SB Gemeentebestuur van Noordwijk reageert op uitlatingen in de Kampeer kampioen" SPORT O nze Damrubriek FRAMB0J Chefarine „4' doet wonderen iAAmLM Tropenliefde WOENSDAG 7 OCTOBER 1953 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 2 KA MPEERK WEST IE IN NOORDWIJK KAMPEERBELEID IN DE PRACTIJK. Hoe staat het hier nu in feite met fle kansen van publiek, dat zich geen luxe kan veroorloven en met dat toezicht van de overheid, ten aanzien van het kamperen? De schrijver van ïe A. N. W. B. weet het wel: „Wij wagen het kortweg een schandaal te noemen", schrijft hij. En dan moet blijken, dat de kansen voor dat pu bliek slecht zijn, de regels en het politie-toezicht benepen en kwaad aardig, de werkelijkheid een gruwel. De schrijver geeft een aardrijks kundig overzicht van de kampeermo- gelijkheden in het Lingeveld. Nadat het gemeentebestuur, zo zegt hij, er niet in geslaagd was de exploitatie van kamphotels in de kom van het dorp onmogelijk te maken, plaagt het nu de lieden, die op een dergelij ke manier hun vacantie willen door brengen ook nog in het Langeveld, dat toch „op een veilige afstand van de badplaats ligt." De lezer, niet op de hoogte van de plaatselijke omstan digheden, fronst reeds de wenkbrau wen. Maar wat wil die artikelschrij ver eigenlijk: dat men kamperen laat midden m de kom van het dorp? Dan kan hij evengoed vuurtoren en watertoren stuivertje laten verwisse len, de zeeboulevards in Noordwijk- Binnen leggen en bloembollen plan ten op het strand. De moderne stads ontwikkeling eist nu eenmaal inde ling van bouw en vestiging naar aard en functie. Dat de kampeerterreinen op een smalend opgemerkte „veilige afstand" van de badplaats liggen is een toestand, door natuur en omstan digheden gegroeid, welke bovendien past in de plaatselijke ruimteverde ling. En aangezien de z.g. kamphotels in principe weinig verschillen van de kamphuizen in het Langeveld, horen zij daar thuis. Voor die explotatie- vorm is daar volop ruimte en gele genheid; in de kom van de badplaats echter niet. Waarom probeert onze schrijver uit dit nuchtere feit een gif van minachting te zuigen, dat er niet inzit? Wat vinden de kampeerders nu op die terreinen? In de loop der jaren zijn er kam- peerbedrijven ontstaan; een 35-tal zegt schrijver In werkelijkheid zijn het er 17. Dit verschil van meer dan 100 is geredelijk te verklaren uit een begrijpelijke zucht tot overdrij ving, want dan lijkt men sterker. Maar het is kwaadaardige overdrij ving. het zusje van de laster, waar mee wij óók nog zullen kennismaken, op die kampeerbedrijvsn is het ove rigens nog lang geen ideale toestand, vindt schrijver. Kampleiden is een vak dat geleerd moet worden, betoogt hij, „en het is dus geen wonder dat een deel van deze boeren daarin te kortschiet". Als middel om „deze boe ren" dan de nodige kennis- bij te brengen noemt hij: le. deskundige voorlichting; 2e. een goede kampeerverordening, welke 3e. verstandig wordt toegepast. Dat zijn dus de elementen welke te zamen en m vereniging goede kan sen moeten scheppen voor toerist en exploitant. Daar ligt de taak der gemeente. Ja, men staat verstomd over zo'n helder inzicht bij een bui tenstaander en wij zouden dan ook dankbaar gebruik maken van die vondst, als deze voor. de hand lig gende wijsheid niet sinds jaren de onze was geweest. Maar zo is het nu juist niet, zegt de A. N. W. B., afdeling Toerisme. Het spyt ons te moeten constateren, zegt ze, dat de gemeente Noordwijk tot nog toe geen enkel bewijs heeft ge leverd deze