Ook in de Rodenburgerpolder en Professorenwijk wordt gebouwd Vijftien hedendaagse kunstenaars uit Gent exposeren in de Lakenhal De bouw van 264 militaire woningen is in volle gang Echtpaar Schouten-Maas op 23 Nov- 55 jaar getrouwd Echtpaar Prins-De Bolster 60 jaar in huwelijksbootje Echtpaar Massaar 65 jaar getrouwd ZATERDAG 7 NOVEMBER 1953 L>h LE1DSE COURANT DERDE BLAD PAGINA 1 Door de Leidse buitenwijken Welke buitenwijk van Leiden men ook bezoekt, bijna overal vindt men na-oorlogse huizen, reeds betrokken of nog in aanbouw. Aan de ene kant vindt men er honderden, aan de an dere zijde tientallen, maar weinig of veel, zij leggen alle getuigenis af van Leidens na-oorlogse woningbouw, die na een sterk becritiseerd en zeer aarzelend begin de laatste jaren bewondering afdwingt, zij het dan, dat er bijna uitsluitend sprake is van woningwet-woningbouw. Deze week vervolgen we onze reportage-serie met een bezoek aan de Rodenburger polder, speciaal aan de omgeving van de Burggravenlaan (zijstraat van Ho ge Rijndijk), waar de na-oorlogse woningbouw weliswaar geen grote vormen heeft aangenomen, maar toch wel van betekenis geacht moet wor den. Halverwege wordt de Burggraven- laan gekruist door de Fruinlaan. We kunnen er dus links en rechts af slaan. Kómend van de Hoge Rijn dijk gaan we naar links, waar als zijstraten van de Fruinlaan twee nieuwe straten zijn aangelegd,' de Snouck Hurgronjestraat en de Hui- zinigastraat. Beide zijn bebouwd met eenvoudige eensgezinswoningen, die wel een ietwat eentonige indruk ma ken, maar van buiten af gezien toch i wel geriefelijk zijn Ook hier vindt men gemeenschappelijke voortuinen, j Beide straten lopen door tegen een j houten hek, aan de andere kant j waarvan zich nog bouwland bevindt. Het ziet er dus naar -uit. dat deze straten nog doorgetrokken zullen worden. In de verte ontwaart men de nieu we school aan de Asserstraat even eens na de oorlog aangelegd en de nieuwe gymnastiekzaal bij de Fin se school. bouwd voor hoofden van dienst en andere hogere ambtenaren. De hui zen maken een royale en geriefelijke indruk, hetgeen eveneens het geval is met het blok van vier, dat even verder in deze straat gebouwd werd. Tussen de beide blokken loopt de De Mey van Streefkerkstraat uit, waaraan twee blokken van ieder zes woningen staan, die bijzonder opval len doordat de buitenmuren tot aan de eerste verdieping gewit zijn. De grote houten luifels boven de voor deuren van deze flinke woningen vormen een welkome onderbreking van de gevels. Terug in de Fruinlaan kunnen we ons indenken, dat menige wandelaar vol bewondering blijft staan op de hoek van de Burggravenlaan, waar een prachtige vrijstaande woning is neergezet, een soort landhuisje, dat weliswaar in deze omgeving van hoge huizenblokken een beetje vreemd aandoet, maar voor duizenden Lei- denaars toch een droom betekent. Links: Het fraaie landhuisop de BurggravenlaanDe Gijselaarstraat. Rechts: Een blok van zes woningen in de Mey van Streefkerkstraat; de voorgevel is gedeeltelijk gewit; de houten luifels steken ver vooruit. (Foto's: „De Leidse Courant"). Wanneer we tenslotte nog de een gezinswoningen noemen, die achter in de De Goeiestraat (eveneens een zij straat van de Hoge Rijndijk) verrezen zijn, is het overzicht van deze wijk volledig. Ook in de Professorenwijk. Tegelijkertijd mogen we echter de nieuwbouw noemen aan de buiten zijde van de Professorenwijk. Zoals reeds eerder gemeld, kreeg Leiden verleden jaar een extra bouwcontin- gent voor 264 militaire woningen, die overigens niet alle door militairen be trokken zullen worden, omdat de ge meente hen ook elders in de stad huizen heeft aangewezen. De bouw is hier nog in volle gang. Er moesten vier nieuwe straten voor aangelegd worden: