SB
Gemeentebestuur van Noordwijk reageert
op uitlatingen in de Kampeer kampioen"
SPORT
O
nze
Damrubriek
FRAMB0J
Chefarine „4'
doet wonderen
iAAmLM
Tropenliefde
WOENSDAG 7 OCTOBER 1953
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 2
KA MPEERK WEST IE IN NOORDWIJK
KAMPEERBELEID IN DE
PRACTIJK.
Hoe staat het hier nu in feite met
fle kansen van publiek, dat zich geen
luxe kan veroorloven en met dat
toezicht van de overheid, ten aanzien
van het kamperen? De schrijver van
ïe A. N. W. B. weet het wel: „Wij
wagen het kortweg een schandaal te
noemen", schrijft hij. En dan moet
blijken, dat de kansen voor dat pu
bliek slecht zijn, de regels en het
politie-toezicht benepen en kwaad
aardig, de werkelijkheid een gruwel.
De schrijver geeft een aardrijks
kundig overzicht van de kampeermo-
gelijkheden in het Lingeveld. Nadat
het gemeentebestuur, zo zegt hij, er
niet in geslaagd was de exploitatie
van kamphotels in de kom van het
dorp onmogelijk te maken, plaagt
het nu de lieden, die op een dergelij
ke manier hun vacantie willen door
brengen ook nog in het Langeveld,
dat toch „op een veilige afstand van
de badplaats ligt." De lezer, niet op
de hoogte van de plaatselijke omstan
digheden, fronst reeds de wenkbrau
wen. Maar wat wil die artikelschrij
ver eigenlijk: dat men kamperen
laat midden m de kom van het dorp?
Dan kan hij evengoed vuurtoren en
watertoren stuivertje laten verwisse
len, de zeeboulevards in Noordwijk-
Binnen leggen en bloembollen plan
ten op het strand. De moderne stads
ontwikkeling eist nu eenmaal inde
ling van bouw en vestiging naar aard
en functie. Dat de kampeerterreinen
op een smalend opgemerkte „veilige
afstand" van de badplaats liggen is
een toestand, door natuur en omstan
digheden gegroeid, welke bovendien
past in de plaatselijke ruimteverde
ling. En aangezien de z.g. kamphotels
in principe weinig verschillen van de
kamphuizen in het Langeveld, horen
zij daar thuis. Voor die explotatie-
vorm is daar volop ruimte en gele
genheid; in de kom van de badplaats
echter niet. Waarom probeert onze
schrijver uit dit nuchtere feit een
gif van minachting te zuigen, dat er
niet inzit?
Wat vinden de kampeerders
nu op die terreinen?
In de loop der jaren zijn er kam-
peerbedrijven ontstaan; een 35-tal
zegt schrijver In werkelijkheid zijn
het er 17. Dit verschil van meer dan
100 is geredelijk te verklaren uit
een begrijpelijke zucht tot overdrij
ving, want dan lijkt men sterker.
Maar het is kwaadaardige overdrij
ving. het zusje van de laster, waar
mee wij óók nog zullen kennismaken,
op die kampeerbedrijvsn is het ove
rigens nog lang geen ideale toestand,
vindt schrijver. Kampleiden is een
vak dat geleerd moet worden, betoogt
hij, „en het is dus geen wonder dat
een deel van deze boeren daarin te
kortschiet". Als middel om „deze boe
ren" dan de nodige kennis- bij te
brengen noemt hij:
le. deskundige voorlichting;
2e. een goede kampeerverordening,
welke
3e. verstandig wordt toegepast.
Dat zijn dus de elementen welke
te zamen en m vereniging goede kan
sen moeten scheppen voor toerist en
exploitant. Daar ligt de taak der
gemeente. Ja, men staat verstomd
over zo'n helder inzicht bij een bui
tenstaander en wij zouden dan ook
dankbaar gebruik maken van die
vondst, als deze voor. de hand lig
gende wijsheid niet sinds jaren de
onze was geweest.
Maar zo is het nu juist niet, zegt de
A. N. W. B., afdeling Toerisme. Het
spyt ons te moeten constateren, zegt
ze, dat de gemeente Noordwijk tot
nog toe geen enkel bewijs heeft ge
leverd deze plicht te.verstaan en in
staat te zijn, die taak te vervullen.
Och, kom! De schrijver rekent blijk
baar op het vertrouwen, dat de-A. N.
