De Leidse gemeentebegroting 1954
toont eveneens een onzeker beeld
De jaarlijkse Vebo-tentoonsfelling
laat weer veel kostelijk vee zien
Uitkering Gemeentefonds moet met
bijna een millioen verhoogd worden
Toestand en toekomst van
Gem* financieringsfonds
Overgrote belangstelling bij
de officiële opening
DONDERDAG 17 SEPTEMBER 19S3
DE LE1DSE COURANT
EERSTE BLAD PAGINA 2
Wat zal het Rijk doen
Wethouder Van der Kwaak is
niet bijzonder optimistisch
WISSELENDE BEWOLKING, buiig, weinig verandering van temperra
tuur. Aldus schilderde de Leidse wethouder van financiën, de heer
D. van der Kwaak, de financiële situatie van de gemeente, toen hij ons'
dezer dagen op de gebzruikelijke wijze de gemeentebegroting 1954 aan
bood, waarvan wij reeds berichtten, dat zij een totaal aan inkomsten en
uitgaven van 28.528.059 aangeeft. De wethouder kwam tot deze uitspraak,
die niet bijzonder rooskleurig is, omdat er nog steeds geen definitieve op
lossing is gevonden voor de financiële verhouding tussen rijk en gemeen
ten, zodat de gemeenten nog steeds niet weten waar zij aan toe zijn. Dit
maakt het samenstellen van een begroting uitermate moeilijk, omdat de
inkomsten niet voldoende nauwkeurig bekend zijn. De begroting 1953, die
verleden jaar November door de raad werd aangenomen, is zelfs nog niet
goedgekeurd door Ged. Staten van Zuid-Holland! Toch hebben B. en W.
niet willen wachten met het samenstellen van de begroting 1954, om te
voorkomen dat de hele gemeentelijke huishouding in de war zou lopen.
dat het terrein van de gemeentezorg
zich steeds meer uitbreidt. De kos
ten voor maatschappelijke steun en
voorzorg werden ƒ128.272 hoger, sa
larissen en lonen 125.000 hoger,
openbare werken ƒ74.576 hoger, enz.
In totaal zijn de uitgaven voor 1954
ongeveer ƒ400.000 hoger dan voor
1953; de helft hiervan komt op re
kening van de personeelslasten.
1953 gaf de begroting een tekort
aan van ƒ650.000.
Interessant is het ook een verge
lijking te maken tussen de raming
voor 1954 en de uitgaven in 1952,
in welk jaar er een batig saldo was
van ruim ƒ400.000 Deze vergelijking
leert, dat er voor 1954 167.000 meer
geraamd is dan in 1952 aan maat
schappelijke steun is uitgegeven,
voor openbare werken 88.000 meer,
voor nijverheidsonderwijs 91.000
meer, enz.
Geen algemene
rijksformule
De wethouder verwachtte trou
wens niet veel van de nieuwe wet
telijke regeling (weer een voorlopige
voor de jaren 1953, 1954, 1955), om
dat er naar zijn mening weer met
subjectieve maatstaven en verouder
de grondslagen wordt gewerkt. Er
wordt namelijk o.a. uitgegaan van de
gemiddelde uitgaven der gemeenten
over de jaren 1939, 1940, 1941 voor
onderwijs en armenzorg. Factoren,
die thans geheel anders liggen. De
wethouder was er van overtuigd,
dat er in Leiden nog veel gedaan
moet worden, maar meende even
eens, dat alleen de plaatselijke over
heid dit kan beoordelen en dat de
behoeften van een gemeente nooit
In een algemene rijksformule tot uit
drukking kan worden gebracht.
Noodvoorziening.
Na de bevrijding, aldus lezen we
in de geleidebrief, die de gemeente
raadsleden met de begroting ontvan
gen hebben, moest er een geheel
nieuwe financiële verhouding tussen
rijk en gemeente geschapen wor
den. Het eigen belastinggebied van
de gemeente was immers steeds
meer ingekrompen, welke belastin
gen het rijk naar zich toe trok.
