Wie puzzelt met ons meel
HET ZINGENDE NIJLPAARD
Zaterdag 13 iuni 1953
de leidse courant
dbkde ïhxo pwgina 2
Overbodig. Man in het water:
„Help! Help!"
Man op de kant: „Waarom
schreeuw je zo?"
Man in het water: „Ik kan niet
zwemmen".
Man op de kant: „Ik ook niet;
maar hoor je mij schreeuwen?"
Vondst. Vrouw: „Ik hoorde een
erg verdacht geluid en toen ik onder
het bed ging kijken, zag ik 'n been".
Buurvrouw: „Een inbreker?"
Vrouw: „Nee, mijn man! Hij had
ook een verdacht geluid gehoord".
Kwestie van smaak. „Wat is
Zwitserland toch ontzettend mooi!"
„Ik vind er niets aan. Welke kant
je ook uitdraait, overal kijk je tegen
bergen aan.
Vrouwenpraatje. „Nou, bij die
jongelui, die hier pas zijn komen
wonen ,is het ook armoede. Ze heb
ban nog" niet eens zout in huis".
„Hoe weet je dat?"
„Ik kwam er gisteren zout lenen".
Truc. Een jongeman kwam bij
een circusdirecteur en vertelde, dat
hij een prachtig nummer had. De
monstratie volgde ogenblikkelijk. De
jongeman liet een leeuw aan een
piano plaats nemen ep zette er een
hyena naast, die zong.
„Prachtig", zei de directeur,
„maar het is natuurlijk een truc".
„Vanzelfsprekend", antwoordde de
Jongeman, „die hyena kan helemaal
niet zingen. Die leeuw kan buikspre
ken".
Opschieten. Meisje: „Zou ik ooit
tachtig jaar worden?"
Jongeman: „Daar heb ik een hard
hoofd in. Ik ken je nu al drie jaar
en je blijft maar steeds acht en twin
tig".
Goed vakman. „Ben je tevre
den over die man, die karakterle
zer?"
„Ja, ik heb de indruk, dat hij zijn
vak verstaat. Hij liet me tenminste
vooruit betalen".
Moest. Patroon: „Wat!!! Wil je
een dag vrij hebben????"
Bediende (heel bedeesd): „Ja,
mijnheer, ik ga trouwen en mijn a.s.
vrouw zou het erg prettig vinden als
ik er bij was".
Mogelijk. Leraar: „Uw neef,
die vroeger bij mij in de klas zat,
woont toch in Amerika?"
„Dat dacht ik ook, maar laatst
kreeg ik een brief van hem uit Afri
ka".
Leraar: „Oh, maar dat verbaast
me niets. Hij was altijd slecht in
aardrijkskunde".
Hatelijk. Actrice: „Twintig jaar
geleden heb ik mijn talent reeds
voor 20.000 verzekerd".
Theater-directeur: „En wat heb je
met dat geld gedaan?"
Aetherklanken
HILVERSUM I, 402 m.
8.00 NCRV. 8.30 IKOR. 9.30 KRO.
17.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO.
8.00 Nieuws en weerber. 8.15 Gra-
mofoonmuz. 8.30 Morgengebed. 9.15
Kerkzang en kerkmuziek. 9.30
Nieuws. 9.45 Gram. 9.55 Hoogmis.
11.30 Gram. 11.40 Kamermuz. 12.15
Apologie. 12.35 Gram. 12.55 Zonne
wijzer. 13.00 Nieuws en Kath. nieuws
13.10 Lunchconc. 13.40 Boekbespr.
13.55 Koorconc. 14.30 Gram. 14.45
„Madame Butterfly', opera (2e be
drijf). 16.05 Gram. 16.10 Katholiek
Thuisfront overal. 16.15 Sportrep.
16.30 Vespers. 17.00 Doopsgezinde
kerkdienst. 18.30 Geestelijke liede
ren. 18.50 Concertgebouw ork. 19.30
„Gelooft U dat?", caus. 19.45 Nieuws.
