Tussen de dennen van Overloon
wordt een oorlogsveld bewaard
LEIDEN
HERINNERING AAN BANGE WEKEN
De aarde wordt niet bedreigd door
overbevolking of massale armoede
ZOALS U HET NIET ZIET
ZATERDAG 18 JULI 1953
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
Een lichte, blauwe nevel,
1 die 'n naderend onweer aankondig
de, kroop bijna ongemerkt voort tas
sen de talrijke dennen van het 14 ha
grote bos, waarin het Nationale Oor
logsmuseum te Overloon is gevestigd.
Er waren weinig bezoekers. De gids
leidde een afdeling van de luchtmacht
rond en slaagde er niet in mis
schien door de ondragelijke hitte
om de indruk te wekken, dat hij zijn
grapjes voor het eerst vertelde in
plaats van voor de tienduizendste
keer. De man deed niettemin zijn
plicht. Hij liet zich niet uit het veld
slaan en bleef zijn verhaaltje rap af
draaien. Zijn gehoor, dat niet on
dankbaar wilde zijn, beloonde 's mans
activiteit door af en toe een collec
tief gegrinnik voort te brengen.
Buiten de militairen en enkele
andere bezoekers bevonden zioh in
het museum twee mannen, die wel
even aan de vergetelheid ontrukt
mogen worden. De een was een goede
zestiger, die zijn vrouw inlichtte
over het oorlogstuig, dat overal tus
sen de dennen intact of aan flarden
geschoten, uitgestald staat. Bij de
oude kanonnen uit de eerste wereld
oorlog maakte hij wanhopige geba
ren. Met zulke rommel kon je in
1944 geen oorlog en zelfs geen slag
winnen. Daar zou een Napoleon door
verloren hebben! En hij was geen
Napoleon. Hij was een hoge officier,
die de Duitse troepen commandeerde
tijdens de grote slag bij Overloon.
De ander was een minder militaire
figuur. Hij was ongeveer 35 jaar, ge-
kleed in een sportcostuum, en toon
de bijzondere belangstelling voor 'n
bepaalde tank..
Een ontdekking.
Op een gegeven ogenblik kruiste
de jongeman het pad van de gids en
na een kort praatje deed de laatste
de ontdekking van de dag. Hij riep
de militairen bijeen en stelde de
jongeman, een Engelse huisarts, die
de grote slag had meegemaakt, aan
hen voor. Maar veel kon de Engels
man niet vertellen. Hij reed destijds
in een tank, die nu als een ver-
wongen hoop staal tussen de bomen
staat. Hoe het precies ging? Hij haalt
zijn schouders op. We reden hier en
plotseling hoorde ik een geweldige
explosie. Toen ik weer bijkwam lag
ik in een ziekenhuis en vernam daar,
dat ik de enige overlevende was. In
Engeland heb ik nog een jaar in 'n
kliniek moeten doorbrengen en
sindsdien heb ik een trekbeen. Een
souvenir!
Intussen heeft ook de Duitser zioh
bij het gezelschap gevoegd en door
de gesprekken die dan ontstaan, kan
men zich een beeld gaan vormen van
hetgeen zich in Overloon heeft af
gespeeld. De vele tanks, granaat-
en vlammenwerpers zijn ineens geen
dood materiaal meer. Vier geallieerde
divisies en een Duits allegaartje van
S.S., Valschermjagers, Luftwaffe en
Hitlerjugend, hebben hier drie weken
lang een van de grootste tankslagen
uit de laatste wereldoorlog gevoerd.
nier de vrijheid zou herwinnen.
Dagenlang zagen de burgers vluch
tende Duitse troepen uit België en
Frankrijk langs .trekken, maar helaas
werden deze troepen opgevangen
en opnieuw ingedeeld. De v/estelijke
Maasoever zou niet zonder meer wor
den prijsgegeven. Op 24 September
zijn de Duitse troepen in Overloon
terug en beginnen zich in te graven.
De 7e Amerikaanse tankdivisie wordt
er naar toe gestuurd, maar op 7 km.
van het dorp komt deze eenheid door
onvoldoende voorraden tot stilstand.
Voor de Duitsers betekent dat een
belangrijke adempauze, waarvan
een goed gebruik wordt gemaakt.
Zo ging het niet
Links: Tank in actie te Overloon
(1944).
Rechts: Amerikaans kanon uit 1914
'18, door de Duitsers gebruikt in
1944.
Onder: Zusters op het Engelse
Kerkhof.
