S>z \Jiix3óeCoi4^im f^r=n
DE TROONREDE
BEVREDIGEND
m DINSDAG 15 SEPTEMBER 1953
44ste JAARGANG No. 12992
Directeur: C. M. v. HAMERSVELD. KATHOLIEK DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN te weinl9
Hoofdredacteur: L. C. J. ROOZEN. „„„„„„.i
Papengracht 32, Tel. 20015. Adm. en Adv. 20826, Abonn. 20935, Giro 103003. Abonnementsprijs f 0.47 p. w., f 2— p. mnd., f 6.— p. kwart. Franco p. p. f 6.80. Advert: 15 ct. p. mm. Telefoontjes f 1.50
H.M. Koningin Juliana heeft hedenmiddag de vergadering der
Staten-Generaal geopend met het uitspreken van de volgende rede;
LEDEN DER STATEN-GENERAAL,
MET gespannen aandacht volgen wij allen de ontwikkeling van
de internationale toestand, die ook voor ons volk van zo grote
betekenis is.
Nog valt niet te zeggen of de wijzigingen, die zich in het afgelopen
jaar hebben voorgedaan, zullen leiden tot een werkelijke ontspan
ning.
Op Korea is intussen, na moeizame onderhandelingen, een
wapenstilstand bereikt, waardoor althans de mogelijkheid tot her
stel van de vrede voor het zwaargeteisterde Koreaanse volk is
geopend. Met diepe dankbaarheid herdenk ik onze dappere vrij
willigers uit Nederland en Suriname, waarvan zovelen zijn gevallen
in deze strijd voor de collectieve veiligheid.
Internationale samenwerking.
Het beleid der Regering richt zich onverminderd op een voort
zetting der internationale samenwerking, zowel in de Verenigde
Naties als in Atlantisch en Europees verband.
Binnen het kader van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie
gaat de opbouw der defensie regelmatig voort.
Economische integratie ziet de Regering als een van de voor
naamste doelstellingen bij de vorming ener Europese Gemeenschap.
Desbetreffende voorstellen harerzijds zullen met andere belangrijke
vraagstukken, welke aan de vorming van een dergelijke gemeen
schap verbonden zijn, onderwerp uitmaken van het op gang zijnd
overleg tussen de Regeringen, waarvoor de arbeid der Assemblée
ad hoe een waardevolle bijdrage heeft geleverd.
In West-Europa is nauwe samenwerking noodzakelijk, ook met
landen, die niet deelnemen aan de integratiepogingen. De Orga
nisatie voor Europese Economische Samenwerking en andere inter
gouvernementele organisaties benevens de Raad van Europa blijven
dan ook van groot belang,
Overleg tussen de Regeringen der Benelux-landen heeft geleid tot
overeenstemming omtrent tijdelijke maatregelen ter vermindering
van gerezen moeilijkheden. Nauwere coördinatie van het interne en
externe economisch beleid zal daarop moeten volgen.
Totstandkoming van de voorgestelde interparlementaire advies
raad zal een wezenlijke stimulans kunnen zijn voor de groei der
Benelux-gedachte in de drie landen.
Wetsontwerpen, betrekking hebbende op de beoogde regelingen,
zullen U spoedig bereiken.
Het Regeringsbeleid blijft gericht op het onderhouden van goede
betrekkingen met Indonesië en het zoveel mogelijk verbeteren dier
betrekkingen.
De „West" en Nieuw Guinea.
De Regering heeft aan de Landsregeringen van Suriname en de
Nederlandse Antillen voorstellen gedaan om te komen tot hervat
ting van het overleg over de nieuwe rechtsorde in het Koninkrijk.
Er is grond voor de verwachting, dat de besprekingen spoedig kun
nen aanvangen.
Maatregelen in het belang van de economische, geestelijke en
sociale verheffing van de bevolking van Nieuw-Guinea zullen gelei
delijk en in onderling verband worden getroffen. Een belangrijke
taak is weggelegd voor Zending en Missie. Aan de mogelijkheden
voor een toekomstige politieke ontwikkeling zal de Regering bij
voortduring aandacht schenken.