20.00 Gram. 20.25 De gewone man.
20.30 Promenade ork. 21.10 „Mon
sieur de St. Ives", hoorsp. 21.55
lichte muz. 22.05 „Mensen zoals wij".
22.20 Musette ork. 22.35 Act. 22.45
Avondgebed en lit. kal. 23.00 Nieuws.
23.15—24.00 Gram.
HILVERSUM n, 298 m.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.30 IKOR.
12.00 AVRO. 17.00 VPRO. 17.30
VARA. 20.00—24.00 AVRO.
88.00 Nieuws, weerber. en postdui-
venber. 8.20 Gram. 8.30 Voor het
platteland. 8.40 Nederl. volksliede
ren. 8.55 Sport- en postduivenber.
9.00 Langs ongebaande wegen". 9.10
Gram. m. toelichting. 9.45 „Geeste
lijk leven") caus. 10.00 Voor de jeugd^»
10.30 Ned. Herv. Kerkdienst. 12.00
Evt. postduivenber. Hierna: Metro-:
pole-ork. 12.35 „Even afrekenen,
Heren!" 12.45 Gram. 13.00 Nieuws.
13.05 Lichte muz. 13.35 Meded. 13.40
Gevar. muz. 14.00 Boekbespr. 14.20-
Omr. ork. 15.35 Toneelbeschouwing.
15.50 Orgel en piano. 16.05 Dansmuz.:
16.30 Sportrevue. 17.00 „Tussen Kerk
en Wereld", caus. 17.20 „Van het
Kerkelijk Erf", caus. 17.30 Voor de
jeugd. 17.50 Sportjourn. 18.15 Nieuws
en sportuitsl. 18.30 Hammondorgel.
18.45 „Spontane Reacties". 19.15
Weense muz. 20.00 Nieuws. 20.05 Ge-
var. progr. 21.05 Cabaret. 21.30 Lich
te muz. 21.55 Voordr. 22.10 Gram.
22.30 Kamerork. en solist. 23.00
Nieuws. 23.15 Reportages of gram.
23.2524.00 Dansmuz.
MAANDAG
HILVERSUM t 402 m.
7.00—24.00 NCRV.
7.00 Nieuws. 7.13 Gewijde muz.
7.45 Een wooi'd voor de dag. 8.00
Nieuws en weerber. 8.10 Sportuitsl.
8.20 Gram. 9.00 Voer de zieken. 9.30
Voor de vrouw. 9.35 Waterst. 9.40
G'nam. 10.30 Morgendienst. 11.00
Gram. 11.20 Lichte muz. 11.30 Her
haling Vossenjacht. 12.20 Gram.
12.25 Voor boer en tuinder. 12.30
Land- en tuinb. meded. 12.33 Orgel
concert. 12.59 Klokgelui. 13.00
Nieuws. 13.15 Harp-ens. 13.45 Gram.
14.00 Schoolradio. 14.30 Gram. 14.45
Voor de vrouw. 15.15 Gram. 16.00
Bijbellezing. 16.30 Gram. 17.00 Voor
de kleuters. 17.15 Voor de jeugd.
17.-15 Reeerinmiitz.: dr. ir. L. J.
i Vroon: ,,Wat betekent rijstcultuur
voor de Tropen?" 18.00 Harmonie-
ork. 18.20 Sport. 18.30 Lichte muz.
18.45 Engelse les. 19.00 Nieuws en
weerber. 19.10 Gram. 19.30 „Volk en
Staat", caus. 19.45 Gram. 20.00 Ra
diokrant. 20.20 Gram. 21.00 „Inter
nationale Samenwerking". 21.15 Pia
nokwart. 21.45 Gram. 22.05 Caril-
lonklanken uit Canada. 22.20 Gram.
22.45 Avondoverdenk. 23.00 Nieuws
en SOS-ber. 23.15—24.00 Gram.
7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15 Gym.
