de steg!
Overeenstemming over de
lerarensalarissen
Het gat van de Schelphoek
wordt steeds nauwer
W
Pfl
l
j
vjj
i
Oneerlijke spoorwegmensen uit
de hoofdstad ontmaskerd
ZONDAGMORGEN
T ropenliefde
ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1953
DE LEIDSE COURANT
DERDE BLAD PAGINA 1
Terugwerkende kracht tot 1 Jan. 1953
De centrale commissie voor geor
ganiseerd overleg in ambtenarenza
ken heeft zich in haar vergadering
van gisteren accoord verklaard met
de gewijzigde voorstellen van de re
gering in zake de verhoging der sa
larissen van leraren, directeuren en
rectoren bij het voorbereidend hoger
en middelbaar onderwijs.
De regering zal nu op korte ter
mijn een wijziging van het Bezol
digingsbesluit bevorderen. Ook het
salarisbesluit van het middelbaar
nijverheidsonderwijs en de schalen
van kweekschoolleraren zullen wor
den herzien.
In September wordt het betref
fende koninklijk besluit verwacht
en intussen zal een voorschot wor
den uitbetaald. Het ligt in de bedoe
ling de regeling een terugwerkende
kracht van 1 -Januari 1953 te geven.
De voornaamste verbetering is te
vinden in de schaal van leraren met
volledige betrekking. Deze zal wor
den gebracht van 340, tot 720.
(Nu tussen 320 en 620).
Een volledige betrekking zal thans
tussen 24 en 29 lesuren moeten be-
Aanvangswedde leraren
idem doctorandi
leraren
idem gepromoveerd
max. directeuren en rectoren
wedde scholen, meer dan 10 kl.
scholen van 10 t/m 18 kl.
scholen, meer dan 18 kl.
vatten en lessen boven de 29 (tot
een maximum van 3) nullen bij een
salarisanciëniteit van 9 worden ge
honoreerd met ƒ15, ƒ15 en 10
per maand.
Leraren die doctoraal- of inge
nieursexamen hebben afgelegd krij
gen hiervoor 3 verhogingen (thans
2) en het aantal jaren dat bij het
lager onderwijs is doorgebracht zal
voor alle leraren voor driekwart
worden geteld. (Thans voor de helft).
Het salarismaximum van direc
teuren zal worden gebracht op 800
in een school van minder dan 10
klassen. Met meer dan 10 klassen
wordt dat maximum f 840.
Alle genoemde bedragen worden
nog verhoogd met de gebruikelijke
toelagen, zoals die laatstelijk zijn
opgenomen in het Toelagenbesluit
1953, derhalve ook met de z.g. „de
nivellering".
De betekenis en omvang van de
voorgenomen wijzigingen blijken'
duidelijker, indien deze toelagen bij
het basisbedrag zijn ppgeteld, gelijk
in de hiernavolgende staat is ge
schied.
Toekomstige
Huidige regeling regeling
Basis Tot. '51 Tot '53 Basis Tot.
320 369.45 378.05 340 402.30
360 413.55 426.50 415 493-26
620 700.20 741.87 720 863.15
650 733.28 778.26 750 899.54
720 810.45 863.15 800 960.17
740 832.50 887.40 840 1008.68
740 832.50 887.40 870 1045.07
Weer fluitconcert op Schouwen
Het welslagen een der moeilijkste
karweien van de dijkdichting op
Schouwen heeft gistermiddag op
nieuw een fluitconcert van sleepbo
ten veroorzaakt. Dit werk was het
invaren en vastleggen van een „blok
kendoos-caisson" in de Klompegeul
achter het grote gat van de Schelp-
hoek.
De Klompegeul was nog het enige
open stroomgat in de inlaagdijk, die
achter de bijna 500 meter brede ga
ping in de zeedijk van Serooskerken
wordt gelegd.
Nu de Klompegeul dicht is, welk feit j
vergezeld ging van zware regen
buien en later ook onweer, wordt
het mogelijk de vier kilometer lange
inlaagdijk achter de Schelphoek te
voltooien. Indien geen tegenslagen
van bijzondere omvang optreden, dan
kan de laatste kleine caisson eind
volgende week geplaatst worden,
waarna het dijklichaam verder kan
worden voltooid.