W. B. alom in den lande geniet, maakt
er misbruik van en lanceert deze en
dergelijke loze beweringen, omdat er
altijd wel iets van blijft hangen.
Maar het verl-oop van zijn artikel zal
ons misschien helpen bij ons ant
woord.
De regels.
In de eerste plaats, zo zegt schrij
ver, heeft het veel te lang geduurd
voordat het gemeentebestuur ertoe
besloot een nieuwe kampeerverorde
ning te maken en nu ze er is, deugt
ze niet.
Wij stellen voorop, dat de gemeen
te Noordwijk een der eersten is ge
weest om een kampeerverordening
te maken. Oorspronkelijk, van 1925
af, ontstonden er in verschillende
plaatsen aanvullende bepalingen der
Algemene Politie Verordening; in
1928 en 1933 kwamen de gemeenten
Alkemade, Vinkeveen en Eist met
een speciale kampeerverordening; in
1934 volgden Ermelo en Noordwijk.
Hoewel de verordening uiteraard
beperkt van opzet was en de ont
wikkeling van deze reactid-behoef-
te nog niet was te overzien, werd
toen reeds de stedebouwkundige be
tekenis ervan begrepen en het kam
peren gebonden aan een plaats wel
ke daarvoor geschikt was: het Lan
geveld, tussen twee haakjes een
strook langs de kust van ongeveer
6 km. Na de corlog, sedert 1946, nam
het kamperen wederom sterk toe.
Nieuwe vormen ontwikkelden zich én
het bleek langzamerhand dat de oude
verordening niet meer voldeed. In
het bijzonder paste zij niet meer bij
de gegroeide gewoonte om te ver
blijven in schuren en boerderijen en
bij de plaatsing en instandhouding
van zomerhuisjes. Aangezien het
kampeervraagstuk tal van aspecten
heeft van sociale, godsdienstige, mo
rele, economische, juridische en ste
debouwkundige aard, spreekt het
vanzelf, dat het gemeentebestuur zijn
nieuwe regeling niet wilde bouwen
op een wankele onderlaag. Het richt
te zich naar de voetsporen van Ged.
Staten der provincie, die nog bij cir
culaire van Mei 1949 hun standpunt
t.a.\ die zomerhuisjes nader bepaal
den. In Mei 1950 gereed gekomen stel
de het gemeentebestuur de behande
ling uit tot het najaar om de gegadig
den niet tijdens het seizoen met nieu
we regels op den hals te vallen. De
verordening werd door de Raad aan
genomen in November 1950. Te zeg
gen, dat met een dergelijk veelzijdig
werk, zijn theoretische en practische
kanten, nodeloos werd getreuzeld, is
het oordeel van een leek. Maar er is
mpér. Want volgens de A. N. W. B.,
afdeling Toerisme, deugen die regels
niet eens. Naar him idee is het Noord
wij kse vergunningsstelsel verkeerd
en is de heffing van kampeerleges
verwerpelijk.
Over die punten kan men van me
ning verschillen.
Melkkoetje.
Het standpunt van de A. N. W. B.,
gegrond op een model-verordening,
is hier in algemene zin ook dat van
de Kampeerraad. Het onze, getoetst
aan de plaatselijke practijk, is nu
eenmaal anders. Maar niet in 's schrij
vers kraam zou het te pas gekomen
zijn, om de werkelijke beweegrede
nen te vermelden, welke hier hebben
geleid tot een afwijkende opvatting.
De toelichting tot de ontwerpen-ver-
ordening spreekt duidelijke taal. Doch
voor een dergelijke uitweiding is
blijkbaar geen plaats in de kopij van
de schrijver en bovendien zou dan het
effect van zijn artikel misschien ver
loren gaan. Daarom schrijft hij maar
liever het volgende: „Wel moeten nu
de exploitanten een vergunning heb
ben van B. en W., aan welke ver
gunning de nodige voorwaarden kun
nen worden verbonden, maar de logi
sche consequentie daarvan, dat de
houders van kampkaarten dus zon
der meer op die bedrijven mogen
kamperen, kon er niet op overschie
ten. De gemeente was nu eenmaal
van oordeel dat zij de exploitanten
niet zoveel verantwoordelijkheid kon
toevertrouwen. De kampeerders moe
ten dus behalve hun kampkaart ook
nog een gemeentelijke kampeer ver
gunning hebben en vanzelfsprekend
daarvoor betalen. Maar nu komt het
wonderlijke. Diezelfde exploitanten
mogen wel namens de gemeente de
kampeervergunning afgeven en de
lesgelden innen. Men heeft zelfs ge
zorgd dat zij aangewezen werden als
hulpontvanger .en formeel is dus alles
keurig in orde Als het nu alleen ging
om het feit dat men hiermee het so
ciale toerisme maakt tot een melk
koetje, was dat al ergerlijk genoeg,
maar veel bedenkelijker zijn de ver
dere consequenties van dat systeem"
En dan begint hij over de toepassing
en het toezicht der politie, waarop
wij straks zullen terugkomen.