Beijerincklaan, Brugmanslaan, Suringerstraat en Te- minckstraat. Het is hier grotendeels hoogbouw, die de hoek Kanaalweg spoorlijn LeidenUtrecht vult, aan sluitend op de Professorenwijk. Er bestaan plannen om in deze omge ving een brug over het Kanaal te bouwen. Imponerende bouw. Imponerend is het deze bouw te te zien. Het „Lied van de Arbeid" klinkt er in alle toonaarden, ge speeld door timmerlieden, metselaars en andere vaklieden, die met vaar digheid hun instrumenten bespelen. Vrachtwagens rijden af en aan; het is alsof men dag na dag de blok ken groeien ziet! Zo werkt Leiden aan zyn uitbrei ding. De wetenschap, dat de achter stand nog bijzonder groot is, dat duizenden gezinnen en jonggehuw den op de wachtlijst staan, dat er in de binnenstad nog krotten bewoond worden, die zelfs voor varkens te slecht zouden zjjn, en dat in hon derden huizen de samenwoning al of niet door schuld van de bewoners zelf een ramp geworden is, maakt het zien van deze snelle bouw tot een grote vreugde voor iedereen, die het wèl meent met de groei en bloei van Leiden. Ook al beseft men daarbij, dat de stad op deze wijze nog vele jaren door zal moeten gaan, liefst in een nog sneller tempo. De ruim 2.000 woningen, die na de bevrijding ge bouwd werden, hebben de achter stand nauwelijks kleiner gemaakt; zij hebben hoogstens kunnen voorko men, dat zij nog groter werd. Laat ons eindigen. We wekken de indruk, dat onze serie rondgangen ten einde is, terwijl een zeer belangrijk bouwcomplex nog niet besproken is. Het betreft hier de Meerburgerpolder, die wellicht de fraaiste na-oorlogse uitbreiding van Leiden genoemd mag worden. Maar dat is het laatste verhaal voor volgende week. Belangstelling van Leidenaars gevraagd Fraaie woningen. Terug naar de Burggravenlaan slaan we voorbij het Gymnasium rechtsaf en komen dan in de De Gijselaarstraat, die voor de oorlog reeds werd aangelegd. Vooraan be vindt zich een blok van acht fraaie woningen, door de gemeente ge- |N HET KADER van de uitwisseling j schillend geaarde kunstenaars voort- LeidenGent wordt van heden af sproten? Want de groep, die als ver in „De Lakenhal" een tentoonstelling tegenwoordiging van het Gentse ar- gehouden van het werk van vijftien tistieke leven naar Leiden is geko- hedendaagse Gentse kunstenaars. De ze expositie is niet alleen belang rijk uit een oogpunt van vriend schapsbetuiging, noch ook alleen als culturele stimulans, zij heeft grote artistieke waarde. Wie zou niet gaarne willen zien, wat afstammelingen van de gebroe ders Van Eyck, van Van der Goes, van Van de Woestijne, van Julius de Bruycker en van George Minne he den ten dage presteren? En wie zou niet willen zoeken naar de gemeen schappelijke bodem, waaruit zó ver- Niet minder dan zeven maal is het echtpaar A. SchoutenTh. H. Maas, dat op 23 November a.s. 55 jaar getrouwd zal zijn, verhuisd. Zij hebben o.a. 10 jaar in de Nippon- straat gewoond en 23 jaar in de An na Paulownastraat. Thans wonen zij al bijna 15 jaar op Marnixstraat 17, waar de heer Schouten een sigaren winkeltje drijft. Eerst heeft hij jarenlang bij Lan- gezaal op de Hooigracht gewerkt, toen op de grofsmederij en daarna bij Langezaal en Inniger, alles bij elkaar wel 60 jaar. Hij is nu 76 en werkt sedert 4 jaar niet meer, be halve natuurlijk in de winkel, die in de eerste tien jaar door zijn vrouw werd nagelopen. De bruid is thans 75 jaar en geniet evenals haai man nog een uitstekende gezondheid. „We trekken van de noodwet", deel de heer Schouten ons mee. ,.Maar dat is geen vetpot, zodat we de op brengst van de winkel er heel goed bij gebruiken kunnen". Uit dit huwelijk werden 13 kinde ren geboren, waarvan er nog 9 In leven zijn, allen getrouwd. Er zijn thans 28 kleinkinderen, maar nog geen achterkleinkinderen. „Dat