dah uia naam ftegint met een fBateviettet!
DE DOLLE MUSKETIERS"
De kinderen vertellen over
het Sint Nicolaasfeest
ZATERDAG 5 DECEMBER 1953
DE LE1DSE COURANT
DERDE BLAD PAGINA 2
SINT NICOLAAS-PUZZLE
De Sinterklaastijd mag een gezel
lige tijd zijn, zij plaatst ons ook voor
een massa puzzles, die heel wat
hoofdbrekens en geld kosten. De
puzzle die wij u hier bieden mag dan
enige hoofdbrekens vergen, de
winstkans is geheel aan uw kant.
Om u het denken enigszins te ver
gemakkelijken zijn er ditmaal name
lijk voor de juiste oplosser drie ori
ginele boterletters beschikbaar ge
steld, die eventueel gegoten kun
nen worden in de vorm van de begin
letter van uw naam.
Ruim een week na Sinterklaas'
zoudt u zich nog in het bezit van een
gave banketletter kunnen bevinden.
Als vierde en vijfde prijs zijn er bo
vendien nog een sieraad en een boek
te verwerven, het laatste meer als
geestelijk voedsel bedoeld en daar
om dus dulbbel aanlokkelijk.
Oplossingen kunnen tot en met
Donderdag 10 Dec. naar orfe bureau
gezonden worden.
Horizontaal: 1. rangtelwoord, 8. in
afwachting van, 15. kolfhamer, 16. j
voedergewas, vlinderbloemige plant, j
20. alvorens. 21. geluid van een ezel,
23. zwemvpgel, 25. jongensnaam, 27.
puntig voorwerp, 28. soortelijk ge
wicht (afk.), 29. kubieke meter, 31.
maker van metselwerk, 35. een der
vier jaargetijden, 87. Europeaan, 38.
viert men op 6 December, 40 fami
lielid, 41. kom, 42. overzetvaartuig,
43, grassoort, 45. gesneden steen, 47.
vervoeging van het hulpwerkwoord
zijn, 4*8. West Afrika (afk.), 49. voeg
woord, 51. volksnaam v. d. kauw, 52.
oude lap, 53, plomp, 55, kalmte, 58.
tegenstelling van dood, 60. is rond, 61.
notitieboek, 62. achting. 63 soort van
hert, 64. nationaliteitsteken voor
vliegtuigen van Finland, 66. num
mer (afk.), 67. meisjesnaam,
uitroep, 69. dikke boterham, 71.
iemand de achting geven, welke
hem toekomt, 75. het kleverige
vocht waarmee de vissen en andere
dieren bedekt zijn, 78. gevangenis, 79,
oude lap, 81. metaalmengsel van ko
per en tin, waaruit torenklokken
gegoten worden, 87. lichaamsdeel, 88.
marterachtig roofdier, 90. dienster
in een café, 91. rangtelwoord, 93. af
korting v. berylium, 94. meisjes
naam, 96. lied, 97, nakroost, 98. be
kende afkorting, 99. vermoeid, 101,
muzikaal toneelspel, 103, badplaats in
Z. Tirol a. d. Etsch, 105. dorpje a.
de Maas in Limburg, bekend door de
terugtooht der Duitsers in 1918, 106.
weergalm.
Verticaal: 1.. landbouwwerktuig;
2. stapelmeter (afk.); 3. gebak; 4.
zijtak Donau; 5. boom; 6. afkorting
v. neon; 7. en wel (afk.); 8. dat is
(afk. Lat.); 9. familielid; 10. zijtak
Saaie; 11. dorsvloer, 12. deeg;
bijwoord; 14 vertelling; 17. zijtak
Ocker; 18. maal; 19. poel; 22. een der
Titanen, die de aardbol moet torsen;
24. kraam; 26. akelig; 28. hoofddek
sel; 30. eikenschors; 31. laag. gering;
32. geheel de uwe (afk. Lat.); 33. tel
woord; 34. bekend gebouw in Am
sterdam; 36. bijwoord; 38. vergissin
gen voorbehouden (afk. Lat.); 39.
afkorting voor selenium; 41. was St.
