groent lalel
COEBERGH SCH
Regering besluit 185 millioen aan de
„Indische Nederlanders" uit te keren
Huurverhoging
Vrachtwagen
reed op publiek in
Wederom vergezelde Oranjezonnetje
de Koningin naar Haagse Ridderzaal
3Uite (GOLF)
Tropenliefde
DINSDAG 15 SEPTEMBER 1953
DE LEI DEE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 3
Na jaren praten eindelijk schadeloosstelling
Nadat de Nederlanders, die tijdens de oorlog in Indonesië vertoefden en
daar economisch getroffen werden, jarenlang in het onzekere hebben ver
keerd, of de Nederlandse regering bereid was hun schadeloos te stellen
voor de geleden schaden, nadat verschillende actie en comité's bij de re
gering door al de na-oorlogse jaren heen hebben aangedrongen om zich,
over dit voor de betrokkenen zo belangrijke punt duidelijk uit te spreken,
heeft de regering gisteren bekend gemaakt, dat zij 185.500.000 gulden
beschikbaar stelt voor schadevergoeding van de getroffen Nederlanders uit
het voormalige Nederlands-Indië.
Zoals men zich zal herinneren, betreft het hier de verplichtingen, die
van rijkswege in het voormalige Nederlands-Indië door oorlogsomstandig
heden niet nagekomen zijn, zoals achterstallige pensioengelden, niet uit
betaalde delegaties, vergoeding van oorlogsschade e d. Hierbij kwam na
de souvereiniteits-overdracht aan Indonesië voor een groot aantal „Indische
Nederlanders" de aanschaffing van nieuwe inrichting hier in Nederland.
Alhoewel de regering nogmaals met klem verklaart, dat zij juridisch geen
enkele verplichting aan genoemde groepen heeft, meent zij uit menselijke
overwegingen tot schadeloosstelling te moeten overgaan.
Onderverdeeld in de diverse hoofdstukken zal de regering uitbetalen:
aan rehabilitatie 81.250.000.—; aan achterstallige pensioengelden
f 4.500.000,—; delegatieschulden 19.000.000,—; tegemoetkoming weder-
Inrichting 80.000,materiele oorlogsschade 1.000.000,
De Commissie voor Achterstallige Betalingen, die geruime tijd werkzaam
is geweest met het uitbrengen van advies aan de regering en die enige
tijd geleden haar conclusie aan de regering heeft doen toekomen, had in
het geheel 15.000.000,— meer geadviseerd, verdeeld over de diverse pos
ten. De regering meent echter, dat zij met bovengenoemde uitgaven de
grens van haar kunnen en haar (morele) verplichtingen bereikt heeft en
zij zal haar besluit in zijn huidige vorm aan de Kamers ter goedkeuring
voordragen.
Alle uitkeringen behoudens die, betreffende achterstallige pensioen
gelden zullen zo stelt de regering het parlement voor geschieden
zonder dat zij voor het inkomen als belastbaar worden beschouwd.
De regering ziet de voorstellen tot
huurverhoging aldus zet zy uit
een in de memorie van antwoord op
het betreffende wetsontwerp als
een verdere stap in de richting van
een huurpeil, waarbij een reële ex
ploitatie en zo nodig vervan
ging van de vooroorlogse woningen
mogelijk is. Het wetsontwerp is niet
eerder ingediend, omdat er een di
recte samenhang bestaat tussen huur
peil enerzijds en loon- en prijspeil
anderzijds. Deze samenhang liet een
vroegere indiening van voorstellen
'tot huurverhoging niet toe. Ook de
watersnoodramp heeft een vertra
gende invloed gehad op de indiening
der voorstellen.
