Het onbekende Franse Limetz wordt door jongeren van Nederland ontdekt Spoorwegen groeiden ten koste van het wegverkeer LEIDEN OP ZOEK NAAR VREEMDGEBIED Leidse ploeg vertrekt de volgende week naar het kleine plaatsje ten Westen van de Lichtstad Geen roman DE HERBOUW IS NU VOLTOOID ZOALS U HET NIET ZIET ZATERDAG 25 *ULI 1953 COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 ÏN een dalkom aan de be- nedenloop van de Seine, ten Noord-Westen van Pa rijs op de grens van Nor- mandië ligt een klein plaatsje, Limetz, dat zelfs op de best bijgewerkte atlaskaart niet te vinden is, maar dat, onbekend aan de buitenwereld, toch een eigen leven leidt, waarover wellicht een roman te schrijven zou zijn, die, wat charme en spanning be treft, zou kunnen wedijve ren met zijn grote zuster Parijs. Maar wij willen geen roman schrijven over Limetz, omdat wij het plaatsje nog slechts kennen van verhalen en gesprekken. De schaar se foto's, die er van in omloop zijn, vertellen over kleine dorpsstraatjes en ouderwetse huisjes, over dromi- ge landschappen met als achtergrond een machtige heuvelbescherming en over een klein kerkje, dat het cen trum van dit kleine plaatsje met zijn 500 inwoners vormt. Kenners, die het weten Het kleine kerkje vormde in vroe ger tijden ook het geestelijke mid delpunt van het kleine plaatsje en de zorg, waarmede de monumenten zorg van Frankrijk thans nog ver schillende delen van dit Godshuisje omringt, toont aan, hoe liefdevol en vaardig de kunstenaarshand was, die eens dit geestelijke centrum voor Limetz schiep. Nu Frankrijk en de Kerk ter sprake zijn, weten de meeste Ne derlanders al precies, wat er alle maal aan de hand is. Het historisch zo roerige Frankrijk is volledig ont kerstend weten zij te vertellen. Frankrijk is geen katholiek land meer; men gaat er Zondags niet meer naar de kerk; men.... Deze opsomming van gebreken en falen kan voortgezet worden tot een zwarte litanie van schuld, waaron der het Franse volk verpletterd dreigt te worden, maar pastoor Smitz, die reeds vele jaren de gees telijke vader van Limetz is, denkt over de toestand een beetje anders. Onmiskenbare opleving Jaren geleden trok pastoor Smitz, wiens broer in Leiden lange tijd herder van de Hartebrugparochie is geweest en thans in de pastorie van de St. Leonardus verblijft, naar het kleine plaatsje in het gederailleer de Frankrijk, dat kampte en nog steeds kampt met een schrikbarend tekort aan priesters. Hij kwam in Limetz met een rijke ervaring, want voordien was hij reeds zielzorger geweest in Polen en Denemarken en de ondervinding had hem mild en vol begrip ge maakt. Toen wij de pastoor, die- thans voor een korte vacantie in Neder land vertoeft, spraken, wees hij op de grote moeilijkheden en de zwa re tijden, die Frankrijk heeft door gemaakt. Hij was van mening, dat de oudste dochter der Kerk haar dieptepunt gepasseerd is en dat on der de jongeren een onmiskenbaar réveil, een wederopleving, te con stateren valt. Onaangetast door de tijd Speciaal sprak de pastoor over Limetz en de omliggende plaatsjes, die tot zijn parochie-gebied beho ren. Limetz is een kleine plattelands gemeente, waar de tijd geaarzeld heeft, waar het leven verstild is en de techniek slechts schuchter zijn sporen drukt. De bevolking leeft van gemengd bedrijf en de grond is rijk genoeg om het gebrek te weren, maar te gen. Des winters sluimert het plaatsje en wordt slechts uit zijn slaap wak ker geschud door een jachtpartij in de aangrenzende bossen. De mannen drinken 's avonds hun glaasje wijn in de ouderwetse her bergjes en de jeugd speurt naarstig naar gelegenheden om een „bal" organiseren. De reizende bioscoop, die eens per week in een klein zaal- stad vertoont, completeert het uit gaande leven van Limetz in win tertijd en des 's avonds om 10 uur zijn ook de bewoners van het stadje ingesluimerd om 's morgens in alle vroegte weer