Nicolaas; 42 plaats in de schouw
burg; 44. draadbericht; 46. lastgever;
50. R.K. Godsdienstoefening; 52.
munt in Italië; 54. gindse; 56. af
korting van titanium; 57. lengte
maat; 58. muzieknoot; 59. na dato
(afk.) 65. grote warmte; 68. troep
ongeordende krijgers; 70. bestem
ming, levenstoestand; 72. godsdienst
(afk.); 73. ieder; 74 middag; 75.
achtpotig geleed dier; 76. kleefmid-
del; 77. bevroren water; 78. gevan
genis; 80. een der middelste Cyda
den, 82. klasse (afk.); 83. doffe
slag; 84 einde; 85. water in Lim
burg; 86. de oudste (afk.); 87. berg
keten op de grens van Europa en
Azië; 88. kellner; 89. nauwe opening;
91. jongensnaam; 92. azijn; 95. vaar
wel; 97. aördsoort; 99 soort onder
wijs; 100 bijwoord; 101 voorvoegsel;
102. arbeidswet (afk.); 103. voor
naamwoord; 104. voorzetsel.
Bij joiste oplossing leest men op
de cijfers: 1, 4, 5, 12, 13, 15, 20, 22,
26, 38, 60, 65, 77, 78, 79, 80, 87, 88,
89, 91, 92, 93, 96, 97, 99, 100, 104, de
eerste regel van een St Nicolaas-
versje van Heije.
De taart gaat deze week naar: D.
Noort, Hoge Morsweg 158, Oegst-
geest; het sieraad: mej. Barry Bak
ker, Witte Singel 7, Roelofarends-
veen en het boek naar: C. v. d. Werf,
Weipoortseweg 95, Zoeterwoude.
Deskundigen. „Gisteren sprak
ik een musicus, die beweerde, dat ik
het mooiste figuur van de wereld
heb".
„Nou, als je nog een beeldhouwer
kan vinden, die zegt, dat je de mooi
ste stem hebt, kan je in ieder geval
op het oordeel van vaklieden bogen".
De waarheid. Klant: „Als U die
radio beneden de inkoopsprijs ver
koopt, dan kunt U er nooit iets aan
verdienen".
Winkelier: „Dat dacht U maar. En
de reparaties dan?"
Nog niet. Jantje: „Ik wil een
boterham hebben".
Zijn zusje: „Asjeblieft toch zeker?"
Jantje: „Hoe kom je daar bij? Ik
ben toch nog niet getrouwd!"
Baas boven baas. Jantje: „Mijn
vader kan zich scheren, zonder zijn
sigaret uit de mond te nemen".
Pietje: „Moet je mijn vader zien.
Die kan de nagels van zijn tenen
knippen zonder zijn sokken uit te
doen".
Frans. Vader: „Mijn dochter
gaat zich verloven met de minister
president van Frankrijk".
OPLOSSING VORIGE WEEK
Horizontaal: 1. Ameide, 6. gul, 8.
onager, 13. Leiden, 14. Arnold, 15.
R.K., 17. ree, 18. eis, 20. toe, 21. de,
22. dak, 24. winst, 26 neb, 27. Am er,
28. Boskoop, 30. robe, 31. Mei, 32.
lid, 33. maf, 35. nul,- 36. bisam, 38.
abdis, 40. sloot, 42. negge, 44. lotto,
47. dras, 48. neg, 49. silo, 50. steen,
52. eiker. 54. aorta, 56. hilte, 58. ro
man, 60. Spa, 62. Eis, 64 lel, 65. ski,
67. turf, 68. periode, 71. Eton, 72. Ria,
74. roede, 76. ert, 77. Ot. 78 are, 80.
