Wie puzzelt met ons meel HET ZINGENDE NIJLPAARD Zaterdag 13 iuni 1953 de leidse courant dbkde ïhxo pwgina 2 Overbodig. Man in het water: „Help! Help!" Man op de kant: „Waarom schreeuw je zo?" Man in het water: „Ik kan niet zwemmen". Man op de kant: „Ik ook niet; maar hoor je mij schreeuwen?" Vondst. Vrouw: „Ik hoorde een erg verdacht geluid en toen ik onder het bed ging kijken, zag ik 'n been". Buurvrouw: „Een inbreker?" Vrouw: „Nee, mijn man! Hij had ook een verdacht geluid gehoord". Kwestie van smaak. „Wat is Zwitserland toch ontzettend mooi!" „Ik vind er niets aan. Welke kant je ook uitdraait, overal kijk je tegen bergen aan. Vrouwenpraatje. „Nou, bij die jongelui, die hier pas zijn komen wonen ,is het ook armoede. Ze heb ban nog" niet eens zout in huis". „Hoe weet je dat?" „Ik kwam er gisteren zout lenen". Truc. Een jongeman kwam bij een circusdirecteur en vertelde, dat hij een prachtig nummer had. De monstratie volgde ogenblikkelijk. De jongeman liet een leeuw aan een piano plaats nemen ep zette er een hyena naast, die zong. „Prachtig", zei de directeur, „maar het is natuurlijk een truc". „Vanzelfsprekend", antwoordde de Jongeman, „die hyena kan helemaal niet zingen. Die leeuw kan buikspre ken". Opschieten. Meisje: „Zou ik ooit tachtig jaar worden?" Jongeman: „Daar heb ik een hard hoofd in. Ik ken je nu al drie jaar en je blijft maar steeds acht en twin tig". Goed vakman. „Ben je tevre den over die man, die karakterle zer?" „Ja, ik heb de indruk, dat hij zijn vak verstaat. Hij liet me tenminste vooruit betalen". Moest. Patroon: „Wat!!! Wil je een dag vrij hebben????" Bediende (heel bedeesd): „Ja, mijnheer, ik ga trouwen en mijn a.s. vrouw zou het erg prettig vinden als ik er bij was". Mogelijk. Leraar: „Uw neef, die vroeger bij mij in de klas zat, woont toch in Amerika?" „Dat dacht ik ook, maar laatst kreeg ik een brief van hem uit Afri ka". Leraar: „Oh, maar dat verbaast me niets. Hij was altijd slecht in aardrijkskunde". Hatelijk. Actrice: „Twintig jaar geleden heb ik mijn talent reeds voor 20.000 verzekerd". Theater-directeur: „En wat heb je met dat geld gedaan?" Aetherklanken HILVERSUM I, 402 m. 8.00 NCRV. 8.30 IKOR. 9.30 KRO. 17.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO. 8.00 Nieuws en weerber. 8.15 Gra- mofoonmuz. 8.30 Morgengebed. 9.15 Kerkzang en kerkmuziek. 9.30 Nieuws. 9.45 Gram. 9.55 Hoogmis. 11.30 Gram. 11.40 Kamermuz. 12.15 Apologie. 12.35 Gram. 12.55 Zonne wijzer. 13.00 Nieuws en Kath. nieuws 13.10 Lunchconc. 13.40 Boekbespr. 13.55 Koorconc. 14.30 Gram. 14.45 „Madame Butterfly', opera (2e be drijf). 16.05 Gram. 16.10 Katholiek Thuisfront overal. 16.15 Sportrep. 16.30 Vespers. 17.00 Doopsgezinde kerkdienst. 18.30 Geestelijke liede ren. 18.50 Concertgebouw ork. 19.30 „Gelooft U dat?", caus. 19.45 Nieuws. 20.00 Gram. 20.25 De gewone man. 20.30 Promenade ork. 21.10 „Mon sieur de St. Ives", hoorsp. 21.55 lichte muz. 22.05 „Mensen zoals wij". 22.20 Musette ork. 22.35 Act. 22.45 Avondgebed en lit. kal. 23.00 Nieuws. 23.15—24.00 Gram. HILVERSUM n, 298 m. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.30 IKOR. 12.00 AVRO. 17.00 VPRO. 17.30 VARA. 20.00—24.00 AVRO. 88.00 Nieuws, weerber. en postdui- venber. 8.20 Gram. 8.30 Voor het platteland. 8.40 Nederl. volksliede ren. 8.55 Sport- en postduivenber. 9.00 Langs ongebaande wegen". 9.10 Gram. m. toelichting. 