilde hij niet in de
wagen.
„Toe joch, wees niet zo eigenwijs", zei
moe, maar het ventje begon nog harder
te huilen.
„Vader, kom er eens bij", riep moe.
Daar kwam vader al aan. „Wat is er
aan de hand?" vroeg hij.
„O", zei moe, „ons Pietje is eigenwijs
en wil niet in het wagentje".
Pa nam Piet beet en zette hem in de
wagen. Piet schreeuwde nu nog harder
natuurlijk.
„Dat gaat wel weer over!" zei hij on
duwde de wagen naar buiten. Op strnut
zag Piet een grote auto rijden en nu
waren de tranen gauw vergeten. Hij
wees naar de auto en riep: „da, da!"
„Wat een grote auto, hè Piet", zei
moe, en ons manneke kraaide van de
pret. De gehele weg heeft hij niet meer
gehuild, er was ook zoveel te zien. Ook
in het Leidse Hout had hij veel pret met
zijn bal. Toen we naar huis gingen, viel
hij van vermoeidheid in slaap en hij
bleef nog doorslapen toen pa hem met
jasjo en al aan in zijn bedje legde.
„Want", zei pa, „als we hem wakker
maken, gaat hij weer huilen, dus laat
hem maar slapen tot wc gegeten heb
ben, dan kleden we hem straks wel uit".
Zo gezegd, zo gedaan. Toen wij met
het eten klaar waren, heeft moeder
Pieter gehaald, hem eten gegeven en
toen in zijn bedje gestopt, alwaar hij tot
's morgens 7 uur doorsliep.
Zullen jullie aan de vogeltjes denken,
die met deze koude zo weinig eten vin
den. Dag kinders tot de volgende week
weer.
TANTE JO en OQM TTON.
tt
(•02)
OM f(HRB OLL EKE TC CRRN VERLOS
SEN EN SliNCERT liCH ONDER DE
BRU6 DOOR OM DE WRCHTEBS TE
VERSCHRIK EN.
fchabolleke weg...!?/!?..
Jeroen ook!!! Wel mag\
er gebeurd T'Jnljg^p^
Er hangeen briefie aan
hel kanon!Vlug lezen!
beiü ItPtnte,
74 wwt e/i dat je ooi zoudt te
men.74 moet altud Mn J~— t-
gen en den tem
JCua iA ien eftn mt
fatten en tefijenoen enjexur
lief ii/udrtCweeaewifat, omdcu
als dat dluKA ovr zaveei van ten
teut. ïdè teUen Aet jfwwn JUi
iet in een zej entfovit en -ifl/dn.-
ten etmte naj3A%Jit(A.
ütewi&tu,