de steg! Overeenstemming over de lerarensalarissen Het gat van de Schelphoek wordt steeds nauwer W Pfl l j vjj i Oneerlijke spoorwegmensen uit de hoofdstad ontmaskerd ZONDAGMORGEN T ropenliefde ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1953 DE LEIDSE COURANT DERDE BLAD PAGINA 1 Terugwerkende kracht tot 1 Jan. 1953 De centrale commissie voor geor ganiseerd overleg in ambtenarenza ken heeft zich in haar vergadering van gisteren accoord verklaard met de gewijzigde voorstellen van de re gering in zake de verhoging der sa larissen van leraren, directeuren en rectoren bij het voorbereidend hoger en middelbaar onderwijs. De regering zal nu op korte ter mijn een wijziging van het Bezol digingsbesluit bevorderen. Ook het salarisbesluit van het middelbaar nijverheidsonderwijs en de schalen van kweekschoolleraren zullen wor den herzien. In September wordt het betref fende koninklijk besluit verwacht en intussen zal een voorschot wor den uitbetaald. Het ligt in de bedoe ling de regeling een terugwerkende kracht van 1 -Januari 1953 te geven. De voornaamste verbetering is te vinden in de schaal van leraren met volledige betrekking. Deze zal wor den gebracht van 340, tot 720. (Nu tussen 320 en 620). Een volledige betrekking zal thans tussen 24 en 29 lesuren moeten be- Aanvangswedde leraren idem doctorandi leraren idem gepromoveerd max. directeuren en rectoren wedde scholen, meer dan 10 kl. scholen van 10 t/m 18 kl. scholen, meer dan 18 kl. vatten en lessen boven de 29 (tot een maximum van 3) nullen bij een salarisanciëniteit van 9 worden ge honoreerd met ƒ15, ƒ15 en 10 per maand. Leraren die doctoraal- of inge nieursexamen hebben afgelegd krij gen hiervoor 3 verhogingen (thans 2) en het aantal jaren dat bij het lager onderwijs is doorgebracht zal voor alle leraren voor driekwart worden geteld. (Thans voor de helft). Het salarismaximum van direc teuren zal worden gebracht op 800 in een school van minder dan 10 klassen. Met meer dan 10 klassen wordt dat maximum f 840. Alle genoemde bedragen worden nog verhoogd met de gebruikelijke toelagen, zoals die laatstelijk zijn opgenomen in het Toelagenbesluit 1953, derhalve ook met de z.g. „de nivellering". De betekenis en omvang van de voorgenomen wijzigingen blijken' duidelijker, indien deze toelagen bij het basisbedrag zijn ppgeteld, gelijk in de hiernavolgende staat is ge schied. Toekomstige Huidige regeling regeling Basis Tot. '51 Tot '53 Basis Tot. 320 369.45 378.05 340 402.30 360 413.55 426.50 415 493-26 620 700.20 741.87 720 863.15 650 733.28 778.26 750 899.54 720 810.45 863.15 800 960.17 740 832.50 887.40 840 1008.68 740 832.50 887.40 870 1045.07 Weer fluitconcert op Schouwen Het welslagen een der moeilijkste karweien van de dijkdichting op Schouwen heeft gistermiddag op nieuw een fluitconcert van sleepbo ten veroorzaakt. Dit werk was het invaren en vastleggen van een „blok kendoos-caisson" in de Klompegeul achter het grote gat van de Schelp- hoek. De Klompegeul was nog het enige open stroomgat in de inlaagdijk, die achter de bijna 500 meter brede ga ping in de zeedijk van Serooskerken wordt gelegd. Nu de Klompegeul dicht is, welk feit j vergezeld ging van zware regen buien en later ook onweer, wordt het mogelijk de vier kilometer lange inlaagdijk achter de Schelphoek te voltooien. Indien geen tegenslagen van bijzondere omvang optreden, dan kan de laatste kleine caisson eind volgende week geplaatst worden, waarna het