9.45 „Geeste lijk leven") caus. 10.00 Voor de jeugd^» 10.30 Ned. Herv. Kerkdienst. 12.00 Evt. postduivenber. Hierna: Metro-: pole-ork. 12.35 „Even afrekenen, Heren!" 12.45 Gram. 13.00 Nieuws. 13.05 Lichte muz. 13.35 Meded. 13.40 Gevar. muz. 14.00 Boekbespr. 14.20- Omr. ork. 15.35 Toneelbeschouwing. 15.50 Orgel en piano. 16.05 Dansmuz.: 16.30 Sportrevue. 17.00 „Tussen Kerk en Wereld", caus. 17.20 „Van het Kerkelijk Erf", caus. 17.30 Voor de jeugd. 17.50 Sportjourn. 18.15 Nieuws en sportuitsl. 18.30 Hammondorgel. 18.45 „Spontane Reacties". 19.15 Weense muz. 20.00 Nieuws. 20.05 Ge- var. progr. 21.05 Cabaret. 21.30 Lich te muz. 21.55 Voordr. 22.10 Gram. 22.30 Kamerork. en solist. 23.00 Nieuws. 23.15 Reportages of gram. 23.2524.00 Dansmuz. MAANDAG HILVERSUM t 402 m. 7.00—24.00 NCRV. 7.00 Nieuws. 7.13 Gewijde muz. 7.45 Een wooi'd voor de dag. 8.00 Nieuws en weerber. 8.10 Sportuitsl. 8.20 Gram. 9.00 Voer de zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9.35 Waterst. 9.40 G'nam. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gram. 11.20 Lichte muz. 11.30 Her haling Vossenjacht. 12.20 Gram. 12.25 Voor boer en tuinder. 12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33 Orgel concert. 12.59 Klokgelui. 13.00 Nieuws. 13.15 Harp-ens. 13.45 Gram. 14.00 Schoolradio. 14.30 Gram. 14.45 Voor de vrouw. 15.15 Gram. 16.00 Bijbellezing. 16.30 Gram. 17.00 Voor de kleuters. 17.15 Voor de jeugd. 17.-15 Reeerinmiitz.: dr. ir. L. J. i Vroon: ,,Wat betekent rijstcultuur voor de Tropen?" 18.00 Harmonie- ork. 18.20 Sport. 18.30 Lichte muz. 18.45 Engelse les. 19.00 Nieuws en weerber. 19.10 Gram. 19.30 „Volk en Staat", caus. 19.45 Gram. 20.00 Ra diokrant. 20.20 Gram. 21.00 „Inter nationale Samenwerking". 21.15 Pia nokwart. 21.45 Gram. 22.05 Caril- lonklanken uit Canada. 22.20 Gram. 22.45 Avondoverdenk. 23.00 Nieuws en SOS-ber. 23.15—24.00 Gram. 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gram. 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 9.00 Morgenwijding. 9.15 Liederen. 9.25 Voor de vrouw. 9.30 Gram. 11.00 Voordr. 11.15 Kamerork. 12.00 Orgel en zang. 12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33 In 't spionnetje. 12.38 Gram. 13.00 Nieuws. 13.15 Meded. of gram. 13.20 Promenade-ork. en koor. 14.00 „Wat gaat er om in de wereld?", Horizontaal: 1. rivier in Duitsland, zijtak Rijn, 5. landstreek ten Z.O. van Babyion, 9. zangwijs, 11. munt in Turkije, 12. knaagdier, 13. Diersoort, 15. gebod, 16. schrijf kosten, 20. vaar tuig, 22. dorp in Z.H., 26. stad in Ara- bië, 27. kruipend dier, 29. dochter van Cadmus, gemalin van Athamas (Gr. Myth.), 31. werk van Ibsen, 32. maand van het jaar, 33. deel van Azië, 35. als 15 hor., 36. telwoord, 37. rustig, 38. gem. in N. Holl., 39. de oud ste (afk.), 40. stand, 41. boom, 43. aanwijzend voornaamwoord, 44. ge hucht onder de Fr. gem. Tietjerkste- radeel, 45. let wel (afk. Lat.), 46. stad in België, 48. afkorting op visite kaartjes, 50. zeeroofvis, 52. boterton, 53. sla schielijk om (afk. muziek), 55. electrisch geladen atoom, 57. weder zijds, 60. vlakte, zandgrond, 61. mond water, 63, gesneden steen, 64. wig, 65. meisjesnaam, 66. telwoord, 68. een soort van Duits bier, 70. vrouwenver blijf in de aanzienlijke Turkse hui zen, 71. gevangenis, 73. eikenschors, 74. halskwab van een rund, 75. rij tuigje (O. I.), 77. telwoord, 