De wankele stellingen worden ver
sterkt met gepantserde eenheden,
waaronder de beruchte Tijger en
Pantertanks. Drie dagen later
moeten de burgers evacueren met
achterlating van al hun bezittingen.
Ouden van dagen worden meege-
zeuld op kruiwagens, maar het ge
weld is sneller Tijdens de evacuatie
breekt de strijd reeds los. Over en
weer bulderen de kanonnen. De
stoottroepen raken slaags en onder
de burgers vallen de eerste slacht
offers.
Taaie verdediging
Op 30 September verschijnen de
Amerikaanse Sherman-tanks ten to
nele en daarmede wordt het begin
van de grote tankslag ingeluid. On- j
der het geloei van het Duitse af-
weergeschut dringen de Amerika-1
nen op. Enkele gehuchten aan de
rand van Overloon vallen en op 3
October meldt het Amerikaans le-
gerbericht, dat de slag in een over
winning is geëindigd. Een beetje
voorbarig. De Duitsers hebben zich
in de bossen opnieuw hersteld en in
een alles overrompelende aanval
worden de Amerikanen teruggesla
gen naar de plaats, waar zij drie da-
gen tevoren de strijd begonnen.
De volgende dag komen de Ame
rikanen terug. Honderden tanks
denderen naar de frontlijn. De S.S.
heeft echter niet stil gezeten. In de
nacht zijn grote mijnenvelden aan- j
gelegd, waarin vele Amerikaanse
cm. anti-tank geschut. De tanks, die
er door komen worden opgewacht
door fanatieke jeugdige S.S.'ers in
eenmansgaten en bekogeld met slin-
gerbommen, werpmijnen en magne
tische kleefladingen. Als de avond
daalt hebben de Amerikanen zich
teruggetrokken met achterlating van
450 gesneuvelden en 79 kapotte
tanks.
I
Versterkingen
Na deze débacle wordt tenslotte
op 12 October een aanval ingezet,
die resultaat moet hebben. Op Ven-
ray worden twee hevige bombarde
menten uitgevoerd om de Duitse toe
voerwegen te verstoppen en tege
lijkertijd breekt boven Overloon een
geweldige granaatregen los. In en
kele uren worden de restanten van
het dorp door 100.000 granaten ver
pulverd. Dan volgt de aanval van
de infanterie, die voorafgegaan wordt
door mijnenvegers en tanks. Nog
Aanvankelijk leek het erop, dat tanks blijven steken.- Andere wor-
Overloon op een gemakkelijke ma- 1 den een prooi van het trefzekere 7,5 I
twee dagen weten de Duitsers vol
te houden. In de puinhopen bieden
zij tegenstand. Eén enkele Duitse
scherpschutter ziet kans om 32 sol
daten en een kapitein te doden, al
vorens hij zelf onschadelijk wordt
gemaakt. Zelfs in de bossen moet
iedere boom veroverd worden. De
Hitlerjugend, bewapend met schop
pen, moet man voor man worden
neergeschoten, daar niemand zich
wil overgeven.
En ondanks alles wordt het ver
bét niet gebroken.
De luchtmacht moet er aan te pas
komen en met phosphor wordt het
dorp platgebrand. Dan is Overloon
op de 14de October eindelijk geval
len en trekken de troepen op in de
richting Venray.
Dat is in het kort de gigantische
strijd, welke gevoerd werd om een
Brabants Peeldorp, dat in de sfeer
der landelijkheid verborgen lag tot
het eind 1944 plotseling zo'n treuri
ge vermaardheid verwierf.
Herinneringen
De herinnering aan de doorge
maakte verschrikkingen wordt vast
gehouden in het oorlogsmuseum.
Men heeft er een idee van het strijd
toneel. Alle tanks zijn er vertegen
woordigd en men krijgt een indruk
van de kracht van het afweerge
schut, als men de gehavende stalen
kolossen bekijkt.
Anton Zischka schreef verfrissend boek
huis te Tilburg en dat sinds enige
maanden bij de boekhandel verkrijg
baar is, werd rijk geïllustreerd met
foto's.
Tussen de sombere voorspellingen
van deze tijd werkt het als een ver
ademing en kan voor het moede
Europa een stimulans zijn de toe
komst met meer vertrouwen tege-
moet te treden.
Tunnel bij Donje, (Zweden) geperst
met behulp van luchtdruk.
De wereld blijft rijk!
