groent lalel COEBERGH SCH Regering besluit 185 millioen aan de „Indische Nederlanders" uit te keren Huurverhoging Vrachtwagen reed op publiek in Wederom vergezelde Oranjezonnetje de Koningin naar Haagse Ridderzaal 3Uite (GOLF) Tropenliefde DINSDAG 15 SEPTEMBER 1953 DE LEI DEE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 3 Na jaren praten eindelijk schadeloosstelling Nadat de Nederlanders, die tijdens de oorlog in Indonesië vertoefden en daar economisch getroffen werden, jarenlang in het onzekere hebben ver keerd, of de Nederlandse regering bereid was hun schadeloos te stellen voor de geleden schaden, nadat verschillende actie en comité's bij de re gering door al de na-oorlogse jaren heen hebben aangedrongen om zich, over dit voor de betrokkenen zo belangrijke punt duidelijk uit te spreken, heeft de regering gisteren bekend gemaakt, dat zij 185.500.000 gulden beschikbaar stelt voor schadevergoeding van de getroffen Nederlanders uit het voormalige Nederlands-Indië. Zoals men zich zal herinneren, betreft het hier de verplichtingen, die van rijkswege in het voormalige Nederlands-Indië door oorlogsomstandig heden niet nagekomen zijn, zoals achterstallige pensioengelden, niet uit betaalde delegaties, vergoeding van oorlogsschade e d. Hierbij kwam na de souvereiniteits-overdracht aan Indonesië voor een groot aantal „Indische Nederlanders" de aanschaffing van nieuwe inrichting hier in Nederland. Alhoewel de regering nogmaals met klem verklaart, dat zij juridisch geen enkele verplichting aan genoemde groepen heeft, meent zij uit menselijke overwegingen tot schadeloosstelling te moeten overgaan. Onderverdeeld in de diverse hoofdstukken zal de regering uitbetalen: aan rehabilitatie 81.250.000.—; aan achterstallige pensioengelden f 4.500.000,—; delegatieschulden 19.000.000,—; tegemoetkoming weder- Inrichting 80.000,materiele oorlogsschade 1.000.000, De Commissie voor Achterstallige Betalingen, die geruime tijd werkzaam is geweest met het uitbrengen van advies aan de regering en die enige tijd geleden haar conclusie aan de regering heeft doen toekomen, had in het geheel 15.000.000,— meer geadviseerd, verdeeld over de diverse pos ten. De regering meent echter, dat zij met bovengenoemde uitgaven de grens van haar kunnen en haar (morele) verplichtingen bereikt heeft en zij zal haar besluit in zijn huidige vorm aan de Kamers ter goedkeuring voordragen. Alle uitkeringen behoudens die, betreffende achterstallige pensioen gelden zullen zo stelt de regering het parlement voor geschieden zonder dat zij voor het inkomen als belastbaar worden beschouwd. De regering ziet de voorstellen tot huurverhoging aldus zet zy uit een in de memorie van antwoord op het betreffende wetsontwerp als een verdere stap in de richting van een huurpeil, waarbij een reële ex ploitatie en zo nodig vervan ging van de vooroorlogse woningen mogelijk is. Het wetsontwerp is niet eerder ingediend, omdat er een di recte samenhang bestaat tussen huur peil enerzijds en loon- en prijspeil anderzijds. Deze samenhang liet een vroegere indiening van voorstellen 'tot huurverhoging niet toe. Ook de watersnoodramp heeft een vertra gende invloed gehad op de indiening der voorstellen. Gezien de ervaringen in het ver leden is het vrijwel onmogelijk een min of meer nauwkeurige prognose te geven van de ontwikkeling der bouwkosten in de toekomst. Neemt men aan, dat de arbeidslonen nomi naal niet zullen dalen, dan lijkt het niet waarschijnlijk, dat een renda bele huur van nieuwbouwwoningen lager zal komen te liggen dan 200 van het peil van 1940. Naar de me ning van de regering zal in ieder ge val de vorming der huren niet eer der aan de vrije markt kunnen wor den overgelaten