De reeds op verschillend gebied aangevangen exploratie-werk
zaamheden ter bevordering van de economische openlegging van
het land zullen voortgang hebben/In het bijzonder is de aandacht
gericht op verbetering en uitbreiding van de landbouw voor eigen
voorziening, naast winning van exportproducten. De Regering zal,
waar zulks in het belang is van het land, particulier initiatief aan
moedigen en steunen.
Watersnood.
Voor ons land zal 1953 in de herinnering voortleven als het jaar
van de watersnood, die zoveel leed bracht en zoveel schade aan
richtte. Onafscheidelijk zal daarmede echter verbonden blijven de
heugenis aan het ontroerend medeleven in binnen- en buitenland,
aan de warme spontanëiteit waarmede hulp werd geboden en aan
de betoonde offervaardigheid.
Het Rampenfonds en het Rode Kruis hebben veel gedaan om de
getroffenen tegemoet te komen.
De Regering vertrouwt, dat het wetsontwerp in zake de schade
regeling spoedig in behandeling zal komen.
In de worsteling om een snel herstel van de geteisterde water
keringen en een spoedige drooglegging van de overstroomde gron
den te verwezenlijken zijn de beste tradities van ons volk gehand- j
haafd. Met dankbaarheid kunnen wij constateren, dat thans de
dijken op één uitzondering na gedicht zijn. Er bestaat goede hoop,
dat vóór de najaarsstormen de sluiting voltooid zal zijn. Dit ware
de schoonste beloning voor de onvermoeide arbeid van velen.
Alle krachten worden ingespannen voor het herstel der getroffen
gebieden, ook op het gebied van landbouw en wederopbouw. Tevens
is het oog gericht op de noodzakelijkheid om voor de toekomst
grotere veiligheid te verzekeren.
De ramp stelt hoge eisen aan de schatkist en heeft verschillende
takken van de agrarische productie ernstig getroffen. De wijze
waarop de schok is opgevangen getuigt echter van de economische
weerstandskracht, waarover ons volk thans weer beschikt.
Betalingsverkeer.
De wijziging ten goede, die reeds eerder in het buitenlands be
talingsverkeer was opgetreden, zette zich voort.
De goud- en deviezenreserve nam gestadig toe. Dientengevolge
was het mogelijk enkele verzachtende maatregelen ten aanzien van
het deviezenbeleid te treffen. De Regering gaat na of verdere ver
ruiming mogelijk is. Productie en werkgelegenheid liggen op een
hoog niveau. De hulp, die ons land in de jaren 1949 tot en met 1952
van de Verenigde Staten van Amerika ontving en die tot het econo
misch herstel in zo belangrijke mate heeft bijgedragen, kon worden
beëindigd.
Het behoud van het verkregen evenwicht en de voortzetting van
de normale groei der economische bedrijvigheid eisen bij voortdu
ring aandacht. De sterke toeneming van onze bevolking maakt het
nodig de totstandkoming van nieuwe en de uitbreiding van bestaande
welvaartsbronnen met kracht te blijven bevorderen. De aanhangige
voorstellen in zake verlaging van de belastingdruk op het bedrijfs
leven zullen daartoe kunnen bijdragen.
Onmisbare voorwaarde voor een blijvend gunstige ontwikkeling
is een verdere vergroting van de export en een zo ruim en vrij
mogelijk internationaal handels- en betalingsverkeer. De Regering
is voortdurend bedacht op het stimuleren en steunen van maat
regelen in die richting. Het ligt in het voornemen op korte termijn
een ontwerp van wet houdende regelen omtrent de economische
mededinging bij de Staten-Generaal aanhangig te maken ter ver
vanging van het op dit gebied nog steeds geldende bezettingsrecht.
P.B.O.
Een nota over het middenstandsvraagstuk zal U dit zittingsjaar
bereiken. Op grond van met het bedrijfsleven gevoerd overleg heeft
de Regering goede hoop, dat de door haar gewenste verwezenlij
king van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie op basis van vrij
willigheid zal kunnen geschieden. Op korte termijn zal zij naar
aanleiding van door de Sociaal-Economische Raad uitgebrachte
adviezen de instelling van een aantal bedrijfslichamen bevorderen.
Het vraagstuk van de bezitsvorming is in studie, in samenwerking
met de Commissie Bezitsspreiding.