Gezien de ervaringen in het ver
leden is het vrijwel onmogelijk een
min of meer nauwkeurige prognose
te geven van de ontwikkeling der
bouwkosten in de toekomst. Neemt
men aan, dat de arbeidslonen nomi
naal niet zullen dalen, dan lijkt het
niet waarschijnlijk, dat een renda
bele huur van nieuwbouwwoningen
lager zal komen te liggen dan 200
van het peil van 1940. Naar de me
ning van de regering zal in ieder ge
val de vorming der huren niet eer
der aan de vrije markt kunnen wor
den overgelaten dan op het tijdstip,
waarop het woningtekort geheel zal
zijn ingehaald.Of de huren dan nog
zullen dienen te worden beïnvloed
door belastingen enerzijds en sub
sidies anderzijds,, meent zij thans
buiten beschouwing te moeten laten.
Wel wil zij er op wijzen, dat het
geenszins wenselijk is met de wet
telijke huurverhogingen zo ver te
gaan, dat een theoretisch gemiddeld
marktevenwicht practisch wordt
benaderd. De economische waarde
ring van de verschillende soorten
woningen zal n.l. sinds 1940 een aan
merkelijke wijziging hebben onder
gaan. De inkomstenvorming heeft
zich immers zodanig ontwikkeld,
dat aangenomen mag worden, dat de
marktwaarde van de grotere wonin
gen niet onaanzienlijk zal liggen be
neden van courante panden. Het
lijkt voorshands intussen niet on
waarschijnlijk dat, ook indien zeke
re huuregelisatie zou worden toege
past, het marktevenwicht op een zo
danig niveau zal komen te liggen,
dat als overgangsphase nog
een wettelijke huurverhoging nood
zakelijk zal zijn. De voorgestelde
huurverhoging moet in de eerste
plaats dekking leveren voor de ge
stegen exploitatiekosten. Daarnaast
kan zij worden aangewend tot ver
hoging van de kapitaalrente. Zij
stelt de huiseigenaren van vooroor
logse woningen in staat meer aan het
onderhoud ten laste te leggen dan
thans het geval is.
Omdat de lage huurprijs van voor
oorlogse woningen het peil van de
nieuwbouwwoningen drukt, aange
zien de tendenz bestaat om woningen
te bouwen, die in huren zo wenig
mogelijk verschillen met oude wo
ningen, zal door de voorgestelde
huurverhoging de animo om wonin
gen van behoorlijke hoedanigheid te
bouwen en te betrekken gunstig
beïnvloeden. Daardoor zal de huur
verhoging mede strekken tot bevor
dering van een goede volkshuisves
ting.
De regering acht huurverhoging
niet alleen in verband met de geste
gen lasten van de eigenaren noodza
kelijk. Het percentage v/aarmede
het huurpeil noodzakelijk moet wor
den verhoogd wordt niet zo zeer door
die stijging dan wel door de alge
mene eisen van een goede volks
huisvesting bepaald. Dat dit per
centage niet ineens kan worden be
reikt, hangt samen met het compen-
satievraagstuk. Huurverhoging zon
der compensatie is niet door te voe
ren; de mogelijkheden tot compen
satie zijn beperkt.
De uiteindelijke aanpassing van de
huren aan het loon- en prijspeil kan
slechts geleidelijk, via een aantal
beperkte huurverhogingen, tot stand
worden gebracht. De regering is van
oordeel, dat met de huurverhoging
nu niet verder kan worden gegaan
dan het aanhangige voorstel. Het ge
middelde van 141%, dat uit de be
perkte mogelijkheden tot compen
satie resulteert, acht zij tegenover de
huiseigenaren niet onbillijk. Terug
keer tot de oude onderhoudszeden
kan echter nog niet worden ver
langd. Deze zullen pas na verdere
huurverhoging en vooral bij de
verruiming van de woningvoorraad
kunnen terugkeren.
Door de huurverhoging zullen geen
middelen beschikbaar komen, die
het mogelijk maken over te gaan tot
ONS NATIONAAL INKOMEN EN DE
UITGAVEN GEHELE DIENST 1946 f54
verhoging van de by dragen voor die
woningwetwoningen, waarvan de
huren liggen boven de maximum
normen, die thans gelden.