dan op het tijdstip, waarop het woningtekort geheel zal zijn ingehaald.Of de huren dan nog zullen dienen te worden beïnvloed door belastingen enerzijds en sub sidies anderzijds,, meent zij thans buiten beschouwing te moeten laten. Wel wil zij er op wijzen, dat het geenszins wenselijk is met de wet telijke huurverhogingen zo ver te gaan, dat een theoretisch gemiddeld marktevenwicht practisch wordt benaderd. De economische waarde ring van de verschillende soorten woningen zal n.l. sinds 1940 een aan merkelijke wijziging hebben onder gaan. De inkomstenvorming heeft zich immers zodanig ontwikkeld, dat aangenomen mag worden, dat de marktwaarde van de grotere wonin gen niet onaanzienlijk zal liggen be neden van courante panden. Het lijkt voorshands intussen niet on waarschijnlijk dat, ook indien zeke re huuregelisatie zou worden toege past, het marktevenwicht op een zo danig niveau zal komen te liggen, dat als overgangsphase nog een wettelijke huurverhoging nood zakelijk zal zijn. De voorgestelde huurverhoging moet in de eerste plaats dekking leveren voor de ge stegen exploitatiekosten. Daarnaast kan zij worden aangewend tot ver hoging van de kapitaalrente. Zij stelt de huiseigenaren van vooroor logse woningen in staat meer aan het onderhoud ten laste te leggen dan thans het geval is. Omdat de lage huurprijs van voor oorlogse woningen het peil van de nieuwbouwwoningen drukt, aange zien de tendenz bestaat om woningen te bouwen, die in huren zo wenig mogelijk verschillen met oude wo ningen, zal door de voorgestelde huurverhoging de animo om wonin gen van behoorlijke hoedanigheid te bouwen en te betrekken gunstig beïnvloeden. Daardoor zal de huur verhoging mede strekken tot bevor dering van een goede volkshuisves ting. De regering acht huurverhoging niet alleen in verband met de geste gen lasten van de eigenaren noodza kelijk. Het percentage v/aarmede het huurpeil noodzakelijk moet wor den verhoogd wordt niet zo zeer door die stijging dan wel door de alge mene eisen van een goede volks huisvesting bepaald. Dat dit per centage niet ineens kan worden be reikt, hangt samen met het compen- satievraagstuk. Huurverhoging zon der compensatie is niet door te voe ren; de mogelijkheden tot compen satie zijn beperkt. De uiteindelijke aanpassing van de huren aan het loon- en prijspeil kan slechts geleidelijk, via een aantal beperkte huurverhogingen, tot stand worden gebracht. De regering is van oordeel, dat met de huurverhoging nu niet verder kan worden gegaan dan het aanhangige voorstel. Het ge middelde van 141%, dat uit de be perkte mogelijkheden tot compen satie resulteert, acht zij tegenover de huiseigenaren niet onbillijk. Terug keer tot de oude onderhoudszeden kan echter nog niet worden ver langd. Deze zullen pas na verdere huurverhoging en vooral bij de verruiming van de woningvoorraad kunnen terugkeren. Door de huurverhoging zullen geen middelen beschikbaar komen, die het mogelijk maken over te gaan tot ONS NATIONAAL INKOMEN EN DE UITGAVEN GEHELE DIENST 1946 f54 verhoging van de by dragen voor die woningwetwoningen, waarvan de huren liggen boven de maximum normen, die thans gelden. Met uitzondering van onbewoon baar verklaarde woningen zal de huurverhoging ook gelden voor slechte woningen; het is niet moge lijk de vooroorlogse woningen te gaan differentiëren naar ouderdom en hoedanigheid aangezien daarvoor een juiste maatstaf ontbreekt. Het verhogen van huurprijzen van nieuwe woningen, die boven het peil liggen, dat na de huurverhoging voor de oude woningvoorraad zal gel den, is in het algemeen niet gewenst, aangezien binnen afzienbare tijd toch een hoger huurpeil zal moeten worden bereikt.. DIFFERENTIATIE IN DE