78. voed sel, 79. heuvel in Jeruzalem. Verticaal: 1. gem. in Het Gooi 2. de voornaamste rivier van Armenië,, 3. klein soort van paard, 4. voorzetsel, 5. bij voorbeeld (afk.), 6. tussenzetsel, 7. stad op de W. kust van Grieken land, 8 dorp ten N.O. van Doorn, 10. groente, 14. gebroken en gezeefde schelpen, 16. Boeddhistisch priester in Thibet, 17. wars van alle laagheid, 18. lopend touw tot het inkorten der zeilen, 19. boom der tropen, 21. lichaamsdeel, 23. eiland in 't Z.O. van de Aegeïsche zee, 24. metaalhouden de delfstof, 25. open plaats, plein (Z. Nederl.), 27. hoofdstad v. d. gelijk namige residentie op de O. kust van Sumatra, 28. lidwoord, 30. verderf, val, 33. stap, 34. eenheid van 't oude gewicht, 37. hok, 40. bundel, 42. lid- caus. 14.20 Gram. 14.30 Voordr. 14.45 Cello en piano. 15.15 Voor de vrouw. 16.15- Gram. 17.30 Voor de padvin ders. 17.45 Gram. 17.50 Militair commentaar. 18.00 Nieuws. 18.15 Amus. muz. 19.00 Muz. caus. 19.15 Reportage of gram. 19.20 Cabaret. 19.45 Regeringsuitz.: Landb. rubr.: Het 13e internationale zuivelcon- gres. 20.00 Nieuws. 20.05 „Die lusti- gen Weiber von Windsor", opera (gr.). 22.15 Voordr. 22.30 Dansmuz. 23.00 Nieuws. 23.15 Filmprogr. 23.45 24.00 Gram. woord, 44. zijtak Donau, 45. kaap in Spanje tussen Valencia en Alicante; kaap de la...., 47. eenheid van ar beid, 48. deel van het schaakspel, 49. ontgonnen land, 51. hetzelfde, 52. deel van een schip, 53. gem. in Zeeland, 54. koninkrijk in Achter-Indië, 56. bij woord, 58. drietenige struis, 59. maan stand, 60. raamscherm, 62. lichaams deel, 65. stad in België, 67. aanteke ning, 69. voorzetsel, 70. lichtende kring om zon of maan, 72. stok, 74. grasland, 76. scheikundig teken voor tin, 77. vers (afk.). Oplossingen worden tot en met Donderdag 18 Juni op ons bureau verwacht. Op de enveloppe vermel den „Puzzel". Voor de goede inzen ders worden beschikbaar gesteld: een taart, een sieraad en een boek. OPLOSSING VORIGE WEEK. Horizontaal: 1. perron, 6. marmer, 12. leis, 14. haas, 16. eg, 18. i.e., 19. kas, 21. ar, 22. Po, 23, toendra, 26. perkoen, 29. tali, 30. kaper, 32. aard, 33. el, 34. E.K., 36. nek, 37. in, 38. Se, 39. arak, 41. tets, 43. ga, 44. bankier, 45. eb, 48. leep, 50. nest, 53. Ee, 55. nl., 56. ert, 58. no, 59. pa, 60. leng, 62. staat, 64. lias, 66. antenne, 68. kor daat, 70. N.S., 71. Loo, 72. nis, 74. o.a, 75. Ie, 76. Gent, 78. Edam, 80. banaal, 81. gretig. Verticaal: 2. el, 3. Reinier, 4. Ried, 5. os, 7. ah, 8. raar, 9. markant, 10. es, 11. setter, 13. ba, 15. Londen, 17. goal, 19. kaan, 20. spek, 22.-pers, 24. El, 25. R.K., 27. ar, 28. o.a., 31. per kara, 35. kabel, 37. Ieren, 39. aal, 40. kap, 41. ten, 42. set, 47. belang, 49. Engelen, 51. soldaat, 52. pastel, 54. eens, 56. eten, 57. taks, 59. paal, 61. N.T., 62. Sn, 64. To, 65. ia. 67. nona, 69. rode, 73. ik, 76. ga, 77. Ta, 78. er, 79 mi. De winnaars van deze week zijn: mevr. H. M. van der KrogtDeckers, De Laat de Kantersti-aat 30, Leiden (sieraad), G. L. Olijerhoek, Noord einde 119, Roelofarcndsveen (sleu telring) en mej. Riek Juffermans, Haagweg 114, Leiden (boek). De prijzen zullen worden toegezonden. DE COWBOYS van de Q-RANCH (Vervolgverhaal door Joke). „Nou jongens, ik zeg het jullie nog eens, voor de zoveelste keer, ga niet in buurt van de steengroeve kamperen. Het kleine stroompje dat thans zo'n on schuldig riviertje lijkt, kan