plicht te.verstaan en in staat te zijn, die taak te vervullen. Och, kom! De schrijver rekent blijk baar op het vertrouwen, dat de-A. N. W. B. alom in den lande geniet, maakt er misbruik van en lanceert deze en dergelijke loze beweringen, omdat er altijd wel iets van blijft hangen. Maar het verl-oop van zijn artikel zal ons misschien helpen bij ons ant woord. De regels. In de eerste plaats, zo zegt schrij ver, heeft het veel te lang geduurd voordat het gemeentebestuur ertoe besloot een nieuwe kampeerverorde ning te maken en nu ze er is, deugt ze niet. Wij stellen voorop, dat de gemeen te Noordwijk een der eersten is ge weest om een kampeerverordening te maken. Oorspronkelijk, van 1925 af, ontstonden er in verschillende plaatsen aanvullende bepalingen der Algemene Politie Verordening; in 1928 en 1933 kwamen de gemeenten Alkemade, Vinkeveen en Eist met een speciale kampeerverordening; in 1934 volgden Ermelo en Noordwijk. Hoewel de verordening uiteraard beperkt van opzet was en de ont wikkeling van deze reactid-behoef- te nog niet was te overzien, werd toen reeds de stedebouwkundige be tekenis ervan begrepen en het kam peren gebonden aan een plaats wel ke daarvoor geschikt was: het Lan geveld, tussen twee haakjes een strook langs de kust van ongeveer 6 km. Na de corlog, sedert 1946, nam het kamperen wederom sterk toe. Nieuwe vormen ontwikkelden zich én het bleek langzamerhand dat de oude verordening niet meer voldeed. In het bijzonder paste zij niet meer bij de gegroeide gewoonte om te ver blijven in schuren en boerderijen en bij de plaatsing en instandhouding van zomerhuisjes. Aangezien het kampeervraagstuk tal van aspecten heeft van sociale, godsdienstige, mo rele, economische, juridische en ste debouwkundige aard, spreekt het vanzelf, dat het gemeentebestuur zijn nieuwe regeling niet wilde bouwen op een wankele onderlaag. Het richt te zich naar de voetsporen van Ged. Staten der provincie, die nog bij cir culaire van Mei 1949 hun standpunt t.a.\ die zomerhuisjes nader bepaal den. In Mei 1950 gereed gekomen stel de het gemeentebestuur de behande ling uit tot het najaar om de gegadig den niet tijdens het seizoen met nieu we regels op den hals te vallen. De verordening werd door de Raad aan genomen in November 1950. Te zeg gen, dat met een dergelijk veelzijdig werk, zijn theoretische en practische kanten, nodeloos werd getreuzeld, is het oordeel van een leek. Maar er is mpér. Want volgens de A. N. W. B., afdeling Toerisme, deugen die regels niet eens. Naar him idee is het Noord wij kse vergunningsstelsel verkeerd en is de heffing van kampeerleges verwerpelijk. Over die punten kan men van me ning verschillen. Melkkoetje. Het standpunt van de A. N. W. B., gegrond op een model-verordening, is hier in algemene zin ook dat van de Kampeerraad. Het onze, getoetst aan de plaatselijke practijk, is nu eenmaal anders. Maar niet in 's schrij vers kraam zou het te pas gekomen zijn, om de werkelijke beweegrede nen te vermelden, welke hier hebben geleid tot een afwijkende opvatting. De toelichting tot de ontwerpen-ver- ordening spreekt duidelijke taal. Doch voor een dergelijke uitweiding is blijkbaar geen plaats in de kopij van de schrijver en bovendien zou dan het effect van zijn artikel misschien ver loren gaan. Daarom schrijft hij maar liever het volgende: „Wel moeten nu de exploitanten een vergunning heb ben van B. en W., aan welke ver gunning de nodige voorwaarden kun nen worden verbonden, maar de logi sche consequentie daarvan, dat de