Met uitzondering van onbewoon
baar verklaarde woningen zal de
huurverhoging ook gelden voor
slechte woningen; het is niet moge
lijk de vooroorlogse woningen te
gaan differentiëren naar ouderdom
en hoedanigheid aangezien daarvoor
een juiste maatstaf ontbreekt.
Het verhogen van huurprijzen van
nieuwe woningen, die boven het peil
liggen, dat na de huurverhoging
voor de oude woningvoorraad zal gel
den, is in het algemeen niet gewenst,
aangezien binnen afzienbare tijd
toch een hoger huurpeil zal moeten
worden bereikt..
DIFFERENTIATIE IN DE WONING-
HUREN.
De regering acht differentiatie
wenselijk omdat zoveel mogelijk
dient te worden bevorderd, dat de
huren op het platteland en die in
de grote steden onderling geen be
langrijk grotere verschillen gaan
vertonen dan thans het geval is. Om
dat het huurpeil op het platteland
thans lager ligt dan dat in de grote
steden zou een huurverhoging met
een vast percentage in geld uitge
drukt op het platteland geringer zijn
dan in de grote steden.
Met de voorgestelde differentiatie
wordt niet mede beoogd een voor
uitlopen op de maatregelen ten aan
zien yan de gemeente-classificatie.
T wee doden
Gistermiddag omstreeks vijf uur is
te Volkel (Gem. Uden) een militaire
vrachtauto ingereden op een gToepje
personen dat naar de kermis stond te
kijken. Tengevolge hiervan is een
drie en een half jarig kind op slag
gedood, haar moeder, de weduwe V.,
uit Volkel, werd zwaar gewond en de
toeschouwster E. E. uit Wanroy even-
ens. De ernstig gewonden zijn naar
het ziekenhuis te Vechel gebracht,
waar mevr. E. kort daarna is overle
den. De politie heeft de zaak in on
derzoek.
WELVERZORGDE HANDEN
In elk jaargetijde Haméa-Gelei
Duizenden zagen in de feestelijke residentie
het fonkelende sprookje van de gouden koets
Reeds vele duizenden Hagenaars en andere Nederlanders, die de gelegen
heid hadden om de Prinsjesdag in de residentie door te brengen, hadden
in de vroege morgenuren al beslag gelegd op de beste plaatsjes, die er
langs de route, die de koninklijke stoet hedenmiddag gevolgd heeft, te
vinden zijn. Ieder jaar opnieuw betekent de plechtige opening van de Sta
ten Generaal een sprookjesachtig gebeuren, waarbij een glimp van de
luister uit vroeger jaren herleeft. Terwijl de 1300 militairen de route
afzetten en de 100 gardesoldaten de erewacht bij de Ridderzaal betrekken,
komt Den Haag in spanning en deze wordt eerst een klein beetje opgelost,
wanneer de eerste saluutschoten over de stad rollen, ten teken, dat de
koningin het paleis verlaten heeft en haar jaarlijkse tocht door de regerings-
stad begonnen is.
Dan beginnen tientallen orkesten en militaire muziekcorpsen te spelen
en het geheel, dat evenals alle andere jaren ook thans weer trouw door
het Oranje-zonnetje beschenen woidt, krijgt de stemming, die men alleen
op Prinsjesdag in Den Haag kan proeven.
Nadat men geduldig in de rij de komst van de stoet verbeid heeft, nadat
de gelukkigen, die een kamer aan de straatkant van de route hebben, zich
genoegelijk geïnstalleerd hebben, komt eindelijk het moment, waarop de
voorboden van het sprookje zich presenteren, voorboden, die slechts dienen
om het glanzende middelpunt, de gouden koets met haar koninklijke passa
giers met meer luister te omgeven.
Voorop gingen een rijknecht-ma
joor en twee rijknechts te paard.
Dan volgde een compagnie van het
garderegiment grenadiers met het
vaandel en de Koninklijke Militaire
Kapel, een detachement van de Ko
ninklijke Marechaussee en een com
mando Rijkspolitie te paard.
