Verraad van zijn broer werd doodsoorzaak
voor de „rechtvaardigste van alle koningen"
Hij sliep op planken en stroo,
maar sprak recht op een tapijt
LEIDEN
Zuivere liefde voor de vrede
ZOALS U HET NIET ZIET
Nieuwe kruistocht strandde
in de Tunesische woestijn
Academisch ziekenhuis in Nijmegen
ZATERDAG 5 SEPTEMBER 1953
DE LEIDSE COURANT
rWEEDE BLAD PAGINA 1
KONING LODEWIJK DE HEILIGE
T^ADAT KONING LODEWIJK in Frankrijk was teruggekeerd, heeft toch het heimwee naar het
Oosten hem nooit meer losgelaten. Hij bleef dromen van dat land, „waar God geleefd had en ge
storven was". Maar hij was nu weer de koning van een groot en machtig rijk en hij moest zich wij
den aan de taak, die hem door een goddelijke zalving op de schouders was gelegd, het bestuur van zijn
land. Uit de gegevens, die ons door de kronieken en de documenten van die tijd ter beschikking staan,
kunnen we ons nog een vrij goed beeld vormen van de levensatmosfeer van die gezegende tijd. Parijs
besloeg nog slechts het tiende deel van de oppervlakte, die het thans inneemt. Het deel ten Zuiden van
de Seine bestond bijna geheel uit ommuurdewijngaarden. Daar tussen in lagen verschillende kloosters
en de eerste gebouwen van de Universiteit. Het paleis op het eiland, waar de koning in Parijs meestal
woonde (hij hield niet van het Louvre, dat een sterk kasteel was) lag midden tussen de weiden en als
de vorst er recht sprak, gezeten op een tapijt, dat men onder een boom had uitgespreid, kon hij zijn
dienstknechten bezig zien met het binnenhalen van de hooioogst. Bij plechtige gelegenheden was hij om
geven door zijn baronnen en prelaten; overigens hield hij er geen hofhouding op na. Slechts enkele jeugd
vrienden vertoefden voortdurend aan het hof. Van tijd tot tijd riep hij prelaten en leraren (zoals Robert
de Sorbon en Thomas van Aquino naar zijn paleis, om hen te raadplegen. De omgang met zijn huisge
noten was uiterst gemoedelijk en eenvoudig, men krijgt de indruk van een bijna nog patriarchale samen
leving. Joinville vertelt een kostelijk voorval dat zich afspeelde te Corbeil, waar de koning zich met een
aantal van zijn vrienden op de treden voor een kapel had neergezet en waar Robert de Sorbon aan
Joinville het verwijt maakte, dat hij mooier dan de koning gekleed was. Joinville verdedigde zich door te
zeggen, dat hij zich kleedde zoals zijn ouders hem dat geleerd hadden, maar dat Meester Robert, een zoon
van dorpsmensen, rijkere stof dan de koning droeg. De koning begon toen de theoloog te verdedigen,
maar bekende later, dat hij dat enkel gedaan had, omdat Meester Robert zo volkomen overbluft was.
Eigenlijk was hij het geheel met Sire de Joinville eens!