Het streven der Regering blijft gericht op het scheppen van zoda
nige economische voorwaarden, dat de landbouw en de visserij in
staat worden gesteld de grootst mogelijke bijdrage aan de nationale
welvaart te leveren. Hiertoe bevordert zij krachtig het landbouw
onderwijs, de voorlichting en het onderzoek.
Was in de jaren na de laatste wereldoorlog de markt voor pro
ducten van de landbouw en de visserij gunstig, thans moet met een
dalende tendens rekening worden gehouden. Het streven naar ver
laging van kostprijzen en het voeren van een actief afzetbeleid "vor
men dan ook nog meer dan tevoren een belangrijke onderdeel van
de landbouwpolitiek.
Maatregelen tot verbetering van de toestand in de zeevisserij zijn
in voorbereiding.
Woningbouw.
Ter voorziening in het nog steeds nijpende gebrek aan woningen
bevordert de Regering verwezenlijking van een bouwprogramma
van 65000 woningen. Daarbij zal zij bijzondere aandacht schenken
aan de bouw ter vervanging van de door de oorlog en de waters
nood verloren gegane huizen.
Het ligt in de bedoeling in dit zittingsjaar een ontwerp-Woning-
wet en een ontwerp-Ruimtewet in te dienen.
De Regering overweegt of wijzigingen in het systeem of in de
organisatie van de tot dusver gevolgde loonpolitiek gewenst zijn.
Hierbij zijn het werkgelegenheidsaspect en het behoud van de
arbeidsvrede, die tot dusver zo voorbeeldig gehandhaafd bleef, van
veel belang.
De uitvoering van de werkloosheidswet, de ziektewet en de kin
derbijslagwet door de bedrijfsverenigingen verloopt in het algemeen
bevredigend. In overweging is thans een voorstel om ook de land
en tuinbduwongevallenverzekering ter uitvoering aan de bedrijfs
verenigingen over te dragen.
De indiening van een wetsontwerp tot het verbod van arbeid in
de industrie voor 14-jarige meisjes is te verwachten.
De gezondheidstoestand van ons volk blijft zich gunstig ontwik
kelen. De over het gepubliceerde voorontwerp-Ziekenfondswet ont
vangen adviezen hebben de noodzaak aangetoond dit ontwerp nader
in beschouwing te nemen.
De verbreding en verdieping van het maatschappelijk werk, ge
richt op individu en gezin, zal de Regering zoveel mogelijk bevor
deren.
Bijzondere aandacht zal zij besteden aan die gebieden in Neder
land, waar achterstand aanwezig is op maatschappelijk, cultureel
en hygiënisch terrein.
Voorstellen in de geest van het rapport van de Commissie Ach
terstallige Betalingen zullen U -bereiken.
Ten aanzien van de maatschappelijke moeilijkheden, waarin een
aantal Nederlanders in Indonesië verkeren, worden maatregelen
voorbereid, welke tot een meer gecoördineerd beleid kunnen leiden.
De in 1951 aangenomen vervoerswetten, die het mogelijk maken
krachtiger dan tot dusver een goede vervoersvoorziening na te
streven, zullen spoedig tot een begin van uitvoering komen.
De organisatie Bescherming Bevolking zal in de loop van het
aanstaande zittingsjaar haar voltooiing naderen, mede dank zij de
gebleken bereidheid van velen zich vrijwillig hiervoor beschikbaar
te stellen.
De Regering is voornemens een ontwerp-Politiewet aanhangig te
maken.
Zij zal binnenkort haar standpunt bepalen ten aanzien van de
Friese taal in het rechtsverkeer.
Op het gebied der justitie zal, zowel bij de wetgeving als daar
buiten, het beleid gericht blijven op vernieuwing en op aanpassing
aan de maatschappelijke behoeften.
Belastingverlaging.
Mede als gevolg van de uitgaven voor het Rijk, voortvloeiend uit
de stormramp, sluit de begroting 1954 met een aanzienlijk tekort.