Hierna volgden de rijtuigen. Voor
op ging de ceremoniemeester jhr.
D. G. de Graeff, gezeten in een rij
tuig met twee paarden bespannen,
gaande een lakei naast elk portier.
Achter hem reden acht kamerheren,
gezeten in twee rijtuigen, elk met
twee paarden bespannen, gaande 'n
lakei naast elk portier.
De gouden koets.
Dan volgden groot-officieren en
de opper-ceremoniemeester. Deze rij
tuigen gingen de gouden koets, waar
in H. M. de Koningin en Z. K. H.
de Prins der Nederlanden, waren
gezeten, vooraf. De staatsiekoets
was bespannen met acht paarden;
naast elk paard ging een koetsier en
aan elke zijde van de koets liepen
vier lakeien. Een adjudant reed ter
rechterzijde van de staatsiekoets en
een adjudant ter linkerzijde; een ad
judant reed rechts achter de gouden
koets en een adjudant links er ach
ter Een commando Rijkspolitie te
paard sloot de stoet. De duizenden,
die H. M. op deze indrukwekkende
tocht passeerde, juichten de koningin
hartelijk toe.
H. M. de koningin was gekleed in
een lange, grijze robe, gegarneerd
met'wit kant. Zij droeg een kleine,
grijze hoed met aigrettes en grijze
(metaalkleurige) schoenen, met bij
passende tas. Prins Bernhard droeg
het groot tenue van vice-admiraal.
In de Ridderzaal.
"Met de leden der Staten Generaal
hadden zich reeds vroegtiidig velen
in de Ridderzaal verzameld. Men zag
er het stemmige zwart der heren
kleding en het goud en zilver van
ambtsgewaden, fleurige toiletten der
dames en verscheidene uniformen.
Onder de aanwezigen waren de le
den van het corps diplomatique,
vlag- en opperofficieren, leden van
de Hoge Raad der Nederlanden, ver
tegenwoordigers van andere rech
terlijke col1oges en van kerkgenoot
schappen; provinciale- en stedelijke
autoriteiten; grootkruisen van Ne
derlandse Orden; de secretarissen-
generaal der verschillende departe
menten en andere autoriteiten.
Tegenover de troon namen hun
plaatsen in: de ministers, de staats
secretarissen en de leden van de
Raad van State.
De voorzitter van de verenigde
vergadering der Staten-Generaal,
mr. J. A. Jonkman, benoemde in de
commissie* van in- en uitgeleide, me
juffrouw mr. Tjeenk Willink en de
heren mr. Regout, mr. Hellema en
dr. De Zwaan, leden der Eerste Ka
mer, en de, heren Van der Born
Koersen, Nederhorst, Fokkema,
Janssen en Zegering Hadders, leden
der Tweede Kamer.
De koningin kwam aan.
Onder leiding van mej. Tjeenk
Willink begaf deze commissie zich
naar de ingang van de Ridderzaal,
om koningin en prins te ontvangen.
Zodra de komst van Hare Majesteit
was aangekondigd rezen alle aan
wezigen van hun zetels op. Vooraf
gegaan door de ceremoniemeester,
de kamerheren, de grootofficieren en
de opperceremoniemeester, geleide
de commissie de koningin en de
prins naar de troon. Achter de vor
stelijke personen sloten zich aan de
grootmeesteres, de dame du palais,
de chef van het militaire huis, de
gouverneur der residentie, de eerste
stalmeesters en de officieren van het
militaire huis.
Nadat Hare Majesteit had plaats
genomen ving zij aan met het uit
spreken van de troonrede.
Na de rede weerklonk een „Leve
de Koningin", dat door de aanwezi
gen werd overgenomen.