houders van kampkaarten dus zon der meer op die bedrijven mogen kamperen, kon er niet op overschie ten. De gemeente was nu eenmaal van oordeel dat zij de exploitanten niet zoveel verantwoordelijkheid kon toevertrouwen. De kampeerders moe ten dus behalve hun kampkaart ook nog een gemeentelijke kampeer ver gunning hebben en vanzelfsprekend daarvoor betalen. Maar nu komt het wonderlijke. Diezelfde exploitanten mogen wel namens de gemeente de kampeervergunning afgeven en de lesgelden innen. Men heeft zelfs ge zorgd dat zij aangewezen werden als hulpontvanger .en formeel is dus alles keurig in orde Als het nu alleen ging om het feit dat men hiermee het so ciale toerisme maakt tot een melk koetje, was dat al ergerlijk genoeg, maar veel bedenkelijker zijn de ver dere consequenties van dat systeem" En dan begint hij over de toepassing en het toezicht der politie, waarop wij straks zullen terugkomen. In de „Kampeerkampioen", een orgaan van de afdeling Toeris me van de A. N. W. B. verscheen enige tijd geleden een artikel onder de titel „Noordwijk loopt achter". In dit artikel werd een aanval gedaan op de plaatselij ke overheid van Noordwijk in verband met haar houding ten aanzien van het „Sociale Toe risme". Het gemeentebestuur van Noordwijk heeft met een geschrift op dit artikel gerea geerd. Gezien de omvang van deze reactie zullen wij op vier achtereenvolgende dagen de letterlijke tekst hiervan publi ceren. Hierbij gaat de tweede aflevering. Dat men de exploitant en de kam peerder zoveel mogelijk vrijheid la ten wil en dit tracht te bereiken door een onbegrensd vertrouwen in hun wijze van doen is begrijpelijk, al de len wij dit. standpunt niet. Regels treft men niet voor de besten, doch voor hen die het minst vertrouwen verdienen. Doch waarom volgt uit die vergunning voor de exploitant de, logische, dus enig denkbare conse quentie, dat de kampeerders aan hun kampkaart genoeg hebben en een gemeentelijke vergunning kunnen missen? De kampkaart is in onze ogen een voorwaarde tot het verkrijgen van een vergunning. Het recht, om op een bepaald terrein te verblijven moet blijken uit het stuk dat van gemeentewege wordt afgegeven. Eigen verantwoordelijkheid. Deze vergunning drukt dus de eigen verantwoordelijkheid uit, welke de gemeente draagt ten aanzien van de ontwikkeling van het kampleven. Een vergelijking met het kampeer- paspoort illustreert dit voortreffelijk. De houder van zulk een paspoort, die dit immers niet behoeft in te le veren bij de rechthebbende van het terrein, ontvangt van die zijde een aantekening op het paspoort, waaruit zijn recht blijkt. Deze aantekening treedt hier dus m de plaats van de gemeentelijke vergunning; de bete kenis van het paspoort laat dat ook toe. Is die verklaring van recht niet nuttig en nodig? Wij geloven niet, dat de A. N. W. B., afdeling Toeris- het tegendeel zal beweren. Doet hij het wel, dan leeft hij in Utopia, of verdedigt iets wat hij zelf niet meent. De betoogtrant van schrijver niet overnemende nemen wij het eer ste aan. Maar in Noordwyk waar het kampleven zich dagelijks ontwikkelt, blijft dit stelsel o.i. nog noodzakelijk. En ons oordeel geeft bij het ontwer pen van plaatselijke verordeningen nu e.enmaal de doorslag. Bij de uitgifte der kampeervergun ning wordt tegelijk het bedrag der leges geïnd. Zie daar een nieuwe steen des aanstoots! Na het boven staande gelezen te hebben, kan men er in gemoede geen argument uit putten tegen die kampeervergunning zelf. Wij blijven kampeerleges een