WONING- HUREN. De regering acht differentiatie wenselijk omdat zoveel mogelijk dient te worden bevorderd, dat de huren op het platteland en die in de grote steden onderling geen be langrijk grotere verschillen gaan vertonen dan thans het geval is. Om dat het huurpeil op het platteland thans lager ligt dan dat in de grote steden zou een huurverhoging met een vast percentage in geld uitge drukt op het platteland geringer zijn dan in de grote steden. Met de voorgestelde differentiatie wordt niet mede beoogd een voor uitlopen op de maatregelen ten aan zien yan de gemeente-classificatie. T wee doden Gistermiddag omstreeks vijf uur is te Volkel (Gem. Uden) een militaire vrachtauto ingereden op een gToepje personen dat naar de kermis stond te kijken. Tengevolge hiervan is een drie en een half jarig kind op slag gedood, haar moeder, de weduwe V., uit Volkel, werd zwaar gewond en de toeschouwster E. E. uit Wanroy even- ens. De ernstig gewonden zijn naar het ziekenhuis te Vechel gebracht, waar mevr. E. kort daarna is overle den. De politie heeft de zaak in on derzoek. WELVERZORGDE HANDEN In elk jaargetijde Haméa-Gelei Duizenden zagen in de feestelijke residentie het fonkelende sprookje van de gouden koets Reeds vele duizenden Hagenaars en andere Nederlanders, die de gelegen heid hadden om de Prinsjesdag in de residentie door te brengen, hadden in de vroege morgenuren al beslag gelegd op de beste plaatsjes, die er langs de route, die de koninklijke stoet hedenmiddag gevolgd heeft, te vinden zijn. Ieder jaar opnieuw betekent de plechtige opening van de Sta ten Generaal een sprookjesachtig gebeuren, waarbij een glimp van de luister uit vroeger jaren herleeft. Terwijl de 1300 militairen de route afzetten en de 100 gardesoldaten de erewacht bij de Ridderzaal betrekken, komt Den Haag in spanning en deze wordt eerst een klein beetje opgelost, wanneer de eerste saluutschoten over de stad rollen, ten teken, dat de koningin het paleis verlaten heeft en haar jaarlijkse tocht door de regerings- stad begonnen is. Dan beginnen tientallen orkesten en militaire muziekcorpsen te spelen en het geheel, dat evenals alle andere jaren ook thans weer trouw door het Oranje-zonnetje beschenen woidt, krijgt de stemming, die men alleen op Prinsjesdag in Den Haag kan proeven. Nadat men geduldig in de rij de komst van de stoet verbeid heeft, nadat de gelukkigen, die een kamer aan de straatkant van de route hebben, zich genoegelijk geïnstalleerd hebben, komt eindelijk het moment, waarop de voorboden van het sprookje zich presenteren, voorboden, die slechts dienen om het glanzende middelpunt, de gouden koets met haar koninklijke passa giers met meer luister te omgeven. Voorop gingen een rijknecht-ma joor en twee rijknechts te paard. Dan volgde een compagnie van het garderegiment grenadiers met het vaandel en de Koninklijke Militaire Kapel, een detachement van de Ko ninklijke Marechaussee en een com mando Rijkspolitie te paard. Hierna volgden de rijtuigen. Voor op ging de ceremoniemeester jhr. D. G. de Graeff, gezeten in een rij tuig met twee paarden bespannen, gaande een lakei naast elk portier. Achter hem reden acht kamerheren, gezeten in twee rijtuigen, elk met twee paarden bespannen, gaande 'n lakei naast elk portier. De gouden koets. Dan volgden groot-officieren en de opper-ceremoniemeester. Deze rij tuigen gingen de gouden koets, waar in H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins der Nederlanden, waren gezeten, vooraf. De staatsiekoets was bespannen met acht paarden; naast elk paard ging een koetsier en aan elke zijde van de koets liepen vier lakeien. Een adjudant reed ter rechterzijde van de staatsiekoets en een adjudant ter linkerzijde; een