Voorafgegaan door de leden der
commissie van in- en uitgeleide en
de opperceremoniemeester begaven
Hare Majesteit en Zijne Koninklijke
Hoogheid zich hierna naar de ont
vangkamer, waar de vorstelijke per
sonen nog enige ogenblikken ver
toefden. Nadat de leden der com
missie in de zaal waren terugge
keerd sloot mr. Jonkman de vere
nigde vergadering.
Langs dezelfde weg ging de stoet
naar het paleis Lange Voorhout te
rug.
DE KONINKLIJKE RIJTOER OP
PRINSJESDAG
Naar ons ter ore komt bestaat er
mogelijkheid, dat alle vier de Prin
sessen zullen deelnemen aan de ko
ninklijke rijtoer, welke morgen in de
binnenstad van Den Haag wordt ge
houden en om kwart voor vier als
beginpunt zal hebben het paleis Voor
hout.
Een vermeerdering van 4 op 7 kin
deren ondervond gisteren het gezin
van de heer Lelyveld in Den Bosch.
Er werd nl. een drieling geboren,
alle drie dochterjes.
Door brand is gisteren de land-
bouwschuur van P. A. Sturm te Mid-
denmeer totaal vernield.
De schade wordt geraamd op circa
115.000.—.
VooK dt
HAAGSE POLITIERECHTER.
Mishandeling. Voor de Haagse
Politierechter verscheen een land
arbeider uit Leimuiden, die iemand
zou hebben mishandeld zonder dat
er enige aanleiding toe was. Enige
f etuigen bevestigden dit, maar ver
achte ontkende het eerste te heb
ben geslagen. De officier van Justi
tie vorderde 25. boete of 10 dagen
en overeenkomstig deze eis werd
verd. veroordeeld.
Oneerlijke dienstbode. Een 20-
jarige dienstbode uit Warmond had
aldaar bij haar patroon bankbiljet
ten gestolen uit een geldkistje. Zij
was in de val gelopen met ee^ biljet,
waarvan het nummer bekend was.
Voor de Haagse Politierechter legde
verd. een bekentenis af. Ze was nog
nooit veroordeeld. Na een eis van
40.boete of 20 dagen en veertien
dagen voorwaardelijk werd het f 25
boete of vijf dagen, alsmede veer
tien dagen voorwaardelijk.
Dronken op de fiets. In de nacht
van 10 op 11 April j.l. zou een heier
uit Leiden onder de invloed van
sterken drank hebben gefietst op de
Haarlemmerstraat. De verd. ontken
de beschonken te zijn geweest. Een
agent van politie verklaarde echter
als getuige dat verd. slingerde en
viel. Hij rook erg naar drank en
sprak wartaal. Volgens deze getuige
zou verd. niet naar het politiebureau
zijn gefietst maar zou hebben gelo
pen. Een andere agent vertelde ech
ter dat verd. keurig naar het bureau
was gefietst. Het was hem nog op
gevallen dat het zo goed ging.
De officier van Justitie eiste f 40.-
boete of 20 dagen. De Haagse Politie
rechter merkte nog op dat verd.
slecht bekend staat. Hij veroordeel
de verd. tot 25.boete.
Gestolen goed. Omdat hij* van
September 1952 tot Juni 1953 gereed
schappen en onderdelen had gekocht,
die van diefstal afkomstig waren,
moest de 42-jarige winkelier uit Lei
den verschijnen voor de Haagse Po
litierechter. Het was nieuw goed ge
weest en verd. had het ook voor
nieuw weer verkocht. Hij kocht het
daarentegen van twee draaiers on
der de inkoopprijs.
Verd. vertelde wel getwijfeld te
hebben, maar later de zaak voor
goed te hebben aangenomen. Voor
de politie had verd. verklaard niet
naar een legitimatie te hebben ge
vraagd. Er was incourant goed bij,
zo zei hij nu verontschuldigend.
Verd. had een blanco strafregister.
Hij heeft het bij frequente herhaling
gedaan, merkte de officier van Jus
titie op. De officier eiste 100.
boete of 50 dagen en veertien dagen
gevangenisstraf voorwaardelijk. De
rechter ging hierin mee, maar be
paalde de voorwaardelijke straf voor
deze schuldheling op een maand.