r\E KONING LEEFDE MEE met heel zijn volk, dat naarstige, vrolijke
opvliegende volkje van Parijs, hij had echter heel bijzondere be-,
langstelling voor het intellectuele leven. Hij bevorderde de bloei der
Parijsche scholen, die steeds meer uitgroeiden tot een werkelijke univer
siteit met een eigen wetgeving en een autonoom bestuur. Hij was ook een
groot bevorderaar van de bouwkunst: tal van beroemde kathedralen
werden juist in zijn tijd voltooid. Ook de glazenierskunst nam toen haar
hoge vlucht: zij riep in de ramen der Sainte Chapelle voor Lodewijk iets
op van de gloed van het Zuiden en het Oosten, de Middellandse Zee,
Egypte en het Heilig Land. In het bestuur van het land gold het Evangelie
als absolute en onaantastbare richtlijn. Men beweert wel eens, dat de ver
werkelijking van een op het evangelie gegrondveste samenleving in de
praktijk niet mogelijk is, omdat de mensen over hef algemeen nu eenmaal
niet evangelisch denken, men moet tot bewondering hebben voor een
vorst, die uit zuivere liefde voor de vrede zijn medevorsten tot verzoening
bracht en die, om tot een blijvende vrede met Engeland te komen, er niet
tegen op zag, sommige door vroegere vorsten veroverde gebieden aan zijn
grote tegenstander terug te geven, omdat hij meende, dat Engeland zich
terecht gegriefd moest voelen. Het gevolg was in elk geval, dat de tijdge
noten naar Lodewijk opzagen als naar de grootste zedelijke macht van
die tijd, en dat zijn prestige dat van de paus van Rome zelfs overtrof.
Lodewijk IX van Frankrijk. Beeld
uit het laatst van de 13e eeuw aan
de kathedraal te Reims.
LJET ZOEKEN naar een stukje Lei- ter, lijkt de stad een gekrioel van
den zoals U het niet ziet, werd mieren en torren, die bij nadere be-
ons deze week bespaard toen wij schouwing mensen en auto's blijken
dezer dagen door de directeur van te zijn. Nergens beter dan vanuit de
de Lichtfabrieken werden uitgeno
digd eens een kijkje te komen ne
men op het dak van de nieuwbouw
aan de Langegracht, aan welke uit
nodiging wij gaarne gevolg gaven.
In plaats echter van het forse bouw
werk met welgekozen complimenten
te loven, staarden wij verrukt om-
hoogte kan men zien hoe bedrijvig
zo'n stad is, hoe voetgangers, fietsers,
vrachtwagens en boten zich door de
stad spoeden. En iedereen heeft
haast. Men ziet hoe de Janvossen-
brug gesloten wordt; tientallen haas
ten zich om nog net tussen de hek
ken door te glippen. Natuurlijk heb-
laag naar de nijvere stad aan onzeben die mensen haast; natuurlijk
voeten. Leiden zoals U het niet ziet! j gaan zij iets doen, dat in hun ogen
Op 42 meter hoogte, het hoogste vreselijk belangrijk is en dat wij
punt van de lichtfabrieken, uitge- misschien ook wel belangrijk moe-
zonderd de schoorsteen van 85 me-ten vinden. Maar daar op 42 meter
hoogte is het ons onmogelijk. Wij
zien de grauwe wolkenvelden voorbij
drijven en overpeinzen, dat de we
reld verder draait, onverschillig of
mijnheer X. en mevrouw Z. al of
niet moeten wachten voor de Jan-
vossenbrug. Het kan zijn, dat die
mijnheer en mevrouw hun boodschap
belangrijk vinden, omdat zijzelf be
langrijk denken te zijn. Maar dan
moesten zij zichzelf eens vanaf de
Lichtfabrieken kunnen zien, kleine
nietige mensjes, die staan te wach
ten voor het speelgoedbruggetje....
Terwijl de wereld verder draait....
(Foto: „De Leidse Courant").
Het was een bewijs van diepe wijs
heid, dat Lodewijk, een zo volkomen
kerkelijk denkend man, tegenóver
de Kerk steeds de juiste houding
vond. Hij bewaard^ de vriendschap
met de paus, maar óók met de keizer,
hij schrok er niet voor terug, op tact
volle, hoffelijke wijze, de paus erop
te wijzen, dat bepaalde kerkelijke
belastingen boven de draagkracht
van het volk gingen en daardoor het
anti-clericalisme in de hand werkten.