Dit betekent dat bijna 9000 hectare
van de grote Schouwse polder van
de zee zullen zijn afgesloten. Onge
veer 350 hectare tussen inlaagdijk
en zeedijk zullen dan nog aan de zee
ten prooi zijn. Het ziet er naar uit,
dat de breuk in de zeedijk in de loop
van het volgende jaar hersteld zal
worden.
Binnen drie a vier weken, zo me
nen deskundigen van de Dienst Dijk
herstel, zal zonder tegenslagen het
ergste leed van het dijkherstel van
Schouwen-Duiveland geleden zijn.
Dan zal, naar men hoopt, langzamer
hand het oude land weer land kun
nen worden, achter zo veilig moge
lijke dijken.
Een Amerikaanse zakenman, de
heer S. C. van Vulpen, die 45 jaar
geleden van Nederland naar de nieu
we wereld emigreerde en daar car
rière maakte, vertrekt na een bezoek
van enkele weken aan ons land Zon
dag weer naar huis. Gisteren maakte
hij nog eens een kort tocht per trein
naar het Zuiden en bij terugkeer in
zijn hotel te Hilversum, Grand Hotel
Gooiland, miste hij eensklaps zijn
portefeuille, welke o.a. zijn tickets
voor de terugreis per vliegtuig, 600
dollar en nog enkele voor hem be
langrijke papieren bevatte. De por
tier van het Hilversumse hotel stak
direct de handen uit de mouwen
en belde de verschillende adressen
op, waar de Amerikaan was geweest.
Hij boekte uiteindelijk succes bij
de Nederlandse Spoorwegen in
Utrecht, waar de rijtuigpoetser G. H.
de Vreede de portefeuille in een
schoon te maken spoorwegcoupe had
gevonden en direct zijn vondst had
gemeld. De eerlijke vinder kreeg
niet alleen een dank-je-wel, maar
bovendien tien procent van het be
drag, ruim zestig dollar, van de over
gelukkige Amerikaan.
NIEUWE
FRANKEERZEGELS
PELT
Ter vervanging van het huidige ty
pe Nederlandse frankeerzegels met
de beeltenis van H. M. de Koningin,
zal P.T.T. begin September een aan
vang maken met geleidelijke invoe
ring van nieuwe koninginnezegels,
ook naar een ontwerp van de heer S.
L. Hartz.
Het eerste zegel, dat zal verschij
nen, zal het zegel van 10 cent zijn
in een bruine kleur Daarna zullen,
naar behoefte, de overige waarden
werden aangemaakt.
De heer Hartz heeft voor het ont
werp van de beeltenis van H. M. de
Koningin een nieuwe procédé ge
volgd: hij heeft n.l. voor de afbeel
ding een plastic gravure gemaakt.
Ook de letter- en cijferaanduidingen
zijn van de heer Hartz.
De technische details zijn de vol
gende: Watermerk: cirkeltjes; Kam-
tandig: 13K !2Yz; Rotogravuredruk.
De zegels zijn gedrukt bij de firma
Joh. Enschede Zonen. Grafische
Inrichting N.V. te Haarlem.
G.S. vernietigde gemeentebesluit
Leraar thans toegelaten
als lid van gemeenteraad
Op 27 Juli j.l. besloot de gemeen
teraad van Deventer, mr. dr. H. H.
Schoemaker, de lijstaanvoerder van
de Katholieke Volkspartij, niet toe
te laten als raadslid op grond van
Jiet door hem vervullen van het ambt
van tijdelijk leraar aan de Rooms Ka
tholieke Hogere Burgerschool „Geert
Groote-college" te Deventer.
Mr. dr. Schoemaker protesteerde
hiertegen bij Gedeputeerde Staten
van Overijssel en deze hebben het
bedoelde raadsbesluit vernietigd, op
grond van het motief dat het bepaal
de bij artikel 25h van de gemeente
wet alleen van toepassing moet wor
den verklaard op onderwijzers bij het
openbaar lager en middelbaar onder
wijs, doch niet op hen die een func
tie bij het bijzonder onderwijs be
kleden.