Aetherklanken
WOENSDAG
HILVERSUM I, 204 nT.
7.0024.00 NCVR
NCRV: 7.00 Nieuws. 7.10 Gram.
7.15 Gym. 7.30 Gram. 7.45 Een woord
voor de dag. 8.00 Nieuws en weerber.
8,18 Gewijde muz. 8.45 Gram. 9.00
Voor de zieken. 9.30 Voor de vrouw.
9.35 Gram. 10.30 Morgendienst. 11.00
Gram. 12.00 Pianorecital. 12.30 Land
en tuinb. meded. 12.33 Gram. 12.59
Klokgelui. 13.00 Nieuws. 13.15 Prot.
Interkerkelijk Thuisfront. 13.20 Amus,
muz. 13.50 „Boris Godounov," opera
(3e en 4e acte). 16.00 Voor de jeugd.
17.20 Orgelspel. 17.50 Militaire repor
tage. 18.00 Tenor en piano, 18.30
Spectrum v. h. Chr. Organisatie- en
Verenigingsleven. 18.45 Gram. 19.00
Nieuws en weerber. 19.10 Boekbe
spreking. 19.25 Gram. 19.30 Buitenl.
overz. 19.50 Gram. 20.00 Radiokrant.
20.20 Evangelisatie-avond. 21.30 Gram.
21.45 Hammondorgel. 22.00 „In het
land van de Mau-Mau", reportage.
22.10 Kamerkoor. 22.38 Gram. 22.45
Avondoverdenking. 23.00 Nieuws en
S.O.S.-berichten. 23.1524.00 Gram.
HILVERSUM n, 298 m.
7.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA
19.30 VPRO. 20.00—24 00 VARA.
VARA: 7.00 Nieuws. 7.13 Gram.
8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.50 Voor de
huisvrouw. 9.00 Gym voor de vrouw.
9.10 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Or
gelspel. VPRO. 10.00 Schoolradio.
VARA: 10.20 Voor de vrouw. 11.00
Gram. 12.00 Hawaiian muz. 12.30
Land- en tuinbouw meded. 12.33 Voor
het platteland. 12.38 Gram. 13.00
Nieuws 13.15 Tentoonstellingsagenda.
13.18 Instr. kwint. 13.45 Gram. 14.00
„De weg omhoog", caus. 14.15 Omroep
orkest. 15.00 Voor de kinderen. 16.00
Kamermuz. 16.10 Voor de jeugd. 16.45
Voor de zieken. 17.15 Gram. 17.50 Re
geringsuitzending: Mr. W. G. A. de
Meester: „De Nederlandse Rijnvaar-
ders, vrachtvaarder van West-Euro
pa". 18.00 Nieuws, en commentaar.
18.20 Act. 19.30 R.V.U.: Dr. H. Groot:
„Waarheid en verdichtseels over de
sterren" .VARA: 20.00 Nieuws. 20.05
Parlementair overz. 20.15 Lichte muz.
20.40 „De èterken voor de zwakken".
20.50 „Ontmoeting op de Brenner",
hoorspel. 21.30 Gram. 21.40 Joods pro
gramma. 22.00 Lichte muz. 22.25 „Cul
tuur en aardappelen", caus. 22.40
Koorconc. 23.00 Nieuws. 23.15 Soc.
nieuws, in Esperanto, 23.20—24.00
1 Gram.
(Door CHARLES BRUCE)
Nadruk verboden.
75)
Toch moet het argeloze dier er
aan geloven, Toean, indien de tijger
zijn sprong heeft gemaakt".
„Allemaal tot je dienst, Simuk.
Maar ook ik kon geen oog dicht doen.
Daarom ben ik naar buiten gegaan,
om een sigaret te roken en wat na te
denken".