Epe, 81. kip, 83. te, 84. slalom, 95.
utopie, 87. kalmus, 88. Aar, 89 ma
tras.
Verticaal: 1. Aardam, 2. el, 3. Ier,
4. dier, 5. Ede, 6. gneis, 7 lasso, 8.
ont, 9. noot, 10. ale, 11. Gd, 12. roe
bel, 16. kameel. 19. inka, 21 debuut,
23. kei, 24. Wodan, 25. tombe, 26.
non, 28. bis, 29. pad, 32. litanie, 34.
filiaal, 36. boreh, 37. menie, 39. ag
ger, 39. Solon, 40. sas, 41. ode, 43.
gek, 45. tor, 46. ora, 51. tapuit, 52.
etser, 53. Rolde, 55. tekort, 57 lip,
59. mee, 60. stronk, 61. ara, 63. diep,
65. sté, 66. intens, 69. roema, 70.
odeur, 73. Drau, 75. nipa, 78. alm,
79. els, 81. kom, 82. pit, 84 s.L, 86. er.
Vriend: „Lieve hemel, wat haalt
zo'n knap kind zich in d'r hoofd. Ze
kan toch gemakkelijk iemand met
een vaste baan krijgen".
Diep nagedacht. Agent: „U rijdt
hier op de autoweg, terwijl er een
fietspad is. U hebt toch dat bordje
wel zien staan met die fiets erop".
Vrouwtje: „Dat wel, maar het was
een herenfiets."
Gemoedsrust. Vrouw (Midden
in de nacht): „Heb je dat vreemde
geluid gehoord?"
Man: „Dat is geen vreemd geluid.
Het keukenraam wordt ingedrukt".
Slechte faam. „Die man is toch
wel eerlijk?"
„Eerlyk? Als hij me een hand
heeft gegeven, ga ik altijd direct
mijn vingers natellen".
Nieuwsgierig. Waarzegster: „U
wilt zeker de toekomst weten?"
Bezoekster: „Oh nee, helemaal niet.
Ik kom hier alleen maar voor het
verleden van mijn man".
Materialist. „Wist de dokter wat
je had?"
„Zo ongeveer wel. Ik had honderd
gulden bij me en hy rekende negen-
üg".
Arme knul. Zij: „Oh Joop het
was een heerlijke avond. Bederf hem
nu niet voor jezelf door er over na
te denken, wat die gekost heeft."
Zat iets in. Hij: „Heb je nu nog
geen knoop aan mijn broek gezet?"
Zij: „Nee, ik had geen tijd van
daag. Overigens'hoop ik, dat ik meer
voor je beteken dan die broek".
Hij: „Dat is betrekkelijk. Ik kan
zonder jou wel overal komen, maar
zonder broek nergens".
Schande. Man: „Toen ik de gras
machine kapot bij hem terugbracht,
begon hy het vloeken.
Vrouw: „Bah, wat afschuwelijk.
Ga de machine voortaan maar bij de
pastoor lenen."
Boem. Professor: „Wat voor
eigenschappen heeft amoniak?"
Student: „Het is vluchtig en je gaat
er van huilen".
Professor: „Prachtig, dus dezelfde
als jouw kennis van scheikunde".
Wenk. Heer: „Hier heb je een
dubbeltje. Ik wil mezelf een pretje
bezorgen en vrijgevig zijn".
Bedelaar; „Maar ik geloof, dat
mijnheer best wat meer plezier kan
gebruiken".
STROOIAVOND.