7.30 Gram. 8.00 Nieuws. 8.15 Gram.
9.00 Morgenwijding. 9.15 Liederen.
9.25 Voor de vrouw. 9.30 Gram. 11.00
Voordr. 11.15 Kamerork. 12.00 Orgel
en zang. 12.30 Land- en tuinb. meded.
12.33 In 't spionnetje. 12.38 Gram.
13.00 Nieuws. 13.15 Meded. of gram.
13.20 Promenade-ork. en koor. 14.00
„Wat gaat er om in de wereld?",
Horizontaal: 1. rivier in Duitsland,
zijtak Rijn, 5. landstreek ten Z.O. van
Babyion, 9. zangwijs, 11. munt in
Turkije, 12. knaagdier, 13. Diersoort,
15. gebod, 16. schrijf kosten, 20. vaar
tuig, 22. dorp in Z.H., 26. stad in Ara-
bië, 27. kruipend dier, 29. dochter
van Cadmus, gemalin van Athamas
(Gr. Myth.), 31. werk van Ibsen, 32.
maand van het jaar, 33. deel van
Azië, 35. als 15 hor., 36. telwoord, 37.
rustig, 38. gem. in N. Holl., 39. de oud
ste (afk.), 40. stand, 41. boom, 43.
aanwijzend voornaamwoord, 44. ge
hucht onder de Fr. gem. Tietjerkste-
radeel, 45. let wel (afk. Lat.), 46. stad
in België, 48. afkorting op visite
kaartjes, 50. zeeroofvis, 52. boterton,
53. sla schielijk om (afk. muziek), 55.
electrisch geladen atoom, 57. weder
zijds, 60. vlakte, zandgrond, 61. mond
water, 63, gesneden steen, 64. wig,
65. meisjesnaam, 66. telwoord, 68. een
soort van Duits bier, 70. vrouwenver
blijf in de aanzienlijke Turkse hui
zen, 71. gevangenis, 73. eikenschors,
74. halskwab van een rund, 75. rij
tuigje (O. I.), 77. telwoord, 78. voed
sel, 79. heuvel in Jeruzalem.
Verticaal: 1. gem. in Het Gooi 2. de
voornaamste rivier van Armenië,, 3.
klein soort van paard, 4. voorzetsel,
5. bij voorbeeld (afk.), 6. tussenzetsel,
7. stad op de W. kust van Grieken
land, 8 dorp ten N.O. van Doorn, 10.
groente, 14. gebroken en gezeefde
schelpen, 16. Boeddhistisch priester
in Thibet, 17. wars van alle laagheid,
18. lopend touw tot het inkorten der
zeilen, 19. boom der tropen, 21.
lichaamsdeel, 23. eiland in 't Z.O. van
de Aegeïsche zee, 24. metaalhouden
de delfstof, 25. open plaats, plein (Z.
Nederl.), 27. hoofdstad v. d. gelijk
namige residentie op de O. kust van
Sumatra, 28. lidwoord, 30. verderf,
val, 33. stap, 34. eenheid van 't oude
gewicht, 37. hok, 40. bundel, 42. lid-
caus. 14.20 Gram. 14.30 Voordr. 14.45
Cello en piano. 15.15 Voor de vrouw.
16.15- Gram. 17.30 Voor de padvin
ders. 17.45 Gram. 17.50 Militair
commentaar. 18.00 Nieuws. 18.15
Amus. muz. 19.00 Muz. caus. 19.15
Reportage of gram. 19.20 Cabaret.
19.45 Regeringsuitz.: Landb. rubr.:
Het 13e internationale zuivelcon-
gres. 20.00 Nieuws. 20.05 „Die lusti-
gen Weiber von Windsor", opera
(gr.). 22.15 Voordr. 22.30 Dansmuz.