In de „Kampeerkampioen", een
orgaan van de afdeling Toeris
me van de A. N. W. B. verscheen
enige tijd geleden een artikel
onder de titel „Noordwijk loopt
achter". In dit artikel werd een
aanval gedaan op de plaatselij
ke overheid van Noordwijk in
verband met haar houding ten
aanzien van het „Sociale Toe
risme". Het gemeentebestuur
van Noordwijk heeft met een
geschrift op dit artikel gerea
geerd. Gezien de omvang van
deze reactie zullen wij op vier
achtereenvolgende dagen de
letterlijke tekst hiervan publi
ceren. Hierbij gaat de tweede
aflevering.
Dat men de exploitant en de kam
peerder zoveel mogelijk vrijheid la
ten wil en dit tracht te bereiken door
een onbegrensd vertrouwen in hun
wijze van doen is begrijpelijk, al de
len wij dit. standpunt niet. Regels
treft men niet voor de besten, doch
voor hen die het minst vertrouwen
verdienen. Doch waarom volgt uit die
vergunning voor de exploitant de,
logische, dus enig denkbare conse
quentie, dat de kampeerders aan hun
kampkaart genoeg hebben en een
gemeentelijke vergunning kunnen
missen? De kampkaart is in onze ogen
een voorwaarde tot het verkrijgen
van een vergunning. Het recht, om
op een bepaald terrein te verblijven
moet blijken uit het stuk dat van
gemeentewege wordt afgegeven.
Eigen verantwoordelijkheid.
Deze vergunning drukt dus de eigen
verantwoordelijkheid uit, welke de
gemeente draagt ten aanzien van de
ontwikkeling van het kampleven.
Een vergelijking met het kampeer-
paspoort illustreert dit voortreffelijk.
De houder van zulk een paspoort,
die dit immers niet behoeft in te le
veren bij de rechthebbende van het
terrein, ontvangt van die zijde een
aantekening op het paspoort, waaruit
zijn recht blijkt. Deze aantekening
treedt hier dus m de plaats van de
gemeentelijke vergunning; de bete
kenis van het paspoort laat dat ook
toe. Is die verklaring van recht niet
nuttig en nodig? Wij geloven niet,
dat de A. N. W. B., afdeling Toeris-
het tegendeel zal beweren. Doet
hij het wel, dan leeft hij in Utopia,
of verdedigt iets wat hij zelf niet
meent. De betoogtrant van schrijver
niet overnemende nemen wij het eer
ste aan. Maar in Noordwyk waar het
kampleven zich dagelijks ontwikkelt,
blijft dit stelsel o.i. nog noodzakelijk.
En ons oordeel geeft bij het ontwer
pen van plaatselijke verordeningen
nu e.enmaal de doorslag.
Bij de uitgifte der kampeervergun
ning wordt tegelijk het bedrag der
leges geïnd. Zie daar een nieuwe
steen des aanstoots! Na het boven
staande gelezen te hebben, kan men
er in gemoede geen argument uit
putten tegen die kampeervergunning
zelf. Wij blijven kampeerleges een
noodzakelijke retributie achten van
gemeentelijke arbeid en kosten en
vanuit dit gezichtspunt is een hef
fing tegelijk met de uitgifte der ver
gunning administratief de eenvou
digste methode.
En die kampeerleges op zichzelf
beschouwd?
De strijd tussen het voor en tegen
is nog niet beslecht. Doch hoe het ook
zij, te spreken van „sociaal toerisme,
dat tot een melkkoetje wordt ge
maakt" is pure demagogie. Men den-
ke slechts aan het probleem der lo-
geeigastenbelasting waarover het
laatste woord nog niet is gesproken.
Maar een en ander zou een geheel
nieuw artikel vragen; in ons ant-
VOETBAL.