In een spoedeisende zitting van de
gemeenteraad van Deventer, gister
avond gehouden, verklaarde de bur
gemeester, dat de beslissing van Ge
deputeerde Staten bij B. en W. ver
wondering heeft gewekt wat betreft
de aangevoerde wetsgrond. Nu echr
ter een hoger orgaan de verantwoor
delijkheid voor de toelating als
raadslid heeft overgenomen, gevoel
den B. en W. zich minder geroepen
het standpunt van Gedeputeerde Sta
ten tedoen corrigeren door de Kroon.
Zij stelden voor, geen beroep in te
stellen tegen het besluit van Gede
puteerde Staten.
Na uitvoerige discussie besloot de
gemeenteraad met algemene stem
men, niet in beroep te gaan bij de
Kroon. Waardoor mr. dr. Schoemaker
alsnog zijn raadszetel zal kunnen in
nemen.
SALARIëRING BURGEMEESTERS
Het college van Gedeputeerde Sta
ten van Zuid-Holland heeft besloten
aan de burgemeesters van gemeenten
in Zuid-Holland met een inwonertal
van 2000 of minder ten aanzien van
de bezoldiging een verhoging toe te
kennen van 5 pet. met een maximum
van 16.65 per maand. Deze verho
ging gaat in per 16 Maart 1951.
GROTE OOGST VAN EEUWENOUD
GRAAN
In het Midden-Limburgse dorp
Neer hebben twee landbouwers het
vorig jaar enige korrels eeuwenoud
zg. Osirisgraan afkomstig uit een
Egyptisch koningsgraf uitgezaaid.
De eerste „oogst" is thans binnen.
Dit Osirisgraan wijkt in groeiwijze
geheel af van de in Nederland ge
teelde graansoorten. Uit een korrel
schieten tot meer dan twintig hal
men op, die op hun beurt elk ver
schillende aren dragen. De opbrengst
is dus veel groter dan die van de in
heemse graansoorten.
Het Egyptische graan is bovendien
tevreden met lichte grond en heel
weinig bemesting. Wel vraagt het
meer werk van de verbouwer.
ALBERT VAN DALSUM SPEELT
DON CAMILLO
De schrijver van „Don Camillo en
de kleine Wereld", Giovani Guare-
schi, heeft zijn toestemming gegeven
tot het spelen in Nederland van de
toneelbewerking die Johan Walhain
in opdracht van de directie der toneel
groep Theater heeft gemaakt.
Op 1 Januari 1954 zal bij dit gezel
schap te Arnhem de wereldpremière
gaan met Albert van Dalsum als Don
Camillo.
Omzichtige komst; gehaast vertrek
Zoals reeds enige tijd bij een groep
rangeerders in de hoofdstad de ge
woonte was, klommen dezer dagen
enkele mannen in de duistere avond
uren omzichtig in een van de te ran
geren wagons, om daar op onrecht
matige wijze te fourageren bij de
aanwezige lading sigaretten en le
vensmiddelen.
Minder langzaam en omzichtig
dan zij binnengestapt waren, kwa
men zij even later weer naar buiten
en de haast van de heren was vol
komen te verklaren, want achter
hen aan kwam een dreigende politie
hond, gevolgd door twee recher
cheurs.
Dit betekende het einde van een
reeks spoorwegdiefstallen, die een
groep rangeerders de afgelopen
maanden op de emplacementen ge
pleegd hebben.
Enige tijd na de arrestatie van de
op heterdaad betrapten, hield de po
litie nog 18 andere spoorwegarbei
ders aan, zodat tot nu toe reeds 20
spoorwegmensen by deze duistere
zaak betrokken zijn.
Al geruime tijd kwamen er klach
ten bij de N.S. binnen, die vertelden,
-dat vrachtladingen opengebroken
werden en goederen verdwenen. De
spoorwegrecherche begon een speur
tocht, maar het kostte haar tijd en
moeite om de daders op te sporen.
Een doos aansichtkaarten voor de
burgemeester van Parijs
Toen we laatst in ons lijfblad, de
Leidse Courant, lazen, dat de
stad Arnhem een ansichtkaarten-ver
zameling had aangekocht voor enige
duizenden guldens, hebben we ge
tracht ons in verbinding te stellen
met de burgemeester van Parijs.