hun werk in het stille stadje te beginnen. De pastorale der Parijzenaars Wanneer echter de eerste felle zo- merzonnestralen het asphalt van de Links: Een greep uit de rijke om geving van Limetz, waar Leidse jon geren de komende week naar toe zullen trekken. Rechts: In de bijgaande reportage wordt geschreven, dat de foto's over Limetz schaars zijn en daarom pu bliceren wij hier een foto van het dorpsstraatje van Vétheuil, een klein plaatsje vlak bij Limetz. Parijse straten kleverig en de „me tro" tot een beproeving maakt, ver andert het leven in Limetz volko men. Grote groepen Parijzenaars trekken naar buiten en in hun zo merhuizen en huisjes, waarvan er verscheidene te Limetz staan, ont vluchten zij de drukkende en ru moerige stad om van een landelijke zomer te genieten. Het merkwaardige is echter, dat deze toeristen de sfeer van het plaatsje niet aantasten. De inwoners van Limetz gaan zich niet „touris- tisch" instellen; zij gaan onver stoorbaar voort met het oogsten van hun vruchten en het verzorgen van hun vee. De Parijzenaar wordt vol komen aan zijn lot overgelaten en schijnt dit bijzonder te waarderen. Hij voelt zich geen gast meer, maar volkomen opgenomen in de kleine gemeenschap; hij voelt zich thuis. De zomertijd in Limetz brengt evenals in practisch alle Franse plaatsjes de jongemannen in schu ren en op kleine zoldertjes om daar hun race-fiets aan een nauwkeurige inspectie te onderwerpen en de eer ste zomerse dag betekent vast en zeker de opening van het wieler sportseizoen. Het tijdperk waarin een vertegen woordiger van de spoorwegen bijna wekelijks tot ons sprak voor de ra dio is verstreken. Maar meer dan ooit spreken nu zware moderne trei nen dagelijks tot ons wanneer zij duizenden vacantiegangers naar hun lustoord brengen. De tijden waarin elke Nederlander met een soort me delijden naar de spoorwegen keek, zijn voorbij. De herbouw mag men als voltooid zien, de modernisering is een groot succes geworden dank zij het electrificatieplan. Voor de spoorwegen mag men het als een geluk zien dat na de oorlog een groot deel van het materiaal niet alleen economisch maar ook technisch .volkomen versleten was. Voor de vervanging door een nieu we uitrusting ging men rekenen. Reeds voor de oorlog bleek electri- ficatie een besparing te geven van ongeveer 20 procent van de tractie- kosten. Er was bovendien een be hoefte aan grotere snelheid om aan de concurrentie van het wegverkeer het hoofd te kunnen bieden. Het groeiend verkeer eiste een groot aantal treindiensten per dag. Een electrisch motorrijtuig trekt zeer snel op en maakt een verklei ning van de trein mogelijk met op voering van het aantal diensten. En op die mogelijkheid zat men te wachten. Men reist in Nederland kleine afstanden, die zeer dikwijls moeten worden afgelegd. Veel stop tijden en stopplaatsen dus, waardoor men grote behoefte had aan locomo tieven, die snel konden wegtrekken wanneer ze tot stilstand waren ge bracht. Meer ritten, dikwijls stoppen, kleine treinen, deze wensen brach ten de electrische motorrijtuigen i ons land. Er waren meer voordelen, die om het electrische vervoer rie pen. De electrische trekpaarden kunnen 23 van de 24 uren in een et maal dienst doen. Zij hebben een constante trekkracht bij grote snel heid, die bij de stoom afneemt. Ook moet de stoomlocomotief telkens ko len laden, terwijl de electrische zijn kracht voortdurend uit de centrale betrekt. Het kerkje van Limetz, dat in vroeger tijden het geestelijk middel punt van het kleine plaatsje met zijn nauwelijks 500 inwoners was, is de bevolking nog steeds erg dier- baar en zij zouden het niet graag willen missen maar het slijt momenteel meer door rust, dan door druk gebruik. Men spaarde verder arbeidskrach ten uit door aanwending van één man bedieningspersoneel in plaats van twee. Men kon de kolen opslag plaatsen, de waterinstallaties en laadinrichtingen