DE WEDSTRIJD
TEGEN STADE FRANCAIS.
Het was een opgewekte Kees Rijvers,
die de heer L. Brunt, secretaris-pen
ningmeester van de KNVB, gisteravond
op Schiphol kon begroeten. „Ik ben blij
weer eens in Nederland te zijn. Maar
hoe zit het Voorlopig Nederlands elftal
i elkaar?" vroeg hij.
En toen hij ingelicht was en vernam,
dat de linksbinnen speler nog niet was
aangewezen, merkten de douane-ambte
naren en KLM-personeel op, dat die
N.N. natuurlijk Kees Rijvers was en dat
men dat zo lang mogelijk geheim had
gehouden.
En op de verwonderde blik van Rij
ers, repliceerde de heer Brunt, dat die
plaats natuurlijk niet door Rijvers zou
worden bezet en dat de keuze-commis
sie vlak voor de wedstrijd wel bekend
zou maken, wie als linksbinnen zou spe
len in het Voorlopig Nederlands elftal.
De trainer van Stade Frangais, de er
varen oud-international Edmond Delfour,
vertelde ons, dat Stade Frangais de
competitie niet zo goed was begonnen.
Rijvers is nog niet in topvorm, ver
trouwde hij ons toe, al zal hij te Rotter
dam ongetwijfeld zijn best doen, voor
het oog van zovele landgenoten. En later
in het seizoen zal Rijvers zeker weer de
oude vorm hervinden. Er wordt een an
dere midvoor geprobeerd, zo ging Del
four voort. Arias, een bewegelijke en
doortastende speler.
Naar wij nog nader vernamen speelt
Tebak (Eindhoven) niet tegen Stade
Frangais in verband met zijn enkelbles
sure. De keuze-commissie zal nader uit
maken of Lagerwaard (Excelsior) of
Kuys (Haarlem) zijn plaats zal innemen.
JUDO.
NEDERLANDERS NAAR EUROPESE
KAMPIOENSCHAPPEN IN LONDEN.
Op 29 en 30 October a.s. zullen in de
Alberthall in Londen de Europese judo
kampioenschappen worden verwerkt.
Te verwachten is, dat ten hoogste tien
Nederlandse deelnemers zullen worden
uitgezonden. Zaterdagavond 10 October
zullen in de Handelsbeurs te Utrecht
voorlopige selectiewedstrijden worden
gehouden, waaraan ongeveer 75 judo-ers
zullen deelnemen. Het ligt in de bedoe
ling op 17 October in Hilversum een
laatste selectiewedstrijd te houden.
HANDBAL.
R.K. NED. HANDBALBOND
AFD. „VEENSTREEK".
De uitslagen van de Zondag j.l. ge
speelde wedstrijden zijn:
KRAV 1—Altior 1 1—6; KDO 1—Jong
Ade 1 2—1; DTS 1—NSV 1 3—0.
Afd. B: NSV 2—Altior 2 0—2; Nio 1—
MMO 1 3—1.
Het programma voor Zondag 11 Oct.
luidt:
Afd. A: DTS 1—Altior 1. 12 uur; NSV
1—KDO 1, 12 uur; RKAV 1—Jong
Ade 1, 12 uur.
Afd. B: Nio 1—NSV 2; KDO 2—MMO
1, 12 uur.
Juniores: Jong AdeRKAV.
SCHAKEN.
HET CANDIDATENTOURNOOI
IN ZWITSERLAND.
De uitslagen van de 20e ronde van het
candidatentournooi voor het wereld
kampioenschap, dat te Zürich werd
voortgezet, luiden: TaimanovPetrosian
10; GligoricAverbach afg. in gelijke
stelling; BronsteinSzabo afg. in moei
lijk te beoordelen stelling; Reshevsky
Euwe 10; KeresStahlberg afg. in
gewonnen stelling voor Keres; Smyslov
Boleslavsky ys GeilerKotov
afg. in gewonnen stelling voor Kotov.
De stand luidt thans: 1. Smyslov 12j,_
pnt. uit 19 partijen; 2. Reshevsky 12 pnt.
(19); 3. Bronstein 10y2 Pnt- en 1 afgebr.
partij (19); 4. Najdorf 10 pnt. (18); 5.
Keres 9Yr pnt. en 1 afgebr. partij (19);
6. Boleslavsky 9y pnt. (18); 7. Petro
sian 9]/2 pnt. (19); 8. Gelier 9 pnt. en 1
afgebr. partij (19); 9. Taimanov 9 pnt.