„Ik en Si Gajah zullen de wacht
over U houden, terwyl ge nadenkt,
Toean", antwoordde zij, terwijl zij op
stond en tegen een boomstam aan
leunde. Vaster dan daareven om
klemde haar kleine krachtige hand
Si Gajah's gevest.
„Nee Simuk. Dank je. Ga nu weer
slapen. De schildwachten staan toch
op post".
„Ja, ze staan op post en kijken uit,
maar zien niets, ze luisteren, maar
horen niets," antwoordde ze bits. „In
dien de dood eenmaal komt, nadert
hij snel en zwijgend en geen halfsoe-
zende schildwacht zal hem op zijn
snelle tocht tegenstand kunnen bie
den. Indien de Toean hier blijft, blijf
ik ook om hem te bewaken".
„Maar denk toch eens na, Simuk",
fluisterde Desmond haar even later
toe. „Denk nu eens rustig na. Jij bent
een vrouw en ik ben een man. Dit is
toch geen plaats en geen tijd om sa
men te komen. Wat zouden de men
sen zeggen, indien de schildwacht na
het aflossen hierheen kwam. of
iemand uit het huis ons aantrof? De
mensen kletsen zo vlug Simuk en
zyn er allemaal op uit om het ergste
te denken. Een vrouwennaam is zo
vlug besmeurd, Simuk. Dikwijls is ze
al omkleed met schande, als de sluier
der witte maagd haar nog mag sie
ren. Dan ben je als deze lamp, Sirr.'uk,
die vuil en troebel licht zendt door
het smerige glas, terwijl daarbinnen
een heldere vlam brandt. Wat zou je
moeten beginnen, Simuk, indien men
achter je rug fluisterde: Daar gaat
Simuk, de vrouw, die 's nachts met
mannen samenkomt? Zal Simuk dan
ooit nog kunnen trouwen? Zouden er
nog knappe jongemannen gevonden
worden, die naar haar hand zouden
dingen, al bleef ze duizend maal de
dochter van het beroemde opper
hoofd? Het zou een armzalige weder
dienst zijn, die ik je bereidde in ruil
voor al je hulp, die jij en je vader ons
hebben geboden. Ik zou je weduwe
maken, voordat je vrouw was ge
worden".
„Vrouw, ik een vrouw? Geen man
zal ooit met me trouwen".
Desmond lachte.
„Kom, Simuk, er zal nog wel een
tyd komen, dat je echt bemint, dat je
buigt voor de kracht der liefde, die
ons allemaal te pakken krijgt, hoezeer
en hoe lang we er ons ook tegen ver
zetten. Het is de wet des levens, die
ditmaal geen uitzonderingen kent".
„U lacht, Toean, maar helaas! Ik
weet het maar al te goed. Indien
U wil luisteren Toean, indien ge
niet boos op me zijt zal ik U alles
vertellen".
„Zeg me wat je hart bezwaart, Si
muk! Vertel me alles, alles!"
„Ik weet, Toean, dat mijn uur ge
slagen heeft. Hoe en waar het van
daan is gekomen, weet ik niet, maar
mijn dood nadert. Nee,,' ging ze ver
der, toen Desmond haar wilde onder
breken, „wij inboorlingen zijn wild
en dwaas, echte 'kinderen van de
jungle, ongetemd en onbeschaafd,
dat is mogelijk, maar wij hebben een
scherpe kijk op ons eigen leven, Toe
an. Wij hebben onze eigen taal en
onze eigen voortekenen. Wij weten
precies, dat het uur van onze dood
nabij is. Onze dromen en voorspel
lingen klinken de blanke vreemd en
zonderling toe, maar voor ons bete
kenen ze vaststaand nieuws, of het
goed is of slecht. Zij vertellen ons al
les. En tot mij is nu het voorteken ge
komen, dat ik sterven ga. De Toean
lacht weer. Ja, wij Salongs bezitten
niet de .scherpzinnigheid en de wijs
heid van de blanke, Simuk kan geen
brief schrijven en geen boek lezen,
maar er is nog een andere kennis.