In een kloek en prettig geschre
ven boekwerk heeft de bekende
auteur Anton Zischka de wereld
van 1953 die gebukt gaat onder
de geruchten ven dreigende overbe
volking en toekomstige voedselte
korten op grote schaal een hart
onder de riem pogen te steken en
naar onze smaak is deze poging zeer
goed geslaagd.
Zischka schreef op populair-we-
tenschappelijke wijze „De wereld
blijft rijk", waarin hij het defaitisme
van deze tijd een gevoelige klap toe
brengt en alle geruchten van over
bevolking en dreigende armoede
Met dit apparaat werden de mijnen opgeruimd.
naar het rijk der fabeltjes verwijst.
Het werk is veelomvattend en al
moge door de hoeveelheid van on
derwerpen de intensiviteit van ieder
een weinig geleden hebben, toch
geeft het boek in vogelvlucht een
overzicht van de enorme mogelijk
heden, die de aarde nog verborgen
houdt en die nog in het geheel niet
of in zeer geringe maten door de
mensheid benut worden.
In een vrij lange inleiding legt de
schrijver het fundament voor zijn
betoog door met een historisch over
zicht de dynamische kracht van de
mensheid door alle tijden en in alle
landen bijna schematisch uiteen te
zetten.
De historicus zal over dit essay
wellicht minder enthousiast zijn,
maar het is kennelijk de bedoeling
van de schrijver niet geweest deze
inleiding tot een wetenschappelijk
perfect geheel te maken; hij heeft
het slechts nodig als start.
Is deze start eenmaal geslaagd,
dat voert het werk de lezer mee
naar onbekende gebieden, die soms
het gehele leven binnen zijn bereik
zijn geweest, maar die hij eenvou
dig niet opgemerkt heeft.
Het prettige van Zischka's betoog
is, dat het voortdurend met de mo
gelijkheid rekening houdt tegen vol
slagen leken te spreken. Daarom be
gint ieder nieuw onderwerp met een
korte ontwikkelingsschets en ver
mijdt het toch zoveel mogelijk vak
terminologie. Hierdoor kan de ont
wikkelde leek Zischka volgen op zijn
betoverende tocht door het onbe
kende wonderland, dat soms zo
dichtbij is, maar waarvan de mens
de toegang zo dikwijls achteloos
voorbij gaat.
Het zwaartepunt van het werk
ligt bij de energie- en materiaalbron
nen, die uiteraard dikwijls ineenlo
pen; het toont aan, dat lucht en wa
ter, dat zand en natuurlijke bewe
ging nog steeds te weinig onderge
schikt worden gemaakt aan 's men
sen welvaart; het is een pleidooi
voor de stelling, dat een groot
deelte van het menselijk geluk door
I gemis aan noodzakelijke welvaart
nodeloos te loor gaat.
Zoals de auteur in zijn inleiding
belooft, bewijst hij, dat de gehele
wereld en zeer speciaal het mo
menteel apathische Europa nog
een veelbelovende toekomst tege
moet kan treden, dat waarschuwings
kreten over komende uitputting van
krachtbronnen met het daaraan vast
gekoppelde advies over geboortebe
perking en wat dies meer zij vol
komen belachelijk zijn en getuigen
van een verwerpelijke lafheid, dat
de wereld zijn grootste bloei nog kan
gaan beleven, mits de mens moedig
de weg van wetenschap en experi
menten, die onze voorvaderen grqot
gemaakt heeft, wil afleggen.
Een apart hoofdstuk wijdt
schrijver aan de talloze middelen,
die de mensheid tot welvaart zou
den kunnen strekken en die thans
maar al te vaak aan de vernietigen
de oorlog dienstbaar worden ge
maakt. De schrijver begeeft zich niet
op politiek gebied dit ligt vol
komen buiten de sfeer van zijn werk
maar toont alleen de waanzinnige
belachelijkheid aan van de mens,
die rijk kon zijn en zich armoede
getroost om ongelukkig te zijn. Op
deze wijze is het boek wellicht een
vredesapostel.
Het laatste hoofdstuk is besteed J
aan de toestand van Europa. In dit
hoofdstuk wordt aangetoond, dat
met energieke inspanning van alle
krachten de wonden van het recen-
I te verleden geheeld kunnen worden
en dat „Der Untergang des Abend-i
landes" een volkomen fictie kan zijn,
wanneer het moedeloze en in zich
zelf verdeelde Europa zijn bekrom
penheid wil overwinnen en de moed
kan vinden gezamenlijk te bouwen,
in plaats van afzonderlijk te breken
voor een individueel schijnbelang,
dat zich uiteindelijk nog als een
boemerang tegen zijn beschermer
keert.