noodzakelijke retributie achten van gemeentelijke arbeid en kosten en vanuit dit gezichtspunt is een hef fing tegelijk met de uitgifte der ver gunning administratief de eenvou digste methode. En die kampeerleges op zichzelf beschouwd? De strijd tussen het voor en tegen is nog niet beslecht. Doch hoe het ook zij, te spreken van „sociaal toerisme, dat tot een melkkoetje wordt ge maakt" is pure demagogie. Men den- ke slechts aan het probleem der lo- geeigastenbelasting waarover het laatste woord nog niet is gesproken. Maar een en ander zou een geheel nieuw artikel vragen; in ons ant- VOETBAL. DE WEDSTRIJD TEGEN STADE FRANCAIS. Het was een opgewekte Kees Rijvers, die de heer L. Brunt, secretaris-pen ningmeester van de KNVB, gisteravond op Schiphol kon begroeten. „Ik ben blij weer eens in Nederland te zijn. Maar hoe zit het Voorlopig Nederlands elftal i elkaar?" vroeg hij. En toen hij ingelicht was en vernam, dat de linksbinnen speler nog niet was aangewezen, merkten de douane-ambte naren en KLM-personeel op, dat die N.N. natuurlijk Kees Rijvers was en dat men dat zo lang mogelijk geheim had gehouden. En op de verwonderde blik van Rij ers, repliceerde de heer Brunt, dat die plaats natuurlijk niet door Rijvers zou worden bezet en dat de keuze-commis sie vlak voor de wedstrijd wel bekend zou maken, wie als linksbinnen zou spe len in het Voorlopig Nederlands elftal. De trainer van Stade Frangais, de er varen oud-international Edmond Delfour, vertelde ons, dat Stade Frangais de competitie niet zo goed was begonnen. Rijvers is nog niet in topvorm, ver trouwde hij ons toe, al zal hij te Rotter dam ongetwijfeld zijn best doen, voor het oog van zovele landgenoten. En later in het seizoen zal Rijvers zeker weer de oude vorm hervinden. Er wordt een an dere midvoor geprobeerd, zo ging Del four voort. Arias, een bewegelijke en doortastende speler. Naar wij nog nader vernamen speelt Tebak (Eindhoven) niet tegen Stade Frangais in verband met zijn enkelbles sure. De keuze-commissie zal nader uit maken of Lagerwaard (Excelsior) of Kuys (Haarlem) zijn plaats zal innemen. JUDO. NEDERLANDERS NAAR EUROPESE KAMPIOENSCHAPPEN IN LONDEN. Op 29 en 30 October a.s. zullen in de Alberthall in Londen de Europese judo kampioenschappen worden verwerkt. Te verwachten is, dat ten hoogste tien Nederlandse deelnemers zullen worden uitgezonden. Zaterdagavond 10 October zullen in de Handelsbeurs te Utrecht voorlopige selectiewedstrijden worden gehouden, waaraan ongeveer 75 judo-ers zullen deelnemen. Het ligt in de bedoe ling op 17 October in Hilversum een laatste selectiewedstrijd te houden. HANDBAL. R.K. NED. HANDBALBOND AFD. „VEENSTREEK". De uitslagen van de Zondag j.l. ge speelde wedstrijden zijn: KRAV 1—Altior 1 1—6; KDO 1—Jong Ade 1 2—1; DTS 1—NSV 1 3—0. Afd. B: NSV 2—Altior 2 0—2; Nio 1— MMO 1 3—1. Het programma voor Zondag 11 Oct. luidt: Afd. A: DTS 1—Altior 1. 12 uur; NSV 1—KDO 1, 12 uur; RKAV 1—Jong Ade 1, 12 uur. Afd. B: Nio 1—NSV 2; KDO 2—MMO 1, 12 uur. Juniores: Jong AdeRKAV. SCHAKEN. HET CANDIDATENTOURNOOI IN ZWITSERLAND. De uitslagen van de 20e ronde van het candidatentournooi voor het wereld kampioenschap, dat te Zürich werd voortgezet, luiden: TaimanovPetrosian 10; GligoricAverbach afg. in gelijke stelling; BronsteinSzabo afg. in moei lijk te beoordelen stelling; Reshevsky Euwe 10; KeresStahlberg afg. in gewonnen stelling voor Keres; Smyslov Boleslavsky ys GeilerKotov afg. in gewonnen stelling voor Kotov. De stand luidt thans: 1. Smyslov 12j,_ pnt. uit 