Van Parijs?
Van Parijs!
Hoewel we van eenvoudige plat
telands herkomst zijn, hebben onze
jeugdjaren zich denkbeeldig afge
speeld in, wat men pleegt te noe
men, de ville lumière, de lichtstad
aan de Seine. Niet zodra was het
eindexamen achter de rug en de
jongenskiel van onze schouderen ge
gleden, of wij togen in ons eentje
naar Parijs en zonder iemand de
weg of inlichtingen te vragen, spoed
den we ons naar het adres, dat ge
durende onze ganse jeturd had aan
gelokt:
Hotel Ste Marie
Rue de Rivoli
Tachtig-en-drie
Paris.
We konden de kaart van Parijs
wel dromen. Van het mollen-nest,
de Métro, behoefden we geen platte
grond te raadplegen. De openbare
gebouwen en de meeste pleinen en
straten kenden we reeds uit onze
verzameling ansichtkaarten en de
geschiedenis van Frankrijks hoofd
stad met de 18 gekroonde Lodewij-
ken was ons even eigen als de va
derlandse met de 7 gekroonde Dir
ken.
r\at is nu precies dertig jaar ge-
leden en we herinneren ons als
de dag van vandaag, wat onze vader
zei, toen we op de Zuiderstatie te
Brussel hij bracht ons tot Brussel
weg verklaarden, dat we volmaakt
gelukkig waren: „Dat zal nog wel
anders worden!" Die vader van ons
heeft namelijk een groot deel van
zijn leven gesleten aan „de boorden
van de Seine te midden van het
Franse volk", maar of hij het Frans
gepeupel „tant aimé" heeft, als Na
poleon van zichzelf in zijn testament
en op zijn grafscrift in de „Invali
des" getuigde, zouden we niet we
ten. Hij keerde altijd weer graag
terug onder de huiselijke pannen en
bracht dan behalve allerlei Pa-
rijse mode-snufjes en" uitheemse lek
kernijen ansichtkaarden mee vooi*
onze verzameling. Die verzameling,-
welke we voor een zacht prijsje aan
de burgemeester van Parijs willen
aanbieden, omvat ongeveer duizend
stuks. Vooral de stadsgezichten van
vijftig, veertig jaar geleden zijn
merkwaardig voor degenen, die het
Parijs van tegenwoordig kennen.
De boulevards en de Place de la
Concorde lagen bezaaid met paar-
den-vijgen, want het gehele verkeer
van de toen toch al zeer grote stad
werd door bruintjes en blesjes ver
zorgd. Zelfs de omnibussen werden
door paarden getrokken. Schelle
lichtreclames, welke tegenwoordig
op en af golven als de duisternis
valt over Parijs, waren er niet. De
electrische straatverlichting was nog
niet uitgevonden en de boulevards
en de Place de l'Opéra werden spaar
zaam verhelderd door gas-lantaarns.
De Parisiennes trippelden door de
straten in lange rokken, waarvan de
sleep elegant met één hand werd op
genomen en droegen enorme hoe
den, welke met hele bloementuinen
en opgezette vogel-verzamelingen
waren getooid. Zij bedreigden ieder
een met de vlijmende hoeden-pen-
nen, waarmede de taarten op hun
opgestoken haren waren geprikt en
bonden nauwe voiles bm hun ge
zicht om him schoonheid te verho
gen.
Dat alles was toen aarts-modern
en nooit heeft Parijs zich méér licht
stad gevoeld en geweten, als met
die gaslantaarns, die klepperende
paarden op de (houten) straten en
Vrij spoedig meende zij te weten,
dat de dieven tussen 9 en 11 'savonds
hun slag moesten slaan, wanneer de
rangeerploegen afgelost worden,
maar deze wetenschap bracht de die
ven niet in de cel.
De gederailleerde spoorwegmensen
maakten echter een fout. Wanneer
zij een wagon gevonden hadden, die
goederen van hun gading bevatte,
brachten zij soms vijf nachten achter
een in dezelfde wagon in.
Toen de recherche eenmaal dit ge
merkt had, vormde het laatste be
drijf geen moeilijkheden meer.