Het was 5 December en buiten was
het bar koud. De mensen die buiten
waren liepen met hun neus <Jiep in de
kraag van de mantel of jas, maar Joke
en Wim zaten voor de ramen lekker in
de warme kamer te wachten op de komst
van Sint Nicolaas. Ze drukten hun
neusjes plat tegen de ruiten om toch
vooral maar goed te kunnen zien, want
het was bijna hal acht en flan zou de
goede Sint komen. Ze werden al een
beetje ongeduldig. Vandaag hadden ze al
heel vroeg gegeten, maar eindelijk was
het zo ver. De bel klingelde hard door
het huis en Joke en Wim schrokken
allebei van dat schelle geluid. Onwille
keurig gingen ze dicht by moeder zit
ten. Vader zelf ging opendoen en ze
hoorden hem duidelijk zeggen: „Komt u
verder Sint Nicolaas".
Daar ging de deur open en statig" en
langzaam stapte de Sint binnen. Hij ging
gauw bij de warme kachel zitten op een
gemakkelijke stoel, die reeds voor hem
klaar stond. Toen riep hij ze één voor
één bij zich; eerst Wim en daarna Joke.
Over het algemeen was Sint Nicolaas
tevreden over hen en voor de kleine
stoutigheden beloofden ze beterschap.
Wim kreeg een trein en Joke en mooie
pop. Voor moeder had hij ook iets mee
gebracht. Zij kreeg een kop en schotel
en voor vader was er een pijp met ta
bak. Zwarte Piet, die al die tijd achter
de heilige man gestaan had ging even
naar de gang om een zak met peper
noten te halen en toen begon hij te
strooien in alle hoeken van de kamer,
zelfs vader en moeder hielpen mee
grabbelen. Toen ging Sint en Piet weer
weg om andere mensen op te zoeken en
Joke en Wim gingen daarna gauw naar
bed. Wat hadden ze een heerlijke avond
gehad.
SINTERKLAASAVOND.
Het was de avond van 5 December en
Jan en Piet zaten vol verwachting wat
ze wel zouden krijgen. Moeder keek al
eens op de klok, maar ze waren maar
aan het zeuren: „Moeder heeft u het
briefje nou al neergelegd".
„Ja natuurlijk jongens, hier zijn ze.
Straks als jullie naar bed zijn, dan leg
ik de twee briefjes bij de schoorsteen".
„Piet wat vraag jij ook weer?" vroeg
Jan.
„Ik een spoortrein," en Jan had een
auto gevraagd.
„Zouden we dat krijgen moeder?"
vroegen ze nog eens allebei voor de zo
veelste maal. Moeder werd er ongedul
dig van en zei: „Kom vlug bidden, en
dan naar bed. het is al bij half negen".
I In bed zongen ze samen nog een versje
van: „Het knechtje van Sint Nicolaas" en
nog een ander liedje en daarna slie
pen ze.
Om half 2 werd Jan wakker. „Zou
moeder de briefjes wel neergelegd heb
ben en zou de Sint al geweest zijn?"
dacht hij. -Stilletjes ging hij naar bene
den en ja hoor, daar lagen de briefjes
bij de schoorsteen, maar Sint Nicolaas
was nog niet geweest. Nu nam Jan een
potlood en zette onder zijn briefje Wim
en streepte Jan door. De volgende mor
gen holden ze nieuwsgierig naar bene
den en daar stond voor Piet een spoor
trein en een letter P en voor Jan een
auto maar geen chocolade letter.
„Ja," zei moeder, „dat komt er
als je een verkeerde naam onder je
briefje schrijft. „Waarom heb je onder
je briefje Wim geschreven?"
„Omdat de W veel groter is dan de
J", zei hij heel beschaamd.
„En nu heb je helemaal niets. Dat
komt er nu van als je zo gulzig bent.
EEN BRAVE EN EEN STOUTE
JONGEN.
Er waren eens twee broertjes, de ene
heette Leo en de ander heette Piet. Leo
was heel ondeugend, haalde allerlei
kwajongensstreken uit zoals: belletje
trekken, de hond en de kat plagen en
wat nog het ergste was, hij zei tegen
iedereen, die het horen wilde, dat Sint
Nicolaas niet bestond. Dat was toch al
te erg en moeder gaf hem een flink
standje en hij mocht twee vrije mid
dagen niet buiten spelen. Piet was heel
anders, altijd was hij er op uit om vader
en moeder te helpen, zoals boodschap
pen doen, de tuin aanharken, houtjes
hakken en nog veel meer.