Het beeld van deze begroting, op zich zelf genomen, is dan ook
zeker niet gunstig. De kosten van de rampschade zijn echter uit
gaven voor eenmaal, terwijl de uitgaven voor herstel van de oor
logsschade binnen afzienbare tijd zullen verminderen. Rekening
houdend met deze omstandigheden en met de algemene financieel-
economische toestand van het land, acht de Regering het verant
woord het complex van ingediende belastingmaatregelen aan te
vullen met een wetsontwerp betreffende de inkomsten- en loon
belasting, waardoor een geleidelijker verloop van de progressie
wordt verkregen. Dit zal een voelbare vermindering van de druk
betekenen, in het bijzonder ook voor de lagere inkomstenklassen
en de middengroepen.
Voorstellen zullen U bereiken inzaken de compensatie voor van
overheidswege gepensionneerden en voor degenen, die bij de wet
vastgestelde sociale uitkeringen ontvangen. Daarbij zullen ook ver
schillende vraagstukken, die met de kinderbijslag verband houden,
een oplossing moeten vinden.
Het ligt in het voornemen der Regering daarbij aan een relatief
achterblijven van de positie der grote gezinnen een eind te doen
komen.
Zij zal voorstellen indienen tot wijziging van de Pensioenwet 1922
op punten, waarover in het interim-rapport der desbetreffende
Staatscommissie is geadviseerd.
Onderwijs.
Ten aanzien van het televisiebeleid hoopt de Regering binnenkort
haar plannen aan de Staten-Generaal voor te leggen. Tijdens de
overgangsperiode, aanvangende op 1 October 1953, zullen de tele
visie-uitzendingen met steun van de overheid voortgang vinden.
Op het gebied van het onderwijs zal veel van Uw werkkracht
worden gevergd, met name door de wetsontwerpen op het kleuter
onderwijs, het voorbereidend hoger onderwijs en het hoger onder
wijs. Daarnaast zullen U wetsvoorstellen tot wijziging der regelin
gen voor school- en collegegelden en voor het toekennen van studie
beurzen bereiken, terwijl een ontwerp tot wijziging van de nijver
heidsonderwijswet in voorbereiding is. Ook overigens zal grote aan
dacht vereist zijn voor de geestelijke en lichamelijke vorming van
de jeugd in en buiten schoolverband. Daarnaast hoopt de Regering
door een krachtige steun aan de wetenschap en door de bevorde
ring en spreiding van de kunst bij te dragen tot de versteviging van
de geestelijke waarden van ons volk.
In het komende jaar wacht U een veelomvattende arbeid, met
grote verantwoordelijkheid voor de te nemen beslissingen. Moge
de wetenschap bij te dragen aan voor de toekomst van ons volk
belangrijke besluiten U in Uw werk stimuleren.
Dat God U wijsheid en sterkte moge schenken om Uw taak te
verrichten als goede vertegenwoordigers des volks! Met deze bede
verklaar ik de zitting van de Staten-Generaal voor geopend.
15 September 1953.
PEN Troonrede brengt zelden zulk
een aangename verrassing als het
jaarprogramma 1953.
Zij verblijdt de burgerij met de me
dedeling, dat, ondanks een gaping
in de begroting van bijkans 1 mil
liard, de belastingen toer verlaagd
zullen worden en de reeds ingedien
de maatregelen zelfs zullen worden
aangevuld met een voorstel tot ver
laging van de inkomsten- en loonbe
lasting. Indien de regering in het par
lement haar zin krijgt, zullen de be
lastingen in totaal verminderd wor
den met 517 millioen, wat er op neer
komt, dat het Rijk ongeveer 10 per
cent van de belastingopbrengst laat
schieten. Dat zal ongetwijfeld een be
langrijke verlichting van het bedrijfs
leven en van het particulier beste-
dings-vermogen betekenen en dus de
industrialisatie en de koopkracht ten
goede komen.
De regering is tot dat royaal gebaar
gekomen, omdat, ondanks het tekort
van bijna een milliard, de algemene
financieel-economische toestand van
het land een dergelijke aanzienlijke
vermindering van de belastingdruk
enerzijds toelaatbaar, maar, menen
wij, anderzijds gewenst maakt. In de
Troonrede wordt het woord werk
loosheid niet genoemd, omdat dit
verleden jaar dreigend probleem door
omstandigheden en doeltreffende
maatregelen op de achtergrond bleef.