zit 'm in de woningnood", verduidelijkte de bruidegom. Op 10 November gaan de bruids dagen in en op Zondag 15 November zal er om half elf uur in de St. Jozef kerk een H. Mis tot intentie van het bruidspaar worden opgedragen. (Foto: „De Leidse Courant") men, is wel zeer verschillend van op vattingen en techniek. En toch is er een gemeenschappelijk streven te be speuren: dat van constructieve oplos sing van de problemen. |"\E DEELNEMENDE schilders zijn: U Jan Burssens, Marie de Keyser, Maurice Dupuis, Gérard Hermans, Jlozef Mees, Philippe Morel, Jan Mulder, Victor v. d. Eecken, Joseph Verdegem, Jozef Mees, Philippe Mo rel, Jan Mulder, Victor v. d. Eecken, Pierre Vlerick en Alex Wauters. Onder hen is Maurice Dupuis de ge temperde impressionist, die zijn por tretten opzet in prachtig afgestemd kleurengamma's. Met Wauters komt men in de sfeer van het sociale; zijn werk wekt her inneringen aan Henri de Toulouse Lautrec, zijn type vrouwen echter blijft onder alle omstandigheden ge lijk; waaruit men concluderen kan, dat men bij deze kunst licht van beperking tot beperktheid komt. Naast Wauters doen de portretten van Hermans pril en gaa+ aan. Met zeer vereenvoudigde middelen weet Hermans veel te bereiken. Joseph Verdegem, bij wie de invloed van Matisse duidelijk is, zoekt het in een constructieve kleurstelling. In het „Jonge meisje met shawl" is hij ge slaagd, werd de constructie niet dor en verwarrend, maar bleef het rhyth- me voelbaar, al hinderen sommige inconsequenties. Beter werd het stil leven, waarin werkelijk van een op lossing sprake is. Bleef Verdegem bij alle abstrahe rende tendenzen figuratief, ook Ma rie de Keyser laat de voorstelling bij haar composities niet los. Zij werd tot een goed schilderij geïnspireerd door visserssloepen in rust, waarbij zij een liniair goede compositie wist te schep pen. Haar „Vrouw van de zee" echter werd niet méér dan een goede af fiche. Geheel abstract werken Burssens en Mees; van de eerste treft een goe de compositie in verticalen; ook de compositie „Bij de zee" mag niet on belangrijk heten. Vlerick toont in zijn werk Picasso- invloed, maar verwerkte de door Pi casso verworven inzichten niet ge heel en komt daardoor tot inconse quenties, zoals die trouwens in het werk van jongeren te verwachten zijn. Het uitklappen van vlakken, die dan een constructief element gaan vormen in de opbouw van het schil derij, is een techniek, die v. d. Eecken gebruikt. En dan tenslotte Philippe Morel met zijn kleurvegen, waarbij iedere lineaire tendenz ontbreekt. Er is met deze techniek ongetwijfeld iets te be reiken, maar Morel heeft de kleuren nog teveel gelijkwaardig naast elkan der gezet om werkelijk suggestief te kunnen zijn. En naast hem de ab straherende surrealist Mulders, die met zijn vervormde figuraties even eens naar suggesties streeft, maar niet altijd overtuigt. |"\E DEELNEMENDE beeldhouwers U zijn Josef Cantré, Robert Coolens, Em. Poetou en Geo Verbanck. Het werk van Cantré staat opgesteld bij de entrée van de expositie; het is dan ook wel de krachtigst- inzending. Op ingenieuse wijze heeft Cantré ge bruik weten te maken van de nerva- tuur van het hout. Het meest spreekt dat in „Incarus' zuster", een interes sant beeld in coromandel. Hoe geheel anders geaard is daar naast het werk van Poetou. Zijn „Volume in rood" mag men wel „de schrik van de tentoonstelling" noe men: een enorme gipsmassa, hei-rood gelakt, die op het eerste gezicht aan plastic doet denken en bij nadere be schouwing reminiscenties opwekt aan „ingewanden". Misschien niet hele maal te begrijpen, maar in ieder ge val een experiment, dat aandacht verdient. Daarnaast dan een meer aanvaardbaar abstract werk: „Rhyth- me", dat inderdaad op zeer suggestie ve wijze het begrip