dijklichaam verder kan worden voltooid. Dit betekent dat bijna 9000 hectare van de grote Schouwse polder van de zee zullen zijn afgesloten. Onge veer 350 hectare tussen inlaagdijk en zeedijk zullen dan nog aan de zee ten prooi zijn. Het ziet er naar uit, dat de breuk in de zeedijk in de loop van het volgende jaar hersteld zal worden. Binnen drie a vier weken, zo me nen deskundigen van de Dienst Dijk herstel, zal zonder tegenslagen het ergste leed van het dijkherstel van Schouwen-Duiveland geleden zijn. Dan zal, naar men hoopt, langzamer hand het oude land weer land kun nen worden, achter zo veilig moge lijke dijken. Een Amerikaanse zakenman, de heer S. C. van Vulpen, die 45 jaar geleden van Nederland naar de nieu we wereld emigreerde en daar car rière maakte, vertrekt na een bezoek van enkele weken aan ons land Zon dag weer naar huis. Gisteren maakte hij nog eens een kort tocht per trein naar het Zuiden en bij terugkeer in zijn hotel te Hilversum, Grand Hotel Gooiland, miste hij eensklaps zijn portefeuille, welke o.a. zijn tickets voor de terugreis per vliegtuig, 600 dollar en nog enkele voor hem be langrijke papieren bevatte. De por tier van het Hilversumse hotel stak direct de handen uit de mouwen en belde de verschillende adressen op, waar de Amerikaan was geweest. Hij boekte uiteindelijk succes bij de Nederlandse Spoorwegen in Utrecht, waar de rijtuigpoetser G. H. de Vreede de portefeuille in een schoon te maken spoorwegcoupe had gevonden en direct zijn vondst had gemeld. De eerlijke vinder kreeg niet alleen een dank-je-wel, maar bovendien tien procent van het be drag, ruim zestig dollar, van de over gelukkige Amerikaan. NIEUWE FRANKEERZEGELS PELT Ter vervanging van het huidige ty pe Nederlandse frankeerzegels met de beeltenis van H. M. de Koningin, zal P.T.T. begin September een aan vang maken met geleidelijke invoe ring van nieuwe koninginnezegels, ook naar een ontwerp van de heer S. L. Hartz. Het eerste zegel, dat zal verschij nen, zal het zegel van 10 cent zijn in een bruine kleur Daarna zullen, naar behoefte, de overige waarden werden aangemaakt. De heer Hartz heeft voor het ont werp van de beeltenis van H. M. de Koningin een nieuwe procédé ge volgd: hij heeft n.l. voor de afbeel ding een plastic gravure gemaakt. Ook de letter- en cijferaanduidingen zijn van de heer Hartz. De technische details zijn de vol gende: Watermerk: cirkeltjes; Kam- tandig: 13K !2Yz; Rotogravuredruk. De zegels zijn gedrukt bij de firma Joh. Enschede Zonen. Grafische Inrichting N.V. te Haarlem. G.S. vernietigde gemeentebesluit Leraar thans toegelaten als lid van gemeenteraad Op 27 Juli j.l. besloot de gemeen teraad van Deventer, mr. dr. H. H. Schoemaker, de lijstaanvoerder van de Katholieke Volkspartij, niet toe te laten als raadslid op grond van Jiet door hem vervullen van het ambt van tijdelijk leraar aan de Rooms Ka tholieke Hogere Burgerschool „Geert Groote-college" te Deventer. Mr. dr. Schoemaker protesteerde hiertegen bij Gedeputeerde Staten van Overijssel en deze hebben het bedoelde raadsbesluit vernietigd, op grond van het motief dat het bepaal de bij artikel 25h van de gemeente wet alleen van toepassing moet wor den verklaard op onderwijzers bij het openbaar lager en middelbaar onder wijs, doch niet op hen die een func tie bij het bijzonder onderwijs be kleden. In een spoedeisende zitting van de gemeenteraad van Deventer, gister avond gehouden, verklaarde de bur gemeester, dat