(18); 10. Euwe 814 pnt. (19); 11. Kotov
8 pnt. en 1 afgebr. partij (18)12. Szabo
8 pnt. en afgebr. partij (19)13. Gligoric
7y0 pnt. en 1 afgebr. partij (18); 14.
Averbach 7y2 pnt. en 1 afgebr. partij
(19); 15. Stahlberg 5 pnt. en 1 afgebr.
partij (19).
woord kan voor oppervlakkige bewe
ringen geen plaats zijn. Bij de critiek
op de regels zou ook nog onze opvat
ting ter sprake kunnen komen over
de wijze waarop het kampeerpaspoort
dient te worden gebruikt. Doch hier
over valt zo dadelijk genoeg te
gen.
DAMMEN.
R.K. DAMVER. „TEMPO".
De R.K. Damver. „Tempo" speelde
gisteravond haar eerste wedstrijd in de
competitie tegen WDC uit Woerden.
Daar Tempo vorig jaar met een klein
verschil had gewonnen, was er een felle
strijd te verwachten. Dat is inderdaad
gebeurd; er werd fel gestreden om de
punten binnen te halen, en het was
wederom Tempo, dat in deze le klas
wedstrijd de punten mee naar huis nam
en weer met een klein verschil. De gas
ten werden naar huis gezonden met een
nederlaag van 119 punten.
BILJARTEN.
VIERKAMP TE OEGSTGEEST.
Ter gelegenheid van de oprichting
van de biljartvereniging „Centraal" te
Oegstgeest, welke is aangesloten bij de
KNBB, zal Zondag a.s. des middag te 2
uur een vierkamp verspeeld worden
tussen Teegelaar (Leiden), Metz (Den
Haag), Mol (Amsterdam) en Eichelsheim
(Rotterdam). Al deze spelers zijn hoofd
klassespelers. Er zal gespeeld worden
kader 38/2. De wedstrijden vinden
plaats in het clublokaal van „Centraal",
Geversstraat 27 te Oegstgeest.
men, die zij gedurende zo'n reeks van
jaren heeft ingenomen. Wij twijfelen
niet, of de damrubriek zal wederom met
grote belangstelling worden ontvangen.
En nu dan de vraagstukken van deze
week.
Klasse A.
Wedstrijdprobleem no. 212.
Alle correspondentie betreffende deze
rubriek gelieve men te zenden aan W.
J. v. d. Voort, Rustoordstraat 8, Nieuw
Vennep.
OPLOSSERSWEDSTRIJD.
In dit nummer vangt dan, zoals wij
reeds voor de sluiting der rubriek mede
deelden, onze wedstrijd aan in het op
lossen van vraagstukken. Zoals reeds bij
onze damspelende lezers bekend, zal
deze wdstrijd lopen over 18 problemen,
waaronder een tweetal eindspelen. Om
onze mindergevorderde oplossers niet
teleur te stellen, hebben wij gemeend
ook voor hen een dergelijke wedstrijd
uit te schrijven en eveneens een viertal
fraaie prijzen, o.a. medailles en een
boekwerk beschikbaar te stellen. Bij het
inzenden van de eerste oplossingen ge
lieve men te kennen te geven in welke
klasse men deelneemt. Dit zal zijn voor
vergevorderden klasse A en voor min-
dergevorderden klasse B. Elke week zul
len er voor beide klassen twee vraag
stukken, één op diagram en één in cij-
ferstand worden gepubliceerd. Voor alle
vraagstukken of eindspelen zal gelden:
wit speelt en wint. Voor elke goede op
lossing wordt één punt toegekend, pro
blemen, welke een bijoplossing bevat
ten worden uit de wedstrijd genomen,
doch zij zullen niet door een ander
worden vervangen. In het slaggedeelte
kan desgewenst met het aangeven van
de zetten van wit worden volstaan, dat
wil zeggen, dat men de verplichte slagen
voor zwart kan weglaten. Eventuele
slotspelen moeten behoorlijk worden uit
gewerkt. Wordt een slotspel niet vol
doende aangegeven, bijv. doordat een of
meer belangrijke varianten niet worden
vermeld of doordat voor zwart niet de
sterkste zetten worden gespeeld, dan
kan geen punt worden toegekend. De
oplossingen móeten binnen 3 weken na
het verschijnen van de rubriek ingezon
den zijn! Degenen, van wie voor de
wedstrijd vraagstukken worden gepubli
ceerd, krijgen hun punten automatisch
toegewezen. De gepubliceerde vraag
stukken voor klasse A zullen tevens ook
gelden voor onze ladderwedstrijd, zodat
onze ladder wedstrijd gewoon doorgang
heeft. Als prijzen worden uitgeloofd:
voor klasse A: le prijs een beker, 2e en
3e prijs een medaille en 4e prijs een
boekwerk. Voor de B-klassers: le prijs
een bekertje, 2e en 3e prijs een medaille
en 4e prijs een boekwerk. Laten deze
zeer aantrekkelijke prijzen een stimulans
zijn voor onze lezers om hun volle mede
werking te verlenen. En nu aan de slag
en veel succes.