Hij. had een ontmoeting met de
paus, die een gehele week duurde en
waarbij hij -strikt persoonlijke be
sprekingen met de opperherder voer
de. Het onderwerp, waarover gehan
deld werd is steeds geheim gebleven,
men vermoedt echter, dat Lodewijk
getracht heeft, een einde te maken
aan de rampzalige strijd, die toen de
twee christelijke grootmachten te
genover elkander plaatste. Wanneer
er echter geen belangen van het land,
waarvoor hij verantwoordelijk was,
in het spel waren, dan was Lodewijk
de meest getrouwen zoon van de
Kerk, die liever zichzelf tekort deed,
dan dat hij de Kerk zou schaden. En
-hij werd onverbiddellijk streng, zo
dra het erom ging, de eer van God
en de zuiverheid van het Geloof te
handhaven. Juist hij heeft daarom
de Inquisitie in Frankrijk ingevoerd.
Hij gaf de inquisiteurs een vrijwel
onbeperkte macht, omdat hij meende,
dat de waardigheid van het geloof
dat eiste, maar hij heeft niet voor
zien, dat deze instelling ooit tot zul
ke ergerlijke misbruiken zou voeren.
Door overvloed van godsdienstige
vurigheid was de meest menselijke
Afschaffer van Gods-oordeel,
gerechtelijk duel.
Waar het ging over zuiver aardse
zaken toonde hij een wijsheid en een
gevoel voor billijkheid, die terecht
legendarisch geworden zijn. In de
volksverbeelding bleef hij steeds de
voor allen toegankelijke rechter, die
gezeten onder een eikeboom te Vin-
cennes al zijn onderdanen ontving,
de geringsten en de machtigsten en
een vreedzame oplossing zocht voor
hun geschillen.
Een uiterst ingrijpende maatdegel,
waardoor hij werkelijk een groot
vernieuwer werd in de rechtspraak,
was de afschaffing van het Gods-oor
deel of het gerechtelijke duel. Wan
neer een rechter geen raad meer
wist, liet hij de twee tegenovergestel
de partijen met elkander vechten.
Men achte het gelijk aan de kant
van de winnende partij. Men ging er
Dit enorme gebouw is een een gedeelte van het Academisch Ziekenhuis van de Nijmeegse
Universiteit, dat in de zomer van 1955 gereed zal zijn en plaats kan bieden aan 300 patiënten.
De bouw is mogelijk geworden door de feestgave, die de katholieken van Nederland ter
gelegenheid van het eeuwfeest der herstelde Hiërarchie aan het Hoogwaardig Episcopaat
hebben geschonken. Het gebouw is ontworpen door de Leidse architect, ir. Jan van der Laan.
It'A
van uit, dat God niet zou toelaten,
dat het onrecht overwon en dus het
recht zou helpen zegevieren.
Men had echter geen enkele waar
borg dat God inderdaad tussen beide
zou komen, terwijl het stuitend en
ongepast was, dat men aldus God
betrekken wilde in de beslechting
van de meest futiele zaken. „In
plaats van gevechten zetten we be
wijzen en getuigen", verklaarde Lo
dewijk, die daarmee de weg naar een
gezuiverd rechtsbegrip en een ge
zuiverde rechtsspraak geopend heeft.
Lodewijk kende in zijn rechtspraak
geen aanzien des persoons. Hij zei
tot zijn eigen broer: „Verbeeld u niet,
dat ik u moet sparen in strijd met
het recht en de gerechtigheid, omdat
ge mijn broer zijt," en hij dwong
hem, het onrecht, dat hij bedreven
had te herstellen, en land dat on
rechtmatig was ingepalmd, weer te
rug te geven. „Er kan in Frankrijk",
zo verklaarde hij hem: „maar één
koning zijn". Toen deze broer, Karei
van Anjou, eens een man had vast
gezet, die een volkomen rechtmatig
beroep op de koning had gedaan,
werd hij voor de rechtbank van de
koning gedaagd. Hij verscheen, om
ringd door zijn knapste rechtgeleer
den. De koning riep onmiddellijk zijn
eigen beste juristen op en de graaf
van Anjou moest wijken voor het
recht. Enguerrand de Coucy, een der
hoogste vazallen, werd zelfs in de
kerker geworpen, omdat drie jonge
mannen, zonder voldoende bewijs
wegens stroperij waren opgehangen
en toen de advocaat van Enguerrand
verontwaardigd tot de. koning zei,
dat hij al zijn baronnen wel kon laten
ophangen, antwoordde Lodewijk met
harde beslistheid: „Ik zal ze niet la
ten ophangen, maar als ze kwaad
doen, zal ik ze straffen."