ad judant reed rechts achter de gouden koets en een adjudant links er ach ter Een commando Rijkspolitie te paard sloot de stoet. De duizenden, die H. M. op deze indrukwekkende tocht passeerde, juichten de koningin hartelijk toe. H. M. de koningin was gekleed in een lange, grijze robe, gegarneerd met'wit kant. Zij droeg een kleine, grijze hoed met aigrettes en grijze (metaalkleurige) schoenen, met bij passende tas. Prins Bernhard droeg het groot tenue van vice-admiraal. In de Ridderzaal. "Met de leden der Staten Generaal hadden zich reeds vroegtiidig velen in de Ridderzaal verzameld. Men zag er het stemmige zwart der heren kleding en het goud en zilver van ambtsgewaden, fleurige toiletten der dames en verscheidene uniformen. Onder de aanwezigen waren de le den van het corps diplomatique, vlag- en opperofficieren, leden van de Hoge Raad der Nederlanden, ver tegenwoordigers van andere rech terlijke col1oges en van kerkgenoot schappen; provinciale- en stedelijke autoriteiten; grootkruisen van Ne derlandse Orden; de secretarissen- generaal der verschillende departe menten en andere autoriteiten. Tegenover de troon namen hun plaatsen in: de ministers, de staats secretarissen en de leden van de Raad van State. De voorzitter van de verenigde vergadering der Staten-Generaal, mr. J. A. Jonkman, benoemde in de commissie* van in- en uitgeleide, me juffrouw mr. Tjeenk Willink en de heren mr. Regout, mr. Hellema en dr. De Zwaan, leden der Eerste Ka mer, en de, heren Van der Born Koersen, Nederhorst, Fokkema, Janssen en Zegering Hadders, leden der Tweede Kamer. De koningin kwam aan. Onder leiding van mej. Tjeenk Willink begaf deze commissie zich naar de ingang van de Ridderzaal, om koningin en prins te ontvangen. Zodra de komst van Hare Majesteit was aangekondigd rezen alle aan wezigen van hun zetels op. Vooraf gegaan door de ceremoniemeester, de kamerheren, de grootofficieren en de opperceremoniemeester, geleide de commissie de koningin en de prins naar de troon. Achter de vor stelijke personen sloten zich aan de grootmeesteres, de dame du palais, de chef van het militaire huis, de gouverneur der residentie, de eerste stalmeesters en de officieren van het militaire huis. Nadat Hare Majesteit had plaats genomen ving zij aan met het uit spreken van de troonrede. Na de rede weerklonk een „Leve de Koningin", dat door de aanwezi gen werd overgenomen. Voorafgegaan door de leden der commissie van in- en uitgeleide en de opperceremoniemeester begaven Hare Majesteit en Zijne Koninklijke Hoogheid zich hierna naar de ont vangkamer, waar de vorstelijke per sonen nog enige ogenblikken ver toefden. Nadat de leden der com missie in de zaal waren terugge keerd sloot mr. Jonkman de vere nigde vergadering. Langs dezelfde weg ging de stoet naar het paleis Lange Voorhout te rug. DE KONINKLIJKE RIJTOER OP PRINSJESDAG Naar ons ter ore komt bestaat er mogelijkheid, dat alle vier de Prin sessen zullen deelnemen aan de ko ninklijke rijtoer, welke morgen in de binnenstad van Den Haag wordt ge houden en om kwart voor vier als beginpunt zal hebben het paleis Voor hout. Een vermeerdering van 4 op 7 kin deren ondervond gisteren het gezin van de heer Lelyveld in Den Bosch. Er werd nl. een drieling geboren, alle drie dochterjes. Door brand is gisteren de land- bouwschuur van P. A. Sturm te Mid- denmeer totaal vernield. De schade wordt geraamd op circa 115.000.