19 partijen; 2. Reshevsky 12 pnt. (19); 3. Bronstein 10y2 Pnt- en 1 afgebr. partij (19); 4. Najdorf 10 pnt. (18); 5. Keres 9Yr pnt. en 1 afgebr. partij (19); 6. Boleslavsky 9y pnt. (18); 7. Petro sian 9]/2 pnt. (19); 8. Gelier 9 pnt. en 1 afgebr. partij (19); 9. Taimanov 9 pnt. (18); 10. Euwe 814 pnt. (19); 11. Kotov 8 pnt. en 1 afgebr. partij (18)12. Szabo 8 pnt. en afgebr. partij (19)13. Gligoric 7y0 pnt. en 1 afgebr. partij (18); 14. Averbach 7y2 pnt. en 1 afgebr. partij (19); 15. Stahlberg 5 pnt. en 1 afgebr. partij (19). woord kan voor oppervlakkige bewe ringen geen plaats zijn. Bij de critiek op de regels zou ook nog onze opvat ting ter sprake kunnen komen over de wijze waarop het kampeerpaspoort dient te worden gebruikt. Doch hier over valt zo dadelijk genoeg te gen. DAMMEN. R.K. DAMVER. „TEMPO". De R.K. Damver. „Tempo" speelde gisteravond haar eerste wedstrijd in de competitie tegen WDC uit Woerden. Daar Tempo vorig jaar met een klein verschil had gewonnen, was er een felle strijd te verwachten. Dat is inderdaad gebeurd; er werd fel gestreden om de punten binnen te halen, en het was wederom Tempo, dat in deze le klas wedstrijd de punten mee naar huis nam en weer met een klein verschil. De gas ten werden naar huis gezonden met een nederlaag van 119 punten. BILJARTEN. VIERKAMP TE OEGSTGEEST. Ter gelegenheid van de oprichting van de biljartvereniging „Centraal" te Oegstgeest, welke is aangesloten bij de KNBB, zal Zondag a.s. des middag te 2 uur een vierkamp verspeeld worden tussen Teegelaar (Leiden), Metz (Den Haag), Mol (Amsterdam) en Eichelsheim (Rotterdam). Al deze spelers zijn hoofd klassespelers. Er zal gespeeld worden kader 38/2. De wedstrijden vinden plaats in het clublokaal van „Centraal", Geversstraat 27 te Oegstgeest. men, die zij gedurende zo'n reeks van jaren heeft ingenomen. Wij twijfelen niet, of de damrubriek zal wederom met grote belangstelling worden ontvangen. En nu dan de vraagstukken van deze week. Klasse A. Wedstrijdprobleem no. 212. Alle correspondentie betreffende deze rubriek gelieve men te zenden aan W. J. v. d. Voort, Rustoordstraat 8, Nieuw Vennep. OPLOSSERSWEDSTRIJD. In dit nummer vangt dan, zoals wij reeds voor de sluiting der rubriek mede deelden, onze wedstrijd aan in het op lossen van vraagstukken. Zoals reeds bij onze damspelende lezers bekend, zal deze wdstrijd lopen over 18 problemen, waaronder een tweetal eindspelen. Om onze mindergevorderde oplossers niet teleur te stellen, hebben wij gemeend ook voor hen een dergelijke wedstrijd uit te schrijven en eveneens een viertal fraaie prijzen, o.a. medailles en een boekwerk beschikbaar te stellen. Bij het inzenden van de eerste oplossingen ge lieve men te kennen te geven in welke klasse men deelneemt. Dit zal zijn voor vergevorderden klasse A en voor min- dergevorderden klasse B. Elke week zul len er voor beide klassen twee vraag stukken, één op diagram en één in cij- ferstand worden gepubliceerd. Voor alle vraagstukken of eindspelen zal gelden: wit speelt en wint. Voor elke goede op lossing wordt één punt toegekend, pro blemen, welke een bijoplossing bevat ten worden uit de wedstrijd genomen, doch zij zullen niet door een ander worden vervangen. In het slaggedeelte kan desgewenst met het aangeven van de zetten van wit worden volstaan, dat wil zeggen, dat men de verplichte slagen voor zwart kan weglaten. Eventuele slotspelen moeten behoorlijk worden uit gewerkt. Wordt een slotspel niet vol doende aangegeven, bijv. doordat een of meer