aanzwellen tot een woeste kokende watermassa, die de omtrek uren ver onder water zet", waarschuwde oom John, toen hij, de avond voor de aanvang van de vacantie, met de jongens aan tafel zat. Tante wist ook nog verhalen te vertellen van ten ten die weggespoeld waren en vee dat verdronken was, van mensen die zich met veel moeite hadden kunnen red den. Ze deden al hun best om Fred en Piet van hun voorgenomen plannen af te houden. „Maar oom, als we nu de tent eens thuis lieten en gingen kamperen in de groeve, dan zitten we tenminste veilig en kunnen niet met tent en al wegspoe len", vond Fred, die als oudste van de twee, wilde laten zien, dat de plannen weloverwogen waren. „Kerels, dat is nog veel erger, als het Water komt, dan zitten jullie gevangen als een rat in de val", en oom John schudde daarbij heftig met zijn hoofd. Maar even later monterde hij weer op en zei: „Kom laten we er nou maar niet het ergste van denken, het gebeurt zeker niet ieder jaar, dat de omtrek over stroomd wordt, dus laten we hopen, dat jullie het er goed afbrengen, trouwens, het zou wel heel toevallig zijn, als het juist in die week, dat jullie daar zijn, zou gaan gebeuren. Nog één goede raad, neem de hoorn van de Q-ranch mee, en gebruik die in tijd van nood. Uren ver in de omtrek is die te horen en allicht zijn er wel cowboys in de buurt, die het noodsignaal horen. En nu jongens, naar bed want morgen is het vroeg dag. Tante is zo net nog op jullie kamer geweest, ik wed dat ze nog een verrassing in de rugzakken gedaan heeft". „Jakkes dat had je niet mogen zeg gen, 't zou zo leuk geweest zijn als de jongens morgen onderweg het pakje gevonden hadden. Nu jullie het toch weten, moet je me beloven het van avond niet open te maken", zei tante, die altijd zo bezorgd was. Fred en Piet namen hartelijk afscheid en moesten nog wel tien keer beloven voorzichtig te zijn en geen roekeloze gewaagde tochten te ondernemen. Nauwelijks begon het goed licht te worden of de wekker liep af en Fred en Piet maakten zich klaar om zo vlug mogelijk te vertrekken. Na een haastig ontbijt werden de paarden bepakt, de rugzakken aangegespt en de vacantie- tocht was begonnen. Het was schitte rend weer. In een gematigd drafje lie pen de paarden, Snelvoet en Frieda lus tig naast elkaar. Piet en Fred genoten volop en snoven gulzig de heerlijke frisse morgenlucht op. In dit tempo zouden ze zeker vóór de avond de farm bereiken, waar ze moesten overnachten en waar de paarden ook konden uitrus ten in een van de stallen. Deze weg hadden ze al vaak gereden, ze wisten de mooie plekjes al uit hun hoofd en aan de rand van hét bos zouden ze hun twaalf-uurtje gebruiken. De paarden kregen ook een uurtje rust en mochten nu, zonder pakken of zadel, wat gaan grazen van het hoge gras, dat hier in overvloed aanwezig was. De versnape ringen, die tante op de laatste avond nog in. de rugzak gedaan had, waren een welkome verrassing voor hun hon gerige magen. Het waren heerlijke, eigen gebakken broodjes, en voor ieder nog een flink stuk cake. Die goede tante toch! „Stel je eens voor, dat we een zak met edelstenén vinden", zei Piet, „dan mag tante de grootste uitzoeken!" „Of misschien vinden we wel van die mooie, met goud of zilver bewerkte va zen, net zoals Bill ze op zijn kamer heeft", vond Fred, „en dan geven we die ook aan moeder en tante. En wat zouden