verwijderen. Min der roet en smeer, een schone trein, die met grote snelheid het land door kruist is het resultaat van de elec- trificatie. Meer vervoer Het gevolg is een geweldige toe neming van het reizigersverkeer ge weest, die blijkens een recente pu blicatie variëert van tien tot zestig procent. Er rijden thans bijna twee maal zoveel treinen per km-baan- vak als een kwarteeuw geleden. Kort gezegd: de electrificatie van de spoorwegen is voor Nederland een groot succes geworden. Met Zwitserland bezitten wij het meest geëlectrificeerde en meest moderne spoorwegapparaat van Europa. Is dat even een gelukkige positie voor ons groeiend toerisme? De kostenzijde geeft ook niet veel reden tot mopperen. Een electrisch spoorwegnet kost een derde deel aan kolen vergeleken me. de stoom- tractie. Maar het kost nog kolen, die peperduur zijn geworden. De kolen- eenheid van Europa heeft daarop nog ongunstig gewerkt. Nieuwe prijsverhogingen schijnen aanstaan de te zijn. Tariefsverhoging Zal het reizen per trein nog duur der worden? Economisch denkende spoorwegmannen kunnen soms pein zend staan bij een diesel, die met olie gestookt wordt en die in de verbeterde uitgaaf zo uitstekend voldoet. De dieselolie is in verhou ding veel minder in prijs gestegen dan het zwarte goud. Van een volledige electrificatie van ons spoorwegnet zal dan ook wel niets komen. De diesels zijn goedkoop in het gebruik en voldoen uitstekend. Het zal bovendien de militaire kwetsbaarheid van het spoorwegnet verminderen wanneer men niet geheel op stroom is aan gewezen. In een nogal spannende tijd moet men tenslotte overal aan denken. Uit verslagen van het spoorweg bedrijf, uit de stijgende vervoerscij fers, uit de kwaliteit van het mate riaal moet men wel de indruk krij gen, dat het onze spoorwegen naar den vleze gaat. Dit is de vrucht van een vooruitziende blik, van organi satietalent en de goede koopman schap, waarmee men onze spoorwe gen na de oorlog weer populair heeft gemaakt onder het publiek. Maar ook heeft de grote concurrent, de auto de harde klappen geïncasseerd, hoofdzakelijk door de economisch- financiële politiek van de overheid. Auto in de verdrukking De benzineprijs in dit land is vrij hoog. De uitbreiding van een mo dern wegennet is zeker niet met zo grote doortastendheid aangepakt als mocht worden verwacht na de oor log. Hoge invoerrechten en eén bij na ondraaglijke wegenbelasting dringen het gebruik van een auto ïn de luxe hoek. Maakt men tweeduizend gulden treinkosten per jaar dan kan men die fiscaal tot bedrijfskosten reke nen. Uitgaven voor een auto worden geacht tot een zeker bedrag voor privé-rekening te komen, tenzij het tegendeel onweerlegbaar bjijkt. De particuliere busdiensten zijn prac tisch geheel door de spoorwegen op gekocht, al dan niet onder bescher ming van de overheid. Wanneer men al deze factoren in de spoorwegbeschouwing betrekt, dan moet men zich afvragen of, ge zien de kunstmatige toevoer van klandizie aan het spoorwegvervoer, dit alles niet de uitkomst is van een eenvoudig rekensommetje. Spoorweg- en autoverkeer ver richten beide in ons land een nut tige functie. Beiden hebben goede bestaansmogelijkheden. Bij de ver deling der nationale.lasten worde de druk niet eenzijdig op het wegver keer gelegd. Indien men de belastingriem op het autoverkeer eens enkele scha kels meer ruimte zou laten, werd er wellicht onzichtbaar een fundament gelegd voor een geheel nationale in dustrie van personenauto's, waarte gen thans een voldoende economi sche veerkracht bestaat voor het spoorwegverkeer. De Kerk in het midden? Zo hebben we onder leiding van pastoor Smitz heel oppervlakkig de buitenkanten van het leven in Li metz afgetast en ten slotte komen we terecht bij de kern van het plaatsje, het kleine kerkje. De pastoor zucht eens. „Er was een paar jaar geleden", zo vertelt hij, „een vooraanstaande