belangrijke varianten niet worden vermeld of doordat voor zwart niet de sterkste zetten worden gespeeld, dan kan geen punt worden toegekend. De oplossingen móeten binnen 3 weken na het verschijnen van de rubriek ingezon den zijn! Degenen, van wie voor de wedstrijd vraagstukken worden gepubli ceerd, krijgen hun punten automatisch toegewezen. De gepubliceerde vraag stukken voor klasse A zullen tevens ook gelden voor onze ladderwedstrijd, zodat onze ladder wedstrijd gewoon doorgang heeft. Als prijzen worden uitgeloofd: voor klasse A: le prijs een beker, 2e en 3e prijs een medaille en 4e prijs een boekwerk. Voor de B-klassers: le prijs een bekertje, 2e en 3e prijs een medaille en 4e prijs een boekwerk. Laten deze zeer aantrekkelijke prijzen een stimulans zijn voor onze lezers om hun volle mede werking te verlenen. En nu aan de slag en veel succes. ONZE PROBLEMEN. Ditmaal moeten wij, wegens plaats ruimte, zeer beknopt zijn met onze be sprekingen. Alleen zeggen wij, dat alle vraagstukken het oplossen ruimschoots waard zijn, zodat voor oplossers in beide klassen uurtjes van intens genot zijn weggelegd. Alvorens wij tot de problemen over gaan, komen wij eerst nog aandacht vra gen voor het volgende. Na een onder breking van twee maanden, hebben wij van uit onze lezerskring de verzuchting horen slaken, dat men deze rubriek node miste. Gelukkig is alle leed nu weer geleden en kunnen wij trachten onze damrubriek wederom die p' onder de damperiodieken te doen inne- '*12 TEGEN PIJNEN EN GRIEP20 TABLETTEN F 0.75 (Advertentie) wnmmm r/m mmmmm Stand in cijfers: Zwart 10 schijven op: 13/16, 22, 27, i, 32, 37 en 45. Wit 10 schijven op: 21, 26, 33/35, en 47/50. Wedstrijdprobleem no. 213. Auteur: G. Geerlings, Leiden, le publicatie. Stand in cijfers: Zwart 8 schijven op: 5, 7, 14, 18, 19, 25. 26 en 37. Wit 8 schijven op: 15, 28/30, 32, 34, 41 en 45. Klasse B. Wedstrijdprobleem no. 214. Auteur: L. W. Turk, Noordwijk. le publicatie. Stand in cijfers: Zwart 8 schijven op: 11, 13, 15, 19, 21, 29 en 35. Wit 8 schijven op: 20, 22, 28, 30, 32, 34, 39 en 44. Wedstrijdprobleem no. 215. Auteur: W. J, v. d. Voort, Nieuw Vennep, le publicatie. Stand in cijfers: Zwart 7 schijven op: 7/9, 19. 26, 29 en 34. Wit 7 schijven op: 18, 25, 31, 43/45 en 48. Voor alle problemen, dus van beide klassen geldt: wit speelt en wint. Oplos singen moeten binnen 3 weken, na het verschijnen van deze rubriek, ingezon den zijn aan bovengenoemd adres. PARTIJSTAND. Hieronder volgt voor hen, die ook het practische spel beoefenen een stand, welke enige aardige mogelijkheden bevat. Stand: Zwart: 1/4, 8, 9, U/13, 15, 16, 19/21, 24 en 26. Wit: 22. 28, 33/43. 45. 46 en 48. Zwart aan zet speelde 11—17, omdat hij terecht met 1—6 wit's antwoord 3430 vreesde. Immers, zwart kan daar op niet antwoorden met 20—25, omdat hij wit daardoor gelegenheid biedt een schijf te winnen door 22—17 en 37—31, hoe zwart ook slaat. Schijnbaar kan zwart na 3430 zeer goed voortzetten met 12—18, omdat dan op wit 3. 3025? volgt 18x27; 4. 25x33, 27—31; 5. 36x27, 21x32; 6. 38x27, 24—30; 7. 35x24, 13—19 enz. met winst. Wit speelt echter na 2. 12—18; 40—34, 18x27; 37—31, 26x37; 42x22, waarna 2218 dreigt, terwijl op 2126 of 1117 wit voortzet met 3025 en 3429 of 30 met goed spel. CORRESPONDENTIE. L. W. T .te N., in uw laatst gezonden probleem geeft u zowel voor zwart als voor wit een stuk op 27 aan. Wilt u dit eens herzien?! G. R. te L., ik wist het adres van De Jeu niet meer. Heeft u de prijs voor hem al ontvangen? Wees zo goed hem deze te bezorgen. Aan enkele prijswinnaars: door samen loop van omstandigheden, konden de prijzen niet eerder worden verzonden. (Door CHARLES BRUCE) Nadruk verboden. 