we zelf nemen? Stel je voor dat er nog echte pijlen en bogen hangen, of snoeren tanden van gevangen beren!" „Zouden wé alles mogen houden wat we daar vinden?" „We moeten het eerst maar aan oom John laten zien, die zal wel weten, wat we er mee mogen doen." Zo bleven ze nog een poosje zitten praten en in gedachten hadden ze al een wagen vol schatten gevonden. Plotseling schrokken ze op, toen ze vlakbij gehinnik van een paard hoor den. Ze keken alle twee, maar Snelvoet of Frieda was het niet. Het paard stond nog geen vijf meter van ze af- en een paar seconden later zagen ze een man opstaan, die vliegensvlug op het paard sprong en er mee wegreed. Bleek van schrik zagen de jongens elkaar aan. Wat stom waren ze toch ge weest om zo maar hardop over het ge heim van de steengroeve te praten! Wat zou die man er van verstaan hebben? Zou hij wel alles begrepen hebben? Wat keek hij onderzoekend naar hen. Maar wie zou er nu gedacht hebben, dat er nog geen vijf meter verder een man tussen het hoge gras alles had liggen afluisteren? De jongens waren de eerste ogenblikken sprakeloos en al deze vra gen flitsten door hun hoofd. „We zullen voortaan voorzichtiger moeten zijn Piet en nu vooral op onze hoede zijn", zei Fred, die het eerste de spraak terug kreeg. „Als die kerel toch in de buurt van de steengroeve durft komen, dan zullen we hem", en Piet pakte al zijn dolkmes uit de schede. „Ho, mannetje, niet te haastig, mis schien heeft hij van ons hele gesprek niets begrepen of verstaan en bovendien rijden we vandaag niet door naar de groeve, maar gaan we eerst overnach ten op de farm". Piet wist nog een beter middel om zich niet te verraden, ze zouden voortaan in het bijzijn van anderen Nederlands spreken. Ondertussen was het tijd geworden om te vertrekken, de paarden kwamen dadelijk aangerend op het bekende fluitje en toen alles weer gepakt was, reden ze weer lustig verder. Het was. warm nu, midden op de dag. Gelukkig reden ze een groot deel van de weg onder de schaduw van de hoge oude bomen. Ze zongen of floten samen een aardig wijsje en al gauw waren ze „die vervelende indringer", zoals ze hem noemden, al vlug vergeten. Moe en warm kwamen ze tegen de avond bij de farmer aan, die al op de jongens met het eten gerekend had. Nadat ze zich eerst heerlijk fris gewas sen en de paarden goed verzorgd had den, lieten ze zich de warme maaltijd1 lekker smaken. De beide jongens hadden na het eten niet veel zin meer om te praten en wilden maar liefst zo gauw mogelijk gaan rusten. De farmer nam hen mee naar een andere vleugel van de boerderij, alwaar gelegenheid was om te slapen. Ze moesten daartoe een grote binnenplaats oversteken. Maar wat zagen ze daar? Hun mond zakte haast open van verbazing en schrik. Daar stond temidden van een stel jonge var kens „de indringer".. Onmiddellijk her kenden ze hem en ook hij bleef de jon gens strak aankijken. Fred en Piet deden net of ze hem niet zagen en liepen door. Morgen zouden ze aan de farmer vragen, wie die man was en wat hij van hem wist. Voorlopig hadden ze enkel behoefte aan slaap, morgen zou den ze wel weer zien. De volgende morgen stond hun ont bijt al klaar toen ze beneden kwamen en op hun vraag, waar die vreemde man van gisteren was, wist ook de farmer niets te antwoorden. Het gebeurde zo dikwijls dat vermoeide reizigers hier een nacht kwamen slapen en dan