de beslissing van Ge deputeerde Staten bij B. en W. ver wondering heeft gewekt wat betreft de aangevoerde wetsgrond. Nu echr ter een hoger orgaan de verantwoor delijkheid voor de toelating als raadslid heeft overgenomen, gevoel den B. en W. zich minder geroepen het standpunt van Gedeputeerde Sta ten tedoen corrigeren door de Kroon. Zij stelden voor, geen beroep in te stellen tegen het besluit van Gede puteerde Staten. Na uitvoerige discussie besloot de gemeenteraad met algemene stem men, niet in beroep te gaan bij de Kroon. Waardoor mr. dr. Schoemaker alsnog zijn raadszetel zal kunnen in nemen. SALARIëRING BURGEMEESTERS Het college van Gedeputeerde Sta ten van Zuid-Holland heeft besloten aan de burgemeesters van gemeenten in Zuid-Holland met een inwonertal van 2000 of minder ten aanzien van de bezoldiging een verhoging toe te kennen van 5 pet. met een maximum van 16.65 per maand. Deze verho ging gaat in per 16 Maart 1951. GROTE OOGST VAN EEUWENOUD GRAAN In het Midden-Limburgse dorp Neer hebben twee landbouwers het vorig jaar enige korrels eeuwenoud zg. Osirisgraan afkomstig uit een Egyptisch koningsgraf uitgezaaid. De eerste „oogst" is thans binnen. Dit Osirisgraan wijkt in groeiwijze geheel af van de in Nederland ge teelde graansoorten. Uit een korrel schieten tot meer dan twintig hal men op, die op hun beurt elk ver schillende aren dragen. De opbrengst is dus veel groter dan die van de in heemse graansoorten. Het Egyptische graan is bovendien tevreden met lichte grond en heel weinig bemesting. Wel vraagt het meer werk van de verbouwer. ALBERT VAN DALSUM SPEELT DON CAMILLO De schrijver van „Don Camillo en de kleine Wereld", Giovani Guare- schi, heeft zijn toestemming gegeven tot het spelen in Nederland van de toneelbewerking die Johan Walhain in opdracht van de directie der toneel groep Theater heeft gemaakt. Op 1 Januari 1954 zal bij dit gezel schap te Arnhem de wereldpremière gaan met Albert van Dalsum als Don Camillo. Omzichtige komst; gehaast vertrek Zoals reeds enige tijd bij een groep rangeerders in de hoofdstad de ge woonte was, klommen dezer dagen enkele mannen in de duistere avond uren omzichtig in een van de te ran geren wagons, om daar op onrecht matige wijze te fourageren bij de aanwezige lading sigaretten en le vensmiddelen. Minder langzaam en omzichtig dan zij binnengestapt waren, kwa men zij even later weer naar buiten en de haast van de heren was vol komen te verklaren, want achter hen aan kwam een dreigende politie hond, gevolgd door twee recher cheurs. Dit betekende het einde van een reeks spoorwegdiefstallen, die een groep rangeerders de afgelopen maanden op de emplacementen ge pleegd hebben. Enige tijd na de arrestatie van de op heterdaad betrapten, hield de po litie nog 18 andere spoorwegarbei ders aan, zodat tot nu toe reeds 20 spoorwegmensen by deze duistere zaak betrokken zijn. Al geruime tijd kwamen er klach ten bij de N.S. binnen, die vertelden, -dat vrachtladingen opengebroken werden en goederen verdwenen. De spoorwegrecherche begon een speur tocht, maar het kostte haar tijd en moeite om de daders op te sporen. Een doos aansichtkaarten voor de burgemeester van Parijs Toen we laatst in ons lijfblad, de Leidse Courant, lazen, dat de stad Arnhem een ansichtkaarten-ver zameling had aangekocht voor enige duizenden guldens, hebben we ge tracht ons in verbinding te stellen met de burgemeester van Parijs. Van Parijs? Van Parijs! Hoewel we