Met de oneerlijke rangeerders is
ook een aantal helers gearreseterd.
die vreemdsoortig uitgedoste vrou
wen.
Het achterlijkste dorp van tegen
woordig zou er feestelijk voor be
danken terug te keren tot de staat
van de stad Parijs vijftig, veertig
jaar geleden.
Pn toch voelde Parijs zich toenter-
tijd zo geweldig-voornaam en
vooruitstrevend, dat het zijn hoofd
boven de wolken verhief als een to
ren van Babel en meende geen God
meer nodig te hebben. Ernest Renan
publiceerde in de „Revue des Deux
Mondes" zijn „Leven van Jezus",
waarin hij bewees en hij werd
erom bewonderd door alles wat
zich vooruitstrevend noemde dat
het hele verhaal een verzinsel was.
Het baatte niets, of de Kerk het boek
onmiddellijk op de lijst van verbo
den boeken (de Index) plaatste, want
de Kerk was in het licht van die
moderne gaslantaarns, een oord van
volstrekte duisternis. Naderhand is
met Renans bewijs flink de draak
gestoken, want, bewijzend in de
zelfde trant waarin Renan bewees
dat Jezus een verzinsel was, heeft
men afdoende bewezen, dat Napo
leon ,,n' a jamais existé", dat ook
Napoleon nooit bestaan had. Dat
was de Fransen toch te kras van
Napoleon tenminste! maar intus
sen was de twijfel gezaaid en wa
ren de geesten verdwaald.
Wij vinden het natuurlijk super-
belacheliik, dat „Parijs" verkondigde,
dat er geen God bestond, omdat de
gas-lantaarns, met gloeikousjes, wa
ren uitgevonden. Die Paryzenaars
van toen, die smalend hun neus op
trokken voor alles wat God of Kerk
heette, omdat zij geloofden in de
wonderen der techniek, verbaasden
zich in hun achterlijke bekrompen
heid zó over de technische vooruit
gang van hun dagen, dat zij Chris
tus overboord van hun schip wier
pen (het wapen van Parijs is een
schip) zonder te bedenken, dat
Christus kalm over de golven blijft
wandelen, zoals Hij deed op het meer
van Genesareth. Dat heeft niets met
techniek, maar wel iets met godde
lijkheid te maken. Zij sloten hun oog
voor de wonderbare verschijnings
vorm der natuur, Gods schepping, en
aanbaden de, nu zo kinderachtig en
ouderwets bevonden technische men
selijke vooruitgang van gaslantaarns
en het eerste „rijtuig zonder paar
den".
Die burgerlijke bekrompenheid en
zelfgenoegzame ingenomenheid
over technische middelen en men
selijk kunnen is vanuit het toen
maals toon-aangevend Parijs over de
gehele wereld uigewaaierd. Het is
een oogziekte, die alom besmettelijk
heeft gewerkt. Het is wel aardig en
vernuftig, wat de moderne techniek
(welke over 20 jaar ook weer hope
loos verouderd is) heeft bedacht,
maar het is voor het geluk der mens
heid van geen belang. Wij zijn niet
gelukkiger mèt de radio als wij wa
ren, toen er nog géén radio was. De
Parijzenaars bij gaslicht waren niet
ongelukkiger dan de Parijzenaars bij
electrisch licht. De technische voor
uitgang speelt in het menselijk ge
luk blijkbaar geen rol, tenzij dat hij
ons ontevreden maakt en oppervlak
kig en ons belet in stilte na te den
ken over de dingen, welke een mens
dan wel nu en vroeger geluk
kig maken. Een mens, ieder mens,
is, terwijl de straaljagers door de
lucht gieren en men hier en daar
ijverig bezig is de aarde tot atoom -
cntploffing te brengen, een hoogver
heven wezen, in rangorde „weinig
minder dan de^ engelen", een wezen,
dat niet helemaal op deze aarde thuis
hoort, maar met zijn geest boven de
wolken uitschiet om rustplaats te
vinden in de Geest, die hem heeft
geschapen. Daar is de bronader van
zijn geluk te vinden. Gaslantaarns
of hefschroefvliegtuigen (ook een
van die dingen, waar wij over 10
jaar om zullen gillen van pret) spe
len als voorwaarden voor menselijk
geluk evenmin een rol als de dames
mode. Een mens verlaagt zichzelf
aan al deze wispelturige wissewassen
veel aandacht te besteden, want voor
eindeloos hoger is hij geboren. Dat
hogere, onze verstandhouding tot
God, moest in ons leven de voor
naamste plaats innemen.