Niettemin verheelt de regering zich
niet, dat het behoud van net verkre
gen evenwicht van de betalingsbalans
en een uitbreiding van de werkgele
genheid evenredig aan de bevolkings
aanwas haar voortdurende aandacht
blijft vergen. Zij acht belastingverla
ging zowel voor het bedrijfsleven
(211 milloen) als voor het particu
liere leven (175 millioen) een daad
krachtig ïiddel, om de investeringen
aanlokkelijker te maken en de koop
kracht van het gewone publiek (lage
re inkomensklassen en de midden
groepen) te verhogen, waarvan ook
de middenstand zelfs zonder de
nog steeds in uitzicht gestelde „nota"'
onmiddellijk zal profiteren. Daar
naast blijft de uitvoer ter handhaving
van het evenwicht in de betalingsba
lans een aangelegenheid, welke de
regering als goed zaakbeheerder van
het gehele gemenebest, nauwgezet in
't oog houdt. De uitvoer is voor ons
volks een levenskwestie, welke met
de industrialisatie en met een lonen
de landbouw hand in hand gaat. Een
wetsontwerp omtrent de economische
mededinging getuigt van de zorg der
regering in dit opzicht, terwijl haar
progressieve lust tot Europese inte
gratie, onverzwakt door de tijdelijke
strubbelingen in de Benelux, mede
ten doel zal hebben internationaal tot
verlaging van invoerrechten te ko
men, waartoe zij reeds vorig jaar een
vlieger had opgelaten.
Het zijn dus verheugende medede
lingen, welke de Troonrede verkon
digt met betrekking tot belastingen
en bedrijfsleven, waarbij de regering
van het standpunt uitgaat, dat het
milliard-tekort op de begroting een
gevolg is van „uitgaven voor één
maal" -4- naar we hopen namelijk
de rampschade (400 millioen voor het
lopend, een even groot bedrag voor
het komend jaar) en de oorlogsscha
de, welke rond 6.4 milliard bedroeg
en thans voor tweederde vergoed zal
zijn, en over enige jaren geheel zal
zijn opgevangen eindelijk! De
Troonrede jeremieert niet voort over
de kosten voor de militaire verdedi
ging, welke ook komend jaar weer
1500 millioen zal eisen, maar het is
toch een complimentje waard aan het
financieel beleid in voorafgaande ja
ren en aan het uithoudingsvermogen
der bevolking, dat ondanks die enor
me druk de regering tot belastingver
laging meende te kunnen besluiten.
Om voort te gaan met de plezierige
kant van de Troonrede: het vraag
stuk, of de p.b.o. van boven-af zal
moeten worden opgelegd, schijnt de
regering, welke voor dwang zelf niet
veel voelt, wat gemakkelijker in te
zien, omdat zij „goede hoop" heeft,
dat het vrijwillig zal kunnen geschie
den. Het is deze hoop, die ons doet
hopen, dat de p.b.o. werkelijk vat zal
krijgen op het bedrijfsleven. Toe te
juichen zonder meer is ook het voor
nemen, 14-jarige meisjes uit de indus
trie te weren De gehele onderwijs-
paragraaf voorspelt, dat van de
werkkracht der volksvertegenwoor
diging veel zal worden ge vergd. Ge
lukkig zullen de kleuters bij die al
gemene onderwijs-ombouw niet ver
geten worden en zal eindelijk de sub
sidiëring van het bizonder kleuter
onderwijs haar beslag krijgen. Ook
met het geven van studiebeurzen zal,
naar verwacht mag worden, vrijgevi
ger worden te werk gegaan. Het lang
zamerhand netelige punt van de kin
derbijslag en de positie der grote ge
zinnen wordt eveneens aangeroerd.
De regering heeft het voornemen de
verslechterde positie der grote gezin
nen te verbeteren, maar het voorne
men der regering blijkt nog niet al
tijd het voornemen van de meerder
heid der volksvertegenwoordiging te
zijn.
De niets-zeggende zin over Indone
sië is een van de teleurstellingen,
want deze is niets-zeggend omdat het
beter is er niets van te zeggen.'Min
der gunstig luidt ook het vooruitzicht
(Zie vervolg pag. 2)