Toean, en een andere wijsheid". Zij
hield op en keek Desmond aan.
„Trouwens, daar gaat het niet om
Toean. De tijd zal het leren".
Desmond stond van zijn ongemak
kelijk zitplaats op en rekte zich uit.
Hij legde zijn hand vriendelijk op
haar schouder en sprak:
„Simuk, ik zou het jammer vimien,
indien jij dacht, dat ik je uitlachte. Ik
vind je veel te verstandig, Simuk.
Nee, het zou werkelijk dwaas van me
zijn om te menen, dat de wetenschap
van de blanke de enig ware in de
wereld is. Wat weten wij van de vele
geheimen, die de jungle, de rivier, de
bergen bevatten, indien jullie ons niet
inwijden. Denk eens na, Simuk. Is er
een van de grote blanke heren, daar
ginds op het Fort, die met al zijn
kennis, zijn sport, zijn prachtige wa
pens, bereikt zou hebben, wat jouw
vader met zyn vermaarde vertrouwd
heid met het binnenland tot stand
heeft gebracht?
Let alleen maar op de handigheid,
waarmee hij de brug heeft weten
onklaar te maken, zodat zijn eigen
volk er in liep. Ze zijn waarschijn
lijk tot op enkele meters genaderd;
eerst toen. toen schoot Pulangga naar
voren om met zijn Si Gajah de laat
ste beslissende houwen te geven op
't bamboe dat in zijn vaart al de vij
anden naar de diepte sleurde.
Ik vraag je vergeving Simuk, in
dien je waarlijk meent,, dat ik lachte.
't Was werkelijk niet zo Kom, ik
ga weer naar binnen. Het zal spoe
dig dag zijn".
„Toean, ik heb nog iets te zeggen,
nog één woord, indien de Toean zo
goed wil zyn. om naar gije te luiste
ren. De Toean heeft gelijk, indien
hij zegt, dat ik een vrouw ben. Wat
ik U vertellen ga is werkelijk een
bewijs van vrouwelijke zwakheid. Ik
schaam me. Maar het kan me eigen
lijk niets schelen, omdat ik zeker
weet, dat ik over enkele dagen bij
myn vader zal zijn. Mag ik spreken?"
„Spreek, indien je dat verkiest, Si
muk, maar
„Geen maar, Toean. Ik zal u alles
vertellen, wat mij op het hart ligt.
Zeg me eens openlijk, kort en bon
dig, Toean, alsof ge zelf over enige
uren zou moeten sterven alsof er
niets meer was, wat U beletten kon
de volle waarheid te spreken: Be
mint U dc Missy? Wil U haar tot
vrouw nemen? Wordt ze uw „mem".
„Wat bedoel je met die vraag?"'
vroeg Desmond verbaasd. „Wat wil
je met die vraag?" vroeg hij bedrem
meld,
„O, ge moet niet boos op me wor
den, Toean. Ik weet, dat het niet past
om-dergelijke vragen te stellen, maar
ik heb er een goede reden voor".
Desmond dacht een ogenblik na.
De vraag had hem verrast, en hij
vroeg zich verbaasd af, wat er nu nog
zou volgen.
„Ja Simuk, ik heb de missy lief en
indien zij er toestemt, zal ik haar
met Gods hulp tot mijn v;ouw ne
men".
Sinvuk zuchtte.
„O, ik heb wel gelijk gehad, vader.
Heb ik het jou niet sinds lang ge
zegd? Mijn vermoeden was dus juist".
Zij wendde zich weer tot Desmond.
„U hebt haar dus lief, Toean, U voelt
werkelijk, dat -zij de enige vrouw is,
die gij in de toekomst naast u zult
wensen. Ik weet, dat ze heel moof
is, maar dat is niet alles. Ik vermoed,
dat er onder de blanken ook nog zo
iets bestaat als rang, geboorte, rijk
dom en stand, is het niet?"
(Wordt vervolgd).'