Daarom werd de commissielOud be
noemd, die deze zaak zou bestude
ren. In 1948 kwam de eerste wet op
de noodvoorziening gemeentefinan-
ciën tot stand, gelden voor de jaren
1948, 1949 en 1950. Aangezien de de
finitieve wet in 1951 nog niet ge
reed was, werd de noodvoorziening
verlengd t.m. 1952. Thans heeft de
regering een ontwerp van wet voor
1953, 1954, 1955 aan de Tweede Ka
mer voorgelegd, die echter nog niet
is aangenomen. Dit ontwerp komt in
grote trekken hier op neer, dat het
rijk een bepaald percentage van de
belastingopbrengst in het gemeente--
fonds stort en dat iedere gemeente
aanspraak kan maken op een uitke
ring uit dat fonds volgens bepaalde
normen.
Tekort van ƒ918.455.
In afwachting van het besluit der
Tweede Kamer is op de Leidse be
groting 1954 een uitkering uit het
gemeentefonds opgenomen, die ge
lijk is aan de uitkering van 1953, na
melijk ƒ3.814.818. Wanneer deze
uitkering niet hoger wordt bo
vengenoemd bedrag staat in zoverre
vast, dat het niet lager worden
kan vertoont de begroting 1954
een tekort van 918.455. Voor het
sluitend maken van de begroting re
kenen B. en W. er dan ook op, dat de
uitkering uit het gemeentefonds met
bovengenoemd tekort verhoogd zal
worden, al staat het te bezien of dit
inderdaad gebeuren zal.
B. en W. hebben getracht de uit
gaven voor 1954 niet hoger te ramen
dan die voor 1953, hetgeen echter
niet steeds mogelijk is geweest, om-
Geen reserves aanspreken.
Op 1 Jan. 1952 beschikte de ge
meente over een algemene reserve
van 1.543.150,81, hetgeen met het
genoemde batig saldo over 1952 een
algemene reserve per 1 Jan. 1953
werd van 1.950.116.03. Daarnaast
heeft de gemeente nog de beschik
king over de restantuitkeringen uit
het gemeentefonds over 1948 t.m.
1950. in totaal f2.992.912 20.
Toch hebben B. en W. bezwaar
gemaakt tegen het voorstel van Ged.
Staten om het tekort over 1953,
groot ƒ650.000, te dekken uit deze
reserves, omdat het college meent,
dat de gemeente verplicht is haar
reserves in stand te houden en zo
mogelijk zelfs te vergroten. Een ap
peltje voor de dorst dus!
Culturele voorzieningen.
Onder het hoofdstuk „Voorzienin
gen van culturele aard" wordt in de
geleidebrief opgemerkt, dat ter be
strijding van de neiging om af te
zakken in een a-sociale richting de
vakopleiding van groot belang is.
Het college heeft met succes naar
uitbreiding hiervan gestreefd het
aantal leerlingen bij het nijverheids
onderwijs in het afgelopen jaar met
100 pet. gestegen.
Indien de grote problemen van de
huisvesting zich daartegen niet ver
zetten, zou beter geen dag meer
kunnen worden gewacht met de sa
nering van bepaalde stadswijken.
De omstandigheden maken het
evenwel onmogelijk dit werk reeds
terstond ter hand te nemen. Eerlang
zal het evenwel grondig moeten wor
den aangepakt. De voorbereiding
daarvan, die veel tijd zal vergen, is
reeds aangevangen.
Ook zijn B en W er van overtuigd,
dat het bedrag, dat geraamd is voor
het speeltuinwerk, zeer nuttig is be
steed.
In het kader van de plannen tot
verbetering van de volkshygiëne en
bevordering vah het culturele leven
mag de bouw van een overdekte
bad- en zweminrichting niet ontbre
ken, evenmin als de bouw van een
nieuwe schouwburg en de stichting
van een cultureel centrum.
Teneinde een bescheiden bijdrage
CEDERT VERLEDEN JAAR IS DE TOESTAND op de kapitaalmarkt
veel verbeterd en ligt de rentestandaard aanmerkelijk lager dan over
eenkomt met het nog steeds geldende rentegamma. In de tijden, dat de
regering dit eiste, hebben alle gemeenten zich voorzien van geldleningen,
ter financiering van reeds verleende credieten. Daarom is er thans op de
kapitaalsmarkt een zeer geringe vraag van de zijde der gemeenten. Is het
daarom niet vèrstandig van deze gelegenheid gebruik te maken door het
opnemen van geldleningen op lange termijn? B. en W. menen van niet. Zij
willen zich beperken tot het opnemen van gelden, waartoe zij zich in de
onzekere jaren 1951 en 1952 hebben verplicht.