in beeld brengt. Tussen deze twee staat het werk van: Verbanck, die een prachtige, ver- stildè portretbuste inzor.d. In „Ver troosting" toont Verbanck zich een navolger van Minne, in zijn „Mater Dolorosa" werd de aard van het ge steente, waaruit de compositie groei- Een bekend gezicht. Toch hadden we even moeite het thuis te bren gen. Maar spoedig waren we er ach ter: natuurlijk, de heer J. W. Prins kennen we als drager van de St. Barbara-vereniging! Hoe vaak heb ben we hem in stemmig zwart het pad naar het R.K. Kerkhof aan de Zijlpoort zien betreden. Honderden begrafenissen heeft hij meegemaakt, maar zelf denkt de heer Prins nog niet aan doodgaan. Met zijn 82 jaar is hij nog een kranige figuur. Op 15 November zal het 60 jaar geleden zijn. dat hij in het huwelijksbootje stapte met mej. Th. de Bolster, die thans eveneens 82 jaar is en hoe wel niet meer zo goed ter been nog vpgewekt en kwiek door het leven .feat. de, niet verdoezeld. Een mooie, van alle zoetelijkheid gespeende groep, dié waarlijk religieus mag heten. En dan tenslotte de winnaar van de Godecharle-prijs van het vorig jaar: Robert Coolens, die leerling van Cantré worstelt met elemen taire problemen van de vorm. Zijn werk belooft veel. C. TH. R. 13, heerste er al een feestelijke stem ming. Een voorproefje van hetgeen nog komen gaat. De kamer was keu rig versierd en prachtige bloemen getuigden van het medeleven van velen. Hedenavond om 8 uur komt de R.K. Leidse Harmonie de brui degom is de vader van een der be stuursleden, de heer E. Prins een serenade brengen. Zondag 15 No vember wordt er om 10 uur in de St. Jozefkerk een H. Mis opgedragen tot intentie van het bruidspaar, dat nadien van 2 tot 4 uur zal recipi ëren. De heer Prins heeft jarenlang als werkbas op de katoenfabriek ge werkt. Ondertussen en daarna was hij ook nog 34 jaar kellner in café Zomerlust te Oegstgeest. Thans ge niet hij van de noodwet Ouder domsvoorziening en kan hij het wat rustiger aan doen. Het huwelijk werd gezegend met 12 kinderen, waarvan er nog 9 in leven zijn. „Zet er maar bij, dat ze allemaal getrouwd zijn en best hun brood hebben", voegde de bruide gom er aan toe, waarna de bruid ons toevertrouwde, dat er al 45 klein kinderen zijn en 16 achterkleinkin deren. Allen delen in de feestvreug de van hun ouders en grootouders, die in 1906 de eerste bewoners van de toen nieuwe Decimastraat waren. (Foto: „De Leidse Courant") Acht-en-tachtig jaar is de heer P. F. Massaar, die morgen met zijn vijf- en-tachtig-jarige echtgenote het 65- jarig huwelijksfeest gaat vieren in het kleine huisje Vestestraat 92. Tot acht jaar geleden heeft de krasse grijsaard gewerkt, eerst 36 jaar in de voormalige zemerij van de fa. Parmentier aan de Middelste gracht, daarna 25 jaar als schillen- ophaler. Dagelijks trok hij met zijh kar door Leiden. Bovendien kon men hem 's Zondags als suppoost in „De Lakenhal" vinden. Nu werkt hij niet meer, maar zijn vitaliteit is geble ven; nog graag wandelt hij ,,een eindje om", waarmee hij dan een wandeling naar Oegstgeest bedoelt. Helaas kan de diamanten bruid het feest niet in zo'n puike gezond heid vieren. Het lopen valt haar steeds moeilijker en horen kan zij bijna niets meer, maar de ogen zijn nog goed en iedere dag leest zij nog de krant in de uren die zij niet rus tend doorbrengt. In de afgelopen weken heeft het bruidspaar al veel hartelijkheid van vrienden en buren mogen ondervin den; juist toen wij er op bezoek wa ren, bracht de bakker weer een reu ze grote taart, die het bruidspaar onmogelijk alleen kan opeten. En fin, dan zullen de 5 kinderen, 19 kleinkinderen en 15 achterkleinkin deren wel een hapje me^-eten! (Foto: „De Leidse Courant")

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1953 | | pagina 6