heel vroeg weer vertrokken. Aan zulke din gen schonk hij geen aandacht. Wordt vervolgd. Correspondentie Annie, Bctsie, Ria, Jan en Jopie de Frankrijker, v. d. Bosstraat 37, Hazers- woude. Die brief van jullie is altijd de dikste van allemaal, maar liefst vijf op lossingen en goed ook. Daarbij nog ver sierd met een gekleurd randje. Reuze hoor! Zo hebben jullie ook vijf kansen om mee te loten. Dag kinders, ga zo maar door. Jan de Winter, IJmuiderstraat 2, Noord wijk. Ook jouw oplossing was dik in orde. Volhouden jongen, hopelijk win je ook wel eens een prijs. Alle Heemskerk, Dorpsstr. 101, War mond. Die Alie schrijft me daar: ik hoop dat ik een prijs win. Nu Alic, dat had ik ook gehoopt, maar 't was: mis poes. Jammer hè meisje. Hans Weyermans, Kempenaerstr. 44, Oegstgeest. Goed zo Hans, je gaat ook vooruit met schrijven. Vertel me eens: zou je overgaan? Dat hoor ik zeker nog wel. Dag Hans. Hoe gaat het met je ZHS? ■^■ee^t ze zoveel huiswerk en geen tijd om met ons mee te doen? Ida Klein, Noordeinde 209, R'veen. Wanneer krijg ik van jou eens een klein briefje of misschien wel een ver- haaltje. Laat eens zien wat je kunt. Dag meiske. Joke Verhaar, Noordcinde 93, R'veen. Is er bij jullie een fijne zweminrichting? Schrijf eens of je voor een diploma gaat zwemmen. Je schrijft dat jullie zo ver brand zijn door de zon. Zeker met die warme Pinksterdagen. Nou, of dat pijn doet. Daar weet ik alles van. Volgende keer maar niet zo lang in^de zon blijven zitten. Het beste hoor. Bcppie Groenen, 's Gravendamseweg 15, Voorhout. Dat was ook leuk Beppie, je heet Groenen en je schrijf met rode inkt. Hoe oud ben jij, meisje? Ria Hoogcvcen, Rijndijk 101 Ilazers- woude. Dat werk van joü ziet er keurig netjes uit. Zo mag ik het graag zien. Jeannie Zwartjes, v. d. Waalsstraat 19, Lelden. Jeannie daar vind ik nog een verhaaltje van jou. Je hebt er zeker al lang naar uitgekeken. Het gaat nog wel over Pasen, maar wanneer het nog een jaar in m'n la blijft liggen, dan word je vast en zeker ongeduldig. Hier komt het dus: NOG MAAR NET OP TIJD. Het was Dinsdag vóór Pasen. Karei was 's morgens naar de H. Mis van acht uur geweest en hij kwam pas om over half negen thuis. Hij moest nog ontbij ten en dat deed hij haastig, maar toch was hij pas om kwart voor negen klaar. Toen vlug naar school. Moeder zei nog: „Karei, je moet maar flink doorlopen, anders kom je te laat op school. Kijk vooral niet naar de winkels, dat doe je maar als je uit de school komt". Karei beloofde het en stapte flink door. Maar onderweg kwam hij langs een mooie winkel. „Wat zou daar allemaal wel staan?", dacht hij en ging eens kijken. O, wat prachtig versierd! Allemaal paasmandjes met kleine paaseitjes er in, grote choco lade eieren, gevuld met kleine eitjes. Ook nog een grote chocolade klok. 't Was allemaal even heerlijk en mooi. Opeensdaar hoorde hij de dorps klok negen uur slaan. O, hemel, nu kwam hij vast en zeker te laat. Als de poort nog maar open was. Hij rende zo hard hij kon en gelukkig de poort was nog open. Nu de gang in, z'n jas aan de kapstok gehangen en de klasdeur open. De meester wilde juist het kruisteken maken om te gaan bidden. Was dat even op het nippertje! Mijnheer was wel een beetje kwaad, maar hij kwam er geluk kig met een standje af. Trees v. d. Berg, Burg. Ketelaar straat 36, Warmond. Dat aardige ver haaltje van