93) „Belooft u mij, dat u mij alles zegt, wat ze tegen u vertellen en even vlug, als u het zelf hoort". „Nou, dat kan ik niet onredelijk noemen. Goed. Afgesproken. Kijk eens, het wordt al morgen". Hij wees door de veranda naar buiten, waar de heuvel steil uit het groen der plantages oprees. Daar ginds achter de donkerte kwam een vage kleur opzetten. De onderrand was ingebeten en aan stukken ge scheurd door de toppen der bomen, die op de hoge heuvelkam stonden ei. de onverandelijke horizon vormden. Boven de boomtoppen scheen de lucht vol plekken. Het was alsof door een donker staalgrijs baldakijn een zwart-rose licht scheen, dat met dui- vengrijs en lila was vermengd. Ter wijl zij ernaar keken, veranderde die kleur van minuut tot minuut, totdat zij overging in een gelijkma tig rose, en eindelijk de eerste bun del zonlicht als een zwaard over de heuveltoppen naar het zenith schoot: eerste heraut der rijzende zon. „Kijk eens, miss Temple", zei de dokter nu met een zwakke en onge woon ernstige stem, „dat is de eerste bundel van onze hoop. Daar zullen we ons vertrouwen in stellen. Alles zal goed komen". Stella dwong zich bij het heden te blijven. „Zeg me eens, vroeg ze, hoe komt het, dat Desmond Jim niet ontmoet heeft? Ik dacht, dat Jim hem tege moet getrokken was en hem naar be neden zou brengen". „Ja, daar kan ik je toch wel ant woord op geven, lieve kind", zei Jims stem in het duister. „Die ver rekte stommerik is me daar helemaal over land gekomen, men had hem langs de rivier verwacht". „Jim darling, ben je terug? Heer lijk", riep Stella uit. Hij kuste haar even, drukte toen Callaghan de hand en zei een beetje zeurig: „Nou, jullie zijn tamelijk ongast vrij, dat kan ik je wel zeggen. Ik wilde wel een$ wat drinken. Ik sta al die tijd al te wachten, wat je me voor zult schrijven. Wat hebben jul lie daar?" „Ayala 1914", antwoordde Stella, terwijl ze het etiket van de fles be keek. „Zal -ik voor jou ook een fles halen, Jim?" „Nou, als je er niets op tegen hebt, lieve kind. Ik heb er wel zin in, ofschoon het nu geen tijd is om wijnt jes te drinken". Toen ze heenging om de gewens te fles te krijgen wendde Tempèe zich vlug tot Callaghan en fluisterde: „Hoe staat het met de jongen? Vlug, voor ze terug komt". De dokter schudde zwijgend het hoofd. „Dat kan ik je eigenlijk niet zeg gen maar erg gerust ben ik er niet op. Daar komt ze al weer. Ik zal het je later wel vertellen". „Wat hebben jullie daar te smoe zen?" vroeg Stella glimlachend, toen ze terug kwam. „Zodra ik maar even uit de kamer ga, steken jullie je hoofden bij elkaar als een paar oude vrouwen. Hier Jim. Zo. Je moet ze zelf maar open doen, anders mors ik weer. Het zou zonde zijn". Stella was door Desmond's thuis komst weer helemaal opgeknapt en nu ook haar broer veilig en wel terug was, kreeg ze het zekere gevoel, dat alle angsten voorbij waren. Ze wist wel, dat Desmond ziek was, maar uit eigen ervaring begreep ze nu, dat de vermoeienissen van de jungle hem tijdelijk buiten werking hadden ge steld. Ze was er zeker van, dat als die overspanning, die vermoeidheid maar bestreden werden door rust en goede verzorging, zijn herstel geen twijfel over zou laten. Callaghan had immers zelf gezegd, dat de wonden niet ernstig waren. Hij had geprofi teerd van haar onkunde over het ge vaar, waarin het