Het batig saldo van de rekening van kapitaalsinkomsten en -uitgaven
van het gemeentelijk financieringsfonds bedroeg per 1 Januari 1953
16.651.064.—
aan geldleningen werd sedert dien, of wordt alsnog,
ontvangen nominaal 6.190.000.
wegens uitkering uit het gemeentefonds over 1950
werd in 1953 ontvangen 1.058.149.
te leveren tot verfraaiing van het
stadsbeeld, hebben Ben W gemeend
een bedrag van 5000 te moeten
voorstellen voor het plaatsen van
beeldhouwwerken op daarvoor in
aanmerking komende plaatsen in de
stad. Hiermede zal Leiden intussen
geen baanbrekend werk verrichten,
daar verschillende andere gemeenten
ons hierin reeds zijn voorgegaan.
Sociale zorg en volksgezondheid.
Zoals B en W vorig jaar al vrees
den, zijn de kosten van de dienst
voor Sociale Zaken opnieuw geste
gen, doordat het aantal ondersteun
de gezinnen van armlastigen zich
nog steeds in een stijgende lijn be
weegt. Hun aantal bedroeg op:
1 Juli 1948 649
1949 707
1950 822
1951 995
1952 1158
1953 1257
Weliswaar is de toeneming in
het laatste jaar wat minder, dan in
de vier voorgaande jaren het geval
was, doch zij is toch nog bijzonder
groot en gaat wel zeer sterk uit bo
ven die, welke men op grond van de
stijging van het aantal inwoners zou
mogen verwachten. Bij de beoorde
ling van dit aantal moet in aanmer
king worden genomen, dat, van het
hiervoor genoemde aantal, ongeveer
550 gevallen betrekking hebben op
het verlenen van een aanvullende
uitkering op die, welke reeds krach
tens de Noodwet Ouderdomsvoorzie
ning wordt genoten. Deze onderstand
zou eenvoudig door de gemeente
kunnen worden beëindigd, indien de
uitkeringen krachtens genoemde wet
zullen worden verhoogd.
Ook wegens kosten van bestrijding
van de tuberculose moesten opnieuw
hogere bedragen worden uitgetrok
ken. Verwacht moet worden, dat
deze, als gevolg van de stijging van
de verpleegprijzen en de verscher
ping van de maatregelen, welke ter
bestrijding van deze ziekte worden
genomen, in de naaste toekomst
nog zullen stijgen.
Tenslotte moesten de kosten van
verpleging van krankzinnigen en die
van de gemeentelijke werkplaats
oveneens opnieuw hoger worden
geraamd.
WETHOUDER D. v. d. KWAAK
....weinig verandering....
Gas- en electriciteitstarieven.
Hoewel de tarieven voor het 'ge
bruik van gas sterk afhankelijk zijn
van de kolenprijzen en er omtrent
het verloop van deze prijzen moei
lijk voorspellingen kunnen worden
gedaan, hebben B en W goede hoop,
dat deze tarieven, zoals zij thans
luic.en, voor afzienbare tijd als de
maximale mogen worden beschouwd.
Voorts is er goede grond voor de
verwachting, dat de gasfabriek bin
nen enkele jaren zonder nadelig
saldo zal sluiten, hetgeen naar de
mening van B en W zeker gerecht
vaardigd is.
De vooruitzichten ten aanzien van staat, geleidelijk zal verminderen.
Weer veel plannen
voor komend jaar j
P VENALS voor 1953 is er ook J
voor 1954 een bedrag van X
125.000 gulden uitgetrokken t
voor nieuwe investeringen, dat
wil zeggen voor rente en af- t
schrijving van nieuwe kapitaals-
uitgaven. Er moet in de gemeen- t
te nog veel gedaan worden. B. en
W. sommen in de geleidebrief
op: uitbreiding van rioolwater-
zuiveringsinstallatie, demping en
riolering van de Langebrug, rio- t
lering van de Rijndijkstraat,
verbetering van de Hooigracht 1
demping van de Uiterstegracht
en van het laatste stukje Leven- X
daal, stichting van een nieuwe X
veemarkt, scholenbouw, afbouw f
va nhet stadhuis, stichting van
een nieuwe schouwburg en een
nieuwe overdekte bad- en X
zweminrichting. Vanzelfsprekend
moet dit onvolledige verlang- X
lijstje o.a. met de woningbouw I
worden aangevuld.
de winstuitkeringen van de electri-
citeitsfabriek zijn minder gunstig.