autoriteit van het katholieke leven in Neder land, die een maand door Frankrijk zwierf, naar Holland terugkeerde en met grote rapporten en uitgebreide lezingen te kennen gaf, dat hij het Franse probleem op zijn diepte ge peild en doorgrond had. Het jaar daarop kwam hij weer naar Frank rijk en nu bleef hij er drie maan den. Terug in het vaderland schreef hij geen rapporten meer en vertel de alleen maar, dat hij er niets van begreep. Vanaf die tjjd komt hij ieder jaar terug en hij zoekt nog steeds en steeds vindt hij weer nieuwe facetten, die hij vroeger over het hoofd gezien heeft. Franse bril Men kan Frankrijk en zijn bevol king zo vertelt de pastoor verder niet door een Nederlandse bril bekijken; men kan geen vergelij kingen trekken met Nederlandse toestanden; men moet Frans met de Fransen worden om hen te kunnen begrijpen en beoordelen. Inderdaad geeft de pastoor toe geven de Fransen soms erg t nig blijk van hun katholiciteit. Men trouwt voor de pastoor, de kinderen worden gedoopt en doen hun Eerste Heilige Communie en als men dreigt te sterven wil men ook graag een priester bij zich hebben. Voor de rest zijn er niet zo heel veel ken tekenen van hun geloofszin. Te gemakkelijk Dit is geen uiting van( vijand schap tegen de Kerk, men neemt het alleen maar te gemakkelijk op; men vindt gauw een excuus om zijn plichten niet na te komen. Opmer kelijk is daarnaast weer, dat zomers de Parijse gasten, die 's winters ook de kerken in de lichtstad leeg la ten, vrij geregelde bezoekers van het kerkje zijn. Het laatste jaar is er in het paro chiële leven van Limetz het een en ander veranderd. Een klein kinder koortje onder leiding van een 19- jarig meisje, zingt des Zondags de Hoogmis en enige goed katholieke families die het in Frankrijk op merkelijke aantal van 5, 6 en meer kinderen tellen hebben zich in Limetz gevestigd en geven het kerkje meer leven. LeidenLimetz Zo is Limetz en zo zijn honder den, duizenden andere plaatsjes in Frankrijk, die door de landkaarten vergeten worden, maar die toch een geheel eigen leven leiden en die een gesloten gemeenschapje vor men. Het is echter geen toeval, dat wij juist bij dat kleine plaatsje aan de Seine beland zijn geraakt, want ka tholieke jongeren uit Nederland hebben de afgelopen jaren tijdens hun vacantie een band naar dit kleine plaatsje geweven, die ieder jaar sterker wordt en die een uit wisseling biedt op velerlei gebied. Enkele tientallen Leidse jongeren zullen komende week ook naar Li metz trekken en daar pogen deze band wederom te versterken. Over hun werk en hun belevenissen daar hopen wij u de volgende week in een speciale dagelijkse rubriek meer te vertellen. 11/IEN BEHOEFT vandaag niet lang te zoeken: dit is een hofje. Een echt hofje, compleet met hardste nen pomp in het midden van een prachtige tuin vol bloemen. Maar welk hofje? Hoe heet het enige hofje in Leiden, dat op zijn pomp een stenen schaap heeft staan? Laat ons niet langer in raadselen spreken, deze pomp staat in het Eva van Hoo- geveenhofje in de Doelensteeg. Een prachtig hofje, knus en stil, verwij derd van het grote wereldrumoer. De bewoonsters „kuise maagden en eerzame weduwen", zoals het opschrift boven de toegangspoort vermeldt leven er hun stille le ventje, dat slechts nu en dan nog maar in aanraking komt met de maatschappij. „Komt U straks een kopje thee drinken?" vroeg de wed. Van den Bosch, toen zij ons fotograferend bezig zag. Dat hebben we gedaan en ondertussen werden we ingelicht over het wel en wee van de bewoonsters. Meent niet, dat de dames in een hofje geen proble men hebben; het hofje is een ge meenschap op zichzelf, een klein wereldje, waarin de gebeurtenissen afmetingen aannemen die omgekeerd evenredig zijn aan de afmetingen van deze in ons oog zo rustige encla ve. (Foto: ,,De Leidse Courant").

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1953 | | pagina 5