23.00 Nieuws. 23.15 Filmprogr. 23.45
24.00 Gram.
woord, 44. zijtak Donau, 45. kaap in
Spanje tussen Valencia en Alicante;
kaap de la...., 47. eenheid van ar
beid, 48. deel van het schaakspel, 49.
ontgonnen land, 51. hetzelfde, 52. deel
van een schip, 53. gem. in Zeeland,
54. koninkrijk in Achter-Indië, 56. bij
woord, 58. drietenige struis, 59. maan
stand, 60. raamscherm, 62. lichaams
deel, 65. stad in België, 67. aanteke
ning, 69. voorzetsel, 70. lichtende
kring om zon of maan, 72. stok, 74.
grasland, 76. scheikundig teken voor
tin, 77. vers (afk.).
Oplossingen worden tot en met
Donderdag 18 Juni op ons bureau
verwacht. Op de enveloppe vermel
den „Puzzel". Voor de goede inzen
ders worden beschikbaar gesteld:
een taart, een sieraad en een boek.
OPLOSSING VORIGE WEEK.
Horizontaal: 1. perron, 6. marmer,
12. leis, 14. haas, 16. eg, 18. i.e., 19.
kas, 21. ar, 22. Po, 23, toendra, 26.
perkoen, 29. tali, 30. kaper, 32. aard,
33. el, 34. E.K., 36. nek, 37. in, 38. Se,
39. arak, 41. tets, 43. ga, 44. bankier,
45. eb, 48. leep, 50. nest, 53. Ee, 55.
nl., 56. ert, 58. no, 59. pa, 60. leng,
62. staat, 64. lias, 66. antenne, 68. kor
daat, 70. N.S., 71. Loo, 72. nis, 74.
o.a, 75. Ie, 76. Gent, 78. Edam, 80.
banaal, 81. gretig.
Verticaal: 2. el, 3. Reinier, 4. Ried,
5. os, 7. ah, 8. raar, 9. markant, 10. es,
11. setter, 13. ba, 15. Londen, 17.
goal, 19. kaan, 20. spek, 22.-pers, 24.
El, 25. R.K., 27. ar, 28. o.a., 31. per
kara, 35. kabel, 37. Ieren, 39. aal, 40.
kap, 41. ten, 42. set, 47. belang, 49.
Engelen, 51. soldaat, 52. pastel, 54.
eens, 56. eten, 57. taks, 59. paal, 61.
N.T., 62. Sn, 64. To, 65. ia. 67. nona,
69. rode, 73. ik, 76. ga, 77. Ta, 78. er,
79 mi.
De winnaars van deze week zijn:
mevr. H. M. van der KrogtDeckers,
De Laat de Kantersti-aat 30, Leiden
(sieraad), G. L. Olijerhoek, Noord
einde 119, Roelofarcndsveen (sleu
telring) en mej. Riek Juffermans,
Haagweg 114, Leiden (boek). De
prijzen zullen worden toegezonden.
DE COWBOYS
van de
Q-RANCH
(Vervolgverhaal door Joke).
„Nou jongens, ik zeg het jullie nog
eens, voor de zoveelste keer, ga niet in
buurt van de steengroeve kamperen.
Het kleine stroompje dat thans zo'n on
schuldig riviertje lijkt, kan aanzwellen
tot een woeste kokende watermassa, die
de omtrek uren ver onder water zet",
waarschuwde oom John, toen hij, de
avond voor de aanvang van de vacantie,
met de jongens aan tafel zat. Tante wist
ook nog verhalen te vertellen van ten
ten die weggespoeld waren en vee dat
verdronken was, van mensen die zich
met veel moeite hadden kunnen red
den. Ze deden al hun best om Fred en
Piet van hun voorgenomen plannen af
te houden.
„Maar oom, als we nu de tent eens
thuis lieten en gingen kamperen in de
groeve, dan zitten we tenminste veilig
en kunnen niet met tent en al wegspoe
len", vond Fred, die als oudste van de
twee, wilde laten zien, dat de plannen
weloverwogen waren.