Een en ander is het gevolg van de
geleidelijke algehele vernieuwing van
het productie-apparaat van de bij de
N. V. Electriciteisbedrijf Zuid Hol
land aangesloten fabrieken, waartoe
ook de Leidse behoort. Indien men
aanneemt, dat de kostenfactoren
geen wijziging zullen ondergaan,
moet worden verwacht, dat de winst
tot 1958, het laatste jaar, waarom
trent nog een aan redelijke eisen
voldoende calculatie ter beschikking
LEIDEN IN HET MIDDELPUNT
Reeds vroeg in de ochtend kon men
op het tentoonstellingsterrein een
grote bedrijvigheid waarnemen van
boeren, die hun dieren een laatste
beurt gaven. Links ziet men hoe er
strikjes in de manen van een paard
gevlochten worden, rechts hoe een
koeienstaart wordt uitgekamd.
(Foto's: „De Leidse Courant")
Totaal rond 23.900.000.
Daarnaast kunnen worden verwacht:
ten laste van 1953 en volgende jaren komende uitgaven voor
reeds in 1952 of eerder goedgekeurde werken 18.000.000.
in 1953 verleende credieten voor nieuwe
kapitaalsuitgaven rond 8.100.000.
26.100.000.—
:odat, naar de huidige gegevens, een tekort aan financie
ringsmiddelen op lange termijn zal ontstaan van 2.200.000.
Het was een sombere lucht, die
zich vanmorgen boven Leiden welf
de, een grauwe lucht vol regendrei
ging, die weinig goeds beloofde voor
het grote boeien-evenement dat Lei
den jaarlijks kent: de Vebo-tentoon-
stelling, waarvoor de belangstelling
in Duin- en Rijnstreek ieder jaar
groeit. Nauwelijks had het vale och
tendlicht de nacht verdreven of de
eerste veewagens kwamen Leiden
binnenrijden. Zij brachten er >een
kostelijke last, het beste vee, dat de
fokkers uit Leidens ommelanden
kunnen tonen aan een steeds grotere
schare belangstellenden, die tegen
woordig zelfs van over de grenzen
komen om de Leidse Vebo te bewon
deren!
Lang voordat de officiële ope
ning om 10 uur door burgemees
ter jhr mr. F. H. van Kinschot in
't Schuttershof plaats vond,
heerste er op het veemarktterrein
een grote bedrijvigheid. Boeren lie
pen af en aan met koeien, paarden,
varkens en schapen, die alle hun
plaats moesten hebben in de vakken;
steeds meer wagens losten hun kos
telijke inhoud, begeleid door geloei,
geblaat en gehinnik. Hier en daar
werd de laatste hand gelegd aan het
toilet van de dieren met emmers
water en borstels kregen de koeien
een laatste beurt; elders werden kleu
rige strikjes in.de paardenmanen ge
legd. Ondertussen groeide de drukte
en toen het half negen sloeg, vingen
de juryleden hun moeilijke taak aan.
Zwartblaar veeslag.
Op het moment, dat wij dit schrij
venergens tussen het geroezemoes
van boeren, handelaren en verdere
belangstellenden is de jury nog
druk bezig met de keuring. Begrij
pelijk dus, dat er thans nog geen
gedetailleerde beschrijving van het
ingezonden vee mogelijk is; we moe
ten ons beperken tot enige algemene
opmerkingen.
Als we dan eerst onze aandacht
bepalen bij de afdeling zwartblaar
of roodblaar vee in de rubriek gere
gistreerd fokvee, dan valt op, dat het
aantal stieren minder is dan verle
den jaar, vermoedelijk mede onder
invloed van de K.I. Dit kleinere aan
tal heeft overigens een betere selec
tie ten gevolge; de kwaliteit is dan
ook voortreffelijk, vooral onder de
oudere stieren. De strijd zal hier wel
weer gaan tussen de afstammelingen
van Thomson, Martinus en Dirk.