Het ideaal van de koning was dus
gelijkheid voor allen in de rechts
spraak. Daarnaast streefde hij naar
volstrekte onomkoopbaarheid van
zijn rechters. Tot dan toe lieten de
rechters, vooral op het punt van om
koopbaarheid veel te wensen over.
Het gevolg was, dat het in de omge
ving van Parijs wemelde van scha
vuiten en rovers. Lodewijk schafte
allereerst het gebruik af, om het
rechterschap bij opbod te verkopen.
Hij bezoldigdezijn rechters op ko
ninklijke wijze en stelde onkreuk
bare mannen aan. Zij moesten een
dure eed afleggen, dat zij zonder
aanzien des persoons zouden oorde
len. Op het overtreden van deze eed
stonden geweldige straffen. Het was
ten onder ede beloven, niet alleen,
dat zq ze zelf niet zouden accepte
ren, maar ook, dat ze niet zouden
dulden, dat ze aan hun naaste ver
wanten geschonken werden. Wan
neer een rechter aftrad, moest hij
bovendien veertig dagen in het land
blijven, opdat men bij zijn opvolger
eventuele klachten tegen zijn
rechtsspraak zou kunnen indienen.
Wanneer we aldus het beeld van
de rechtvaardigste aller koningen
oproepen, moeten we niet vergeten,
dat hij tegelijkertijd een der vroom
ste mensen was uit het Frankrijk
van die dagen. Deze vroomheid is
van zijn kruistocht niet te scheiden.
Voor Lodewijk had het aannemen
van het kruis een totale gave van
zichzelf aan God betekend. Ook toen
hij was teruggekeerd, was die gave
niet ongedaan gemaakt. Dat kwam
tot uiting in zijn leven, in de een
voud van zfjn kleding (behalve wan
neer de omstandigheden koninklijke
statie eisten) in de soberheid van zijn
voedsel, de armoede van zijn bed
(een plank met een stroozak), in de
vele boetedoeningen, vasten, disci
pline, boetgordel, en de ontelbare
gebeden, tot diep in de nacht voort
gezet, wanneer de zaken van het rijk
hem overdag in beslag namen.
Naarmate hij ouder werd, werd
heel zijn leven meer en meer van
godsdienst doortrokken. Hij had nog
maar één ideaal: steeds inniger met
Christus verbonden zijn en hij ver
klaarde aan Joinville, die hem rond
borstig betuigd had, liever dertig
doodzonden te doen, dan melaats te
worden, dat -men integendeel me
laatsheid en alle lichamelijk lijden
(Zie vervolg pag. 2, 2de blad).
.Dit is een bladzijde uit het Psalterium van de Heilige Lodewijk, dat
bewaard wordt op de Leidse Universiteitsbibliotheek (HS. BPL 76A). Het
boek werd op het einde der 12de eeuw in Engeland vervaardigd en was
eigendom van Koningin Blanca. Onder de versierde initiaal heeft men>
later de woorden geschreven: „Cist psaultiers fuit mon seigneur saint looys
qui fu Roys de france ou quel il aprist en senfanc*.". (30 verso). Dit psal
terium was van mijnheer Sint Lodewijk, die koning was van Frankrijw-
Waarin hij leerde in zijn jeugd". Het psalterium behoort tot de kostbaarste
stukken van de bibliotheek.