joü, Treesje, komt ook hier achter. ROOIE ROELTJE. Sloffend en steentjes schoppend ging Roeltje naar de. school. „Bah, niks leuk op school. Kon ik er maar af", dacht Roeltje. „Altijd schelden ze je maar uit, Piet Berkel riep altijd: Rooie Savoie. Jan Pel riep gisteren nog: vuurtoren". En nu kwam er vandaag ook nog een nieuwe juffrouw op school, 't Was alle maal even naar. Roeltje ging met een boos gezichtje de klas binnen. De nieuwe juf stond er al, ze was nog jong en ze keek vrolijk langs de rijen heen. Daar zag ze Roeltje zitten. „Wat fijn dat er een rood kopje tus sen zit", zei ze. „Vertel me eens hoe je heet?" Roeltje antwoordde zo zacht, dat de juffrouw haar niet verstond. „Kom eens hier, meisje!" vroeg juf. Met een rode kleur ging ze naar voren en zei nog eens: „ik. heet Roeltje van Noort". „Maar kindje, wat kijk je boos? Scheelt er wat aan?" „De kinderen schelden altijd. Piet Berkel roept altijd: rooie savoie". „Waar zit die domme, jonge?" wilde de juffrouw weten. Piet bloosde. „Zeg, mannetje, weet jij niet, dat zo'n kool bijna wit is". Piet dacht: „zo iets doms zeg ik nooit meer". „Jan Pel roept altijd: „Vuurtoren, en de anderen zeggen allemaal rooie Roeltje". ging Roeltje nu verder. „Om vuurtoren zou ik nooit boos worden. Is er hier een plaat van een vuurtoren in de school?" vroeg juf. Een kind stak een vinger op. „Ga hem maar eens halen". En dc juffrouw vertelde prachtig van de vuur toren. Ria Rusman, Gouvcrneurlaan 41, Sas- senheim. Zeg Ria weet je heus niets te vertellen. Heb je geen eigen tuintje. Hoe gaat het op school. Vertel eens iets over je broertjes of zusjes of over een „dagje uit". Sommige kinderen kunnen zulke aardige briefjes schrijven. Pro beer het eens. Annie v. d. Berg, Koninginneweg 13, Noord\v.hout. Annie jij mopt het briefje van hier boven maar eens lezen. Dat geldt ook voor jou. Dag Annie! Willie v. d. Geest, Lcidscweg 46, Oud Ade. Oojc jij moet de briefjes van hier boven maar eens goed doorlezen en dan de volgende keer, reken ik op een reuze brief. Afgesproken? Mary van Ulden, Leiden. Ik weet wer kelijk niet of ik jou wel eens heb terug geschreven, Je oplossing van die spreek woorden was echt de moeite waard. Zulke mooie toepasselijke tekeningen. Een pluim Mary. Sjaantje Oudshoorn, Past. v. d. Plaat straat 8, Rijpwetering. Jij bent vandaag jarig Sjaantje. Gefeliciteerd meisje. Ter ere van het feest komt je verhaaltje ook in de krant. HET ONGELUK. Ria was pas vier jaar en nu had ze van moeder een klein potje plaksel ge had. Ze was er heel blij mee. Ze begon al dadelijk uit een boekje de plaatjes te knippen en toen ze klaar was, liet ze het aan moeder zien. Moeder vond het prachtig en hielp haar toen even met het opplakken. Dat werd een mooi werkje. Toen ze daarmee klaar was zei moeder dat ze het plakpotje maar bo ven op de kast moest zetten, dan kon broertje er niet bijkomen. Ria nam een stoel en toen ze het potje wilde pakken, gleed het uit haar handen en helemaal stuk. Wat was dat jammer! Moeder was ook nog boos, want alles plakte op dc grond. Ria begon te huilen maar er was niets aan te doen. Dag kinderen tot de volgende week. TANTE JO en OOM TOON. ben vreemdel/ng] met een trompet van goud! fr va/l een goede steg te fl/lah ts om oenad/o ons een halve gare ont, tov/'ge om te beroven 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1953 | | pagina 5