van eenvoudige plat telands herkomst zijn, hebben onze jeugdjaren zich denkbeeldig afge speeld in, wat men pleegt te noe men, de ville lumière, de lichtstad aan de Seine. Niet zodra was het eindexamen achter de rug en de jongenskiel van onze schouderen ge gleden, of wij togen in ons eentje naar Parijs en zonder iemand de weg of inlichtingen te vragen, spoed den we ons naar het adres, dat ge durende onze ganse jeturd had aan gelokt: Hotel Ste Marie Rue de Rivoli Tachtig-en-drie Paris. We konden de kaart van Parijs wel dromen. Van het mollen-nest, de Métro, behoefden we geen platte grond te raadplegen. De openbare gebouwen en de meeste pleinen en straten kenden we reeds uit onze verzameling ansichtkaarten en de geschiedenis van Frankrijks hoofd stad met de 18 gekroonde Lodewij- ken was ons even eigen als de va derlandse met de 7 gekroonde Dir ken. r\at is nu precies dertig jaar ge- leden en we herinneren ons als de dag van vandaag, wat onze vader zei, toen we op de Zuiderstatie te Brussel hij bracht ons tot Brussel weg verklaarden, dat we volmaakt gelukkig waren: „Dat zal nog wel anders worden!" Die vader van ons heeft namelijk een groot deel van zijn leven gesleten aan „de boorden van de Seine te midden van het Franse volk", maar of hij het Frans gepeupel „tant aimé" heeft, als Na poleon van zichzelf in zijn testament en op zijn grafscrift in de „Invali des" getuigde, zouden we niet we ten. Hij keerde altijd weer graag terug onder de huiselijke pannen en bracht dan behalve allerlei Pa- rijse mode-snufjes en" uitheemse lek kernijen ansichtkaarden mee vooi* onze verzameling. Die verzameling,- welke we voor een zacht prijsje aan de burgemeester van Parijs willen aanbieden, omvat ongeveer duizend stuks. Vooral de stadsgezichten van vijftig, veertig jaar geleden zijn merkwaardig voor degenen, die het Parijs van tegenwoordig kennen. De boulevards en de Place de la Concorde lagen bezaaid met paar- den-vijgen, want het gehele verkeer van de toen toch al zeer grote stad werd door bruintjes en blesjes ver zorgd. Zelfs de omnibussen werden door paarden getrokken. Schelle lichtreclames, welke tegenwoordig op en af golven als de duisternis valt over Parijs, waren er niet. De electrische straatverlichting was nog niet uitgevonden en de boulevards en de Place de l'Opéra werden spaar zaam verhelderd door gas-lantaarns. De Parisiennes trippelden door de straten in lange rokken, waarvan de sleep elegant met één hand werd op genomen en droegen enorme hoe den, welke met hele bloementuinen en opgezette vogel-verzamelingen waren getooid. Zij bedreigden ieder een met de vlijmende hoeden-pen- nen, waarmede de taarten op hun opgestoken haren waren geprikt en bonden nauwe voiles bm hun ge zicht om him schoonheid te verho gen. Dat alles was toen aarts-modern en nooit heeft Parijs zich méér licht stad gevoeld en geweten, als met die gaslantaarns, die klepperende paarden op de (houten) straten en Vrij spoedig meende zij te weten, dat de dieven tussen 9 en 11 'savonds hun slag moesten slaan, wanneer de rangeerploegen afgelost worden, maar deze wetenschap bracht de die ven niet in de cel. De gederailleerde spoorwegmensen maakten echter een fout. Wanneer zij een wagon gevonden hadden, die goederen van hun gading bevatte, brachten zij soms vijf nachten achter een in dezelfde wagon in. Toen de recherche eenmaal dit ge merkt had, vormde het laatste be drijf geen moeilijkheden meer. Met de oneerlijke