—. VooK dt HAAGSE POLITIERECHTER. Mishandeling. Voor de Haagse Politierechter verscheen een land arbeider uit Leimuiden, die iemand zou hebben mishandeld zonder dat er enige aanleiding toe was. Enige f etuigen bevestigden dit, maar ver achte ontkende het eerste te heb ben geslagen. De officier van Justi tie vorderde 25. boete of 10 dagen en overeenkomstig deze eis werd verd. veroordeeld. Oneerlijke dienstbode. Een 20- jarige dienstbode uit Warmond had aldaar bij haar patroon bankbiljet ten gestolen uit een geldkistje. Zij was in de val gelopen met ee^ biljet, waarvan het nummer bekend was. Voor de Haagse Politierechter legde verd. een bekentenis af. Ze was nog nooit veroordeeld. Na een eis van 40.boete of 20 dagen en veertien dagen voorwaardelijk werd het f 25 boete of vijf dagen, alsmede veer tien dagen voorwaardelijk. Dronken op de fiets. In de nacht van 10 op 11 April j.l. zou een heier uit Leiden onder de invloed van sterken drank hebben gefietst op de Haarlemmerstraat. De verd. ontken de beschonken te zijn geweest. Een agent van politie verklaarde echter als getuige dat verd. slingerde en viel. Hij rook erg naar drank en sprak wartaal. Volgens deze getuige zou verd. niet naar het politiebureau zijn gefietst maar zou hebben gelo pen. Een andere agent vertelde ech ter dat verd. keurig naar het bureau was gefietst. Het was hem nog op gevallen dat het zo goed ging. De officier van Justitie eiste f 40.- boete of 20 dagen. De Haagse Politie rechter merkte nog op dat verd. slecht bekend staat. Hij veroordeel de verd. tot 25.boete. Gestolen goed. Omdat hij* van September 1952 tot Juni 1953 gereed schappen en onderdelen had gekocht, die van diefstal afkomstig waren, moest de 42-jarige winkelier uit Lei den verschijnen voor de Haagse Po litierechter. Het was nieuw goed ge weest en verd. had het ook voor nieuw weer verkocht. Hij kocht het daarentegen van twee draaiers on der de inkoopprijs. Verd. vertelde wel getwijfeld te hebben, maar later de zaak voor goed te hebben aangenomen. Voor de politie had verd. verklaard niet naar een legitimatie te hebben ge vraagd. Er was incourant goed bij, zo zei hij nu verontschuldigend. Verd. had een blanco strafregister. Hij heeft het bij frequente herhaling gedaan, merkte de officier van Jus titie op. De officier eiste 100. boete of 50 dagen en veertien dagen gevangenisstraf voorwaardelijk. De rechter ging hierin mee, maar be paalde de voorwaardelijke straf voor deze schuldheling op een maand. Aetherklanken WOENSDAG HILVERSUM I, 204 nT. 7.0024.00 NCVR NCRV: 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gram. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws en weerber. 8,18 Gewijde muz. 8.45 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9.35 Gram. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gram. 12.00 Pianorecital. 12.30 Land en tuinb. meded. 12.33 Gram. 12.59 Klokgelui. 13.00 Nieuws. 13.15 Prot. Interkerkelijk Thuisfront. 13.20 Amus, muz. 13.50 „Boris Godounov," opera (3e en 4e acte). 16.00 Voor de jeugd. 17.20 Orgelspel. 17.50 Militaire repor tage. 18.00 Tenor en piano, 18.30 Spectrum v. h. Chr. Organisatie- en Verenigingsleven. 18.45 Gram. 19.00 Nieuws en weerber. 19.10 Boekbe spreking. 19.25 Gram. 19.30 Buitenl. overz. 19.50 Gram. 20.00 Radiokrant. 20.20 Evangelisatie-avond. 21.30 Gram. 21.45 Hammondorgel. 22.00 „In het land van de Mau-Mau", reportage. 22.10 Kamerkoor. 22.38 Gram. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nieuws en S.O.S.-berichten. 23.1524.00 Gram. HILVERSUM n, 298 m. 7.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA 19.30 VPRO. 20.00—24 00 VARA. VARA: 7.00 Nieuws. 7.13 Gram. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.50 Voor de huisvrouw. 9.00 Gym voor de vrouw. 9.10 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Or gelspel. VPRO. 10.00 Schoolradio. VARA: 10.20 Voor de vrouw. 11.00 Gram. 12.00 Hawaiian muz. 12.30 Land- en tuinbouw meded. 12.33 Voor het platteland. 12.38 Gram. 13.00 Nieuws 13.15 Tentoonstellingsagenda. 