„Kerels, dat is nog veel erger, als het
Water komt, dan zitten jullie gevangen
als een rat in de val", en oom John
schudde daarbij heftig met zijn hoofd.
Maar even later monterde hij weer op
en zei:
„Kom laten we er nou maar niet het
ergste van denken, het gebeurt zeker
niet ieder jaar, dat de omtrek over
stroomd wordt, dus laten we hopen, dat
jullie het er goed afbrengen, trouwens,
het zou wel heel toevallig zijn, als het
juist in die week, dat jullie daar zijn,
zou gaan gebeuren. Nog één goede
raad, neem de hoorn van de Q-ranch
mee, en gebruik die in tijd van nood.
Uren ver in de omtrek is die te horen
en allicht zijn er wel cowboys in de
buurt, die het noodsignaal horen. En nu
jongens, naar bed want morgen is het
vroeg dag. Tante is zo net nog op jullie
kamer geweest, ik wed dat ze nog een
verrassing in de rugzakken gedaan
heeft".
„Jakkes dat had je niet mogen zeg
gen, 't zou zo leuk geweest zijn als de
jongens morgen onderweg het pakje
gevonden hadden. Nu jullie het toch
weten, moet je me beloven het van
avond niet open te maken", zei tante,
die altijd zo bezorgd was.
Fred en Piet namen hartelijk afscheid
en moesten nog wel tien keer beloven
voorzichtig te zijn en geen roekeloze
gewaagde tochten te ondernemen.
Nauwelijks begon het goed licht te
worden of de wekker liep af en Fred
en Piet maakten zich klaar om zo vlug
mogelijk te vertrekken. Na een haastig
ontbijt werden de paarden bepakt, de
rugzakken aangegespt en de vacantie-
tocht was begonnen. Het was schitte
rend weer. In een gematigd drafje lie
pen de paarden, Snelvoet en Frieda lus
tig naast elkaar. Piet en Fred genoten
volop en snoven gulzig de heerlijke
frisse morgenlucht op. In dit tempo
zouden ze zeker vóór de avond de farm
bereiken, waar ze moesten overnachten
en waar de paarden ook konden uitrus
ten in een van de stallen. Deze weg
hadden ze al vaak gereden, ze wisten de
mooie plekjes al uit hun hoofd en aan
de rand van hét bos zouden ze hun
twaalf-uurtje gebruiken. De paarden
kregen ook een uurtje rust en mochten
nu, zonder pakken of zadel, wat gaan
grazen van het hoge gras, dat hier in
overvloed aanwezig was. De versnape
ringen, die tante op de laatste avond
nog in. de rugzak gedaan had, waren
een welkome verrassing voor hun hon
gerige magen. Het waren heerlijke,
eigen gebakken broodjes, en voor ieder
nog een flink stuk cake. Die goede tante
toch!
„Stel je eens voor, dat we een zak
met edelstenén vinden", zei Piet, „dan
mag tante de grootste uitzoeken!"
„Of misschien vinden we wel van die
mooie, met goud of zilver bewerkte va
zen, net zoals Bill ze op zijn kamer
heeft", vond Fred, „en dan geven we
die ook aan moeder en tante. En wat
zouden we zelf nemen? Stel je voor dat
er nog echte pijlen en bogen hangen, of
snoeren tanden van gevangen beren!"
„Zouden wé alles mogen houden wat
we daar vinden?"
„We moeten het eerst maar aan oom
John laten zien, die zal wel weten, wat
we er mee mogen doen."
Zo bleven ze nog een poosje zitten
praten en in gedachten hadden ze al
een wagen vol schatten gevonden.
Plotseling schrokken ze op, toen ze
vlakbij gehinnik van een paard hoor
den. Ze keken alle twee, maar Snelvoet
of Frieda was het niet. Het paard stond
nog geen vijf meter van ze af- en een
paar seconden later zagen ze een man
opstaan, die vliegensvlug op het paard
sprong en er mee wegreed.