rangeerders is ook een aantal helers gearreseterd. die vreemdsoortig uitgedoste vrou wen. Het achterlijkste dorp van tegen woordig zou er feestelijk voor be danken terug te keren tot de staat van de stad Parijs vijftig, veertig jaar geleden. Pn toch voelde Parijs zich toenter- tijd zo geweldig-voornaam en vooruitstrevend, dat het zijn hoofd boven de wolken verhief als een to ren van Babel en meende geen God meer nodig te hebben. Ernest Renan publiceerde in de „Revue des Deux Mondes" zijn „Leven van Jezus", waarin hij bewees en hij werd erom bewonderd door alles wat zich vooruitstrevend noemde dat het hele verhaal een verzinsel was. Het baatte niets, of de Kerk het boek onmiddellijk op de lijst van verbo den boeken (de Index) plaatste, want de Kerk was in het licht van die moderne gaslantaarns, een oord van volstrekte duisternis. Naderhand is met Renans bewijs flink de draak gestoken, want, bewijzend in de zelfde trant waarin Renan bewees dat Jezus een verzinsel was, heeft men afdoende bewezen, dat Napo leon ,,n' a jamais existé", dat ook Napoleon nooit bestaan had. Dat was de Fransen toch te kras van Napoleon tenminste! maar intus sen was de twijfel gezaaid en wa ren de geesten verdwaald. Wij vinden het natuurlijk super- belacheliik, dat „Parijs" verkondigde, dat er geen God bestond, omdat de gas-lantaarns, met gloeikousjes, wa ren uitgevonden. Die Paryzenaars van toen, die smalend hun neus op trokken voor alles wat God of Kerk heette, omdat zij geloofden in de wonderen der techniek, verbaasden zich in hun achterlijke bekrompen heid zó over de technische vooruit gang van hun dagen, dat zij Chris tus overboord van hun schip wier pen (het wapen van Parijs is een schip) zonder te bedenken, dat Christus kalm over de golven blijft wandelen, zoals Hij deed op het meer van Genesareth. Dat heeft niets met techniek, maar wel iets met godde lijkheid te maken. Zij sloten hun oog voor de wonderbare verschijnings vorm der natuur, Gods schepping, en aanbaden de, nu zo kinderachtig en ouderwets bevonden technische men selijke vooruitgang van gaslantaarns en het eerste „rijtuig zonder paar den". Die burgerlijke bekrompenheid en zelfgenoegzame ingenomenheid over technische middelen en men selijk kunnen is vanuit het toen maals toon-aangevend Parijs over de gehele wereld uigewaaierd. Het is een oogziekte, die alom besmettelijk heeft gewerkt. Het is wel aardig en vernuftig, wat de moderne techniek (welke over 20 jaar ook weer hope loos verouderd is) heeft bedacht, maar het is voor het geluk der mens heid van geen belang. Wij zijn niet gelukkiger mèt de radio als wij wa ren, toen er nog géén radio was. De Parijzenaars bij gaslicht waren niet ongelukkiger dan de Parijzenaars bij electrisch licht. De technische voor uitgang speelt in het menselijk ge luk blijkbaar geen rol, tenzij dat hij ons ontevreden maakt en oppervlak kig en ons belet in stilte na te den ken over de dingen, welke een mens dan wel nu en vroeger geluk kig maken. Een mens, ieder mens, is, terwijl de straaljagers door de lucht gieren en men hier en daar ijverig bezig is de aarde tot atoom - cntploffing te brengen, een hoogver heven wezen, in rangorde „weinig minder dan de^ engelen", een wezen, dat niet helemaal op deze aarde thuis hoort, maar met zijn geest boven de wolken uitschiet om rustplaats te vinden in de Geest, die hem heeft geschapen. Daar is de bronader van zijn geluk te vinden. Gaslantaarns of hefschroefvliegtuigen (ook een van die dingen, waar wij over 10 jaar om zullen gillen van pret) spe len als voorwaarden voor menselijk geluk evenmin een rol als de dames mode. Een mens verlaagt zichzelf aan al deze wispelturige wissewassen veel aandacht te besteden, want voor eindeloos hoger is hij geboren. Dat hogere, onze verstandhouding tot God, moest in ons leven de voor naamste plaats innemen. Dat alles vonden we in de an- sichtkaarden-doos, welke we de bur gemeester van Parijs tegen betaling van zoveel franken willen aanbie den! MARIUS. (Door CHARLES BRUCE) Nadruk verboden. 56) Het pad maakte plotseling een scherpe bocht en voor hen glinsterde Ben rustige, brede rivier, die in elke rimpeling van het water het maan licht opving en weerkaatste. Een schreeuw van de andere oever ging het verward roepen van ver schillende mannenstemmen vooraf. Simuk antwoordde en wierp zich hals over kop in de rivier. „Siapa?" klonk het hees van de overkant. „Wij komen van Pulangga", ant woordde Simuk. „Er zijn er maar twee. Twee vrou wen, korporaal," viel een stem haar in de rede. „Zal ik de poort maar open doen?" ,31yft op je post en houdt de wacht. Het kan wel een list zijn. Ik telf zal naar de poort gaan." Ook Stella was inmiddels in het water gekomen. Zonder aarzelen irolgde ze Simuk. Nee, ditmaal had se geen oog voor de grote kringen, die langzaam vervloeiden. Ze voelde evenmin, hoe vreselijk koud het was. Ze wist alleen, dat ze zich haasten moest om aan de overkant te komen waar een platgetrapte dam het punt aanwees, waar men tegen de steile oever op kon klimmen. Eindelijk stonden ze voor de hoge verschan sing. Met bonzende harten en knik kende knieën stonden ze te wachten totdat de poort langzaam open zwaaide. Hand in hand strompelde de twee meisjes naar binnen. Ze wa ren zo moe, zo zwak, dat ze niet eens erg hadden in de geladen kara bijn die Ampau uit alle voorzorg op hen hield gericht. „Wie zijn jullie. Halt!" schreeuwde Ampau. „Breng ons onmiddellijk naar de Toean", beval Simuk. „Ken je ons dan niet dat je zo dwaas bent om 'n geweer op ons te richten. Twee vrou wen, moet jij die zo verwelkomen? Houd je kogels maar gereed voor de kerels, die achter ons aan zitten." „Ha!" riep Ampau, „het zijn wer kelijk vrouwen. Ze hebben de waar heid gesproken", ging hij verder, toen hij onder Stella's inlandse kle ren een rijpak had ontdekt, „een van beiden is de missy." „Zwijg toch, idioot," flapte Simuk er uit. „Roep liever de Toean. Hij is toch hier, nietwaar?" „Wat is dat allemaal voor lawaai, Ampau?" schreeuwde Desmond, ter wijl hij uit zijn hut kwam gelopen, zijn vinger om1 de haan van zijn re volver. „Grote God! Stella! Miss Temple! Wat een uitkomst! Lief kind, daar ben ik blij om! Ik had niet durven hopen, u zo spoedig te rug te zien." Hij wendde zich toen tot Simuk en vroeg haar zenuwach tig: „Wat is er gebeurd? Hoe heb je haar weg kunnen krijgen?" „Later, Toean .later. Daar hebben we nu geen tijd voor. De missy is heel uitgeput. Ze moet eerst ver zorgd worden. U zult eens zien, hoe ziek ze nog zal worden. Als dat alle maal in orde is, zal ik de Toean alles haarfijn vertellen." Stella stond hem als in een droom aan te zien. Ze wankelde, stiet een vage snik uit en viel bewusteloos op de grond. „Vlug, Toean, breng haar onmid dellijk naar uw sulap. Ik ben te moe om haar zelf te dragen. Roep al uw mannen op de been. Ze zaten ons achterna ze zaten ons op de hielen ik zal wel op haar