13.18 Instr. kwint. 13.45 Gram. 14.00 „De weg omhoog", caus. 14.15 Omroep orkest. 15.00 Voor de kinderen. 16.00 Kamermuz. 16.10 Voor de jeugd. 16.45 Voor de zieken. 17.15 Gram. 17.50 Re geringsuitzending: Mr. W. G. A. de Meester: „De Nederlandse Rijnvaar- ders, vrachtvaarder van West-Euro pa". 18.00 Nieuws, en commentaar. 18.20 Act. 19.30 R.V.U.: Dr. H. Groot: „Waarheid en verdichtseels over de sterren" .VARA: 20.00 Nieuws. 20.05 Parlementair overz. 20.15 Lichte muz. 20.40 „De èterken voor de zwakken". 20.50 „Ontmoeting op de Brenner", hoorspel. 21.30 Gram. 21.40 Joods pro gramma. 22.00 Lichte muz. 22.25 „Cul tuur en aardappelen", caus. 22.40 Koorconc. 23.00 Nieuws. 23.15 Soc. nieuws, in Esperanto, 23.20—24.00 1 Gram. (Door CHARLES BRUCE) Nadruk verboden. 75) Toch moet het argeloze dier er aan geloven, Toean, indien de tijger zijn sprong heeft gemaakt". „Allemaal tot je dienst, Simuk. Maar ook ik kon geen oog dicht doen. Daarom ben ik naar buiten gegaan, om een sigaret te roken en wat na te denken". „Ik en Si Gajah zullen de wacht over U houden, terwyl ge nadenkt, Toean", antwoordde zij, terwijl zij op stond en tegen een boomstam aan leunde. Vaster dan daareven om klemde haar kleine krachtige hand Si Gajah's gevest. „Nee Simuk. Dank je. Ga nu weer slapen. De schildwachten staan toch op post". „Ja, ze staan op post en kijken uit, maar zien niets, ze luisteren, maar horen niets," antwoordde ze bits. „In dien de dood eenmaal komt, nadert hij snel en zwijgend en geen halfsoe- zende schildwacht zal hem op zijn snelle tocht tegenstand kunnen bie den. Indien de Toean hier blijft, blijf ik ook om hem te bewaken". „Maar denk toch eens na, Simuk", fluisterde Desmond haar even later toe. „Denk nu eens rustig na. Jij bent een vrouw en ik ben een man. Dit is toch geen plaats en geen tijd om sa men te komen. Wat zouden de men sen zeggen, indien de schildwacht na het aflossen hierheen kwam. of iemand uit het huis ons aantrof? De mensen kletsen zo vlug Simuk en zyn er allemaal op uit om het ergste te denken. Een vrouwennaam is zo vlug besmeurd, Simuk. Dikwijls is ze al omkleed met schande, als de sluier der witte maagd haar nog mag sie ren. Dan ben je als deze lamp, Sirr.'uk, die vuil en troebel licht zendt door het smerige glas, terwijl daarbinnen een heldere vlam brandt. Wat zou je moeten beginnen, Simuk, indien men achter je rug fluisterde: Daar gaat Simuk, de vrouw, die 's nachts met mannen samenkomt? Zal Simuk dan ooit nog kunnen trouwen? Zouden er nog knappe jongemannen gevonden worden, die naar haar hand zouden dingen, al bleef ze duizend maal de dochter van het beroemde opper hoofd? Het zou een armzalige weder dienst zijn, die ik je bereidde in ruil voor al je hulp, die jij en je vader ons hebben geboden. Ik zou je weduwe maken, voordat je vrouw was ge worden". „Vrouw, ik een vrouw? Geen man zal ooit met me trouwen". Desmond lachte. „Kom, Simuk, er zal nog wel een tyd komen, dat je echt bemint, dat je buigt voor de kracht der liefde, die ons allemaal te pakken krijgt, hoezeer en hoe lang we er ons ook tegen ver zetten. Het is de wet des levens, die ditmaal geen uitzonderingen kent". „U lacht, Toean, maar helaas! Ik weet het maar al te goed. Indien U wil luisteren Toean, indien ge niet boos op me zijt zal ik U alles vertellen". „Zeg me wat je hart bezwaart, Si muk! Vertel me alles, alles!" „Ik weet, Toean, dat mijn uur ge slagen heeft. Hoe en waar het van daan is gekomen, weet ik niet, maar mijn dood nadert. Nee,,' ging ze ver der, toen Desmond haar wilde onder breken, „wij inboorlingen zijn wild en dwaas, echte 'kinderen van de jungle, ongetemd en onbeschaafd, dat is mogelijk, maar wij hebben