ONZE PROBLEMEN.
Ditmaal moeten wij, wegens plaats
ruimte, zeer beknopt zijn met onze be
sprekingen. Alleen zeggen wij, dat alle
vraagstukken het oplossen ruimschoots
waard zijn, zodat voor oplossers in beide
klassen uurtjes van intens genot zijn
weggelegd.
Alvorens wij tot de problemen over
gaan, komen wij eerst nog aandacht vra
gen voor het volgende. Na een onder
breking van twee maanden, hebben wij
van uit onze lezerskring de verzuchting
horen slaken, dat men deze rubriek
node miste. Gelukkig is alle leed nu
weer geleden en kunnen wij trachten
onze damrubriek wederom die p'
onder de damperiodieken te doen inne-
'*12
TEGEN PIJNEN EN GRIEP20 TABLETTEN F 0.75
(Advertentie)
wnmmm
r/m
mmmmm
Stand in cijfers:
Zwart 10 schijven op: 13/16, 22, 27,
i, 32, 37 en 45.
Wit 10 schijven op: 21, 26, 33/35,
en 47/50.
Wedstrijdprobleem no. 213.
Auteur: G. Geerlings, Leiden,
le publicatie.
Stand in cijfers:
Zwart 8 schijven op: 5, 7, 14, 18, 19,
25. 26 en 37.
Wit 8 schijven op: 15, 28/30, 32, 34, 41
en 45.
Klasse B.
Wedstrijdprobleem no. 214.
Auteur: L. W. Turk, Noordwijk.
le publicatie.
Stand in cijfers:
Zwart 8 schijven op: 11, 13, 15, 19, 21,
29 en 35.
Wit 8 schijven op: 20, 22, 28, 30, 32,
34, 39 en 44.
Wedstrijdprobleem no. 215.
Auteur: W. J, v. d. Voort, Nieuw Vennep,
le publicatie.
Stand in cijfers:
Zwart 7 schijven op: 7/9, 19. 26, 29
en 34.
Wit 7 schijven op: 18, 25, 31, 43/45
en 48.
Voor alle problemen, dus van beide
klassen geldt: wit speelt en wint. Oplos
singen moeten binnen 3 weken, na het
verschijnen van deze rubriek, ingezon
den zijn aan bovengenoemd adres.
PARTIJSTAND.
Hieronder volgt voor hen, die ook het
practische spel beoefenen een stand,
welke enige aardige mogelijkheden bevat.
Stand:
Zwart: 1/4, 8, 9, U/13, 15, 16, 19/21,
24 en 26.
Wit: 22. 28, 33/43. 45. 46 en 48.
Zwart aan zet speelde 11—17, omdat
hij terecht met 1—6 wit's antwoord
3430 vreesde. Immers, zwart kan daar
op niet antwoorden met 20—25, omdat
hij wit daardoor gelegenheid biedt een
schijf te winnen door 22—17 en 37—31,
hoe zwart ook slaat. Schijnbaar kan
zwart na 3430 zeer goed voortzetten
met 12—18, omdat dan op wit 3. 3025?
volgt 18x27; 4. 25x33, 27—31; 5. 36x27,
21x32; 6. 38x27, 24—30; 7. 35x24, 13—19
enz. met winst. Wit speelt echter na 2.
12—18; 40—34, 18x27; 37—31, 26x37;
42x22, waarna 2218 dreigt, terwijl op
2126 of 1117 wit voortzet met 3025
en 3429 of 30 met goed spel.
CORRESPONDENTIE.
L. W. T .te N., in uw laatst gezonden
probleem geeft u zowel voor zwart als
voor wit een stuk op 27 aan. Wilt u dit
eens herzien?!