Bleek van schrik zagen de jongens
elkaar aan. Wat stom waren ze toch ge
weest om zo maar hardop over het ge
heim van de steengroeve te praten! Wat
zou die man er van verstaan hebben?
Zou hij wel alles begrepen hebben? Wat
keek hij onderzoekend naar hen. Maar
wie zou er nu gedacht hebben, dat er
nog geen vijf meter verder een man
tussen het hoge gras alles had liggen
afluisteren? De jongens waren de eerste
ogenblikken sprakeloos en al deze vra
gen flitsten door hun hoofd.
„We zullen voortaan voorzichtiger
moeten zijn Piet en nu vooral op onze
hoede zijn", zei Fred, die het eerste de
spraak terug kreeg.
„Als die kerel toch in de buurt van
de steengroeve durft komen, dan zullen
we hem", en Piet pakte al zijn dolkmes
uit de schede.
„Ho, mannetje, niet te haastig, mis
schien heeft hij van ons hele gesprek
niets begrepen of verstaan en bovendien
rijden we vandaag niet door naar de
groeve, maar gaan we eerst overnach
ten op de farm".
Piet wist nog een beter middel om
zich niet te verraden, ze zouden voortaan
in het bijzijn van anderen Nederlands
spreken.
Ondertussen was het tijd geworden
om te vertrekken, de paarden kwamen
dadelijk aangerend op het bekende
fluitje en toen alles weer gepakt was,
reden ze weer lustig verder.
Het was. warm nu, midden op de dag.
Gelukkig reden ze een groot deel van de
weg onder de schaduw van de hoge
oude bomen. Ze zongen of floten samen
een aardig wijsje en al gauw waren ze
„die vervelende indringer", zoals ze hem
noemden, al vlug vergeten.
Moe en warm kwamen ze tegen de
avond bij de farmer aan, die al op de
jongens met het eten gerekend had.
Nadat ze zich eerst heerlijk fris gewas
sen en de paarden goed verzorgd had
den, lieten ze zich de warme maaltijd1
lekker smaken. De beide jongens hadden
na het eten niet veel zin meer om te
praten en wilden maar liefst zo gauw
mogelijk gaan rusten. De farmer nam
hen mee naar een andere vleugel van
de boerderij, alwaar gelegenheid was
om te slapen. Ze moesten daartoe een
grote binnenplaats oversteken. Maar wat
zagen ze daar? Hun mond zakte haast
open van verbazing en schrik. Daar
stond temidden van een stel jonge var
kens „de indringer".. Onmiddellijk her
kenden ze hem en ook hij bleef de jon
gens strak aankijken. Fred en Piet
deden net of ze hem niet zagen en liepen
door. Morgen zouden ze aan de farmer
vragen, wie die man was en wat hij
van hem wist. Voorlopig hadden ze
enkel behoefte aan slaap, morgen zou
den ze wel weer zien.
De volgende morgen stond hun ont
bijt al klaar toen ze beneden kwamen en
op hun vraag, waar die vreemde man
van gisteren was, wist ook de farmer
niets te antwoorden. Het gebeurde zo
dikwijls dat vermoeide reizigers hier
een nacht kwamen slapen en dan heel
vroeg weer vertrokken. Aan zulke din
gen schonk hij geen aandacht.
Wordt vervolgd.
Correspondentie
Annie, Bctsie, Ria, Jan en Jopie de
Frankrijker, v. d. Bosstraat 37, Hazers-
woude. Die brief van jullie is altijd de
dikste van allemaal, maar liefst vijf op
lossingen en goed ook. Daarbij nog ver
sierd met een gekleurd randje. Reuze
hoor! Zo hebben jullie ook vijf kansen
om mee te loten. Dag kinders, ga zo
maar door.
Jan de Winter, IJmuiderstraat 2,
Noord wijk. Ook jouw oplossing was dik
in orde. Volhouden jongen, hopelijk win
je ook wel eens een prijs.