De dag van 5 December was aange
broken en natuurlijk was Leó bang, dat
hij niet veel zou krijgen, misschien wel
helemaal niets. Piet voelde zich best op
zijn gemak, hij had immers altijd goed
zijn best gedaan.
's Avonds om half acht ging de bel en
even later kwam.Sint Nicolaas met twee
pietermannen binnen.
Eerst moest Piet komen. De Sint gaf
hem een hand en zei dat hy altijd maar
zo goed zyn best moest blijven doen en
tegelijk gaf Piet hem een spoortrein,
een voetbal en een suikerbeest.
Toen moest Leo komen. O, wat keek
hij benauwd. Gelukkig viel het nog al
mee. Eerst kreeg hij een standje en toen
hij beterschap beloofde kreeg hij toch
nog een mooi spel en wat snoep. Daarna
werd er nog gestrooid en Leo heeft
woord gehouden, hij werd veel braver.
STROOIAVOND.
Annie, Henk en de kleine Rina zaten
om do warme kachel en zongen Sint
Nicolaasversjes. Ook zongen zij: „Zie
ginds komt de stoomboot uit Spanje
weer aan". Vader zong ook af en toe mee
met zijn zware bromstem.
Toen het liedje uit was kwam moeder
binnen met 5 kopjes dampende choco
lademelk.
„Ha," riepen Annie en Henk tegelijk.
„Deel maar een koekje uit Annie," zei
moeder.
Onder het genot van het lekkere kopje
chocola zei Annie opeens: „Ik wou dat
zwarte Piet maar eens kwam strooien".
„Nou," zei vader, „als jullie zingen
komt hij misschien wel". En daar begon
het: Zie de maan schijnt door de bo
men, makkers staakt uw wild geraas.
Moeder bracht intussen de lege kopjes
naar de keuken en toen ze terugkwam
zong ze ook mee.
Opeens werd er hard gebeld en ge
bonsd. dat horen en zien verging. Ze
begonnen nog harder te zingen. De delu
ging op een kiertje open en de peper
noten vlogen door de kamer.
„Zingen, jongens en rapen," riep vader
lachend.
Nog een beetje gebons en toen niets
Rina lag ook op de grond de peper
noten te rapen met haar kleine handjes.
Allemaal zongen ze nu: „Dank u wel
Sinterklaas".
„Nu gaat Rina naar bed hè" en möe-
der kleedde Rina uit en bracht haar naar
boven. Henk en Annie praatten nog na
over zwarte Piet tot het ook tijd voor
hen was en zij weldra droomden van
tafels vol speelgoed en snoep.
HOE ZWARTE PIET ZWART WERD.
Heel vroeger was zwarte Piet gewoon
wit net als wij. Elke avond werd hij
door Sint Nicolaas met groene zeep
schoongeboend, want van dat schoor
steen klimmen werd hij steeds pikzwart.
Sinterklaas noemde hem altijd Pieter
man of Pieterbaas of gewoon Pieter.
Op een avond waren ze laat thuis ge
komen en het was bitter koud en guur
geweest. De Sint had kou gevat en ging
gelijk naar bed.
„Pieterbaas, geef me maar wat van die
hoestsiroop en boen je vanavond zelf
maar schoon".
„Ja Sint," zei Pieter, en weg was hij
om het drankje te halen. Sinterklaas
sliep zo.
Pieterman had vreselijk het land aan
wassen en boenen en daarom deed hij
het vanavond ook niet. Hij ging zo
zwart als roet in de grote stoel van de
Sint zitten, stak een dikke sigaar op en
rustte eens lekker uit. Weldra was hij
in slaap.