G. R. te L., ik wist het adres van De
Jeu niet meer. Heeft u de prijs voor
hem al ontvangen? Wees zo goed hem
deze te bezorgen.
Aan enkele prijswinnaars: door samen
loop van omstandigheden, konden de
prijzen niet eerder worden verzonden.
(Door CHARLES BRUCE)
Nadruk verboden.
93)
„Belooft u mij, dat u mij alles
zegt, wat ze tegen u vertellen en even
vlug, als u het zelf hoort".
„Nou, dat kan ik niet onredelijk
noemen. Goed. Afgesproken. Kijk
eens, het wordt al morgen".
Hij wees door de veranda naar
buiten, waar de heuvel steil uit het
groen der plantages oprees. Daar
ginds achter de donkerte kwam een
vage kleur opzetten. De onderrand
was ingebeten en aan stukken ge
scheurd door de toppen der bomen,
die op de hoge heuvelkam stonden ei.
de onverandelijke horizon vormden.
Boven de boomtoppen scheen de
lucht vol plekken. Het was alsof door
een donker staalgrijs baldakijn een
zwart-rose licht scheen, dat met dui-
vengrijs en lila was vermengd. Ter
wijl zij ernaar keken, veranderde
die kleur van minuut tot minuut,
totdat zij overging in een gelijkma
tig rose, en eindelijk de eerste bun
del zonlicht als een zwaard over de
heuveltoppen naar het zenith schoot:
eerste heraut der rijzende zon.
„Kijk eens, miss Temple", zei de
dokter nu met een zwakke en onge
woon ernstige stem, „dat is de eerste
bundel van onze hoop. Daar zullen
we ons vertrouwen in stellen. Alles
zal goed komen".
Stella dwong zich bij het heden
te blijven.
„Zeg me eens, vroeg ze, hoe komt
het, dat Desmond Jim niet ontmoet
heeft? Ik dacht, dat Jim hem tege
moet getrokken was en hem naar be
neden zou brengen".
„Ja, daar kan ik je toch wel ant
woord op geven, lieve kind", zei
Jims stem in het duister. „Die ver
rekte stommerik is me daar helemaal
over land gekomen, men had hem
langs de rivier verwacht".
„Jim darling, ben je terug? Heer
lijk", riep Stella uit.
Hij kuste haar even, drukte toen
Callaghan de hand en zei een beetje
zeurig:
„Nou, jullie zijn tamelijk ongast
vrij, dat kan ik je wel zeggen. Ik
wilde wel een$ wat drinken. Ik sta
al die tijd al te wachten, wat je me
voor zult schrijven. Wat hebben jul
lie daar?"
„Ayala 1914", antwoordde Stella,
terwijl ze het etiket van de fles be
keek. „Zal -ik voor jou ook een fles
halen, Jim?"
„Nou, als je er niets op tegen
hebt, lieve kind. Ik heb er wel zin in,
ofschoon het nu geen tijd is om wijnt
jes te drinken".
Toen ze heenging om de gewens
te fles te krijgen wendde Tempèe
zich vlug tot Callaghan en fluisterde:
„Hoe staat het met de jongen?
Vlug, voor ze terug komt".
De dokter schudde zwijgend het
hoofd.
„Dat kan ik je eigenlijk niet zeg
gen maar erg gerust ben ik er niet
op. Daar komt ze al weer. Ik zal het
je later wel vertellen".
„Wat hebben jullie daar te smoe
zen?" vroeg Stella glimlachend, toen
ze terug kwam. „Zodra ik maar even
uit de kamer ga, steken jullie je
hoofden bij elkaar als een paar oude
vrouwen. Hier Jim. Zo. Je moet ze
zelf maar open doen, anders mors ik
weer. Het zou zonde zijn".