Dat alles vonden we in de an-
sichtkaarden-doos, welke we de bur
gemeester van Parijs tegen betaling
van zoveel franken willen aanbie
den!
MARIUS.
(Door CHARLES BRUCE)
Nadruk verboden.
56)
Het pad maakte plotseling een
scherpe bocht en voor hen glinsterde
Ben rustige, brede rivier, die in elke
rimpeling van het water het maan
licht opving en weerkaatste.
Een schreeuw van de andere oever
ging het verward roepen van ver
schillende mannenstemmen vooraf.
Simuk antwoordde en wierp zich
hals over kop in de rivier.
„Siapa?" klonk het hees van de
overkant.
„Wij komen van Pulangga", ant
woordde Simuk.
„Er zijn er maar twee. Twee vrou
wen, korporaal," viel een stem haar
in de rede. „Zal ik de poort maar
open doen?"
,31yft op je post en houdt de
wacht. Het kan wel een list zijn. Ik
telf zal naar de poort gaan."
Ook Stella was inmiddels in het
water gekomen. Zonder aarzelen
irolgde ze Simuk. Nee, ditmaal had
se geen oog voor de grote kringen,
die langzaam vervloeiden. Ze voelde
evenmin, hoe vreselijk koud het was.
Ze wist alleen, dat ze zich haasten
moest om aan de overkant te komen
waar een platgetrapte dam het punt
aanwees, waar men tegen de steile
oever op kon klimmen. Eindelijk
stonden ze voor de hoge verschan
sing. Met bonzende harten en knik
kende knieën stonden ze te wachten
totdat de poort langzaam open
zwaaide. Hand in hand strompelde
de twee meisjes naar binnen. Ze wa
ren zo moe, zo zwak, dat ze niet
eens erg hadden in de geladen kara
bijn die Ampau uit alle voorzorg
op hen hield gericht.
„Wie zijn jullie. Halt!" schreeuwde
Ampau.
„Breng ons onmiddellijk naar de
Toean", beval Simuk. „Ken je ons
dan niet dat je zo dwaas bent om 'n
geweer op ons te richten. Twee vrou
wen, moet jij die zo verwelkomen?
Houd je kogels maar gereed voor de
kerels, die achter ons aan zitten."
„Ha!" riep Ampau, „het zijn wer
kelijk vrouwen. Ze hebben de waar
heid gesproken", ging hij verder,
toen hij onder Stella's inlandse kle
ren een rijpak had ontdekt, „een van
beiden is de missy."
„Zwijg toch, idioot," flapte Simuk
er uit. „Roep liever de Toean. Hij is
toch hier, nietwaar?"
„Wat is dat allemaal voor lawaai,
Ampau?" schreeuwde Desmond, ter
wijl hij uit zijn hut kwam gelopen,
zijn vinger om1 de haan van zijn re
volver. „Grote God! Stella! Miss
Temple! Wat een uitkomst! Lief
kind, daar ben ik blij om! Ik had
niet durven hopen, u zo spoedig te
rug te zien." Hij wendde zich toen
tot Simuk en vroeg haar zenuwach
tig: „Wat is er gebeurd? Hoe heb je
haar weg kunnen krijgen?"
„Later, Toean .later. Daar hebben
we nu geen tijd voor. De missy is
heel uitgeput. Ze moet eerst ver
zorgd worden. U zult eens zien, hoe
ziek ze nog zal worden. Als dat alle
maal in orde is, zal ik de Toean alles
haarfijn vertellen."
Stella stond hem als in een droom
aan te zien. Ze wankelde, stiet een
vage snik uit en viel bewusteloos op
de grond.
„Vlug, Toean, breng haar onmid
dellijk naar uw sulap. Ik ben te moe
om haar zelf te dragen. Roep al uw
mannen op de been. Ze zaten ons
achterna ze zaten ons op de
hielen ik zal wel op haar letten!"