's Morgens was Sint Nicolaas al vroeg
op en vond Pieterman zwart en slapend
in zijn mooie stoel. Wat werd hij boos.
Hij pakte een gieter vol water en goot
die over de slaapkop. Piet was dadelijk
wakker en smeekte om genade, maar de
Sint pakte hem bij zijn oor, sleepte
hem naar de pomp en begon te boenen
zó hard, dat Pieterbaas het uitschreeuw
de. Sinterklaas had wel een half uur
staan boenen, maar de deugniet werd
niet schoon. Eindelijk gaf Sint de moed
op en viel doodvermoeid in zijn stoel
neer.
„Hè, hè," zuchtte hij en veegde de
druppeltjes van zijn voorhoofd.
„Nu kunnen alle kindéren zien, dat je
smerig bent. En voor straf noem ik je
voortaan „Zwarte Piet".
Toosje Oorschol uit Voorschoten stuur
de ons:
SINT NICOLAAS KOMT.
Vader was nog niet thuis, maar Jan
en Piet waren al aan het eten. Toen ze
haast klaar waren zei moeder: „Als jullie
klaar zijn gaan we Sint Nicolaasversjes
zingen". De jongens waren nu in een
wip klaar en toen gingen ze zingen. Ze
waren net begonnen met: „Zie de maan
schijnt door de bomen", of vader kwam
thuis.
„Toe, jongens, zingen maar, Sint Nico
laas is in de buurt en wanneer hij hoort
zingen, komt hij zeker even aan". Ze
zongen dapper verder en opeens
daar werd gebeld. Vader ging open
doen en even later stapten Sint Nicolaas
en zwarte Piet binnen. Ieder op de beurt
moesten ze bij de Sint komen en van
alles vertellen. Piet gaf ze elk een sui
kerbeest. Ze mochten 's avonds hun
schoen bij de schoorsteen zetten en dat
deden ze natuurlijk wat graag. Toen
gingen ze bidden en naar bed.' Vol ver
wachting sliepen ze die avond in.
B. Langelaan uit Sassenheim heeft
ook danig haar (zijn) best gedaan en
maakte voor ons:
EEN FIJN SINT NICOLAASFEEST.
Het was avond, één van de avonden
voor het grote Sint Nicolaasfeest. Klaas
en zijn broerjes en zusjes waren aan het
zingen, terwijl moeder aan een trui voor
Klaas breide en vader zijn pijp rookte
en de krant las. Ze hadden al zoveel ge
zongen dat ze geen enkel versje meer
wisten. Toen vouwde vader zijn krant
dicht en zei: „Ik zal jullie eens een heel
mooi Sint Nicolaasverhaal vertellen". De
kinderen schoven om vader stoel en hij
begon:
„In een oud klein huisje aan de rand
van een groot bos woonden Jan, Mi ent je
en Greetje met hun vader en moeder.
Ze waren heel arm en dat vonden de
kinderen verdrietig, want door de kinde-
ren op school werden ze altijd uitge
scholden en dat is heel erg. De vader
was houthakker en verdiende niet veel
en moeder ging twee dagen in de week
uit werken. Sint Nicolaas was nog nooit
bij hen geweest. Op school hadden ze er
wel veel over gehoord en Jan dacht dan
heel vedrietig: „De Sint weet ons kleine
huisje zeker niet".
Op een keer zei de meester dat
's nachts zwarte Piet op school zou ko
men, ze moesten hun werk allemaal op
de bang leggen. Toen kreeg Jan een
idee. Hij schreef op een briefje: „Lieve
zwarte Piet, wilt u Sint Nicolaas vra
gen of hij ook eens bij ons wil komen,
wij wonen aan de rand van het bos;
Afzender Jan Schippers". Hij legde het
briefje bij zijn werk.