een scherpe kijk op ons eigen leven, Toe an. Wij hebben onze eigen taal en onze eigen voortekenen. Wij weten precies, dat het uur van onze dood nabij is. Onze dromen en voorspel lingen klinken de blanke vreemd en zonderling toe, maar voor ons bete kenen ze vaststaand nieuws, of het goed is of slecht. Zij vertellen ons al les. En tot mij is nu het voorteken ge komen, dat ik sterven ga. De Toean lacht weer. Ja, wij Salongs bezitten niet de .scherpzinnigheid en de wijs heid van de blanke, Simuk kan geen brief schrijven en geen boek lezen, maar er is nog een andere kennis. Toean, en een andere wijsheid". Zij hield op en keek Desmond aan. „Trouwens, daar gaat het niet om Toean. De tijd zal het leren". Desmond stond van zijn ongemak kelijk zitplaats op en rekte zich uit. Hij legde zijn hand vriendelijk op haar schouder en sprak: „Simuk, ik zou het jammer vimien, indien jij dacht, dat ik je uitlachte. Ik vind je veel te verstandig, Simuk. Nee, het zou werkelijk dwaas van me zijn om te menen, dat de wetenschap van de blanke de enig ware in de wereld is. Wat weten wij van de vele geheimen, die de jungle, de rivier, de bergen bevatten, indien jullie ons niet inwijden. Denk eens na, Simuk. Is er een van de grote blanke heren, daar ginds op het Fort, die met al zijn kennis, zijn sport, zijn prachtige wa pens, bereikt zou hebben, wat jouw vader met zyn vermaarde vertrouwd heid met het binnenland tot stand heeft gebracht? Let alleen maar op de handigheid, waarmee hij de brug heeft weten onklaar te maken, zodat zijn eigen volk er in liep. Ze zijn waarschijn lijk tot op enkele meters genaderd; eerst toen. toen schoot Pulangga naar voren om met zijn Si Gajah de laat ste beslissende houwen te geven op 't bamboe dat in zijn vaart al de vij anden naar de diepte sleurde. Ik vraag je vergeving Simuk, in dien je waarlijk meent,, dat ik lachte. 't Was werkelijk niet zo Kom, ik ga weer naar binnen. Het zal spoe dig dag zijn". „Toean, ik heb nog iets te zeggen, nog één woord, indien de Toean zo goed wil zyn. om naar gije te luiste ren. De Toean heeft gelijk, indien hij zegt, dat ik een vrouw ben. Wat ik U vertellen ga is werkelijk een bewijs van vrouwelijke zwakheid. Ik schaam me. Maar het kan me eigen lijk niets schelen, omdat ik zeker weet, dat ik over enkele dagen bij myn vader zal zijn. Mag ik spreken?" „Spreek, indien je dat verkiest, Si muk, maar „Geen maar, Toean. Ik zal u alles vertellen, wat mij op het hart ligt. Zeg me eens openlijk, kort en bon dig, Toean, alsof ge zelf over enige uren zou moeten sterven alsof er niets meer was, wat U beletten kon de volle waarheid te spreken: Be mint U dc Missy? Wil U haar tot vrouw nemen? Wordt ze uw „mem". „Wat bedoel je met die vraag?"' vroeg Desmond verbaasd. „Wat wil je met die vraag?" vroeg hij bedrem meld, „O, ge moet niet boos op me wor den, Toean. Ik weet, dat het niet past om-dergelijke vragen te stellen, maar ik heb er een goede reden voor". Desmond dacht een ogenblik na. De vraag had hem verrast, en hij vroeg zich verbaasd af, wat er nu nog zou volgen. „Ja Simuk, ik heb de missy lief en indien zij er toestemt, zal ik haar met Gods hulp tot mijn v;ouw ne men". Sinvuk zuchtte. „O, ik heb wel gelijk gehad, vader. Heb ik het jou niet sinds lang ge zegd? Mijn vermoeden was dus juist". Zij wendde zich weer tot Desmond. „U hebt haar dus lief, Toean, U voelt werkelijk, dat -zij de enige vrouw is, die gij in de toekomst naast u zult wensen. Ik weet, dat ze heel moof is, maar dat is niet alles. Ik vermoed, dat er onder de blanken ook nog zo iets bestaat als rang, geboorte, rijk dom en stand, is het niet?" (Wordt vervolgd).'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1953 | | pagina 7