Desmond bukte zich en nam de
slappe gestalte uit Simuks armen
aan. Stella's hoofd viel achterover en
toen hij haar in het gezicht zag, be
merkte hij eerst, hoe bleek en ver
moeid ze er uit zag.
„Arm kind" dacht hij. „Wat een
hel moet ze niet hebben doorge
maakt." Met uiterste zorg legde hij
haar op het harde veldbed waarvan
hij juist was opgestaan.
„Jij wilt haar zeker wel een tijdje
verzorgen, Simuk?" sprak hij, ter
wijl hij zich weer gereed maakte om
te verdwijnen. „Ik moet eerst zien
wat er buiten aan de hand is. Ik
kom zo spoedig mogelijk terug om
haar naar haar eigen sulap te bren
gen. Hier heb je mijn veldfles en
daar heb je wat eau de cologne. Geef
haar voorzichtig wat brandewijn te
drinken en wrijf haar slapen met die
eau de cologne in."
Een wilde kreet en een salvo der
politie maakte een einde aan zijn
rede.
„Ik ben zo terug," riep hij haar
nóg na toen hij al buiten stond, op
weg naar de verschansing. Hy hoor
de Ampau schreeuwen.
„Timbak, timbak, zorg dat ze niet
over het water komen."
Toen hij zich een ogenblik boven
de verschansing waagde, om te zien
wat er aan de hand was, waarschuw
de Ampau hem met_ een schreeuw,
in welk gevaar hij zich bevond.
i,Toean, blijf daar niet staan. Ze
schieten met hun vergiftige pijlen.
Kijk maar!"
Inderdaad kwam een hele zwerm
van de venijnige pijltjes over en te
gen de houten borstwering, waar
vier politiemannen door de kijkgaten
lagen te vuren.
„Schiet door," schreeuwde hij.
„Hier, geef mij jouw geweer eens,
Junit! Ik moet een paar van die hon
den over hoop schieten." Hij greep
de karabijn en stopte een patroon in
de kamer. Schot na schot dreef hij
in het zwarte gezicht van de jungle
tegenover hem. Maar toen na enkele
ogenblikken de eerste koorts gewe
ken was, kwam hij weer tot bezin
ning. „Grote God, ik kan me nu
voorstellen, dat iemand na zoiets een
amokmaker wordt. Ik moet er mee
uitscheiden, want anders wordt ik
nog razend. Hei, niet meer schieten,
Ampau, Berhenti dahulu berhenti".
De echo's botsten tegen de heuvels
en niets hoorde men meer dan het
geplas van de golfjes in het water.
„Hoor je niets meer," fluisterde
Desmond tegen Ampau.
„Niets, Toean. Zij zijn vertrokken.
Ik vermoed, dat het hen verrast
heeft, dat wij ze op stonden te
wachten. Maar we moeten oppassen.
Ze zullen wel ergens proberen over
te steken. Als ze ons van de jungle
uit aanvallen, zou het er slecht uit
kunnen zien. Ik weet op geen stuk
ken na met hoevelen ze zijn."
„Wat denk je?"
„Hoogstens zeven of acht hebben
zich laten zien, Toean. Dat zijn de
stoutmoedigsten geweest, de waag
halzen. Et zullen er heel wat meer
zijn, wees daar maar zeker van."
„Hebben we er een paar té pak
ken gekregen?"
„Ik heb een kerel horen schreeu
wen. Meer niet."
Desmond nam hun kleine verster
king in ogenschouw. Het was een
knap stukje werk, vooral voor de
korte tyd, die men er aan had be
steed.
„We kunnen hier in ieder geval
weerstand bieden," dacht hij hardop.
„Goddank, dat het over een uur al
dag is."
Hij deed even de ronde langs de
uitgezette wachten. Spoorde ze stuk
voor stuk tot nieuwe waakzaamheid
aan en kroop toen naar de hut,
waar Stella lag, zijn Stella. Hij ken
de zijn vreugde niet, dat Pulangga
zich zo spoedig van zijn taak had ge
kweten en verlangde vurig naar het
verhaal van haar ontsnapping. Hij
luisterde een ogenblik en riep toen
zachtjes naar Simuk. Hij luisterde.
(Wordt vervolpr3