Ook bij het vrouwelijke blaar-vee
is een teruggang in aantal te con
stateren, die niet 'alleen door de
mond- en klauwzeer-plaag verklaard
kan worden. Men ziet jaarlijks de
verhouding tussen blaar en bont ver
anderen ten gunste van het bonte
veeslag, dat over het algemeen een
iets betere melkgift heeft. Evenals bij
de stieren is het vrouwelijke zwart-
blaar-vee, weer uit de bekende stal
len, van zeer goede kwaliteit. Duide
lijk blijkt, dat de selectie steeds
voortschrijdt en minder bekende fok
kers er van weerhoudt hun dieren in
te zenden. Het komt de kwaliteit van
de Vebo wel ten goede, maar niet de
gehele fokkerij. De afwezige fokke.»
dienen te bedenken, dat een kans op
de eerste prijs geen maatstaf voor
inzending mag zijn; het gaat er om
hun fobproducten met die van an
deren te vergelijken.
Zwartbonte veeslag
Bij het zwartbont-veeslag consta
teert men eveneens een stijgende
kwaliteit, al vind men onder de
overigens zeer goede stieren geen
dieren van een uitgesproken topldas-
e als bij het zwartblaar.
Opmerkelijk is, dat de strijd dit jaar
niet gaan zal tussen de vanouds be
kende stallen van Bonda, Wesseling,
Van Zij verden en Zandberg; Wesse
ling is helemaal niet aanwezig, Zand
berg slechts met een kleine collec
tie. Het geheel overziende komt men
gende is, hetgeen voor een groot deel
aan de intensieve fokkerij middels de
K. I. n oet worden toegeschreven.
Overige inzendingen
Opvallend groot is dit jaar het aan
tal paarden, bijna 130. Ongetwijfeld
doen de landelijke rij verenigingen
goed werk met hun propaganda voor
het boerenpaard; de resultaten ziet
men op de Vebo.
De inzending schapen mag bevre
digend genoemd worden, de kwaliteit
eveneens. Ongetwijfeld een gevolg
van de stijgende belangstelling
deze streek voor de schapenhouderij,
die ook uit het oogpunt van gras
landverbetering van belang is.
De inzending varkens is ons iets
tegengevallen, vermoedelijk onder in
vloed van de dalende prijzen in de
zomermaanden. De huidige onver
wachte stijging hiervan komt op
de Vebo nog niet tot uiting. De kwa
liteit is ook dit jaar goed; men vindt
er verschillende oude bekenden van
vorige jaren onder.
Tenslotte zijn er nog de geiten, die
zowel in aantal als in kwaliteit weer
gestegen zijn. Hulde aan de geiten-
f okverenigingen
Botor en kaas.
In de Kegelbaan van 't Schutters
hof zagen we Neerlands zuivelpro
duct bij uitstek: de echte onvolpre
zen boerenkaas, door boerin of boer
eigenhandig op de boerderij gemaakt.
Opvallend is de grote inzending
Leidse kaas, 42 stuks (vorig jaar 14),
waarvan bovendien de doorsnee kwa
liteit uitstekend is, al vindt men hier
en daar een schimmelt je.
De Goudse kaas, weer goed verte
genwoordigd, is dit jaar van mindere
kwaliteit dan in 1952. De slechte,
natte zomer is ongetwijfeld van in
vloed hierop geweest. Bovendien
heeft de handel teveel om consump
tiekaas gevraagd, zodat er minder
oplegkaas aanwezig is!
Iets nieuws zijn de inzendingen
boerenboter van de Leidse kaasma
kers. De kwaliteit mag goed genoemd
worden, al zijn er meerdere potten
onder, die ietwat ranzig of gistig zijn.
Vooral valt op, dat de boter wat nat
is; er zal meer aandacht aan het uit-
kneden besteed moeten worden. On
der invloed van de Vebo zal de kwa
liteit zeker nog stijgen!
Tenslotte is er in de achterzaal van
't Schuttershof nog een expositie van
grafieken, enz., die o.a. laat zien
welke belangrijke plaats de boeren-
De voorzaal van 't Schuttershof
was te klein om alle belangstellen
den bij de officiële opening te kun
nen bevatten. Onder het geroezemoes
van de talrijke gasten en het ge
rammel van de traditionele koffie
met cake serverende kellners sprak
de Vebo-voorzitter, de heer J. Bon-
da, een hartelijk welkomstwoord, o.a.
tot mr. L. A. Kesper, commissaris
van de Koningin in Zuid Holland, ir.