Stella was door Desmond's thuis
komst weer helemaal opgeknapt en
nu ook haar broer veilig en wel terug
was, kreeg ze het zekere gevoel, dat
alle angsten voorbij waren. Ze wist
wel, dat Desmond ziek was, maar uit
eigen ervaring begreep ze nu, dat de
vermoeienissen van de jungle hem
tijdelijk buiten werking hadden ge
steld. Ze was er zeker van, dat als
die overspanning, die vermoeidheid
maar bestreden werden door rust en
goede verzorging, zijn herstel geen
twijfel over zou laten. Callaghan had
immers zelf gezegd, dat de wonden
niet ernstig waren. Hij had geprofi
teerd van haar onkunde over het ge
vaar, waarin het tropische klimaat
een verwonding kan brengen. Ze
had dan ook geen moment getwijfeld,
of zijn optimisme, al was het dan ook
buitengewoon geforceerd, was ge
rechtvaardigd. De vermoeidheid en
uitputting zouden spoedig onder haar
zorgen verdwijnen. Ze was bereid om
zich geheel aan de ziekenverpleging
te geven. Desmond had haar gered
en nu was het haar beurt om terug
te betalen och heel miniem, dat
wist ze wel, de grote schuld, die ze
bij hem had.
Temple dronk zijn glas leeg en viel
toen met een zucht terug in zijn stoel.
„Hè, het is goed om terug te zijn
en zelfs op dit uur hartelijk ontvan
gen te worden. Vertel eens op, wat er
gebeurd is. Hoe kwam Carruthers
hier en wanneer?"
„Ga maar verder., miss Temple',,
voegde Callaghan er opgewekt aan
toe. „Nu is het uw beurt. Zeg hem
maar alles,* wat u weet. De waarheid,
de gehele waarheid en niets dan de
waarheid. Dan zal het hem duidelijk
worden, wat hij geluilakt heeft, ter
wijl wij hier voor hem de zaakjes
hebben opgeknapt. Ik ga even kijken
hoe het met mijn patiënt staat".
Kort maar duidelijk vertelde Stel
la het hele geval van deze nacht.
Haar stem trilde even, toen ze het
tafereeel beschreef van haar eerste
ontmoeting, maar toen ze verder ging
klonk die fris en krachtig als steeds.
Haar ogen blonken van hoop en
vreugde. Onbewust wellicht uitte en
versterkte ze het vertrouwen, dat zij
zelf voelde en ze besloot:
„Je ziet dus Jim, dat we geen en
kele reden hebben om ons ongerust
te maken. De dokter gelooft, dat een
paar dagen rust en zorg hem weer
helemaal op orde zullen brengen".
Callaghan sloop zacht terug in de
veranda en bracht rapport uit, dat
Desmond rustig sliep.
„En nu Temple, jouw verhaal".
„Och, zoveel heb ik jullie niet te
vertellen. Ik heb al die tijd dien Ta-
matau achterna gezeten, tot ik hem
te pakken kreeg. Een verbazend
prachtige kop, jongen. Maar dat zul
je later wel zien. Nu gisteren zo
wat tegen de middag laat me eens
kijken, waar waren we ja gisteren,
wat gaat die tijd voorbij, komen er
twee kerels van Carruthers naar mijn
kamp. Zij zeggen me, dat hij gewond
is en dat zij boten nodig hebben om
hem te vervoeren. Ik maak onmid
dellijk een klein vlotje gereed en
daar hebben wij de gehele dag op
onze hurken zitten wachten, dat hij
komen zou. Gisteravond, net toen ik
klaar was met eten, komt 'n andere
boodschapper vertellen, dat mijnheer
van plan veranderd ls en dat hij nu
dwars over het land kwam. Nou, aan
de ene kant leek dat erg mooi nieuws,
dat hij tenminste al die ontberingen
kon verdragen, maar ik voelde mij
toch een beetje ongerust. Enfin, hoe
het ook zy, ik kon er niets aan doen,
daarom pakte ik mijn zaakjes bij
elkaar en kwam met de boten naar
beneden. Die lummels maakten me
natuurlijk weer niet wakker, anders
zou ik al een paar uur eerder thuis
gekomen zijn".
„Hebben ze je niet verteld ,wat er
gebeurd is Jim? Ik zou willen weten
waar er gevochten is en hoe mr. Car
ruthers gewond werd".
„Nee beste meid, daar kan ik maar
heel weinig over vertellen, want die
eerste boodschapper had al die tyd
de wacht in het kamp betrokken, zo
dat hij er helemaal geen sikkepit van
wist. Ze hebben wel een paar uur
staan kakelen, maar van al dat ge
zwam werd je niets wijzer, zodat ik
tenslotte nog niet wist, wat ze gezien
hadden of wat ze dachten.De anderen
kwamen doodop aan en ik had niet 't
hart ze nog. eens eventjes aan de
praat te brengen. Die hadden niets
anders nodig dan slaap en voedsel.
(Wordt vervolgd;