Alle Heemskerk, Dorpsstr. 101, War
mond. Die Alie schrijft me daar: ik
hoop dat ik een prijs win. Nu Alic, dat
had ik ook gehoopt, maar 't was: mis
poes. Jammer hè meisje.
Hans Weyermans, Kempenaerstr. 44,
Oegstgeest. Goed zo Hans, je gaat ook
vooruit met schrijven. Vertel me eens:
zou je overgaan? Dat hoor ik zeker nog
wel. Dag Hans. Hoe gaat het met je
ZHS? ■^■ee^t ze zoveel huiswerk en geen
tijd om met ons mee te doen?
Ida Klein, Noordeinde 209, R'veen.
Wanneer krijg ik van jou eens een
klein briefje of misschien wel een ver-
haaltje. Laat eens zien wat je kunt. Dag
meiske.
Joke Verhaar, Noordcinde 93, R'veen.
Is er bij jullie een fijne zweminrichting?
Schrijf eens of je voor een diploma gaat
zwemmen. Je schrijft dat jullie zo ver
brand zijn door de zon. Zeker met die
warme Pinksterdagen. Nou, of dat pijn
doet. Daar weet ik alles van. Volgende
keer maar niet zo lang in^de zon blijven
zitten. Het beste hoor.
Bcppie Groenen, 's Gravendamseweg
15, Voorhout. Dat was ook leuk Beppie,
je heet Groenen en je schrijf met rode
inkt. Hoe oud ben jij, meisje?
Ria Hoogcvcen, Rijndijk 101 Ilazers-
woude. Dat werk van joü ziet er keurig
netjes uit. Zo mag ik het graag zien.
Jeannie Zwartjes, v. d. Waalsstraat 19,
Lelden. Jeannie daar vind ik nog een
verhaaltje van jou. Je hebt er zeker al
lang naar uitgekeken. Het gaat nog wel
over Pasen, maar wanneer het nog een
jaar in m'n la blijft liggen, dan word
je vast en zeker ongeduldig. Hier komt
het dus:
NOG MAAR NET OP TIJD.
Het was Dinsdag vóór Pasen. Karei
was 's morgens naar de H. Mis van acht
uur geweest en hij kwam pas om over
half negen thuis. Hij moest nog ontbij
ten en dat deed hij haastig, maar toch
was hij pas om kwart voor negen klaar.
Toen vlug naar school. Moeder zei nog:
„Karei, je moet maar flink doorlopen,
anders kom je te laat op school. Kijk
vooral niet naar de winkels, dat doe je
maar als je uit de school komt".
Karei beloofde het en stapte flink
door. Maar onderweg kwam hij langs
een mooie winkel.
„Wat zou daar allemaal wel staan?",
dacht hij en ging eens kijken. O, wat
prachtig versierd! Allemaal paasmandjes
met kleine paaseitjes er in, grote choco
lade eieren, gevuld met kleine eitjes.
Ook nog een grote chocolade klok.
't Was allemaal even heerlijk en mooi.
Opeensdaar hoorde hij de dorps
klok negen uur slaan. O, hemel, nu
kwam hij vast en zeker te laat. Als de
poort nog maar open was. Hij rende zo
hard hij kon en gelukkig de poort was
nog open. Nu de gang in, z'n jas aan de
kapstok gehangen en de klasdeur open.
De meester wilde juist het kruisteken
maken om te gaan bidden. Was dat even
op het nippertje! Mijnheer was wel een
beetje kwaad, maar hij kwam er geluk
kig met een standje af.
Trees v. d. Berg, Burg. Ketelaar
straat 36, Warmond. Dat aardige ver
haaltje van joü, Treesje, komt ook hier
achter.
ROOIE ROELTJE.
Sloffend en steentjes schoppend ging
Roeltje naar de. school. „Bah, niks leuk
op school. Kon ik er maar af", dacht
Roeltje. „Altijd schelden ze je maar uit,
Piet Berkel riep altijd: Rooie Savoie.