A. W. van de Plassche, directeur-ge
roezemoes was het ons bijna onmo
gelijk iets van de toespraken te
verstaan door de heer J. C. J.
Lambermont, voorzitter van de
Leidse Middenstandscentrale, die
wees op de belangrijke plaats van
Leiden als centrum van het boeren
land rondom. Leiden heeft als koop
stad een goede naam, ook al man
keert er wel eens iets aan de par-
keermogelijkheden. Reeds de groot
ouders en ouders van de boeren, die
neraal van de Landbouw, de heer A. t thans op de Vebo zijn, hebben hun
H°e!V voedselcommissaris voor inkopen in Leiden gedaan. Spr.
j J- L x hoopte, dat de boeren dit zouden
blijven doen.
tot de conclusie, dat de kwaliteit stij-stand in ons land inneemt.
Zuid Holland, de burgemeester en
wethouders van Leiden, talrijke bur
gemeesters uit de omliggende dor
pen, de burgemeesters van Haar
lemmermeer en Den Burg (Tessel),
vertegenwoordigers van de Kamer
van Koophandel, de Leidse Midden
standscentrale, de Ver. voor Vreem-
delingeverkeer, het actie-comité
„Leiden Leeft", het Leidato-comité,
een groot aantal Leidse gemeente
raadsleden en enige hoofden van
takken van dienst.
De heer Bonda wees er op, dat de
boerenstand een groot aandeel heeft
in de welvaart van het land en riep
de medewerking van de autoriteiten
in om het agrarische volksdeel in
staat te stellen onze plaats te hand-'
haven als zuivel-exporterend land.
Belangrijke plaats.
Burgemeester Van Kinschot, die
bet officiële openingswoord sprak,
verheugde zich er over, dat het werk
van de Vebo jaarlijks een vooruit
gang laat zien en wees er op, dat de
agrarische ontwikkeling van Neder,
land van groot belang is. Zowel in het
verleden als thans neemt Leiden met
omgeving daarbij een belangrijke
plaats in. Hec gemeentebestuur van
Leiden wil daarom het streven van de
Vebo metterdaad steunen, hetgeen
o.a. moge blijken uit het streven naar
een nieuwe veemarkt.
Ir. Van de Plassche achtte het
noodzakelijk, dat de consumenten iets
meer te weten komen over de func
tie, die de boer in het maatschap
pelijk bestel inneemt.
Leiden als koopstad.
Vervolgens -werd het woord ge
voerd door het voortdurende ge-
Het Hollandse mirakel.
Zoals ieder jaar gebruikelijk is
voerde ook de heer M. P. van der
Weyden, burgemeester van Nieuw
koop en lid van de Tweede Kamer,
het woord. Spr. herinnerde aan de
goede positie die de Nederlandse be
talingsbalans thans heeft, hetgeen
men in Frankrijk „Le miracle hol
landais" noemt. Voor een groot deel
is deze positie te danken aan het
agrarische volksdeel, dat thans ech
ter wel enige vrees koestert voor de
buitenlandse concurrentie, reden
waarom er alles aan gedaan moet
worden de boeren een redelijk be
staan te verzekeren.
Kostprijsverlaging.
De heer Van der Hoek vreesde
weliswaar geen landbouwcrisis, zo
als Nederland die in de dertiger ja
ren gekend heeft, omdat er nu een
doelbewuste landbouwpolitiek ge
voerd wordt en de afzet organisato
risch beter geregeld is, maar voorzag
toch wel moeilijkheden, die alleen
overwonnen kunnen worden door 'n
stabilisatie van de prijzen op lager
niveau. Het land, dat het goedkoopst
produceert, zal het sterkst zijn! Om
tot kostprijsverlaging te komen, moet
de kwaliteit verbeterd worden, het
geen de Vebo nastreeft. Daarom is
deze „competitie" van enorm groot
belang. Spr. wenste de Vebo dan
ook nog een lang en vruchtbaar be
staan toe.
Na deze offiiële opening maakten
de autoriteiten en verdere gasten
met het Vebo-bestuur een rondgang
over de tentoonstelling.