De volgende morgen vond 4iij een
briefje in zijn kastje: Beste Jan, ik zal
het tegen Sint Nicolaas zeggen, dan
moeten jullie op 5 December je klomp
zetten".
Jan nam het briefje mee naar huis en
liet het lezen. Zc vonden het allemaal
fijn. Op 5 December zongen ze 's avonds
liedjes en zetten hun klompjes met een
wortel en wat hooi bij de schoorsteen.
Zij baden extra eerbiedig hun avond
gebed en gingen toen naar bed.
's Morgens werden ze vroeg wakker en
gingen vlug naar beneden. Vader knipte
het licht aan en toen zagen ze een tafel
beladen met pakjes, speelgoed en snoep.
Heerlijke warme kledingstukken voor
allemaal. Er was ook een brief bij, waar
in Sint Nicolaa§ schreef dat hij het jam
mer vond, dat hij ze vroeger altijd
vergeten had, maar voortaan zou hij
zeker ieder jaar komen.
HET SINT NICOLAASFEEST.
Het was bijna 5 December en de kleine
Irma ws heel bang voor zwarte Piet.
's Avonds werd er op de deur gebonsd
en door een kiertje van de deur werden
pepernoten gestrooid. Irma liep huilend
naar moeder, maar deze zei: „Kom wees
een flinke meid en ga ze oprapen.
Op 5 December kwam Sint Nicolaas
met Piet zelf op bezoek.. De Sint ging
zitten in de stoel die moeder voor hem
had klaargezet. Hij nam het grote boek
van Piet aan en zei: „Kom eens hier
Irma. Ik zie dat je altijd braaf bent en
daarom heb ik iets voor je meegebracht
uit Spanje". Piet deed de zak open en
er kwam een groot pak uit.
„Nu niet meer bang zijn hoor," zei
Sint.
„Nee Sint Nicolaas," zei ze met een
zacht stemmetje. Ze maakte het pak
open en daar kwam een mooie pop met
een wiegje uit. Voorzichtig gaf ze Sint
Nicolaas en Piet een handje om te be
danken. De Sint beloofde haar het vol
gend jaar een wagen te zullen brengen
als ze niet meer zo bang zou zijn. De
heilige man ging nu gauw verder naar
andere mensen en Irma is nooit meer
bang geweest.
Thea van Leeuwen uit Zoeterwoude
komt als laatste ons nog eens iets ver
tellen over:
GESTRAFT.
Het was 5 December. De kinderen in
de klas waren druk en de meester moest
vaak brommen. Ze waren allemaal vol
over wat ze wel zouden lcrijgen. De een
vroeg een bal, de ander een tol, de
meisjes een pop of springtouw. De mees
ten moesten nog een verlanglijstje ma
ken om 's avonds bij hun schoen te leg
gen. Bartje, een vervelende jongen, zei,
dat hij niets vroeg. „Als ik wat wil heb
ben, krijg ik het toch wel en jullie mo
gen het niet weten". Maar zijn laatste
rapport was zo slecht geweest, dat hij
van zijn vader zijn schoen niet mocht
zetten. Bartje dacht bij zich zelf, ik zet
toch myn schoen en 's nachts ging hij
uit bed om oo zijn schoen te zetten. Per
ongeluk zette hij zijn zusjes schoen. De
andere morgen was Bartje het eerste
beneden om te kijken wat er in zijn
schoen was. Verschrikt zag hij dat het
zijn zusjes schoen was en dat zou nog
niet zo erg geweest zijn als er maar
geen pop in lag. Nu had hij nog niets.
Het volgend jaar zorgde hij wel voor
een beter rapport.
We wensen jullie allemaal een fijn
Sint Nicolaasfeest en hopen dat er
niemand in de zak hoeft.
TANTE JO EN OOM TTON.
\dt
'leien
tdie ui het
vtui Sumke-
Cffin^aande <fyiaanse
ywumkngen
mol Huw le i
-a®"f -teal