Jan Pel riep gisteren nog: vuurtoren".
En nu kwam er vandaag ook nog een
nieuwe juffrouw op school, 't Was alle
maal even naar. Roeltje ging met een
boos gezichtje de klas binnen. De nieuwe
juf stond er al, ze was nog jong en ze
keek vrolijk langs de rijen heen. Daar
zag ze Roeltje zitten.
„Wat fijn dat er een rood kopje tus
sen zit", zei ze. „Vertel me eens hoe je
heet?"
Roeltje antwoordde zo zacht, dat de
juffrouw haar niet verstond.
„Kom eens hier, meisje!" vroeg juf.
Met een rode kleur ging ze naar voren
en zei nog eens: „ik. heet Roeltje van
Noort".
„Maar kindje, wat kijk je boos?
Scheelt er wat aan?"
„De kinderen schelden altijd. Piet
Berkel roept altijd: rooie savoie".
„Waar zit die domme, jonge?" wilde
de juffrouw weten.
Piet bloosde.
„Zeg, mannetje, weet jij niet, dat zo'n
kool bijna wit is".
Piet dacht: „zo iets doms zeg ik nooit
meer".
„Jan Pel roept altijd: „Vuurtoren, en
de anderen zeggen allemaal rooie
Roeltje". ging Roeltje nu verder.
„Om vuurtoren zou ik nooit boos
worden. Is er hier een plaat van een
vuurtoren in de school?" vroeg juf.
Een kind stak een vinger op.
„Ga hem maar eens halen". En dc
juffrouw vertelde prachtig van de vuur
toren.
Ria Rusman, Gouvcrneurlaan 41, Sas-
senheim. Zeg Ria weet je heus niets te
vertellen. Heb je geen eigen tuintje.
Hoe gaat het op school. Vertel eens iets
over je broertjes of zusjes of over een
„dagje uit". Sommige kinderen kunnen
zulke aardige briefjes schrijven. Pro
beer het eens.
Annie v. d. Berg, Koninginneweg 13,
Noord\v.hout. Annie jij mopt het briefje
van hier boven maar eens lezen. Dat
geldt ook voor jou. Dag Annie!
Willie v. d. Geest, Lcidscweg 46, Oud
Ade. Oojc jij moet de briefjes van hier
boven maar eens goed doorlezen en dan
de volgende keer, reken ik op een reuze
brief. Afgesproken?
Mary van Ulden, Leiden. Ik weet wer
kelijk niet of ik jou wel eens heb terug
geschreven, Je oplossing van die spreek
woorden was echt de moeite waard.
Zulke mooie toepasselijke tekeningen.
Een pluim Mary.
Sjaantje Oudshoorn, Past. v. d. Plaat
straat 8, Rijpwetering. Jij bent vandaag
jarig Sjaantje. Gefeliciteerd meisje. Ter
ere van het feest komt je verhaaltje ook
in de krant.
HET ONGELUK.
Ria was pas vier jaar en nu had ze
van moeder een klein potje plaksel ge
had. Ze was er heel blij mee. Ze begon
al dadelijk uit een boekje de plaatjes
te knippen en toen ze klaar was, liet ze
het aan moeder zien. Moeder vond het
prachtig en hielp haar toen even met
het opplakken. Dat werd een mooi
werkje. Toen ze daarmee klaar was zei
moeder dat ze het plakpotje maar bo
ven op de kast moest zetten, dan kon
broertje er niet bijkomen. Ria nam een
stoel en toen ze het potje wilde pakken,
gleed het uit haar handen en helemaal
stuk. Wat was dat jammer! Moeder was
ook nog boos, want alles plakte op dc
grond. Ria begon te huilen maar er was
niets aan te doen.
Dag kinderen tot de volgende week.
TANTE JO en OOM TOON.
ben vreemdel/ng]
met een trompet
van goud! fr va/l
een goede steg te
fl/lah ts om oenad/o
ons een halve gare ont,
tov/'ge om te beroven 1