letten!" Desmond bukte zich en nam de slappe gestalte uit Simuks armen aan. Stella's hoofd viel achterover en toen hij haar in het gezicht zag, be merkte hij eerst, hoe bleek en ver moeid ze er uit zag. „Arm kind" dacht hij. „Wat een hel moet ze niet hebben doorge maakt." Met uiterste zorg legde hij haar op het harde veldbed waarvan hij juist was opgestaan. „Jij wilt haar zeker wel een tijdje verzorgen, Simuk?" sprak hij, ter wijl hij zich weer gereed maakte om te verdwijnen. „Ik moet eerst zien wat er buiten aan de hand is. Ik kom zo spoedig mogelijk terug om haar naar haar eigen sulap te bren gen. Hier heb je mijn veldfles en daar heb je wat eau de cologne. Geef haar voorzichtig wat brandewijn te drinken en wrijf haar slapen met die eau de cologne in." Een wilde kreet en een salvo der politie maakte een einde aan zijn rede. „Ik ben zo terug," riep hij haar nóg na toen hij al buiten stond, op weg naar de verschansing. Hy hoor de Ampau schreeuwen. „Timbak, timbak, zorg dat ze niet over het water komen." Toen hij zich een ogenblik boven de verschansing waagde, om te zien wat er aan de hand was, waarschuw de Ampau hem met_ een schreeuw, in welk gevaar hij zich bevond. i,Toean, blijf daar niet staan. Ze schieten met hun vergiftige pijlen. Kijk maar!" Inderdaad kwam een hele zwerm van de venijnige pijltjes over en te gen de houten borstwering, waar vier politiemannen door de kijkgaten lagen te vuren. „Schiet door," schreeuwde hij. „Hier, geef mij jouw geweer eens, Junit! Ik moet een paar van die hon den over hoop schieten." Hij greep de karabijn en stopte een patroon in de kamer. Schot na schot dreef hij in het zwarte gezicht van de jungle tegenover hem. Maar toen na enkele ogenblikken de eerste koorts gewe ken was, kwam hij weer tot bezin ning. „Grote God, ik kan me nu voorstellen, dat iemand na zoiets een amokmaker wordt. Ik moet er mee uitscheiden, want anders wordt ik nog razend. Hei, niet meer schieten, Ampau, Berhenti dahulu berhenti". De echo's botsten tegen de heuvels en niets hoorde men meer dan het geplas van de golfjes in het water. „Hoor je niets meer," fluisterde Desmond tegen Ampau. „Niets, Toean. Zij zijn vertrokken. Ik vermoed, dat het hen verrast heeft, dat wij ze op stonden te wachten. Maar we moeten oppassen. Ze zullen wel ergens proberen over te steken. Als ze ons van de jungle uit aanvallen, zou het er slecht uit kunnen zien. Ik weet op geen stuk ken na met hoevelen ze zijn." „Wat denk je?" „Hoogstens zeven of acht hebben zich laten zien, Toean. Dat zijn de stoutmoedigsten geweest, de waag halzen. Et zullen er heel wat meer zijn, wees daar maar zeker van." „Hebben we er een paar té pak ken gekregen?" „Ik heb een kerel horen schreeu wen. Meer niet." Desmond nam hun kleine verster king in ogenschouw. Het was een knap stukje werk, vooral voor de korte tyd, die men er aan had be steed. „We kunnen hier in ieder geval weerstand bieden," dacht hij hardop. „Goddank, dat het over een uur al dag is." Hij deed even de ronde langs de uitgezette wachten. Spoorde ze stuk voor stuk tot nieuwe waakzaamheid aan en kroop toen naar de hut, waar Stella lag, zijn Stella. Hij ken de zijn vreugde niet, dat Pulangga zich zo spoedig van zijn taak had ge kweten en verlangde vurig naar het verhaal van haar ontsnapping. Hij luisterde een ogenblik en riep toen zachtjes naar Simuk. Hij luisterde. (Wordt vervolpr3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1953 | | pagina 10