„De wereld blijft rijk", dat uit-
Deze berghellingen, die eerst dor en
kaal waren, werden vruchtbaar met
gegeven is bij het Nederlandse Boek- behulp van lucht.
Ook het fanatisme, waarmede de
Duitsers gevochten hebben, is ge
makkelijk vast te stellen. Zij be
dienden zich in de laatste phase van
de verdediging van kanonnen, die
in de vorige wereldoorlog op de
Amerikanen werden veroverd en
waarschijnlijk jarenlang in de mu
sea onderdak hadden.
Behalve de wapens, die in de
strijd rond Overloon werden ge
bruikt, heeft men nog andere inte
ressante materialen uit de oorlog
aan de tentoonstelling weten toe te
voegen. Er zijn landingsboten, de
eenmans torpedoboot, de een mans
duikboot, stukken kustgeschut, artil
leriestellingen en voorts een V 1.
Al dit oorlogsmateriaal staat op
gesteld in een van de meest fel om
streden sectoren van het Overloon-
se front en in deze historische om
geving spreekt het een duidelijke
Lugubere aanblik
Op het terrein van het oorlogs
museum is ook nog een gebouw,
waar kleinere wapens en wat do-
cumentatie-materiaal te zien zijn.
Een lugubere aanblik levert de
huiskamer, die door de Duitsers
voorzien is van Boobytraps. In
Noord-Limburg is er met deze ge
vaarlijke en onaanaienlijke mijntjes
veel gewerkt. De kastdeuren, schoe
nen, een broodmes, de veren van een
stoel en tal van gebruiksvoorwerpen
bleken vaak op een of andere ma
nier met dergelijke projectielen ver
bonden te zijn en heel wat mensen,
die iets vastpakten, hebben daar
door hun hand of enkele vingers
verloren. Met duivels genoegen heeft
men de meest geraffineerde wijzen
van bevestiging uitgedacht.
In de documentatiezaal, waar wij
arriveerden toen juist het onweer
was losgebroken, dat een dik uur
zou duren, kan men een hele tijd
doorbrengen zonder zich te verve
len. Alle grote momenten uit de
oorlog 1940'45 zijn er vastgelegd
in honderden foto's en documenten.
Vooral de nooit eerder gepubliceer
de foto's van de Duitse overval in
1940 en de arrestatie van de N.S.B.-
leiders na de bevrijding zijn zeer
interessant.
Na een bezoek aan het museum,
dat uit de richting Venray gere
kend aan de ingang van het dorp
ligt, is misschien goed om nog even
het dorp in te gaan. Men kan zich
dan een vollediger beeld vormen,
van hetgeen het museum wil laten
zien. Men treft in Overloon prac-
tisch alleen nieuwe huizen en nood
woningen aan. Van het oude dorp
is niets overgebleven. Met energie
wordt er echter gewerkt en dat men
van het museum goede verwachtin
gen koestert, blijkt o.a. uit het feit,
dat in deze nauwelijks herrezen ge
meenschap reeds enkele flinke ho
tels zijn gebouwd, die het toerisme
naar dit voormalige slagveld willen
vergemakkelijken.
wij deze foto publiceren. Welis
waar kan veilig worden aangeno
men, dat 95% van alle Leidenaars
niet weet waar deze foto genomen
is, zodat zij wel in deze rubriek
thuishoort, maar wanneer men ons
nadere inlichtingen vraagt, moeten
wij het antwoord schuldig blijven.
Deze gevelsteen beyindt zich in de
muur van een lompenpakhuis aan
de Oude Vest nabij de Haven. Zij
wordt geflankeerd door twee kleine
re stenen, die alleen maar vertellen
„Datt friest", ongetwijfeld een hoogst
belangrijke mededeling, maar niet
duidelijk genoeg om te weten waar
die stenen vandaan komen en waar
toe die voorstelling dient. Op de
middelste steen ziet men een bont
Hollands ijsvermaak, een arreslede,
een man die z'n schaatsen onder
bindt en een „koek en zopie". De
voorstelling werd in 1950 mede door
de zorgen van „Oud-Leiden" weer
in frisse kleuren gezet. De afkomst
is dus onbekend, maar het feit, dat
de stenen in deze muur gemetseld
zijn, wettigt het vermoeden, dat zij
tot een vroeger op deze plaats staand
pand behoord hebben. Mogelijk slaat
de voorstelling op de naam „koude
hoek", zoals het einde van de Oude
Vest in de volksmond genoemd
wordt.
(Foto: „De Leidse Courant")