tropische klimaat een verwonding kan brengen. Ze had dan ook geen moment getwijfeld, of zijn optimisme, al was het dan ook buitengewoon geforceerd, was ge rechtvaardigd. De vermoeidheid en uitputting zouden spoedig onder haar zorgen verdwijnen. Ze was bereid om zich geheel aan de ziekenverpleging te geven. Desmond had haar gered en nu was het haar beurt om terug te betalen och heel miniem, dat wist ze wel, de grote schuld, die ze bij hem had. Temple dronk zijn glas leeg en viel toen met een zucht terug in zijn stoel. „Hè, het is goed om terug te zijn en zelfs op dit uur hartelijk ontvan gen te worden. Vertel eens op, wat er gebeurd is. Hoe kwam Carruthers hier en wanneer?" „Ga maar verder., miss Temple',, voegde Callaghan er opgewekt aan toe. „Nu is het uw beurt. Zeg hem maar alles,* wat u weet. De waarheid, de gehele waarheid en niets dan de waarheid. Dan zal het hem duidelijk worden, wat hij geluilakt heeft, ter wijl wij hier voor hem de zaakjes hebben opgeknapt. Ik ga even kijken hoe het met mijn patiënt staat". Kort maar duidelijk vertelde Stel la het hele geval van deze nacht. Haar stem trilde even, toen ze het tafereeel beschreef van haar eerste ontmoeting, maar toen ze verder ging klonk die fris en krachtig als steeds. Haar ogen blonken van hoop en vreugde. Onbewust wellicht uitte en versterkte ze het vertrouwen, dat zij zelf voelde en ze besloot: „Je ziet dus Jim, dat we geen en kele reden hebben om ons ongerust te maken. De dokter gelooft, dat een paar dagen rust en zorg hem weer helemaal op orde zullen brengen". Callaghan sloop zacht terug in de veranda en bracht rapport uit, dat Desmond rustig sliep. „En nu Temple, jouw verhaal". „Och, zoveel heb ik jullie niet te vertellen. Ik heb al die tijd dien Ta- matau achterna gezeten, tot ik hem te pakken kreeg. Een verbazend prachtige kop, jongen. Maar dat zul je later wel zien. Nu gisteren zo wat tegen de middag laat me eens kijken, waar waren we ja gisteren, wat gaat die tijd voorbij, komen er twee kerels van Carruthers naar mijn kamp. Zij zeggen me, dat hij gewond is en dat zij boten nodig hebben om hem te vervoeren. Ik maak onmid dellijk een klein vlotje gereed en daar hebben wij de gehele dag op onze hurken zitten wachten, dat hij komen zou. Gisteravond, net toen ik klaar was met eten, komt 'n andere boodschapper vertellen, dat mijnheer van plan veranderd ls en dat hij nu dwars over het land kwam. Nou, aan de ene kant leek dat erg mooi nieuws, dat hij tenminste al die ontberingen kon verdragen, maar ik voelde mij toch een beetje ongerust. Enfin, hoe het ook zy, ik kon er niets aan doen, daarom pakte ik mijn zaakjes bij elkaar en kwam met de boten naar beneden. Die lummels maakten me natuurlijk weer niet wakker, anders zou ik al een paar uur eerder thuis gekomen zijn". „Hebben ze je niet verteld ,wat er gebeurd is Jim? Ik zou willen weten waar er gevochten is en hoe mr. Car ruthers gewond werd". „Nee beste meid, daar kan ik maar heel weinig over vertellen, want die eerste boodschapper had al die tyd de wacht in het kamp betrokken, zo dat hij er helemaal geen sikkepit van wist. Ze hebben wel een paar uur staan kakelen, maar van al dat ge zwam werd je niets wijzer, zodat ik tenslotte nog niet wist, wat ze gezien hadden of wat ze dachten.De anderen kwamen doodop aan en ik had niet 't hart ze nog. eens eventjes aan de praat te brengen. Die hadden niets anders nodig dan slaap en voedsel. (Wordt vervolgd;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1953 | | pagina 5